Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Vindplaatsen:

Inhoudsindicatie:

Arbeidsrecht. WWZ. Ontbinding op de g-grond toegewezen. Geen ernstig verwijtbare gedragingen werkgever, geen billijke vergoeding.

Uitspraak



RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Zutphen

Zaaknummer: 6715881 HA VERZ 18-14

Afschrift aan: mr. E.C. van Fenema en mr. E.L. Pasma

Verzonden d.d.

Beschikking van 28 mei 2018 van de kantonrechter

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid CGI Nederland B.V.,

gevestigd te Amstelveen,

verzoekende partij, tevens verwerende partij in de tegenverzoeken,

gemachtigde: mr. E.C. van Fenema,

tegen

[woonplaats],

wonende te [woonplaats],

verwerende partij, tevens verzoekende partij in de tegenverzoeken,

gemachtigde: mr. E.L. Pasma.

Partijen worden hierna ook CGI en [woonplaats] genoemd.

1 Het verloop van de procedure

Dit verloop blijkt uit:

- het verzoekschrift, per e-mail ingekomen ter griffie op 9 maart 2018;

- het verweerschrift, tevens houdende tegenverzoeken;

- de brieven van mr. van Fenema van 20, 23 en 24 april 2018 met bijlagen;

- de brief van mr. Pasma van 23 april 2018 met bijlagen;

- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling ter zitting van 26 april 2018, waarbij door beide advocaten pleitnotities zijn overgelegd.

2 De vaststaande feiten

2.1

CGI exploiteert een onderneming die zich bezighoudt met het verlenen van zakelijke en technologische diensten en richt zich voornamelijk op business consulting, systeemintegratie en IT-outsourcingdiensten voor wereldwijde klanten. Op 31 mei 2012 heeft de CGI Groep voor £ 1,7 miljard Logica overgenomen. Bij CGI werken wereldwijd circa 72.000 medewerkers. In Nederland werken circa 3.200 medewerkers.

2.2

[woonplaats], geboren op [geboortedatum] 1956, is met ingang van 1 april 1998 in dienst getreden van een van de rechtsvoorgangers van CGI in de functie van Principal Business Consultant. Hij is achtereenvolgens werkzaam geweest bij de volgende rechtsopvolgers: CMG, LogicaCMG en

Logica. Het salaris bedraagt momenteel € 7.745,00 bruto per maand exclusief vakantiegeld, bonus en overige emolumenten. De opzegtermijn bedraagt vier maanden.

3 Het verzoek

3.1

CGI verzoekt dat de kantonrechter bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren beschikking:

I. de tussen CGI en [woonplaats] bestaande arbeidsovereenkomst te ontbinden op grond van artikel 7:671b lid 2 onder a van het Burgerlijk Wetboek (BW)

II. zal bepalen dat [woonplaats] aanspraak heeft op een transitievergoeding ter hoogte van € 100.680,00 bruto;

III. [woonplaats] zal veroordelen in de proceskosten.

3.2

CGI legt aan haar verzoek, tegen de achtergrond van de vaststaande feiten, onder meer de volgende stellingen ten grondslag.

[woonplaats] heeft jarenlang uitstekend gefunctioneerd als Principal Business Consultant en is steeds volop declarabel werkzaam geweest. De laatste jaren is hij minder declarabel ingezet. Sinds 2016 zijn verschillende medewerkers aan de slag geweest met [woonplaats] om te proberen hem weer zoveel mogelijk extern declarabel ingezet te krijgen. Daarbij zijn ze het gesprek en de klachten van [woonplaats] niet uit de weg gegaan, hebben zij de nodige procedures voortvarend aangepakt en daarbij de klachten van [woonplaats] altijd serieus genomen. Er is een ernstige verstoring ontstaan tussen [woonplaats] en zijn leidinggevenden. Wanneer het lijkt dat [woonplaats] zich volledig zal inzetten om declarabel ingezet te worden komt hij weer terug op gemaakte afspraken. CGI heeft tweemaal mediation aangeboden maar [woonplaats] wilde daar geen gebruik van maken.

Er is sprake van een onherstelbaar verstoorde arbeidsverhouding op basis waarvan in redelijkheid van CGI niet meer gevergd kan worden de de arbeidsovereenkomst voort te zetten.

Er zijn binnen een redelijke termijn geen passende functies voor [woonplaats] beschikbaar.

4 Het verweer

4.1

[woonplaats] heeft verweer gevoerd en verzocht:

- het verzoek tot ontbinding van de zijde van CGI primair af te wijzen en zich subsidiair gerefereerd aan het oordeel van de kantonrechter;

- te verklaren voor recht dat CGI op grond van de in het verweerschrift geschetste feiten en omstandigheden ernstig verwijtbaar heeft gehandeld en aansprakelijk is voor de als gevolg daarvan door [woonplaats] te lijden en reeds geleden schade;

- CGI te veroordelen tot betaling aan [woonplaats] van de transitievergoeding groot € 100.680,00 bruto;

- CGI te veroordelen tot betaling aan [woonplaats] van een billijke vergoeding groot € 887.079,00 bruto;

- CGI te veroordelen tot betaling aan [woonplaats] van een immateriële (schade)vergoeding groot € 10.000,00;

- CGI primair te veroordelen tot betaling van de advocaatkosten van [woonplaats] groot € 10.000,00;

- CGI subsidiair te veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke kosten groot € 3.345,13;

- CGI te veroordelen in de proceskosten;

- de beschikking uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

4.2

[woonplaats] heeft tegen de achtergrond van de vaststaande feiten, onder meer de volgende verweren aangevoerd.

CGI heeft opzettelijk aangestuurd op een ontslagtraject door [woonplaats] zonder grond negatief te beoordelen en zijn beoordelingen met terugwerkende kracht aan te passen zodat een negatieve beoordeling gegeven zou kunnen worden. Het vertrouwen van [woonplaats] in CGI als werkgever is geheel komen te vervallen als gevolg van de ernstige schending van de contractuele afspraken door CGI en het handelen in strijd met goed werkgeverschap en in strijd met de wettelijke verplichtingen. CGI heeft zich zeer ernstig verwijtbaar gedragen in relatie tot [woonplaats]. Zij dient daarom aan CGI een billijke vergoeding te betalen. De totale inkomens- en pensioenschade van CGI bedraag € 987.759,00. De billijke vergoeding komt daarom na aftrek van het bedrag van de transitievergoeding uit op € 887.079,00 bruto. Daarnaast dient [woonplaats] aan CGI een immateriële schadevergoeding te betalen van € 10.000,00 en de volledige advocaatkosten.

Het overige verweer van [woonplaats] zal, voor zover van belang, hierna worden weergegeven.

5 Het tegenverzoek

5.1

[woonplaats] heeft verzocht:

- de arbeidsovereenkomst met CGI te ontbinden op grond van 7:671c lid 1 BW met inachtneming van de opzegtermijn van 4 kalendermaanden, derhalve per 1 september 2018;

- te verklaren voor recht dat CGI op grond van de in het verweerschrift geschetste feiten en omstandigheden ernstig verwijtbaar heeft gehandeld en aansprakelijk is voor de als gevolg daarvan door [woonplaats] te lijden en reeds geleden schade;

- CGI te veroordelen tot betaling aan [woonplaats] van de transitievergoeding groot € 100.680,00 bruto;

- CGI te veroordelen tot betaling aan [woonplaats] van een billijke vergoeding groot € 887.079,00 bruto;

- CGI te veroordelen tot betaling aan [woonplaats] van een immateriële (schade)vergoeding groot € 10.000,00;

- CGI primair te veroordelen tot betaling van de advocaatkosten van [woonplaats] groot € 10.000,00;

- CGI subsidiair te veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke kosten groot € 3.345,13;

- CGI te veroordelen in de proceskosten;

- de beschikking uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

6 Het verweer van [woonplaats] op het tegenverzoek

CGI heeft ter zitting verweer gevoerd en verzocht tot afwijzing van de verzoeken van [woonplaats].

7 De beoordeling

Het verzoek van CGI

7.1

Het gaat in deze zaak om de vraag of de arbeidsovereenkomst tussen partijen moet worden ontbonden.

Vooropgesteld wordt dat uit het bepaalde in artikel 7: 671b en 7:669 lid 1 BW volgt dat de arbeidsovereenkomst kan worden ontbonden indien daar een redelijke grond voor is en herplaatsing binnen een redelijke termijn niet mogelijk is of niet in de rede ligt. In artikel 7:669 lid 3 onder c. tot en met h. BW is bepaald wat als een redelijke grond voor ontbinding moet worden verstaan.

7.2

Uit artikel 7:671b lid 2 BW volgt voorts dat een verzoek tot ontbinding slechts kan worden ingewilligd indien er geen opzegverbod geldt als bedoeld in artikel 7:670 BW of een met deze opzegverboden naar aard en strekking vergelijkbaar opzegverbod in een ander wettelijk voorschrift. De kantonrechter constateert dat niet is gesteld of komen vast te staan dat er sprake is van een opzegverbod.

7.3

CGI heeft haar verzoek gebaseerd op een verstoorde arbeidsverhouding, zodanig dat van de werkgever in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren, als bedoeld in artikel 7:669 lid 3 onder g. BW.

De geldende maatstaf daarvoor is ingevolge de wetsgeschiedenis mede aan het tot 1 juli 2015 geldende Ontslagbesluit ontleend. Die toets luidde dat de werkgever aannemelijk dient te maken dat er sprake is van een ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsverhouding. In de memorie van toelichting (Kamerstukken II 2013/2014 33818, p. 43-46 en p. 98) is daarover nog opgemerkt:

”In het ontslagbesluit gelden als criteria voor het verlenen van toestemming voor ontslag dat de verstoring ernstig en duurzaam moet zijn. Beide criteria gelden in beginsel nog steeds en komen tot uitdrukking in de formulering, “zodanig dat van de werkgever redelijkerwijs niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. In beginsel, omdat ook bij een minder duurzaam verstoorde arbeidsverhouding de arbeidsovereenkomst opgezegd moet kunnen worden als de ernst daarvan zodanig is dat voortzetting van de arbeidsovereenkomst in redelijkheid niet van de werkgever kan worden gevergd.”

Verder geldt de eis dat herplaatsing binnen een redelijke termijn, al dan niet met behulp van scholing in een andere passende functie niet mogelijk is of niet in de rede ligt.

7.4

De kantonrechter overweegt daarover het volgende.

CGI is een grote commerciële organisatie en [woonplaats] werkt er als Principal Business Consultant die naar de aard van zijn functie zoveel mogelijk declarabel dient te zijn. Het behoort ook tot zijn taak om zich er voor in te zetten dat werkgever opdrachten krijgt waarbinnen hij zelf declarabel kan opereren. Het is dan ook niet onredelijk dat CGI er bij [woonplaats] op mag rekenen en er op aandringt dat hij zich ten volle inzet om zoveel mogelijk declarabele werkzaamheden te verrichten.

De halfjaarlijkse functioneringsgesprekken zijn van groot belang omdat daarin wordt vastgelegd wat de resultaten en de beoordeling zijn over de afgelopen periode en wat de doelen zijn voor het komende halfjaar. De verleden jaren heeft [woonplaats] steeds een beoordeling ‘voldoende’ gekregen. Vanaf eind 2016 krijgt hij echter een onvoldoende beoordeling. Partijen discussiëren over de vraag of dat terecht is geweest. Uit een interne bezwaarprocedure is gevolgd dat CGI met betrekking tot de laatste beoordeling over het eerste halfjaar 2017 niet de juiste procedure heeft gevolgd. Gezien de harde eis van voldoende declarabel zijn, heeft een onvoldoende beoordeling na enkele jaren tot gevolg dat CGI zal gaan streven naar beëindiging van het dienstverband wegens onvoldoende functioneren. Gelet op de aard van de functie heeft [woonplaats] er echter niet zonder meer op mogen vertrouwen dat hij aan de eisen voldeed, in een periode dat hij steeds minder extern declarabel was geweest. Te meer omdat CGI herhaaldelijk bij [woonplaats] expliciet heeft benadrukt dat er sprake moet zijn van (meer) declarabele inzet.

7.5

Eind 2016 heeft [woonplaats] ontdekt dat iemand iets heeft gewijzigd in het geautomatiseerd opgeslagen functioneringsverslag van 2015. Vooropgesteld wordt dat een wijziging achteraf van de zijde van werkgever in een overigens door werknemer en werkgever goedgekeurd functioneringsverslag volstrekt niet toegestaan en ontoelaatbaar is. Van een groot hooggekwalificeerd automatiseringsbedrijf als CGI mag bovendien worden verwacht dat zij als geen ander zorgdraagt voor een zorgvuldig en sluitend werkend systeem van verslaglegging zodanig dat die na accordering niet meer kan worden aangepast. Zowel [woonplaats] als CGI hebben, ook bij nader onderzoek niet kunnen achterhalen wie dit heeft gedaan en evenmin wat de oorspronkelijke tekst is geweest en wat daaraan mogelijk is veranderd. Er kan niet met voldoende zekerheid worden vastgesteld dat het door een medewerker opzettelijk is gebeurd om de (rechts) positie van [woonplaats] te schaden. Wel is het begrijpelijk dat een dergelijk voorval leidt tot grote verontwaardiging bij [woonplaats] en dat hij verlangt dat het grondig wordt onderzocht en zo nodig rechtgezet. Van belang is dan op welke wijze CGI vervolgens heeft gereageerd op deze klacht. Er zijn daarna nog enkele zaken aan de kant van CGI ‘misgegaan’ en zij heeft fouten gemaakt. Niettemin moet worden vastgesteld dat CGI de klachten van [woonplaats] hierna serieus heeft opgevat en ook zorgvuldig heeft getracht deze op te lossen. Dit wordt ook met zoveel woorden door [woonplaats] in de e-mail correspondentie erkend. [woonplaats] is actief geweest om de klacht onder de aandacht te houden. In combinatie met de bovengenoemde discussie omtrent de druk op werknemer om meer extern declarabel te werken gingen de hierboven vermelde posities en argumenten van partijen elkaar zodanig tegenwerken dat dit is geëscaleerd waardoor de verhoudingen uiteindelijk, zoals beide partijen vinden, ernstig en ook duurzaam verstoord zijn geraakt. Werknemer heeft geen enkel vertrouwen meer in deze werkgever en CGI heeft omgekeerd geen vertrouwen meer dat een oplossing kan worden bereikt waarin werknemer zich weer ten volle in zijn functie zal (willen) waarmaken.

[woonplaats] is in december 2016 ernstig ziek geworden en tijdens de daaropvolgende maanden gere-integreerd. Ook daar heeft CGI enkele fouten gemaakt waarvoor zij excuses heeft aangeboden. Er zijn echter geen althans onvoldoende feitelijke aanknopingspunten gesteld of gebleken waaruit kan voortvloeien dat werkgever op dat punt onvoldoende zorgvuldig zou hebben gehandeld. Herplaatsing van [woonplaats] is niet aan de orde reeds omdat hij te kennen heeft gegeven dat hij niet meer bij CGI wil werken.

7.6

Omdat er sprake is van een redelijke grond voor de ontbinding van de arbeidsovereenkomst, herplaatsing van [woonplaats] binnen een redelijke termijn in een andere passende functie niet mogelijk is en niet is gesteld of anderszins is komen vast te staan dat sprake is van een opzegverbod is voldaan aan de voorwaarden van artikel 7:671b onder a en lid 2 BW , zal de kantonrechter het verzoek van CGI toewijzen en de arbeidsovereenkomst per 1 september 2018 ontbinden wegens de ernstige verstoorde arbeidsverhouding (g-grond). Partijen verschillen niet van mening over de hoogte van de transitievergoeding (€ 100.680,00 bruto).

[woonplaats] heeft aanspraak op de transitievergoeding op grond van de wet zodat het verzoek voor zover het daarop betrekking heeft zal worden afgewezen.

7.7

Voor wat betreft de door [woonplaats] verzochte billijke vergoeding naast de transitievergoeding

overweegt de kantonrechter het volgende. Uit de wetsgeschiedenis met betrekking tot het

bedoelde artikel 7:671, lid 8, aanhef en onder c. BW volgt dat ernstig verwijtbaar handelen of

nalaten van een werkgever zich slechts zal voordoen in uitzonderlijke gevallen, bijvoorbeeld

als een werkgever grovelijk de verplichtingen niet nakomt die voortvloeien uit de

arbeidsovereenkomst en er als gevolg daarvan een verstoorde arbeidsverhouding ontstaat of

als een werkgever een valse grond voor ontslag aanvoert met als enig oogmerk een

onwerkbare situatie te creëren. Van de kant van CGI zijn fouten gemaakt en dat maakt die gedragingen op zichzelf verwijtbaar. De verstoring van de arbeidsverhouding is echter voornamelijk ontstaan door de wijze waarop beide partijen ter zake van hun tegengestelde belangen over en weer met elkaar hebben gecommuniceerd en op elkaar hebben gereageerd, zoals hiervoor onder 7.5 weergegeven. Niet kan echter worden gezegd dat er feitelijke steun is voor de beoordeling dat gedragingen van CGI, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang beschouwd, ernstig verwijtbaar zijn geweest.

7.8

Evenmin is er sprake van zodanig strijdig handelen van CGI met goed werkgeverschap dat kan leiden tot een veroordeling tot betaling van immateriële schadevergoeding en/of volledige advocaatkosten. Alle op het voorgaande betrekking hebbende verzoeken zullen dan ook worden afgewezen.

7.9

De verzochte uitvoerbaar verklaring bij voorraad zal worden afgewezen omdat CGI daar geen afzonderlijk redelijk belang bij heeft. Een rechtsmiddel tegen een ontbinding schorst immers de tenuitvoerlegging van de beschikking niet. (artikel 7:683 lid 1 BW)

Het tegenverzoek van [woonplaats]

7.10

Het tegenverzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst zal worden afgewezen nu daarvoor gelet op het voorgaande geen zelfstandig belang meer bestaat. De gevraagde veroordeling tot betaling van de transitievergoeding zal worden afgewezen, omdat de verplichting tot betaling van een transitievergoeding rechtstreeks volgt uit de wet. De overige verzoeken zullen worden afgewezen op dezelfde gronden als hierboven is vermeld.

Het verzoek en het tegenverzoek voorts

7.11

De door partijen aangevoerde argumenten die in het voorgaande niet aan de orde zijn gekomen, behoeven geen bespreking, nu deze, in het licht van hetgeen is vastgesteld en overwogen, niet tot een andere beslissing kunnen leiden.

7.12

Gezien de uitkomst van de zaak is het redelijk dat partijen ieder hun eigen proceskosten dragen. Hetgeen meer of anders is verzocht zal worden afgewezen.

8 De beslissing

De kantonrechter:

Ter zake van het verzoek van CGI

8.1

ontbindt, de tussen CGI en [woonplaats] bestaande arbeidsovereenkomst op grond van artikel 7:671b lid 1 sub a BW met ingang van 1 september 2018;

Ter zake van het verzoek en het tegenverzoek

8.2

bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt;

8.3

wijst af hetgeen meer of anders is verzocht

Deze beschikking is gegeven door mr. M.C.J. Heessels, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 mei 2018 in aanwezigheid van de griffier.

conc: mh


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature