De rechtbank veroordeelt een man wegens het bezit en verspreiden van kinderporno en wegens het plegen van ontuchtige handelingen met een kind, jonger dan 16 jaar, tot een gevangenisstraf van 10 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. Als bijzondere voorwaarde wordt hem reclasseringstoezicht en een behandeling bij de AFPN opgelegd.
De straf is lager dan door de officier van justitie is geƫist omdat de rechtbank niet bewezen acht dat de man een gewoonte had gemaakt van het verspreiden en in- en uitvoeren van kinderporno. De rechtbank is van oordeel dat het zwaartepunt in de bewezenverklaring ligt bij het in het bezit hebben van kinderporno.