E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RBHAA:2008:BF7603
LJN BF7603, Rechtbank Haarlem, 142988-08-372

Inhoudsindicatie:

Nu de man als directeur grootaandeelhouder met een bezit van 51% van de aandelen de volledige zeggenschap heeft over [naam bedrijf BV] en [naam holding] BV, en derhalve kan beslissen over de vaststelling van zijn salaris, het doorvoeren van een (financiële) herstructurering en het al dan niet aanvragen van een faillissement, ligt het op de weg van de man om aannemelijk te maken dat voor ieder van deze handelingen een van de onderhavige procedure of het aandelenbezit van de vrouw onafhankelijke en objectieve noodzaak bestaat.

Alle gegevens in onderlinge samenhang bezien, waaronder de redelijk stabiele omzet, kosten en jaarlijkse toevoeging van de winst door [naam bedrijf BV] aan de reserves tot eind 2007, bieden geen steun voor de stelling dat het niet goed zou gaan met [naam bedrijf] en/of [naam holding}. Ook in 2007 is immers weer winst gereserveerd, waardoor de niet uitgekeerde winsten van [naam bedrijf B.V.] in ieder geval zijn opgelopen tot ruim € 300.000. Een verwijzing in de stukken naar de (verliesgevende) Belgische activiteiten dan wel enig inzicht in de omvang van de gestelde verliezen ontbreekt. Gelet op het voorgaande zijn de door de man in het geding gebrachte stukken onderling niet consistent. Zij geven daarom geen getrouw beeld van de stand van zaken bij [naam bedrijf B.V.] en [naam holding] BV en kunnen niet de conclusie dragen dat de man niet meer in staat zou zijn zichzelf als directeur grootaandeelhouder een salaris toe te kennen zoals dat tot heden is vastgesteld.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie