Uitspraak
proces-verbaal uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL24.49019
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser, V-nummer: [V-nummer],
(gemachtigde: mr. A.H.A. Kessels), en
de Minister van Asiel en Migratie, de minister (gemachtigde: mr. E.H.J.M. de Bonth).
Inleiding
1. Bij besluit van 5 december 2024 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
1.1.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
1.2.
De rechtbank heeft het beroep, samen met het verzoek om een voorlopige voorziening te treffen (NL24.49020), op 28 februari 2025 op zitting behandeld. De gemachtigde van eiser is, met bericht van verhindering, niet verschenen. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Eiser is niet verschenen.
1.3.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Beoordeling door de rechtbank
2. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk vanwege het ontbreken van procesbelang. Eiser is op 15 december 2024 met onbekende bestemming vertrokken. De gemachtigde van eiser heeft laten weten dat zij geen contact meer heeft gehad met eiser. Dit maakt dat de rechtbank ervan uitgaat dat eiser geen prijs meer stelt op bescherming in
Nederland. Daarom is er geen belang meer bij een inhoudelijke behandeling van het beroep en is het beroep niet-ontvankelijk.1 Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om tegen de mondelinge uitspraak in hoger beroep te gaan.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 28 februari 2025 door mr. A.A.M. Elzakkers, rechter, in aanwezigheid van Z.P. de Wilde, griffier.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
10 maart 2025