U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

werkloosheidswet. Verwijtbare werkloosheid bij vrijwillig ontslag.

Uitspraak



RECHTBANK HAARLEM

Sector bestuursrecht

zaaknummer: AWB 09 - 2357

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 maart 2010

in de zaak van:

[naam eiser],

wonende te [woonplaats],

eiser,

tegen:

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen,

verweerder.

1. Procesverloop

Bij besluit van 19 januari 2009 heeft verweerder eiser medegedeeld dat hij per 16 december 2008 geen uitkering krachtens de Werkloosheidswet (WW) krijgt omdat hij verwijtbaar werkloos is.

Tegen dit besluit heeft eiser bij brief van 23 januari 2009 bezwaar gemaakt.

Bij besluit van 23 april 2009 heeft verweerder het bezwaar ongegrond verklaard.

Tegen dit besluit heeft eiser bij brief van 6 mei 2009 beroep ingesteld.

Verweerder heeft op de zaak betrekking hebbende stukken ingezonden en een verweerschrift ingediend.

Het beroep is behandeld ter zitting van 16 februari 2010. Eiser is niet ter zitting verschenen. Namens verweerder is verschenen mr. C. Vork, werkzaam bij het Uwv te Alkmaar.

2. Overwegingen

2.1 Eiser heeft van 22 april 2008 tot 8 oktober 2008 gewerkt bij [naam bedrijf 1]. Na onenigheid met zijn chef heeft eiser ontslag genomen. Per 1 november 2008 is hij in dienst gekomen bij [naam bedrijf 2] op basis van een arbeidsovereenkomst voor 6 maanden. Binnen de proeftijd is de arbeidsovereenkomst, met ingang van 16 december 2008, beëindigd. Verweerder heeft een WW-uitkering geweigerd omdat het ontslag op 8 oktober 2008 verwijtbaar was en eiser daarna niet ten minste 26 weken heeft gewerkt. Eiser heeft bezwaar gemaakt en heeft zijn bezwaren telefonisch toegelicht op 5 februari 2009. Verweerder heeft op 23 april 2009 telefonisch navraag gedaan naar het functioneren en ontslag van eiser bij de filiaalleider van [naam bedrijf 1] te [woonplaats].

2.2 In het bestreden besluit heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat het ontslag bij [naam bedrijf 2] eiser niet te verwijten is, maar het ontslag bij [naam bedrijf 1] wel. Verweerder is tot de conclusie gekomen dat de aanleiding waardoor eiser het niet meer leuk vond om bij de [naam bedrijf 1] te werken zijn gedrag was. Als hij zich als een goed werknemer had gedragen, had hij geen ontslag hoeven te nemen en was hij niet werkloos geworden op 16 december 2008. Verweerder acht eiser daarom verwijtbaar werkloos op 16 december 2008.

2.3 Eiser is het hier niet mee eens. Hij stelt dat het gedrag van de voormalig filiaalmanager bij [naam bedrijf 1] [woonplaats] het hem onmogelijk maakte plezier te hebben in de werkzaamheden. Zijn ontslag was in feite gedwongen, hij vertrok met tegenzin want hij kon het goed vinden met zijn collega’s. De filiaalmanager is later ontslagen omdat hij fraude pleegde. Eiser heeft verklaard zich altijd volledig voor zijn werk te hebben ingezet. Tot slot stelt eiser niet op de hoogte te zijn geweest van de mogelijkheid om in een hoorzitting te worden gehoord.

De rechtbank overweegt het volgende.

2.4 Ingevolge artikel 24, eerste lid, aanhef en onder a, WW voorkomt de werknemer dat hij verwijtbaar werkloos wordt. In het tweede lid aanhef en onder b, is bepaald dat de werknemer verwijtbaar werkloos geworden is indien de dienstbetrekking is beëindigd door of op verzoek van de werknemer zonder dat aan de voortzetting ervan zodanige bezwaren waren verbonden, dat deze voortzetting redelijkerwijs niet van hem kon worden gevergd.

2.5 Indien de werknemer niet heeft voorkomen dat hij verwijtbaar werkloos wordt, weigert het UWV op grond van artikel 27, eerste lid, WW de uitkering blijvend geheel, tenzij het niet nakomen van de verplichting de werknemer niet in overwegende mate kan worden verweten. In dat geval weigert het UWV de uitkering gedeeltelijk door het uitkeringspercentage te verlagen naar 35 over de volledige duur van de uitkering, maar ten hoogste over een periode van 26 weken.

2.6 Op grond van hetgeen zich in het dossier bevindt en is gehoord ter zitting stelt de rechtbank vast dat eiser zelf ontslag heeft genomen bij [naam bedrijf 1], terwijl hij op dat moment nog geen enkel vooruitzicht had op werk. Het feit dat hij dezelfde dag alsnog is gaan solliciteren bij [[naam bedrijf 2], hetgeen resulteerde in een baan die vier weken later begon, doet daar niet aan af. Eiser heeft daarmee bewust het risico genomen dat hij verwijtbaar werkloos zou worden. Ook heeft eiser onvoldoende aannemelijk gemaakt, bijvoorbeeld door een controleerbare verklaring van een getuige, dat het gedrag van zijn werkgever dermate bezwaarlijk was dat een voortzetting van zijn dienstverband tot de aanvang van een nieuwe baan niet van hem kon worden gevergd.

2.7 Onder deze omstandigheden leidt het bepaalde in artikel 27, eerste lid van de WW ertoe dat de WW-uitkering blijvend geheel wordt geweigerd, tenzij het niet nakomen van de in artikel 24, eerste lid, onderdeel a, van die wet neergelegde verplichting, het voorkomen van verwijtbare werkloosheid, eiser niet in overwegende mate kan worden verweten. Van feiten of omstandigheden die wijzen op verminderde verwijtbaarheid is de rechtbank echter niet gebleken.

2.8 Eisers beroep op schending van de hoorplicht kan ook niet slagen, aangezien hij zelf, telefonisch, heeft afgezien van de mogelijkheid gehoord te worden in een hoorzitting en hij niet verzocht heeft om alsnog een hoorzitting te houden. Voorts is niet gebleken dat hij in zijn belangen zou zijn geschaad.

2.9 De rechtbank zal het beroep dan ook ongegrond verklaren.

3. Beslissing

De rechtbank:

verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Mateman, rechter, en op 30 maart 2010 in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van drs. M.A.J. Arts, griffier.

afschrift verzonden op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht. Het hoger beroep dient te worden ingesteld door het indienen van een beroepschrift binnen zes weken onmiddellijk liggend na de dag van verzending van de uitspraak door de griffier.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature