E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RBHAA:2012:BW6637
LJN BW6637, Rechtbank Haarlem, 15/800172-12

Inhoudsindicatie:

Promis; invoer verdovende middelen te Schiphol; invoer cocaïne te Schiphol; koerier; recidive; reclasseringstoezicht; bijzondere voorwaarde; deels voorwaardelijke gevangenisstraf.

Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de opzettelijke invoer van bijna 2 kilogram van een materiaal bevattende cocaïne. Dit is een voor de gezondheid van personen schadelijke stof. De ingevoerde hoeveelheid was van dien aard, dat deze bestemd moet zijn geweest voor verdere verspreiding en handel. De verspreiding van en handel in cocaïne gaan gepaard met vele andere vormen van criminaliteit, waaronder de door gebruikers gepleegde strafbare feiten ter financiering van hun behoefte aan deze stof. Bij het bepalen van de duur van deze vrijheidsstraf heeft de rechtbank, behalve de grote hoeveelheid cocaïne die verdachte Nederland heeft ingevoerd, ten nadele van verdachte in aanmerking genomen, dat verdachte één keer eerder terzake van een soortgelijk strafbaar feit is veroordeeld. Kennelijk heeft deze veroordeling onvoldoende effect gesorteerd en verdachte er niet van kunnen weerhouden opnieuw de fout in te gaan. Anders dan de raadsman heeft betoogd ziet de rechtbank in de feiten en omstandigheden geen aanleiding af te wijken van de standaard straf die ten aanzien van dit soort strafbare feiten in vergelijkbare gevallen pleegt te worden opgelegd en dientengevolge de op te leggen straf te matigen. Anderzijds houdt de rechtbank bij het bepalen van de duur van de op te leggen vrijheidsstraf alsmede bij de beantwoording van de vraag of een deel daarvan voorwaardelijk moet worden opgelegd, rekening met de inhoud van het omtrent verdachte opgemaakte reclasseringsadvies d.d. 22 maart 2012. De rechtbank leidt uit dit reclasseringsadvies af dat reclasseringstoezicht geïndiceerd is met het oog op het terugdringen van het door de opsteller van het rapport als reëel gekwalificeerde recidiverisico en de aanpak van criminogene factoren. Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd. De rechtbank zal daarbij bepalen dat een gedeelte daarvan vooralsnog niet ten uitvoer zal worden gelegd en zal daaraan een proeftijd verbinden van twee jaren opdat verdachte er van wordt weerhouden strafbare feiten te begaan. Anders dan de officier van justitie houdt de rechtbank alleen rekening met de in het uittreksel justitiële documentatie vermelde veroordelingen en ziet de rechtbank bovendien geen aanleiding de gang van zaken tijdens de hiervoor weergegeven reis van verdachte als twee transporten aan te merken. Daarnaast acht de rechtbank verplichte begeleiding door Reclassering Nederland, unit Alkmaar, gedurende de proeftijd noodzakelijk. Een voorwaarde van die strekking zal aan het voorwaardelijk deel van de op te leggen straf worden verbonden.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie