Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Veroordeling tot een gevangenisstraf van 8 maanden wegens het dealen van heroïne.

Uitspraak



RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht

Zittingsplaats Zutphen

Parketnummer : 05/840062-17

Datum uitspraak : 16 mei 2017

Tegenspraak

vonnis van de meervoudige kamer

in de zaak van

de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland

tegen

[verdachte]

geboren op [geboortedatum] 1965 te [geboorteplaats] , in de Basisregistratiepersonen ingeschreven aan de [adres 1] ,op dit moment verblijvende bij Stichting [naam] , [adres 2] .

Raadsman: mr. B.G.M. Frencken, advocaat te 's-Hertogenbosch.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 2 mei 2017.

1 De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:

hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 maart

2016 tot en met 18 januari 2017 te Gendringen, gemeente Oude IJsselstreek

en/of te Voorst en/of elders in Nederland (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, (telkens) een hoeveelheid heroïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne (diacetylmorfine), zijnde heroïne een

middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen

krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte zich in de gehele ten laste gelegde periode schuldig heeft gemaakt aan het dealen van heroïne. Hij heeft daartoe onder meer gewezen op de verklaringen van getuigen [getuige 1] , [getuige 2] , [getuige 3] , [getuige 4] en [getuige 5] . Verdachte heeft zelf ook verklaard dat hij heroïne heeft gedeald.

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft bepleit dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte gedurende ruim één maand heroïne heeft gedeald. Hij wijst daartoe op de verklaring van verdachte, de op de telefoon van verdachte aangetroffen WhatsApp gesprekken en de omstandigheid dat de verklaring van getuige [getuige 5] slechts betrekking heeft op een beperkt deel van de ten laste gelegde periode.

De raadsman acht de verklaringen van getuigen [getuige 1] , [getuige 3] , [getuige 4] en [getuige 2] niet geloofwaardig. [getuige 1] en [getuige 4] hebben uit rancune een belastende verklaring over verdachte afgelegd en [getuige 3] probeert haar vriend [getuige 4] te beschermen. [getuige 3] heeft een verklaring afgelegd op de dag dat verdachte in een andere zaak een belastende verklaring heeft afgelegd tegen haar vriend [getuige 4] . Getuige [getuige 2] heeft in eerste instantie niet over het kopen van heroïne van verdachte verklaard. Pas na doorvragen door de politie heeft hij verklaard dat hij twee keer heroïne bij verdachte heeft gekocht.

De beoordeling door de rechtbank

Op 18 januari 2017 zagen verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] dat verdachte zijn auto bij een parkeerplaats aan de [naam straat] in Voorst parkeerde. Op de parkeerplaats stond nog een auto, met daarin een persoon genaamd [getuige 5] . Verdachte parkeerde zijn auto naast die van [getuige 5] . [getuige 5] liep naar de auto van verdachte. Zij spraken ongeveer 10 seconden met elkaar. Na zijn staandehouding gaf [getuige 5] een wikkel aluminiumfolie aan verbalisant [verbalisant 2] .

[getuige 5] heeft verklaard dat in de wikkel 1,5 gram bruin, oftewel heroïne, zat. Hij had vlak voor zijn aanhouding contact met een harddrugsdealer. Het was niet de eerste keer dat [getuige 5] heroïne bij hem kocht. [getuige 5] kocht de drugs bij verdachte. Vlak voor zijn aanhouding heeft hij 1,5 gram heroïne gekocht voor € 75,--. [getuige 5] heeft via WhatsApp contact met verdachte. Daarmee bespreken ze de locatie en de hoeveelheid die getuige wil afnemen. De hoeveelheid benoemen ze in normale taal, maar voor de heroïne gebruiken ze bijvoorbeeld het woord ‘boodschap’. De kwaliteit die verdachte aan getuige verkoopt is goed.

Verdachte heeft erkend dat hij heroïne aan [getuige 5] heeft verkocht. Ook heeft hij verklaard heroïne aan [getuige 3] te hebben verkocht. Verdachte heeft verklaard in december 2016 heroïne te hebben verkocht.

Verdachte heeft verklaard dat hij pas vanaf december 2016 heroïne is gaan verkopen. In zoverre acht de rechtbank de verklaring van verdachte niet geloofwaardig. De rechtbank acht aannemelijk dat verdachte over een langere periode heeft gedeald. Zij wijst daartoe op de volgende bewijsmiddelen.

Getuige [getuige 3] heeft op 29 december 2016 verklaard dat verdachte drugs aan haar heeft verkocht. Op 23 december 2016 is verdachte bij haar in de woning geweest (opmerking rechtbank: [getuige 3] woont in [woonplaats 1]). Verdachte kwam omdat [getuige 3] en haar vriend [getuige 4] om heroïne hadden gevraagd. Op 20 december 2016 heeft [getuige 3] verdachte € 355,-- betaald voor 11 gram heroïne. Verdachte heeft haar toen niet direct de volledige 11 gram gegeven. Zij kreeg toen 1,5 gram van hem. Op woensdag 21 december 2016 heeft zij 4,5 gram gekregen. Op 23 december 2016 zou verdachte de resterende 5 gram brengen. Hij had toen 4 gram bij zich. [getuige 3] heeft ook op de dag van het verhoor heroïne bij verdachte gehaald. Normaal verkoopt hij niet bij hem aan huis (opmerking rechtbank: verdachte woont in [woonplaats 2]), maar spreken ze ergens anders af. Omdat ze toch aan de deur was, verkocht hij haar toch gewoon 0,4 gram voor € 20,--.

In dezelfde verklaring heeft [getuige 3] verklaard dat verdachte al driekwart jaar hun dealer is. Zij kopen regelmatig bij hem.

Getuige [getuige 4] heeft verklaard dat hij zijn drugs bij verdachte koopt. Hij haalt ongeveer drie tot vier keer per maand drugs bij verdachte. [getuige 3] (de rechtbank begrijpt: [getuige 3] ) haalt elke dag heroïne bij verdachte. Verdachte kwam de drugs meestal brengen. Als [getuige 4] het zelf ging ophalen, dan was dat bij verdachte thuis, bij het tankstation of bij de tennisbaan in [plaats 1] . [getuige 4] moest 50 euro per gram betalen. Hij betaalde dat aan verdachte. Het geld werd altijd door verdachte aangenomen. Ook werden de drugs door verdachte overhandigd.

Getuige [getuige 2] heeft verklaard dat verdachte twee keer een zakje dope (de rechtbank begrijpt: heroïne) voor hem heeft geregeld. Voor een halve gram betaalde hij twee tientjes. Hij heeft de dope eind juni 2016 en eind juli 2016 bij verdachte gekocht. Het effect van heroïne is een soort vakantie voor [getuige 2] . Op dat moment denkt hij nergens aan. De heroïne van verdachte had hetzelfde effect op hem. Gevraagd naar hoe de verkoop van heroïne ging, verklaart [getuige 2] dat hij verdachte een keer heeft gebeld. Hij belde rond bij mensen die hij nog kende van het heroïne gebruiken. Zo kwam hij bij verdachte.

De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de hiervoor genoemde getuigen. Dat getuige [getuige 4] mogelijk uit rancune een verklaring heeft afgelegd, is door de raadsman verder niet onderbouwd. Die enkele stelling brengt naar het oordeel van de rechtbank niet mee dat geen geloof kan worden gehecht aan hetgeen [getuige 4] heeft verklaard over (de omvang van) zijn eigen drugsgebruik en de wijze waarop hij zijn drugs verkreeg. Getuige [getuige 3] heeft op punten gedetailleerd verklaard over haar eigen drugsgebruik en de wijze waarop zij haar drugs bij verdachte betrok. Daarmee heeft zij in zekere zin ook zichzelf en haar vriend [getuige 4] belast. De rechtbank acht de verklaring van [getuige 3] op deze punten dan ook betrouwbaar. De enkele door de raadsman van verdachte ingenomen stelling dat [getuige 3] met haar verklaring [getuige 4] in bescherming heeft willen nemen, leidt niet tot een ander oordeel.

Getuige [getuige 2] heeft na doorvragen van de politie verklaard dat hij twee keer heroïne bij verdachte heeft gekocht. Het feit dat [getuige 2] niet direct uit zichzelf hierover verklaarde, maakt niet zonder meer dat zijn verklaring niet betrouwbaar moet worden geacht. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat [getuige 2] over twee concrete deals heeft verklaard en met zijn verklaring ook zichzelf heeft belast.

De verklaring van getuige [getuige 1] zal niet worden gebruik in de bewijsconstructie. Hetgeen de raadsman ten aanzien van deze getuige heeft aangevoerd, zal daarom onbesproken worden gelaten.

Het verweer van de raadsman wordt verworpen.

Getuige [getuige 3] heeft in december 2016 verklaard dat zij en haar vriend [getuige 4] sinds driekwart jaar heroïne van verdachte afnemen. De rechtbank acht daarom wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de periode van 1 april 2016 tot en met 18 januari 2017 heroïne heeft verkocht en verstrekt.

Uit de bewijsmiddelen volgt verder dat verdachte niet alleen heroïne verkocht vanuit zijn woning in [plaats 2] (gelegen in de gemeente Oude IJselstreek) maar ook dat hij naar Voorst is gereden voor een drugsdeal met [getuige 5] , met heroïne is gegaan naar de woning van [getuige 3] en op andere plekken afsprak met zijn afnemers. Verdachte heeft daarom ook heroïne vervoerd en afgeleverd.

3 Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:

hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 april

2016 tot en met 18 januari 2017 te Gendringen, gemeente Oude IJsselstreek

en/of te Voorst en/of elders in Nederland (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, en opzettelijk aanwezig heeft gehad, (telkens) een hoeveelheid heroïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne (diacetylmorfine), zijnde heroïne een

middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen

krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet .

Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.

Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.

Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4 De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:

De eendaadse samenloop van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd

en

opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.

5 De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6 De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7 Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De officier van justitie heeft bij het bepalen van de eis rekening gehouden met het feit dat heroïne één van de vervelendste soorten drugs is. Het gebruik van heroïne leidt al snel tot een lichamelijke en psychische verslaving. Daarnaast heeft verdachte zijn eigen verslaving in stand gehouden door te dealen. Verdachte heeft geen goed onderbouwde plannen voor de toekomst. Verder anticipeert de officier van justitie op het feit dat het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden de week na de behandeling van deze zaak ter terechtzitting uitspraak doet in een andere strafzaak tegen verdachte. Artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) is van toepassing.

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft de rechtbank verzocht een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen gelijk aan de tijd die verdachte in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, met daarnaast een fors voorwaardelijk strafdeel. Er is gedurende een korte periode sprake van een beperkte mate van dealen. Artikel 63 Sr is van toepassing. Zeer binnenkort doet het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden uitspraak in een andere strafzaak tegen verdachte. Die zaak ziet op het dealen van heroïne gedurende drie dagen en verdachte heeft in die zaak bekend. Het ligt daarom de lijn der verwachting dat aan verdachte in die zaak straf wordt opgelegd. Verdachte verblijft op dit moment bij Stichting [naam] om te worden behandeld voor zijn drugsverslaving. Deze behandeling moet niet worden beëindigd.

De beoordeling door de rechtbank

De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:

- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 20 maart 2017;

- een beknopt reclasseringsadvies zonder diagnose-instrument van Tactus Verslavingszorg, gedateerd 31 januari 2017; en

- een beknopt reclasseringsadvies van Tactus Verslavingszorg, gedateerd 21 april 2017.

De rechtbank overweegt in het bijzonder het volgende.

Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het dealen van heroïne. Het is algemeen bekend dat harddrugs, eenmaal onder het bereik van gebruikers, een ernstige bedreiging vormen voor de volksgezondheid. Heroïne werkt zeer verslavend. Het is daarnaast een feit van algemene bekendheid dat een aanmerkelijk deel van de criminaliteit direct of indirect haar oorsprong vindt in het gebruik van drugs. Verdachte is hier door zijn handelen medeverantwoordelijk voor.

In het nadeel van verdachte houdt de rechtbank rekening met het feit dat verdachte al diverse malen is veroordeeld voor soortgelijke feiten. Verdachte is eerder veroordeeld tot (deels voorwaardelijke) gevangenisstraffen van enkele maanden tot enkele jaren. Dit heeft verdachte er telkens niet van weerhouden zich opnieuw in te laten met de handel in drugs, met alle gevolgen en gevaren van dien. Naar het oordeel van de rechtbank is het opleggen van een onvoorwaardelijke vrijheidsbenemende straf daarom passend en geboden. Een voorwaardelijk strafdeel, zoals door de raadsman verzocht, acht de rechtbank dan ook niet aan de orde.

In de behandeling die verdachte momenteel volgt bij stichting [naam] ziet de rechtbank geen aanleiding om, naast de tijd die verdachte reeds in verzekering en voorlopige hechtenis heeft vastgezeten, te volstaan met een voorwaardelijke gevangenisstraf. Uit de door de raadsman van verdachte overgelegde brief van deze stichting van 2 mei 2017 volgt dat de door verdachte gevolgde dagbehandeling nog slechts vier weken zal duren. Verdachte zal die behandeling vermoedelijk dus kunnen afronden voordat het onderhavige vonnis onherroepelijk wordt. Bovendien biedt deze behandeling naar het oordeel van de rechtbank een onvoldoende helder kader en vormt zij daarmee geen alternatief voor een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. In dat verband wijst de rechtbank erop dat het reclasseringsadvies van 21 april 2017 inhoudt dat de reclassering bij gebrek aan een vertrouwensbasis geen mogelijkheden ziet om verdachte in het kader van een deels voorwaardelijke veroordeling te begeleiden en dat verdachte niet gemotiveerd is voor een behandeling in de (reguliere) verslavingszorg. Toeleiding naar verdere behandeling door de stichting [naam] is voor de reclassering niet mogelijk, omdat de methode van deze stichting niet wordt erkend door GGZ Nederland.

De rechtbank houdt bij het bepalen van de hoogte van de straf rekening met het feit dat het aantal bewijsbare heroïnedeals door verdachte op basis van dit dossier beperkt is. Verdachte lijkt er niet veel aan te hebben verdiend. De opbrengst van de deals werd vooral gebruikt om zijn eigen heroïneverslaving te bekostigen. Gelet op deze geringe (bewijsbare) intensiteit zal de rechtbank aan verdachte een lagere gevangenisstraf opleggen dan de officier van justitie heeft gevorderd.

De rechtbank acht een onvoorwaardelijke vrijheidsbenemende straf van enkele maanden evenwel passend en geboden. Zij zal verdachte veroordelen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 8 maanden. De rechtbank heeft rekening gehouden met het feit dat artikel 63 Sr van toepassing is. De tijd die verdachte in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, zullen op de straf in mindering worden gebracht.

Ten aanzien van het beslag

Verdachte heeft in zijn laatste woord verzocht om teruggave van de op 18 januari 2017 in beslaggenomen geldbedragen, minus de € 75,-- die hij die datum aan de heroïnedeal met [getuige 5] heeft verdiend.

Het beslag dat rust op de in beslag genomen geldbedragen is omgezet naar conservatoir beslag ex artikel 94a van het Wetboek van Strafvordering. Op conservatoir beslag is geen beslissing bij einduitspraak in de strafzaak mogelijk. Daarom zal de rechtbank over dit beslag geen beslissing nemen.

8 De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 27, 55, 57, 63 en 91 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 10 en 13 van de Opiumwet .

9 De beslissing

De rechtbank:

 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;

 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;

 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder punt 4;

 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;

 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 (acht) maanden;

 beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.

Dit vonnis is gewezen door mr. T. Bertens (voorzitter), mr. C.H.M. Pastoors en mr. W.J. Koops, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M. Kolkman, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 16 mei 2017.

mr. W.J. Koops is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 1] van de politie Oost Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2017028432, gesloten op 19 januari 2017 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.

Proces-verbaal van bevindingen, p. 48.

Proces-verbaal van bevindingen, p. 49.

Proces-verbaal van verhoor verdachte [getuige 5] , p. 81.

Proces-verbaal van verhoor verdachte [getuige 5] , p. 82.

Proces-verbaal van verhoor verdachte [getuige 5] , p. 82.

Proces-verbaal van verhoor verdachte [getuige 5] , p. 83.

De verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 2 mei 2017.

De verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 2 mei 2017 en het proces-verbaal van verhoor verdachte door de rechter-commissaris in het kader van de inbewaringstelling.

Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3] , p. 76.

Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3] , p. 76.

Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 62.

Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3] , p. 77.

Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3] , p. 77.

Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 4] , p. 42.

Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 4] , p. 43.

Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] , p. 35.

Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] , p. 36.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Gerelateerde advocaten

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature