Uitspraak
uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL23.19669
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [V-nummer] (gemachtigde: mr. M.L. van Leer),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, (gemachtigde: S.J.R.R. Brocks).
Procesverloop
Bij besluit van 29 juni 2023 (het bestreden besluit) heeft de staatssecretaris de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL23.19668, op 31 augustus 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoeker, de gemachtigde van verzoeker, Y.E. Ramdani als tolk en de gemachtigde van de staatssecretaris.
Overwegingen
1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.19668, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Gelet op de uitkomst van de bodemzaak veroordeelt de voorzieningenrechter de staatssecretaris wel in de door verzoeker gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter vast op € 837,- omdat de gemachtigde van verzoeker een verzoekschrift heeft ingediend. Verder zijn er geen kosten gemaakt die vergoed kunnen worden.
Beslissing
De voorzieningenrechter:
wijst het verzoek om voorlopige voorziening af;
veroordeelt de staatssecretaris in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 837,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. E. Kersten, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
13 september 2023
Documentcode: [documentcode]