Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

21 maanden gevangenisstraf voor de voorbereidingshandelingen voor de productie van harddrugs.

Artikelen: 47 en 63 van het Wetboek van Strafrecht; 10a Opiumwet.

Uitspraak



RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht

Zittingsplaats Arnhem

Parketnummer: 05/720347-17

Datum uitspraak : 15 april 2021

Tegenspraak

vonnis van de meervoudige kamer

in de zaak van

de officier van justitie

tegen

[verdachte] ,

geboren op [geboortedag] 1988 in [geboorteplaats] ,

wonende aan de [adres 1] .

Raadsman: mr. C.N.G.M. Starmans, advocaat in Utrecht.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen op 15 april 2021, 25 maart 2021, 26 maart 2020, 30 augustus 2018 en 6 februari 2018.

1 De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:

1.

(zaaksdossier 2)

hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2017 tot en met 31 oktober 2017 te Zuidwolde, gemeente De Wolden, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk (in een of meerdere panden gelegen op het perceel aan de [adres 2] ) heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad

-een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA en/of

-een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine,

zijnde MDMA en/of amfetamine (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

en/of

hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2017 tot en met 31 oktober 2017 te Zuidwolde, gemeente De Wolden, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet , te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van:

-een hoeveelheid MDMA en/of

-een hoeveelheid amfetamine, in elk geval een hoeveelheid van materiaal bevattende MDMA en/of amfetamine,

zijnde MDMA en/of amfetamine (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,

voor te bereiden en/of te bevorderen, hebbende verdachte en/of (een of meer van) verdachtes mededader(s) (in een of meerdere panden gelegen op het perceel aan de [adres 2] ),

chemicaliën en/of stoffen te weten:

-218 liter piperonylmethylketon (PMK), in elk geval een grote hoeveelheid piperonylmethylketon (PMK) en/of

- 54 liter benzylmethylketon (BMK), in elk geval een grote hoeveelheid benzylmethylketon (BMK) en/of

-zoutzuur en/of

-zwavelzuur en/of

-methanol en/of

-caustic soda en/of

-mierenzuur en/of

-fosforzuur en/of

-citroenzuur en/of

-sassafrasolie,

goederen en/of voorwerpen te weten:

-een of meerdere (verschillende soorten) ketels en/of

-een elektrische verwarmingsdeken en/of

-een of meerdere (vacuüm)destillatieopstellingen en/of

-een of meerdere opslagtanks (800 liter) en/of

-vijf glazen scheitrechters en/of

-een of meerdere (propaan) gasflessen en gasbranders en/of

-een afzuiginstallatie,

voorhanden gehad, waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat dat/die chemicaliën en/of stoffen en/of goederen en/of voorwerpen bestemd waren en/of benodigd waren, althans konden worden gebruikt voor de bereiding en/of bewerking en/of verwerking en/of vervaardiging van middelen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;

2.

(zaaksdossier 8)

hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2017 tot en met 31 oktober 2017 te Zuidwolde, gemeente De Wolden, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen:

-een hoeveelheid stroom/elektriciteit,

in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Enexis, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goederen onder zijn/haar/hun bereik hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking.

2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten. Hij heeft hiertoe gewezen op de samenwerking tussen de drie verdachten, het feit dat ze meerdere malen met elkaar bij en in de omgeving van het drugslab zijn geweest en op de activiteiten die zij daar aan het verrichten waren vóór de aanhouding. Deze omstandigheden maken dat voldoende bewijs aanwezig is dat alle drie de verdachten betrokken waren bij het drugslab en ook bij de diefstal van de elektriciteit. De verklaring die verdachte heeft gegeven voor zijn aanwezigheid in het drugslab is volgens de officier van justitie volstrekt ongeloofwaardig.

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft primair voor feit 1 vrijspraak bepleit wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs. Hiertoe heeft de verdediging aangevoerd, samengevat, dat verdachte enkel in de woning en in de grote ruimte van de grote schuur is geweest om aldaar (herstel) laswerkzaamheden aan bierfusten te verrichten. Verdachte wist niet dat er een drugslab zat. De aangetroffen goederen in de woonboerderij en de grote ruimte van de grote schuur zijn volgens de verdediging niet strafrechtelijk aan verdachte toe te rekenen. In de overige ruimtes is verdachte niet geweest, waardoor hij de daar aanwezige goederen niet ‘opzettelijk’ aanwezig kan hebben gehad.

Subsidiair heeft de verdediging gesteld dat, indien betrokkenheid van verdachte wel kan worden bewezen, deze beperkt is tot 30 oktober 2017. En meer subsidiair, indien de -korte- aanwezigheid van verdachte op 2 en 19 oktober 2017 als strafrechtelijk relevant kan worden geduid, dan is de periode in ieder geval beperkt tot de periode ‘vanaf 2 oktober 2017’. Er kan echter niet bewezen worden dat verdachte nauw en bewust heeft samengewerkt met anderen; indien hij al uitvoerings- of voorbereidingshandelingen heeft verricht, dan was dit slechts ondersteunend, hooguit als medeplichtige. Verder is er hooguit sprake van voorbereidingshandelingen en niet van handelingen ter zake van het eerste ten laste gelegde feit Voorts is volgens de verdediging geen sprake van voorwaardelijk opzet.

Voor feit 2 heeft de verdediging eveneens vrijspraak bepleit wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs.

Beoordeling door de rechtbank

Feit 1

Verdachte [verdachte] (hierna: [verdachte] ) wordt verweten dat hij samen met een ander of anderen amfetamine en MDMA heeft geproduceerd alsmede de voorbereidingshandelingen daartoe in de periode van 1 juni 2017 tot en met 31 oktober 2017. Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende vastgesteld.

Ook de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] worden hierna aangeduid met hun achternamen.

Observatie 2 oktober 2017

Op 2 oktober 2017 wordt door het observatieteam waargenomen dat een [kleur] bestelauto, merk [merk auto 1] , met kenteken [kenteken 1] naar de [tankstation 1] , gelegen aan de [adres 3] rijdt. De auto is gehuurd door [medeverdachte 1] . [medeverdachte 1] wordt herkend als de bestuurder. [medeverdachte 1] blijft ongeveer 45 minuten bij de [tankstation 1] . Daarna rijdt [medeverdachte 1] naar de [tankstation 2] , gelegen aan de [adres 4] . Bij de [tankstation 2] wordt waargenomen dat een onbekende man (NN1, later herkend als [naam 1]) uit een donkerkleurige [merk auto 2] met kenteken [kenteken 2] stapt. Deze auto is door [medeverdachte 2] gehuurd. Hij ontmoet [medeverdachte 1] bij de [tankstation 2] en stapt als bijrijder in de bestelauto [kenteken 1] . Verder wordt waargenomen dat er nog drie andere personen in de [merk auto 2] met kenteken [kenteken 2] zitten. Bij het uitkijken van de camerabeelden van de [tankstation 2] wordt gezien dat [medeverdachte 2] op de bijrijdersstoel van de [merk auto 2] met kenteken [kenteken 2] had plaatsgenomen. Verder wordt gezien dat een onbekende man, NN1, achter in de [merk auto 2] plaatsnam. Dit bleek later [verdachte] te zijn. De [merk auto 2] en de bestelauto vertrekken achter elkaar. Vervolgens wordt waargenomen dat beide auto’s de afslag richting [plaats] nemen op de A28 en dat beide voertuigen aan het eind van de afslag linksaf gingen. Waargenomen wordt dat de [merk auto 2] met kenteken [kenteken 2] , na een korte stop op een carpoolplaats aan de [adres 2] , in de richting van perceel [adres 2] reed. Beide voertuigen zijn op het perceel aangekomen.

Observatie 30 en 31 oktober 2017

Op 30 en 31 oktober heeft er een observatie plaatsgevonden bij het perceel aan de [adres 2] . Hier werd - onder meer - het volgende waargenomen. Vanaf 20:00 uur is er zicht genomen op het voornoemde perceel. Tussen 20:00 uur en 02:05 uur zien verbalisanten dat [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [verdachte] op het perceel aanwezig zijn. Verbalisanten zagen dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] diverse keren met jerrycans, vaten en/of metalen ketels uit (het laboratorium in) de grote schuur kwamen en uit beeld verdwenen in de omgeving van de kleine schuur/boerderij. Vervolgens zagen verbalisanten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] enige tijd later weer met jerrycans, vaten en/of metalen ketels de grote schuur binnengaan. Zij zagen dat [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [verdachte] bij een metalen keten stonden, waar damp uitkwam. Zij zagen dat [verdachte] in deze metalen ketel roerde. Zij zagen dat [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [verdachte] met enige regelmaat vanuit de grote schuur kwamen en een metalen ketel of vat(en) ter hoogte van de deur leeg lieten lopen op de open tuinbodem.

Verbalisanten hebben verder het volgende waargenomen, waarbij diverse foto’s zijn gemaakt door het observatieteam.

21:02 uur: [medeverdachte 1] gaat met een metalen ketel de grote schuur binnen.

21:09 uur: [verdachte] leegt de inhoud van een vat voor de deur van de grote schuur op de open tuinbodem.

21:19 uur: [verdachte] en [medeverdachte 2] komen met een ketel uit de deur van de grote schuur. De inhoud van de ketel werd geleegd voor de deur op de open tuinbodem.

22:07 uur: [medeverdachte 1] en de rechter arm van [verdachte] zijn te zien in de grote schuur. Verbalisanten zagen dat er damp uit de ketel kwam en dat [verdachte] in de ketel roerde met zijn rechter arm.

22:08 uur: [medeverdachte 2] komt met een blauwe gevulde jerrycan uit de grote schuur.

22:09 uur: [medeverdachte 2] komt met twee blauwe jerrycans en een lamp uit de grote schuur. Verbalisanten zagen dat er damp uit de ketel in de grote schuur kwam en dat [verdachte] in de ketel roerde.

22:09 uur: Verbalisanten zagen [medeverdachte 1] en (de rechter arm van) [verdachte] in de grote schuur. Verbalisanten zagen dat er damp uit de ketel kwam en dat [verdachte] in de ketel roerde.

00:49 uur: [medeverdachte 2] komt met twee blauwe jerrycans en een lamp uit de grote schuur.

2:05 uur: [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [verdachte] verlieten de grote schuur. Het licht ging uit en [medeverdachte 2] sloot de deur af. Verbalisanten zagen vervolgens dat [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [verdachte] de boerderij [de rechtbank begrijpt: de woonboerderij] binnengingen.

2:21 uur: [medeverdachte 1] stapte in de [merk auto 2] [kenteken 3] en vertrok vanaf het perceel. Verbalisanten zagen dat de [merk auto 2] [kenteken 3] enige tijd stil stond bij het hek op de oprit, waarna de auto verder reed.

Aantreffen drugslab

Op 31 oktober 2017 was naar aanleiding van verkregen informatie een onderzoek ingesteld op het perceel aan de [adres 2] . Op dit perceel is een (woon)boerderij met meerdere opstallen gelegen. Door de Landelijke Faciliteit Ondersteuning Ontmantelen (LFO) werden in de diverse opstallen en in de woonboerderij op diverse plaatsen opslagplaatsen van chemicaliën en productieapparatuur ten behoeven van de productie van synthetische drugs en precursoren aangetroffen. In een tuinhuis en in een grote schuur werden twee productieplaatsen ten behoeve van de productie van synthetische drugs en precursoren aangetroffen.

Aanhouding verdachten

[medeverdachte 1] werd op 31 oktober 2017 aangehouden op de [adres 2] , op de oprit van perceel nummer 10, terwijl hij op dat moment als bestuurder van een [merk auto 2] met kenteken [kenteken 3] het perceel aan het verlaten was. In de woonboerderij zijn op diezelfde dag [medeverdachte 2] en [verdachte] aangehouden.

[verdachte] heeft verklaard dat hij op 2 oktober 2017 in de woonboerderij is geweest, en dat hij op 30 en 31 oktober in de grote ruimte van de grote schuur en in de woning aanwezig is geweest. Tussendoor is hij er ook nog geweest. In totaal is hij er drie keer geweest. Hij is degene wiens rechterarm te zien is op de foto op pagina 1407.

De rechtbank kan op grond van de bewijsmiddelen in het dossier niet vaststellen dat [verdachte] in andere ruimtes op het perceel is geweest dan in de woonboerderij en de grote schuur. Anders dan de verdediging heeft bepleit, mag naar het oordeel van de rechtbank worden aangenomen dat [verdachte] ook in de kleine ruimte in de grote schuur is geweest, aangezien deze ruimte rechtstreeks in verbinding staat met de grote ruimte en in de kleine ruimte ook de lasapparatuur is aangetroffen waarmee [verdachte] volgens zijn verklaring lekkages moest verhelpen.

De rechtbank volstaat gelet op het voorgaande daarom met een opsomming van de goederen en stoffen die zijn aangetroffen door het LFO in de woonboerderij en de grote schuur en die een relatie hadden met de vervaardiging c.q. de bewerking van precursoren en synthetische drugs. Ten behoeve van de voorlopige vaststelling van de aanwezige stoffen is onder andere gebruik gemaakt van een identificatieapparaat dat werkt op basis van Raman-technologie, de Uhura First Defender (hierna: FD). Ook zijn diverse monsters onderzocht door het NFI.

Ruimte W (Woonboerderij, in gebruik als opslagruimte):

3 verrijdbare onderframes [code W1] ten behoeve van een 200 liter vat.

- Een blauwe jerrycan van 20 liter met daarin een restant vloeistof (onbekende hoeveelheid) [SIN AAJL1081NL; code W2A]. De bemonstering, een lichtgele vloeistof met gering bruine olieachtige resten, bevat PMK in een zure waterige vloeistof. PMK is een precursor (grondstof) voor MDMA.

- Een pannetje met ongeveer 2 liter bruine olie [code W3].

- Een vacuümsealmachine met 3 kunststof inlegplaten [code W4].

- Een elektronisch weegschaal [code W5].

4 metalen blauwe vaten van 200 liter, gevuld [SIN AAJL1079NL; code W6A]. De inhoud bevat aceton.

- Een nieuwe vrieskist.

Ruimte P (Grote schuur op het achterterrein, onderverdeeld in een grote en een kleine ruimte, in gebruik als laboratorium):

Grote ruimte (7.10 bij 4,82 meter):

Een maatbeker van 3 liter [code P1], gevuld met 2800 ml waterige vloeistof. De pH is 7.

Een rvs vat/ketel met een inhoud van 190 liter [code P-2], met daaronder een gasbrander middels een gasslang aangesloten op een propaan gasfles. Het vat was gevuld met 49 liter licht bruine olieachtige vloeistof [AAJD6787NL/code P-2A]. De bemonstering bevat PMK. De PMK was bij 1ste verkenning nog warm. In het vat hing een pollepel. Het gemodificeerde deksel van dit vat/ketel, voorzien van3 doorvoeren, lag op de dopvaten [P-14].

Diverse stukken gereedschap [code P-3], gebruiksgoederen ten behoeve van de opbouw van de productieplaats, koppelingen ten behoeve van gasleidingen en waterleidingen.

2 maatbekers van 5 liter [code P-4], elk deels gevuld met vloeistof [code P-4]. Een van de maatbekers is bemonsterd [AAIY5700NL/code P-4A]. Het monster bevat een kleurloze vloeistof (200 ml) op een lichtbruine olieachtige vloeistof (4700 ml). De onderlaag bevat PMK; de bovenlaag is een zwak zure waterige vloeistof.

2 maatbekers [code P-5], een van 500 ml en één van 1000 ml, respectievelijk gevuld met een bodem en 450 ml waterige vloeistof met een geel kleurig olieachtig bezinksellaagje. De FD wijst uit dat de inhoud PMK bevat.

3 glazen scheitrechters [code P6] met daarin vloeistof (gelijk aan de vloeistof in de maatbekers van P-4). De onderlaag van de vloeistof in de scheitrechters bestaat uit ongeveer 100 ml okergele olieachtige vloeistof, vermoedelijk PMK. De scheitrechters waren nog warm bij 1ste verkenning.

2 stapels nieuwe trechters [code P-7].

2 witte jerrycans van 5 liter [code P-8], met opschrift “methanol”, één geheel gevuld en één gevuld met 3 liter heldere vloeistof. De FD wijst uit dat de inhoud methanol bevat.

2 elektronische Ph/temp-meters en een thermometer (max 240 graden Celsius) [code P-9].

Een (lege) gebruikte scheitrechter [code P-10].

- Een scheitrechter gevuld met 14 liter donker bruine olieachtige vloeistof [code P-11], ruikend naar de geur van BMK. De vloeistof is bemonsterd [AAIY5701NL/code P11-A]. De bemonstering bestaat uit een donkerbruine olieachtige vloeistof op een lichtgroene vloeistof. De bovenlaag bevat BMK; de onderlaag is een sterk zure waterige vloeistof. De scheitrechter was nog warm tijdens 1ste verkenning. BMK is een precursor (grondstof) voor (met)amfetamine.

9 lege jerrycans van 20/25 liter [code P-12].

Een verpakt/nieuw volgelaatsmasker met nieuwe filters; een onderdeel van een vacuümpomp en een elektronische watermeter [code P-13].

2 nieuwe blauwe 220 liter dopvaten [code P-14], geheel gevuld met organoleptisch dezelfde heldere vloeistof [AAIY5702NL/code P-14A]. De kleurloze vloeistof bevat formamide.

Een gebruikte elektromotor [code P-15] voorzien van een stang met roermechanisme vermoedelijk gebruikt voor het mengen van een vloeistof van de vaten/ketels P2 en/of P16.

Een rvs vat/ketel van 190 liter [code P16], gevuld met 32 liter melkwitte vloeistof met een okergele dunne drijflaag, organoleptisch gelijk aan P6; geplaatst op een verrijdbaar onderstel.

Een kookopstelling (reflux) [code P-17], bestaande uit een gemodificeerde rvs melkketel van 432 liter, voorzien van een rvs koeler loodrecht (reflux) geplaatst op het deksel (gemodificeerd) van de ketel. De rvs koeler was aangesloten op het waternetwerk en was gevuld met water (koeling). De ketel was leeg, volgens de rapporteur mogelijk schoongemaakt.

2 witte doorzichtige jerrycans van 20 liter [code P-18], beide geheel gevuld met organoleptisch dezelfde donker bruine olieachtige vloeistof. Een van de 2 jerrycans is bemonsterd [AAIY5703NL/code P-18A]. De inhoud (totaal 40 liter) bevat BMK.

Een witte doorzichtige jerrycan van 25 liter [code P-19], waarvan de vulmond was voorzien van een trechter, gevuld met 12 liter licht bruine olieachtige vloeistof. De FD wijst uit dat de vloeistof PMK bevat.

2 losse propaan gasflessen [code P-20].

Een rvs pan met deksel van 98 liter [code P-21], gevuld met restant dikke geel kleurige olieachtige vloeistof. De pan was aan de onderzijde voorzien van inbrandsporen (gebruikt). De FD wijst uit dat de vloeistof in de pan PMK bevat.

Een rvs koeler, gebruikt en vervuild; een doos met een gasbrander een kartonnen doos met daarin onderdelen ten behoeve van het bouwen c.q. aanpassen van ketel, vaten, pannen, namelijk: gasbranders, afsluiters, koppelingen, bochten, klemmen, doorvoeringen, stukken rvs pijp/stangen [code P-22].

Een blauwe waterpomp; een kartonnen doos inhoudende een kleine koolstoffilter/een krat met gereedschap en onderdelen (koppelingen) voor het waternetwerk [code P-23].

Een watervoorziening [code P-24]. Er is een waternetwerk aangelegd vanaf het begin van het pad naar de schuur [ruimte P] en aangesloten op het aangelegde waterleidingnetwerk in deze schuur.

Een maatbeker van 5 liter gevuld met een licht gele vloeistof [code P-25]. De pH is groter dan 7.

Een (stoom) destillatieopstelling [code P-26] bestaande uit een gemodificeerde rvs melk(kook)ketel van 95 liter, voorzien van een rvs koeler. De ketel was schoon.

Een grote zwarte sealzak [code P-27] in gebruik als vuilniszak gevuld met o.a. huishoudelijk afval, een pH-meter en 2 dubbele plasticzakken beide gevuld met resten beige poeder. De FD wijst uit dat het poeder APAA betreft.

Een gaswasser-kast [code P-28]. De afvoer van het water van de rvs koeler [P-17] liep naar deze kast. In de kast worden de afgevoerde gassen met een sproeisysteem met water neergeslagen/opgelost. In de gaswasser-kast stond een opvangbak. In de bak was een pvc-pijp aanwezig ten behoeve van het afvoeren (overloop) van het overtollige water. De pijp liep naar een ingegraven kliko/container op het perceel.

Kleine ruimte (3,58 bij 4,82 meter; in gebruik voor de omzetting van een pre-precursor en 4 reflux opstellingen van laboratorium glaswerk):

- 1ste opstelling ten behoeve van de omzetting van een preprecursor (APAA-BMK) [code P-29], bestaande uit een rvs vat/ketel van 190 liter, met deksel (met klem) voorzien van een elektromotor aangesloten op een frequentieregelaar en een slang ten behoeve van de afvoer van dampen. Het vat/ketel was geplaatst op een metalen frame met daaronder 2 gasbranders middels een gasslang aangesloten op een gasfles (propaan). Het vat/ketel was gevuld met een rokende zure waterige vloeistof (98 liter) voorzien van 12 liter donker bruine olieachtige drijflaag (gelijk aan P11). Van deze vloeistof werd een monster genomen [AAIY5705NL/code P-29A]. De vloeistof was op het moment van ontdekking warmer dan 100 °C. De bovenlaag van de vloeistof bevat BMK; de onderlaag is een sterk zure waterige vloeistof.

- 2de opstelling ten behoeve van de omzetting van een preprecursor [code P-30], bestaande uit een rvs vat/ketel, afmetingen van 190 liter, met deksel (met klem) voorzien van een elektromotor aangesloten op een frequentieregelaar en een slang ten behoeve van de afvoer van dampen. Het vat/ketel was geplaatst op een metalen frame met daaronder 2 gasbranders middels een gasslang aangesloten op een gasfles(propaan). De ketel was gebruikt en vervuild met een restant donkerbruine olie. De FD wijst uit dat het restant BMK bevat.

- Een wit kunststof verzamelvat van 900 liter [code P-31], geplaatst in een metalen frame en voorzien van een aftapkraan aan de onderzijde. Het vat was gevuld met 500 liter zure waterige vloeistof voorzien van een dunne donker bruine drijflaag, ruikend naar de geur van BMK, organoleptisch gelijk aan de inhoud van P29. Vermoedelijk werd dit vat gebruikt voor de opslag van het afval van de omzetting van APAA naar BMK, de inhoud van de ketels P29 en P30. Onder de aftapkraan stond een gebruikte maatbeker met daarin vloeistof. Uit het verzamelvat werd een monster genomen [AAEJ1467NL/code P-31A]. Het monster, een gele vloeistof met enkele bruine olieachtige druppels, bevat BMK in een sterk zure waterige vloeistof.

- Een zwarte sealzak en een gele zak [code P-32], inhoudende in totaal4 plasticzakken (dubbel), inhoudsmaat 25 kg, alle geheel gevuld met organoleptisch hetzelfde gele/crèmekleurige poeder. Uit een van de vier zakken is een monster genomen [AAEJ1468NL/code P-32A]. Het monster bevat APAA (totaal 100 kg).

- 16 witte doorzichtige jerrycans van 25 liter [code P-33], alle gevuld met organoleptisch dezelfde sterk ruikende zure vloeistof, totaal 390 liter. Er is een monster genomen van de vloeistof uit een van de 16 witte doorzichtige jerrycans [AAEJ1469NL/codeP-33A]. Het monster, lichtgele vloeistof, bevat (geconcentreerd) zoutzuur.

- Een rvs vat/ketel van 190 liter [code P-34], half gevuld water, pH=7, met daarin een dompelpomp. De dompelpomp was aangesloten op een dikke gele slang welke het water verpompte naar de gaswasser-kast [P-28]. Dit vat was in gebruik als gaswasser voor de refluxopstellingen [P-36]. In het deksel van dit vat waren gaten gemaakt waardoor waterslangen liepen. De gele waterslangen waren aangesloten op de afvoer van de spiraalkoelers van de refluxopstellingen en de doorzichtige slangen op de dampafvoer van de spiraalkoelers. Op het deksel was een dikke doorzichtige slang aangesloten voor de afvoer van de vrijkomende dampen van de gaswasser welke naar de boven gelegen koolstoffilters liep. Het vat was geplaatst op een verrijdbaar onderstel.

- Een rvs vat/ketel van 190 liter [code P-35], gevuld met een restant zuur water met daarin geplaatst een elektrische vloeistofpomp, vermoedelijk gebruikt voor het aftappen van de omzettingsvaten/ketels P29-30.

- Kookopstelling vermoedelijk ten behoeve van de 2de kookstap van amfetamine [code P-36], bestaande uit 4 refluxopstellingen ieder bestaande uit een 50 liter glazen3 hals rondbodemkolf, schoon, geplaatst op een metalen standaard voorzien van een gasbrander aangesloten middels een gasslang op een gasfles (propaan, 2x 18,9 kg). Tussen de kolf en de gasbrander was een wokpan aanwezig met daarin staalwolsponsjes vermoedelijk ten behoeve van een betere verdeling van de warmte. Op iedere rondbodemkolf was verticaal (reflux) een glazen spiraalkoeler geplaatst. Alle koelers waren gevuld met (koel)water. De koelers waren met slangen aangesloten op de aangelegde waterleiding (aanvoer) en op de genoemde gaswasser [P-34] (afvoer). De 4 refluxopstellingen waren geplaatst in 3 rvs opvangbakken (lengte 100 cm, breedte 50 cm, hoogte 10 cm).

- Een houten “werkbank” [code P-37] met daarop een geel bakje inhoudende stukken laboratorium glaswerk (o.a. koppelingen, verloopstukken, bochten) en temperatuur sensoren. Een vervuilde digitale weegschaal, 2 gebruikte maatbekers van 5 liter, een pollepel.

- 5 zwarte jerrycans van 5 liter en 2 witte doorzichtige flessen van 1 liter [code P-38], alle gevuld met organoleptisch dezelfde geelkleurige olieachtige vloeistof, geur safrol, totaal 21 liter (3x 5 L, 1x 2 L, 1x 3 L, 1x 0,25 L en 1x 0,75 L). De FD wijst uit dat de vloeistof sasafrasolie bevat. Van deze vloeistof werd een monster genomen [AAEJ1470NL/code P-38A]. Het monster, een kleurloze vloeistof op een lichtbruine olieachtige vloeistof, bevat amfetamine en safrol. De bovenlaag is een alkalische waterige vloeistof.

- Een aangebroken witte plastic zak van 25 kg [code P-39], met opschrift: “Caustic soda” gevuld met ongeveer 13 kg wit poeder (natriumhydroxide).

- Een lasmachine [code P-40] geplaatst op een kar voorzien van een gascilinder gevuld met Argon + een reserve cilinder Argon. Op de kar lagen alle benodigde materialen voor het lassen. Volgens de rapporteur kennelijk gebruikt om de aanwezige ketels aan te passen en voorzien van de nodige doorvoeren enz.

De deskundigen van het NFI hebben de volgende conclusies getrokken uit bovengenoemd onderzoeksmateriaal. In het onderzoeksmateriaal is amfetamine, BMK, PMK, safrol, aceton en zoutzuur aangetoond. Classificerend is het onderzoeksmateriaal terug te voeren op drie processen:

1. de vervaardiging van BMK uit APAA(N) met zoutzuur;

2. de vervaardiging van amfetamine uit BMK met de Leuckart-methode;

3. de vervaardiging van MDMA uit PMK met methylamine en natriumboorhydride.

Daarnaast werd er ook PMK bewerkt (gedestilleerd) maar een relatie met de vervaardiging van PMK kon niet eenduidig worden gelegd op basis van de onderzoeksresultaten

De rechtbank sluit zich aan bij de conclusies van het LFO en het NFI en maakt deze tot de hare.

In het laboratorium in (de grote ruimte van) de grote schuur (ruimte P) werd in totaal 54 liter BMK aangetroffen. In het laboratorium van de grote schuur (ruimte P) werd daarnaast in totaal 94,25 liter PMK aangetroffen. In de woonboerderij (ruimte W) werd eveneens PMK aangetroffen, namelijk in een restant vloeistof in een jerrycan.

De rol van verdachte

[medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [verdachte] waren op 30 en 31 oktober 2017 gedurende vijf uren alle drie druk in de weer in het laboratorium in de grote schuur. Zij sjouwden alle drie met jerrycans, ketels en/of vaten, zij leegden ketels en vaten buiten de grote schuur op de bodem en er werd door [verdachte] geroerd in een ketel waar damp vanaf kwam. [verdachte] is in elk geval ook op 2 oktober 2017 op het perceel aan de [adres 2] geweest.

[verdachte] heeft verklaard dat hij op 2 oktober 2017 aanwezig was om laswerkzaamheden te verrichten aan bierfusten. Dit zou hij niet goed hebben gedaan en daarom was hij op 30 en 31 oktober 2017 opnieuw aanwezig om lekkages aan de fusten te verhelpen. Tussendoor is hij er ook nog een keer geweest. In totaal dus drie keer. Hij wist niet dat er een drugslab aanwezig was. Hij had wel het vermoeden dat het niet helemaal pluis was, maar heeft er niet voor gekozen om te vertrekken.

Gelet op de in de grote schuur aangetroffen lasapparatuur wil de rechtbank aannemen dat [verdachte] laswerkzaamheden heeft verricht; dit kan althans niet worden uitgesloten. Gelet op wat blijkens de voormelde bewijsmiddelen is aangetroffen in deze schuur, mag naar het oordeel van de rechtbank echter ook worden aangenomen dat die laswerkzaamheden zijn verricht ten behoeve van de aanpassing van de ketels en het maken van de nodige doorvoeren etcetera, om deze geschikt te maken voor de productie van drugs. De verklaring van [verdachte] dat hij aanwezig was enkel om lekkages te herstellen acht de rechtbank, ook gezien de gedane observaties ter zake de handelingen van [verdachte] in de avond van30 oktober 2017, volstrekt ongeloofwaardig en de rechtbank gaat daaraan dan ook voorbij.

De rechtbank is van oordeel dat [verdachte] over de aanwezige goederen en stoffen feitelijke beschikkingsmacht had. Niet is gebleken dat er bepaalde ruimtes in de schuur en in de woning waren afgesloten en niet toegankelijk waren. Voorts was hij alleen met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] in de grote schuur en de woonboerderij aanwezig en levert het procesdossier noch het verhandelde ter terechtzitting concrete aanknopingspunten om te veronderstellen dat [verdachte] geen feitelijke beschikkingsmacht had. Zijn handelen in de avond van 30 oktober 2017 wijst ook duidelijk op het tegendeel.Verdachte is zich ook bewust geweest van de aanwezigheid van (in ieder geval een deel van) deze goederen. Hij erkent immers dat er iets niet pluis was en dat hij eigenlijk had moeten vertrekken, maar dat niet heeft gedaan.

Daarmee staat vast dat [verdachte] de aangetroffen goederen en grote hoeveelheden (vloei)stoffen, waaronder de precursoren PMK en BMK, voorhanden heeft gehad terwijl hij wist of ernstige reden had om te vermoeden dat zij bestemd waren voor de productie van synthetische drugs. [verdachte] heeft in het drugslab uitvoeringshandelingen verricht, waaronder laswerkzaamheden, sjouwen met jerrycans en vaten en roeren in een ketel met een warme, immers dampende, vloeistof. Hij heeft dat samen met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] gedaan. Daarmee is sprake van een nauwe en bewuste samenwerking en dus van het medeplegen van voorbereidingshandelingen. Gelet op het handelen van [verdachte] kan naar het oordeel van de rechtbank minst genomen voorwaardelijk opzet op het medeplegen van die voorbereidingshandelingen voor de productie van amfetamine en MDMA worden bewezen.

Conclusie

De rechtbank concludeert op grond van voornoemde bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat [verdachte] zich samen met anderen in de periode van 2 oktober 2017 tot en met 31 oktober 2017 schuldig heeft gemaakt aan het plegen van voorbereidingshandelingen voor het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en vervoeren van amfetamine en MDMA op het perceel aan de [adres 2] .

Vrijspraak

De rechtbank is van oordeel dat vrijspraak dient te volgen van de ten laste gelegde productie van MDMA en amfetamine. Uit het procesdossier blijkt dat in het drugslab MDMA en amfetamine is aangetroffen in restafval en dat er dus op een eerder moment amfetamine en MDMA (eindproduct) is geproduceerd in het drugslab. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat goederen zijn aangetroffen die vervuild zijn dan wel waaraan te zien is dat zij zijn gebruikt. De aanwezigheid van [verdachte] bij/in het drugslab is echter enkel op 2 oktober en in de avond van 30 oktober 2017 (tot aan de aanhouding de volgende dag), en één moment daartussen, vast te stellen. In de avond van 30 oktober 2017 is het, gezien de door het LFO aangetroffen (eind)situatie in het drugslab, niet gekomen tot de productie van MDMA en amfetamine (eindproduct). Dat de eerdere productie van amfetamine en MDMA heeft plaatsgevonden op 2 oktober 2017 en/of het tweede moment dat [verdachte] aanwezig was kan niet worden vastgesteld, noch dat [verdachte] daarbij dan enige betrokkenheid heeft gehad.

Feit 2

[verdachte] wordt verweten dat hij samen met een ander stroom heeft gestolen door middel van braak of verbreking.

Met de verdediging is de rechtbank van oordeel dat [verdachte] van dit feit dient te worden vrijgesproken, nu hiertoe wettig en overtuigend bewijs in het dossier ontbreekt. [verdachte] is enkel op 2 oktober en in de avond van 30 oktober 2017 (tot aan de aanhouding de volgende dag), en één moment daartussen, bij/in het drugslab aanwezig geweest, en dan enkel in de woonboerderij en in de grote schuur. Niet bewezen kan worden dat hij gedurende deze

-relatief korte - tijd die hij op de genoemde locaties heeft doorgebracht heeft opgemerkt of kunnen opmerken dat de stroom buiten de elektriciteitsmeter om, via een illegale aansluiting, werd afgetapt.

3 De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 1 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:

1.

hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2017 tot en met 31 oktober 2017 te Zuidwolde, gemeente De Wolden, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk (in een of meerdere panden gelegen op het perceel aan de [adres 2] ) heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad

-een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA en/of

-een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine,

zijnde MDMA en/of amfetamine (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

en/of

hij in of omstreeks de periode van 2 oktober 2017 tot en met 31 oktober 2017 te Zuidwolde, gemeente De Wolden, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet , te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van:

-een hoeveelheid MDMA en/of

-een hoeveelheid amfetamine,

in elk geval een hoeveelheid van materiaal bevattende MDMA en/of amfetamine, zijnde MDMA en/of amfetamine (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,

voor te bereiden en/of te bevorderen, hebbende verdachte en/of (een of meer van) verdachtes mededader(s) (in een of meerdere panden gelegen op het perceel aan de [adres 2] ),

chemicaliën en/of stoffen te weten:

- 218 liter piperonylmethylketon (PMK), in elk geval een grote hoeveelheid piperonylmethylketon (PMK) en/of

- 54 liter benzylmethylketon (BMK), in elk geval een grote hoeveelheid benzylmethylketon (BMK) en/of

-zoutzuur en/of

-zwavelzuur en/of

-methanol en/of

-caustic soda en/of

-mierenzuur en/of

-fosforzuur en/of

-citroenzuur en/of

-sassafrasolie,

goederen en/of voorwerpen te weten:

-een of meerdere (verschillende soorten) ketels en/of

-een elektrische verwarmingsdeken en/of

-een of meerdere (vacuüm)destillatieopstellingen en/of

-een of meerdere opslagtanks (800 liter) en/of

-vijf glazen scheitrechters en/of

-een of meerdere (propaan) gasflessen en gasbranders en/of

-een afzuiginstallatie,

voorhanden gehad, waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat die chemicaliën en/of stoffen en/of goederen en/of voorwerpen bestemd waren en/of benodigd waren, althans konden worden gebruikt voor de bereiding en/of bewerking en/of verwerking en/of vervaardiging van middelen vermeld op

de bij de Opiumwet behorende lijst I.

Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.

Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.

Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4 De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:

feit 1:

Medeplegen van:

om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet , voor te bereiden of te bevorderen, voorwerpen en stoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit.

5 De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6 De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7 De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de feiten 1 en 2 zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4,5 jaar, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, en daarnaast tot betaling van een geldboete van € 40.000,-, te vervangen door 235 dagen hechtenis. De officier van justitie heeft tevens opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis gevorderd en daartoe aangevoerd dat de persoonlijke belangen van verdachte bij het voortduren van de schorsing ondergeschikt zijn aan de strafvorderlijke belangen en het belang dat de samenleving heeft bij het hervatten van de voorlopige hechtenis, dit gezien de aard, ernst en omvang van de bewezen te verklaren feiten en de daarbij behorende strafmaat/-modaliteit, afgezet tegen de relevante recidive, bovendien in de proeftijd van een soortgelijk feit, die aanleiding geeft om de recidivegrond (onverminderd) van kracht te achten.

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft verzocht bij de bepaling van de straf rekening te houden met de overschrijding van de redelijke termijn. De verdediging heeft daarnaast verzocht het -reeds geschorste- bevel voorlopige hechtenis op te heffen gelet op de bepleite vrijspraak. Bij de bepaling van de straf heeft de verdediging verzocht aansluiting te zoeken bij nader genoemde uitspraken van onder meer de rechtbank Gelderland.

De beoordeling door de rechtbank

De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.

Verdachte heeft zich in een periode van ruim een maand samen met anderen schuldig gemaakt aan het plegen van voorbereidingshandelingen ten behoeve van de productie van amfetamine en MDMA. Verdachte is aangetroffen in een van de twee gebouwen die waren ingericht als laboratorium. De twee laboratoria waren zeer professioneel opgezet en zijn geschikt voor de langdurige en grootschalige productie van precursoren en synthetische drugs. In het gehele drugslab werd in totaal minimaal 218 liter PMK aangetroffen dat kan worden omgezet in 218 liter MDMA-olie. Na kristallisatie kunnen hiervan ruim 1,8 miljoen XTC-pillen worden geproduceerd. Daarnaast werd er minimaal 54 liter BMK aangetroffen dat kan worden omgezet in ongeveer 108 kg amfetamine-pasta. Het drugslab was dus niet alleen geschikt voor grootschalige productie, uit de aangetroffen precursoren kan ook worden afgeleid dat het de bedoeling was om grote hoeveelheden MDMA en amfetamine te produceren.

Voor de productie van synthetische drugs, in dit geval MDMA en amfetamine, wordt gebruik gemaakt van chemische grondstoffen die bijzonder schadelijk zijn voor de volksgezondheid en het milieu. De productie vindt gewoonlijk plaats in daarvoor niet bestemde ruimten, zoals in dit geval een tuinhuisje en een schuur. Bij het ondeskundig opslaan en bewerken van dergelijke grondstoffen kan ontploffingsgevaar optreden. Het productieproces levert bovendien grote hoeveelheden schadelijke afvalstoffen op die, zo leert de praktijk, illegaal onder andere in natuurgebieden worden gedumpt. In dit geval werden er chemische vloeistoffen op en in de bodem van het perceel gedumpt. Verder is algemeen bekend dat synthetische drugs schade toebrengen aan de gezondheid van de gebruikers van deze drugs. Van de productie van synthetische drugs is ook algemeen bekend dat dit steeds meer gepaard gaat met andere vormen van (zware en georganiseerde) criminaliteit. Verdachte heeft kennelijk slechts zijn eigen financiële gewin voor ogen gehad en daarbij geen acht geslagen op de hiervoor beschreven schadelijke effecten.

Met betrekking tot de persoon van verdachte heeft de rechtbank gelet op een uittreksel uit het justitiële documentatieregister van 1 februari 2021. Daaruit volgt dat verdachte niet eerder, voorafgaand aan de onderhavige pleegperiode, onherroepelijk is veroordeeld wegens opiumdelicten.

Daarnaast heeft de rechtbank gelet op het reclasseringsadvies van 10 maart 2021 van Reclassering Nederland waarin is geadviseerd tot afdoening zonder reclasseringsbemoeienis omdat zij geen aanknopingspunten zien voor interventies of toezicht. Het recidiverisico kon, vanwege de ontkennende houding van verdachte, niet worden ingeschat.

Naar het oordeel van de rechtbank kan op het gepleegde strafbare feit niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van langere duur. De oplegging van een dergelijke straf is ook noodzakelijk om een voldoende afschrikwekkend effect te bewerkstelligen en recidive te voorkomen.

Alles afwegend en ook in aanmerking genomen de straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd, acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden op zichzelf passend en geboden.

De rechtbank houdt er echter rekening mee dat in deze zaak sprake is van overschrijding van de redelijke termijn van berechting. Elke verdachte heeft recht op afdoening van de zaak binnen een redelijke termijn, te weten twee jaar nadat de termijn aanvang heeft genomen. De vervolging is aangevangen op 31 oktober 2017, toen de aanhouding en inverzekeringstelling plaatsvond. Het heeft vervolgens 3 jaren en 6,5 maanden geduurd voordat de rechtbank vonnis wijst. De redelijke termijn is daarom met 18,5 maanden overschreden. De rechtbank zal om die reden een korting van 10% toepassen. De rechtbank zal aan verdachte dan ook een gevangenisstraf voor de duur van 21 maanden opleggen, met aftrek van voorarrest.

De rechtbank zal gelet op het vorenstaande het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis afwijzen.

De rechtbank acht het niet passend en geboden om, naast de onvoorwaardelijke gevangenisstraf van langere duur, ook een geldboete op te leggen. Vast staat wel dat met de productie van synthetische drugs grote hoeveelheden geld worden verdiend. In het onderhavige geval is echter sprake van een hele korte pleegperiode waarin verdachte driemaal in het drugslab is geweest, terwijl niet kan worden vastgesteld dat hij toen betrokken is geweest bij de productie van amfetamine en MDMA (eindproduct). Daarbij komt dat de richtlijn van het Openbaar Ministerie, waarop de officier van justitie zijn eis heeft gebaseerd, na de onderhavige pleegperiode tot stand is gekomen, terwijl niet zonder meer gezegd kan worden dat deze richtlijn een codificatie is van toentertijd gedane uitspraken in gelijke gevallen als hier aan de orde. De rechtbank heeft daarvoor in de voorhanden zijnde jurisprudentie geen bevestiging gevonden.

De rechtbank zal het verzoek van de officier van justitie tot opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis afwijzen. Anders dan de officier van justitie ziet de rechtbank geen aanleiding om thans een andere belangenafweging te maken, in die zin dat het strafvorderlijk belang bij hervatting van de voorlopige hechtenis thans zwaarder zou dienen te wegen dan het persoonlijk belang van verdachte bij het in vrijheid mogen afwachten van de (onherroepelijke) uitkomst van de strafzaak.

8 De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen:

- 47 en 63 van het Wetboek van Strafrecht;

- 10 a en 13 van de Opiumwet.

9 De beslissing

De rechtbank:

 spreekt verdachte vrij van het onder 2 ten laste gelegde feit;

 verklaart bewezen dat verdachte de overige ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;

 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;

 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;

 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;

 veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 21 (eenentwintig) maanden;

 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;

 wijst af de vordering tot opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis;

 wijst af het verzoek tot opheffing van het -geschorste- bevel tot voorlopige hechtenis.

Dit vonnis is gewezen door mr. M.J. Wasmann (voorzitter), mr. K.A.M. van Hoof en mr. L.M. Vogel, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.M.P. van der Meulen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 15 april 2021.

mr. M.J. Wasmann is buiten staat om dit vonnis mede te ondertekenen.

Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de politie Eenheid Oost-Nederland, districtsrecherche Arnhem, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2016525695 onderzoek Knaak ON4R016162GLM, gesloten op 25 juli 2018, en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.

Proces-verbaal van observatie 2 oktober 2017, p. 1285.

Gegevens [naam 2] autoverhuur, p. 1291.

Proces-verbaal van bevindingen herkenning [naam 1] , p. 1903-1904.

Proces-verbaal van observatie 2 oktober 2017, p. 1286; proces-verbaal van bevindingen onderzoek [merk auto 2] [kenteken 2] , p. 1756, 1757 en 1762..

Proces-verbaal bevindingen tankstation [tankstation 2] , p. 1298-1300.

Proces-verbaal van bevindingen, p. 1351; proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 10 januari 2018, p. 1603.

Proces-verbaal van observatie 2 oktober 2017, p. 1286.

Proces-verbaal camerabeelden helikopter, p. 1289.

Proces-verbaal van observatie d.d. 30 oktober 2017, p. 1395.

Proces-verbaal van observatie d.d. 30 oktober 2017, p. 1396.

Proces-verbaal van observatie d.d. 30 oktober 2017, p. 1397-1402.

Proces-verbaal van observatie d.d. 30 oktober 2017, p. 1404.

Proces-verbaal van observatie d.d. 30 oktober 2017, p. 1405.

Proces-verbaal van observatie d.d. 30 oktober 2017, p. 1406.

Proces-verbaal van observatie d.d. 30 oktober 2017, p. 1407-1408.

Proces-verbaal van observatie d.d. 30 oktober 2017, p. 1409.

Proces-verbaal van bevindingen LFO, p. 1613.

Proces-verbaal van aanhouding verdachte [medeverdachte 1] , PD p. 213; proces-verbaal van observatie d.d. 30 oktober 2017, p. 1410.

Proces-verbaal van aanhouding verdachte [medeverdachte 2] , PD p. 389; proces-verbaal van aanhouding verdachte [verdachte] , p. 554.

Verklaring verdachte [verdachte] ter terechtzitting d.d. 25 maart 2021.

Inventarislijst Ruimte L, S, SW en B, p. 1679.

Inventarislijst Ruimte L, S, SW en B, p. p. 1679.

NFI-rapport, p. 1714.

Proces-verbaal van bevindingen LFO, p. 1615.

Inventarislijst Ruimte L, S, SW en B, p. 1679; Fotomap, p. 1665 (foto 90).

Proces-verbaal van bevindingen LFO, p. 1614; Inventarislijst Ruimte L, S, SW en B, p. 1679.

Proces-verbaal van bevindingen LFO, p. 1614; Inventarislijst Ruimte L, S, SW en B, p. 1679.

Proces-verbaal van bevindingen LFO, p. 1614; Inventarislijst Ruimte L, S, SW en B, p. 1679.

NFI-rapport, p. 1714.

Proces-verbaal van bevindingen LFO, p. 1614.

Inventarislijst Ruimte P en PS, p. 1669; NFI-rapport, p. 1711.

Fotomap, p. 1654-1655.

Inventarislijst Ruimte P en PS, p. 1669; NFI-rapport, p. 1711.

Inventarislijst Ruimte P en PS, p. 1669.

Fotomap, p. 1651.

Inventarislijst Ruimte P en PS, p. 1670, en Fotomap, p. 1651.

Inventarislijst Ruimte P en PS, p. 1670; NFI-rapport 1712.

Fotomap, p. 1651.

Proces-verbaal van bevindingen LFO, p. 1615.

Inventarislijst Ruimte P en PS, p. 1670.

Inventarislijst Ruimte P en PS, p. 1670; NFI-rapport 1712.

Inventarislijst Ruimte P en PS, p. 1670.

Inventarislijst Ruimte P en PS, p. 1671; NFI-rapport 1712.

Inventarislijst Ruimte P en PS, p. 1672.

Inventarislijst Ruimte P en PS, p. 1673; NFI-rapport, p. 1712.

Inventarislijst Ruimte P en PS, p. 1673.

Inventarislijst Ruimte P en PS, p. 1673; NFI-rapport, p. 1712.

Inventarislijst Ruimte P en PS, p. 1673-1674; NFI-rapport, p. 1712.

Inventarislijst Ruimte P en PS, p. 1674; NFI-rapport, p. 1712.

Inventarislijst Ruimte P en PS, p. 1674.

Inventarislijst Ruimte P en PS, p. 1675.

Inventarislijst Ruimte P en PS, p. 1675; NFI-rapport, p. 1712.

Inventarislijst Ruimte P en PS, p. 1675.

Het is niet vastgesteld of APAAN of APAA is gebruikt als grondstof voor de vervaardiging van de aangetroffen BMK.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature