Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Aansprakelijkheid VVE lid jegens VVE en haar leden voor gebrekkige dakopbouw.

Uitspraak



vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team Handel

Zaaknummer: C/09/627851 / HA ZA 22/328

Vonnis van 29 maart 2023

in de zaak van:

de Vereniging van Eigenaars VERENIGING VAN EIGENAARS ACACIASTRAAT

165 TOT EN MET 175 (ONEVEN NUMMERS) TE 'S-GRAVENHAGE , te Den Haag,

verder ook te noemen: VVE Acaciastraat,

eiseres,

advocaat: mr. J.W. van der Sloot,

tegen:

1 [gedaagde 1], te [plaats],

verder ook te noemen: [gedaagde 1],

advocaat: mr. A.F. Mandos,

2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid PREMIUM HUIS B.V. , te Den Haag,

verder ook te noemen: Premium Huis,

niet verschenen,

verder samen ook te noemen: [gedaagden] (in enkelvoud),

gedaagden,

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

de dagvaarding, met producties,

de conclusie van antwoord, met producties,

de akte van wijziging van eis, met producties,

de mondelinge behandeling van 7 februari 2023, waarbij zijn verschenen:

Voor VVE Acaciastraat, [naam01] , bijgestaan door de advocaat voornoemd;

[gedaagde 1] in persoon, bijgestaan door de advocaat voornoemd.

Als toehoorders waren aanwezig mevrouw [naam02] en de heer [naam03] .

De griffier heeft aantekeningen gemaakt van de zitting.

1.2.

Tegen Premium Huis is verstek verleend.

1.3.

Ten slotte is een datum voor vonnis bepaald.

2 De beoordeling

De kern

2.1.

VVE Acaciastraat omvat een appartementencomplex met zes woningen (het complex) te Den Haag. [gedaagde 1] heeft sinds 28 februari 2020 een appartementsrecht op een in dit complex gelegen woning aan de [adres01] (de woning). Daarmee is hij van rechtswege lid van VVE Acaciastraat. [gedaagde 1] heeft de woning uitgebreid met een dakopbouw. Volgens VVE Acaciastraat hebben [gedaagde 1] en Premium Huis de werkzaamheden aan de dakopbouw samen uitgevoerd en zijn de werkzaamheden niet goed uitgevoerd. Zij stelt daardoor schade te hebben geleden. Premium Huis is niet in de procedure verschenen en heeft dus geen verweer gevoerd. [gedaagde 1] betwist dat hij aansprakelijk is voor de gestelde schade.

2.2.

De rechtbank geeft VVE Acaciastraat gelijk en veroordeelt [gedaagde 1] en Premium Huis om de door VVE Acaciastraat geleden schade te vergoeden.

Wat is er gebeurd?

2.3.

VVE Acaciastraat heeft aan de vorige eigenaar van de woning toestemming verleend om de woning uit te breiden met een dakopbouw. Nadat [gedaagde 1] de woning heeft gekocht, hebben VVE Acaciastraat en [gedaagde 1] afspraken gemaakt over de dakopbouw die zij in een wijziging splitsingsakte bij de notaris hebben vastgelegd. Een van de afspraken is dat schade als gevolg van (de wijze van aanleg van) de dakopbouw voor rekening komt van [gedaagde 1].

2.4.

In juli 2020 zijn de werkzaamheden gestart aan de woning en het dak van het complex. Kort daarop hebben er meerdere lekkages plaatsgevonden in de gemeenschappelijke- en privégedeelten van het complex.

2.5.

VVE Acaciastraat heeft Top Expertise B.V. (hierna: Top Expertise) benaderd om de kwaliteit van de op dat moment nog in aanbouw zijnde dakopbouw te beoordelen en vast te stellen of de werkzaamheden schade hebben veroorzaakt aan het dak en de ondergelegen appartementen. Op 7 december 2020 heeft het deskundigenonderzoek plaatsgevonden. [gedaagden] is schriftelijk uitgenodigd en [gedaagde 1] was ten dele aanwezig. De bevindingen van dit onderzoek zijn uiteengezet in het rapport van Top Expertise van 19 januari 2021 (hierna: het rapport).

2.6.

Het rapport is op 11 februari 2021 per brief naar [gedaagde 1] gestuurd. VVE Acaciastraat heeft [gedaagde 1] in deze brief gesommeerd om de in het rapport genoemde gebreken te herstellen voordat het werk definitief zal worden opgeleverd. Op 29 april 2021 is het rapport per brief naar Premium Huis gestuurd. [gedaagden] heeft niet gereageerd op deze brieven.

2.7.

Nadat de dakopbouw is opgeleverd heeft Top Expertise in mei 2021 een eindinspectie uitgevoerd en haar bevinden uiteengezet in het opleverrapport van 1 juni 2021 (hierna: het opleverrapport). Het opleverrapport is per aangetekende brieven naar [gedaagden] verzonden op 4 juni 2021. In deze brieven is [gedaagden] in gebreke gesteld. Daarnaast is [gedaagden] gesommeerd tot betaling van de schade en de kosten die zijn gemaakt voor de opdracht aan Top Expertise.

2.8.

[gedaagde 1] heeft de dakopbouw op 7 april 2022 technisch laten keuren door Perfectkeur B.V. (hierna: Perfectkeur). De bevinden van Perfectkeur zijn neergelegd in het rapport ‘Bouwtechnisch onderzoek’ (hierna: bouwtechnisch onderzoek).

2.9.

Na het uitbrengen van de dagvaarding in deze procedure heeft [gedaagde 1] de woning via Funda.nl te koop gezet. VVE Acaciastraat heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag daarop verzocht om conservatoir beslag te mogen leggen op de woning. Bij uitspraak van 22 november 2022 heeft de voorzieningenrechter het verlof verleend. VVE Acaciastraat heeft op 23 november 2022 beslag gelegd. De kosten van dit beslag bedragen € 408,95.

Wat vordert VVE Acaciastraat?

2.10.

VVE Acaciastraat wil dat [gedaagde 1] c.s de geleden schade en de (proces)kosten vergoed die zij heeft moeten maken. Zij vordert daarom in de dagvaarding om [gedaagden] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van € 67.830,75 (hoofdsom) en van de buitengerechtelijke incassokosten van € 1.758,49 vermeerderd met de wettelijke rente daarover.

2.11.

Daarnaast vordert VVE Acaciastraat om [gedaagde 1] te veroordelen tot betaling van de betalingsachterstand in de bijdragen servicekosten van € 3.060,68 en de buitengerechtelijke kosten over dat bedrag van € 431,07, vermeerderd met de wettelijke rente.

2.12.

Bij eiswijziging vordert VVE Acaciastraat dat [gedaagden] aanvullend hoofdelijk wordt veroordeeld tot betaling van de wettelijke rente over de hoofdsom vanaf 17 mei 2021 en van beslagkosten van € 408,95, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 25 november 2022. Ook vordert VVE Acaciastraat om [gedaagde 1] vanaf 1 februari 2023 te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 180,04 per maand aan nog te vervallen (voorschot-)bijdragen voor de woning, te vermeerderen met de eventuele door haar vast te stellen maandelijkse verhoging en de contractuele dan wel de wettelijke rente, gedurende de periode dat [gedaagde 1] als eigenaar van de woning kan worden aangemerkt.

VVE Acaciastraat is ontvankelijk in haar vorderingen

2.13.

VVE Acaciastraat heeft onbetwist gesteld dat partijen in de splitsingsakte hebben vastgelegd dat de gevels, daken en overige gemeenschappelijke delen van de dakopbouw na oplevering gemeenschappelijke delen worden.

2.14.

VVE Acaciastraat kan op grond van artikel 5:126 lid 5 BW de gezamenlijke eigenaars in een procedure vertegenwoordigen. Op grond van de statuten is daarvoor een machtiging van de ledenvergadering nodig. De rechtbank stelt vast dat die is verkregen. Ter zitting heeft VVE Acaciastraat gesteld dat in de vergadering van 30 juni 2022 een doorlopende machtiging is verleend, althans dat een eerder verleende machtiging is bevestigd. [gedaagde 1] heeft dit niet voldoende weersproken.

Tegen Premium Huis is verstek verleend; de vordering in de dagvaarding wordt tegen haar toegewezen

2.15.

Premium Huis is niet met een advocaat in de procedure verschenen, terwijl zij wel op de juiste wijze is opgeroepen. Tegen haar is daarom verstek verleend. De vordering tegen Premium Huis zoals geformuleerd in het petitum van de dagvaarding wordt toegewezen, voor zover hierna niet anders wordt beslist. De vordering komt namelijk niet ongegrond of onrechtmatig voor. Daarbij wordt opgemerkt dat wat [gedaagde 1] stelt niet zonder meer geldt ten bate van Premium Huis. Er is namelijk geen sprake van een processueel ondeelbare rechtsverhouding. Met betrekking tot de vordering tegen Premium Huis wordt daarom uitgegaan van de feiten zoals door VvE Acaciastraat gesteld. De eisvermeerdering kan niet worden toegewezen omdat niet gebleken is dat die bij exploot is uitgebracht tegen Premium Huis (artikel 130 lid 3 Rv).

Dit vonnis is voor alle partijen een vonnis op tegenspraak (artikel 140 Rv). Dat betekent dat tegen dit vonnis alleen beroep, en geen verzet, openstaat.

[gedaagde 1] is aansprakelijk voor de door de eigenaars geleden schade

2.16.

De rechtbank oordeelt dat [gedaagde 1] tegenover de eigenaars aansprakelijk is voor de door hen geleden schade die is veroorzaakt door (het bouwen van) een gebrekkige dakopbouw. [gedaagde 1] heeft de werkzaamheden namelijk niet voldoende zorgvuldig en vakkundig uitgevoerd of door Premium Huis laten uitvoeren. [gedaagde 1] had moeten begrijpen dat de andere eigenaars hierdoor schade zouden kunnen leiden. Door het (het bouwen van) een gebrekkige dakopbouw heeft hij onrechtmatig gehandeld. De rechtbank zal dit oordeel hierna verder toelichten.

De rechtbank volgt de bevindingen van Top Expertise over de gebrekkige dakopbouw

2.17.

In het rapport heeft Top Expertise vastgesteld dat bij het bouwen van de dakopbouw bouwmaterialen van geschat 7.500 kg in totaal midden op het dak zijn geplaatst en dat daardoor het dak enigszins is doorgezakt. De deskundige heeft verder vastgesteld dat de dakopbouw in aanbouw maanden heeft opengestaan en dat daardoor water naar binnen kon komen, via de sparingen, kanalen, schachten en houten vloeren naar de ondergelegen appartementen kon stromen en daar schade heeft veroorzaakt. Daarnaast heeft Top Expertise een aantal bouwkundige gebreken vastgesteld aan de dakopbouw, toen deze nog niet af was. De OSB-platen van de houtskeletwanden van de dakopbouw zijn aan de buitenzijde van de constructie aangebracht. Omdat zowel de constructie als de OSB-platen tijdens de werkzaamheden niet volledig waterdicht zijn afgedekt en de bouw maanden stil heeft gelegen zijn deze volledig nat geworden. De afwerking (waaronder het aanbrengen van een cement/pleisterlaag) is niet uitgevoerd in overeenstemming met de bouwvergunning. Daarom is er kans op schimmelvorming en risico dat de OSB-platen verzwakken. Ook is het metselwerk niet juist uitgevoerd. Verder is de verhoging aan het dak(-terras) aan de voor- en achterzijde technisch onjuist uitgevoerd, waardoor condensatie dreigt te ontstaan. [gedaagde 1] heeft dit niet voldoende weersproken, ook niet met het hierna te bespreken bouwtechnisch onderzoek. De rechtbank gaat er daarom van uit dat klopt wat Top Expertise in het rapport heeft geschreven. [gedaagde 1] heeft naar eigen zeggen een groot deel van de werkzaamheden zelf uitgevoerd. Hij heeft door de fouten bij de uitvoering van de dakopbouw onrechtmatig gehandeld tegenover VVE Acaciastraat en de andere eigenaren. Er is schade ontstaan aan de andere appartementen en aan de gemeenschappelijke delen.

2.18.

De bevindingen van Top Expertise zijn op 11 februari 2021 aan [gedaagde 1] gestuurd. Hij is gewezen op de gebreken aan de gemeenschappelijke delen van dakopbouw en is gesommeerd deze te herstellen voor de oplevering. [gedaagde 1] heeft dat nagelaten en ook daarna onvoldoende gedaan om (verdere) schade te voorkomen. Dit volgt uit het opleverrapport van Top Expertise. Daaruit blijkt het volgende. De gebreken waarop de sommatie zag zijn niet aangepast. Over de natte OSB-platen zijn direct de isolatieplaten geplaatst waarop vervolgens het metselwerk is aangebracht. Daarmee is het zeer waarschijnlijk dat schimmelvorming zal ontstaan en de OSB-platen zullen wegrotten. Ook het foutief uitgevoerde metselwerk is niet aangepast. Doordat de verhoging aan de voor- en achterzijde van de dakopbouw niet is aangepast, is de kans op condensatie en schimmelvorming uiterst aannemelijk. Ook ontbreken op een aantal plaatsen loodslabben boven het dak die aangebracht moeten worden om water af te kunnen voeren. Het lood in de schoorstenen is niet overal goed en deugdelijk vervangen en de dakbedekking is ondeskundig aangebracht. De aangebrachte verzonken goot heeft onvoldoende afvoercapaciteit voor flinke regenbuien. Een berekening voor de noodzaak van een lateiconstructie ontbreekt. De dakopbouw voldoet niet op alle punten aan de bouwtekeningen. Tot slot is in één van de rookgasafvoerkanalen bouwafval aangetroffen.

2.19.

Het realiseren van een gebrekkige dakopbouw en het laten voortbestaan van deze onrechtmatige toestand, is onrechtmatig jegens VVE Acaciastraat en haar leden. De rechtbank licht dit toe. Uit de rapporten van Top Expertise volgt dat de dakopbouw gebrekkig is. De schade aan de gemeenschappelijke delen is daarmee ingetreden. VVE loopt daarnaast risico voortijdig wettelijk verplicht onderhoud uit te moeten voeren, ook om schade onderliggende appartementen te voorkomen. Daarmee staat vast dat [gedaagde 1] zijn zorgplicht jegens VVE Acaciastraat en haar andere leden heeft geschonden..

Bouwtechnisch onderzoek Perfectkeur weerlegt gebreken niet

2.20.

Het bouwtechnisch onderzoek van Perfectkeur weerlegt het voorgaande niet. Dat onderzoek is ruim nadat de werkzaamheden zijn beëindigd opgesteld en de deskundige van Perfectkeur meldt expliciet alleen uitspraken te kunnen doen over wat hij of zij visueel heeft kunnen waarnemen. Het bouwtechnisch onderzoek geeft daarmee alleen een oordeel over de zichtbare afwerking van de dakopbouw, zonder uitspraken te doen over de constructie daarvan. De gebreken die in de rapporten van Top expertise worden beschreven zien in tegenstelling tot de bevindingen van Perfectkeur voornamelijk op de constructie van de dakopbouw. In het bouwtechnisch onderzoek van Perfectkeur wordt ook niet ingegaan op de in de rapporten van Top Expertise genoemde gebreken, zodat deze niet zijn weerlegd. [gedaagde 1] heeft verder niet voldoende concreet toegelicht wat er niet zou kloppen aan de rapporten van Top Expertise. Hij stelt dat hij wel herstelwerkzaamheden heeft uitgevoerd, maar maakt dat niet concreet. De rechtbank is daarom uitgegaan van de bevindingen zoals in het opleverrapport van Top Expertise uiteengezet zijn.

Vernietiging opdrachten aan Top Expertise kan [gedaagde 1] niet baten

2.21.

[gedaagde 1] heeft nog aangevoerd dat hij de opdrachten van VVE Acaciastraat van de onderzoeken van Topexpertise wil vernietigen, omdat de technische commissie van VVE Acaciastraat geen mandaat had daar opdracht voor te geven, maar dat kan hem niet baten. Vernietiging van deze besluiten zou hoogstens gevolgen hebben voor de vraag wie binnen VVE Acaciastraat de kosten van de rapporten moet dragen, maar voor de resultaten van de onderzoeken is dat niet van belang. De termijn waarbinnen [gedaagde 1] een beroep op vernietiging had moeten doen, lijkt bovendien al verstreken.

De schade (hoofdsom) bedraagt € 67.830,75

2.22.

VVE Acaciastraat vordert een schadevergoeding van € 67.830,75. Deze vordering is als volgt opgebouwd:

kosten herstel gemeenschappelijke zaken € 60.082,00

vergoeding schade van de lekkages € 4.270,00

kosten Top Expertise € 3.478,75 +

Totaal € 67.830,75

2.23.

[gedaagde 1] heeft op zichzelf niet weersproken dat de opheffing van de toestand voor zover die onrechtmatig is dient te gebeuren door middel van de herstelmaatregelen die Top Expertise heeft geadviseerd. Ter zitting heeft [gedaagde 1] aangeboden om de onrechtmatige toestand op te heffen door de hiervoor genoemde gebreken te herstellen overeenkomstig de aanbevelingen in het opleverrapport. VVE Acacia kan nu echter niet verplicht worden dat aanbod te aanvaarden en af te zien van de gevorderde schadevergoeding in geld , waarop zij recht heeft. Top Expertise heeft in het opleverrapport de herstelkosten van de gebreken in de dakopbouw en de gemeenschappelijke zaken van VVE Acaciastraat kort gezegd begroot op € 22.795,- (exclusief btw) aan arbeidskosten en € 21.245,- (exclusief btw) aan materiaalkosten. Dit komt neer op een bedrag van € 60.082,- (inclusief btw en 15% aannemersomslagen en verzekeringen).

2.24.

[gedaagde 1] heeft de begroting van de arbeidskosten onvoldoende onderbouwd betwist. Top Expertise is voor de berekening van de arbeidskosten uitgegaan van een uurloon van € 55,- (exclusief btw). [gedaagde 1] heeft ter zitting aangegeven zelf een uurloon van € 25,- te rekenen voor dezelfde werkzaamheden met de opmerking daarbij dat aannemers in Nederland waarschijnlijk wel een hoger uurloon vragen. Daarmee betwist [gedaagde 1] eigenlijk niet dat een uurtarief van € 55,- in de markt gebruikelijk is. De rechtbank zal daarom van dit uurtarief uitgaan en de volledige vordering aan herstelkosten toewijzen.

2.25.

In het rapport heeft Top Expertise een begroting gemaakt van de schade ten gevolge van de lekkages aan de ondergelegen appartementen [3-tal nrs.]. De kosten voor het herstellen van de schade is vastgesteld op € 4.270,-. [gedaagde 1] heeft de hoogte van de schade op zichzelf niet betwist. Wel voert hij aan dat hij een deel van de schade al zelf heeft hersteld. Hij heeft dit verder niet onderbouwd, zodat de rechtbank de vordering op dit punt zal toewijzen.

2.26.

De rechtbank overweegt verder dat de kosten van de onderzoeken door Top Expertise het rechtstreeks gevolg zijn van het onrechtmatig handelen van [gedaagde 1]. Als [gedaagde 1] de in aanbouw zijnde dakopbouw niet onbeschermd in de regen had laten staan en geen gebrekkige dakopbouw had gerealiseerd, dan hadden die kosten niet hoeven te worden gemaakt. VVE Acaciastraat heeft deze kosten moeten maken om de schade en aansprakelijkheid vast te laten stellen (artikel 6:96 lid 2 onder b BW ). Het bedrag dat VVE Acaciastraat in rekening heeft gebracht, € 3.478,75, acht de rechtbank redelijk. [gedaagde 1] moet daarom een bedrag van € 3.478,75 aan VVE Acaciastraat vergoeden.

2.27.

Bij een verbintenis tot schadevergoeding is de schuldenaar vanaf de dag waarop de schade is geleden wettelijke rente verschuldigd. De wettelijke rente zal daarom worden toegewezen vanaf de datum van oplevering, 17 mei 2021, zoals gevorderd. Omdat pas bij eiswijziging wettelijke rente over de hoofdsom is gevorderd, zal die alleen jegens [gedaagde 1] worden toegewezen.

[gedaagden] moet de buitengerechtelijke incassokosten betalen

2.28.

Ook de vordering tot betaling van de incassokosten voor de schade zal worden toegewezen. VVE Acaciastraat maakt aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten van een bedrag van € 1.758,49. Dat bedrag is gebaseerd op het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. De vordering heeft echter geen betrekking op één van de situaties waarin dat besluit van toepassing is. De rechtbank zal de vraag of buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn daarom toetsen aan de eisen voor de vorderingen zoals bedoeld in het Rapport BGK-integraal, nu verzuim is ingetreden na 1 juli 2012. VVE Acaciastraat heeft voldoende onderbouwd dat de gemaakte kosten betrekking hebben op verrichtingen die meer omvatten dan een enkele (eventueel herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een (niet aanvaard) schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. Zo heeft VVE Acaciastraat gesteld dat een van de appartementseigenaren als vertegenwoordiger van de VVE deskundigen heeft moeten aansturen en bij de inspecties aanwezig heeft moeten zijn. VVE Acaciastraat heeft kosten gemaakt voor een vergoeding van diens tijd besteed in onderhavig geschil, die niet gedekt worden door de rechtsbijstandsverzekering van VVE Acaciastraat. Het verweer van [gedaagde 1] op dit punt slaagt niet. Deze werkzaamheden vallen onder buitengerechtelijke incassokosten. Dit betekent dat een bedrag zal worden toegewezen van € 1.758,49, met dien verstande dat de gevorderde wettelijke rente over de buitengerechtelijke incassokosten zal worden toegewezen vanaf de datum van dagvaarding, te weten 1 april 2022, zoals gevorderd.

[gedaagde 1] moet de bijdragen servicekosten (blijven) betalen

2.29.

Tussen partijen is niet in geschil dat [gedaagde 1] het openstaande bedrag van € 3.060,68 voor de bijdragen servicekosten moet betalen. [gedaagde 1] heeft ter zitting verklaard dat hij de bijdragen nog niet heeft betaald omdat hij geen vertrouwen in VVE Acaciastraat meer heeft, maar dat hij weet dat hij gehouden is de vastgestelde bijdragen te betalen. De vordering zal daarom worden toegewezen.

2.30.

VVE Acaciastraat heeft aan [gedaagden] een aanmaning gestuurd die voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW . Het gevorderde bedrag aan incassokosten komt overeen met de wettelijke tarieven en zal worden toegewezen, met dien verstande dat de gevorderde wettelijke rente over de buitengerechtelijke incassokosten slechts zal worden toegewezen vanaf 1 april 2022 omdat [gedaagden] vanaf die datum in verzuim is.

2.31.

Een veroordeling van [gedaagde 1] in de maandelijkse voorschotbijdragen van € 180,04 per maand vanaf 1 februari 2023, te vermeerderen met de eventuele door VVE Acaciastraat vast te stellen maandelijkse verhoging en wettelijke rente zolang [gedaagde 1] eigenaar is van het appartementsrecht, is mogelijk op grond van artikel 3:296 lid 2 BW. De rechtbank is van oordeel dat re ële vrees bestaat dat [gedaagde 1] ook in de toekomst zijn verplichtingen niet zal nakomen. Het sturen van aanmaningen heeft er namelijk niet toe geleid dat [gedaagde 1] zich aan zijn verplichtingen heeft gehouden. De vordering tot betaling van de toekomstige termijnen zal daarom worden toegewezen.

Samenvattend over de vorderingen

2.32.

[gedaagde 1] en Premium Huis worden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van de begrote herstelkosten (€ 67.830,75, hoofdsom) en de buitengerechtelijke incassokosten van € 1.758,49, deze laatste post vermeerderd met wettelijke rente. Hoofdelijk betekent dat zij beide verplicht zijn het gehele bedrag te betalen maar dat als een van hen iets betaalt, de schuld van de ander met dat bedrag wordt verminderd. [gedaagde 1] wordt daarnaast veroordeeld tot betaling van de wettelijke rente over de hoofdsom en de betaling van de achterstand in de bijdragen servicekosten van € 3.060,68 en de buitengerechtelijke incassokosten van € 431,07, vermeerderd met de wettelijke rente over deze posten.

[gedaagden] moet de proceskosten van VVE Acaciastraat betalen

2.33.

[gedaagden] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Deze kosten worden aan de kant van VVE Acaciastraat begroot op:

- explootkosten € 129,75

- griffierecht € 2.837,00

- salaris gemachtigde € 2.366,00 (2 punten x tarief € 1.183,00)

In totaal € 5.332,75

2.34.

De bij eiswijziging gevorderde betaling van € 408,95 aan beslagkosten vanwege het conservatoir beslag op de woning van [gedaagde 1], wordt alleen tegen [gedaagde 1], als onweersproken, toegewezen. De wettelijke rente zal worden toegewezen op de wijze zoals hierna vermeld.

2.35.

Premium Huis is niet in de procedure verschenen, daarom worden [gedaagde 1] en Premium Huis hoofdelijk veroordeeld om aan VVE Acaciastraat een bedrag van € 4.149,75 (€ 129,75 + € 2.837,- + € 1.183,-) te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente zoals gevorderd. [gedaagde 1] wordt daarnaast veroordeeld tot betaling van het resterende salaris van gemachtigde van € 1.183,- (een punt voor de zitting), vermeerderd met de wettelijke rente zoals gevorderd.

2.36.

Uit de uitspraak van 10 juni 2022 van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2022:853), onder nummer 2.3 volgt dat in dit vonnis geen aparte beslissingen hoeven te worden genomen over nakosten en wettelijke rente daarover.

3 De beslissing

De rechtbank:

3.1.

veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk tot betaling aan VVE Acaciastraat van

€ 67.830,75, alleen ten aanzien van [gedaagde 1] te vermeerderen met de wettelijke rente over de hoofdsom, te rekenen vanaf 17 mei 2021 tot de dag van algehele voldoening;

3.2.

veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk tot betaling aan VVE Acaciastraat van € 1.758,49,

te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 april 2022 tot de dag van algehele

voldoening;

3.3.

veroordeelt [gedaagde 1] tot betaling aan VVE Acaciastraat van € 408,95, te

vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 25 november 2022 tot de dag van algehele voldoening;

3.4.

veroordeelt [gedaagde 1] tot betaling aan VVE Acaciastraat van € 3.060,68 en de

buitengerechtelijke kosten over dat bedrag van € 431,07, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der verschuldigdheid tot aan de dag der algehele

voldoening;

3.5.

veroordeelt [gedaagde 1] vanaf februari 2023 tot betaling van een bedrag van

€180,04 per maand aan nog te vervallen (voorschot-)bijdragen voor de woning, te

vermeerderen met de eventuele door VVE Acaciastraat vast te stellen maandelijkse

verhoging en de wettelijke rente, gedurende de periode dat [gedaagde 1] als eigenaar van de woning kan worden aangemerkt;

3.6.

veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk in de proceskosten van VVE Acaciastraat tot op heden begroot op € 4.149,75 daarin begrepen een bedrag van € 1.183,- aan salaris voor de gemachtigde van VVE Acaciastraat, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis tot de dag der algehele voldoening;

3.7.

veroordeelt [gedaagde 1] in de resterende proceskosten van VVE Acaciastraat tot op heden

begroot op € 1.183,- aan salaris voor de gemachtigde van VVE Acaciastraat, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis tot de dag der algehele voldoening;

3.8.

wijst het meer of anders gevorderde af;

3.9.

verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.

Dit vonnis is gewezen door mr. I.A.M. Kroft en in het openbaar uitgesproken op 29 maart 2023.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde jurisprudentie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature