Door redenen van organisatorische aard is het niet mogelijk gebleken om voor afloop van de huidige ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing een mondelinge behandeling te plannen.
Nu de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing op zeer korte termijn expireert, ziet de kinderrechter zich genoodzaakt om de bestaande situatie ten aanzien van de minderjarige voor een korte periode te laten voortduren en de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing ambtshalve te verlengen voor de duur van twee weken. Het resterende deel van het verzoek zal worden aangehouden en nader worden behandeld tijdens de mondelinge behandeling.
Zie ook: ECLI:NL:RBGEL:2024:8063