De rechtbank overweegt dat uit het Cannabisarrest volgt dat geen terugkeerbesluit of verwijderingsmaatregel kan worden vastgesteld indien daarmee inbreuk zou worden gemaakt op het recht op eerbiediging van het privéleven. Uit dezelfde overwegingen leidt de rechtbank af dat dit ook geldt voor het recht op eerbiediging van het familie- en gezinsleven. Een andere lezing zou ook niet logisch zijn nu in artikel 7 van het Handvest en in artikel 8 van het EVRM zowel het recht op eerbiediging van het priv éleven, als het recht op eerbiediging van het familie- en gezinsleven is geregeld. De rechtbank ziet dan ook niet in waarom verweerder een terugkeerbesluit zou mogen uitvaardigen zonder rekening te houden met het familie- of gezinsleven van eiser. De rechtbank volgt verweerder niet in zijn stelling dat hij in lijn met de geldende rechtspraak van de Afdeling niet hoefde te toetsen aan artikel 8 van het EVRM . De rechtbank is namelijk van oordeel dat die rechtspraak van de Afdeling niet in overeenstemming is met de lijn van het Hof in het Cannabisarrest.