E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RBDHA:2023:1296
Rechtbank Den Haag, AWB 19/9632 en AWB 21/2641

Inhoudsindicatie:

MK. Intrekking verblijfsvergunning regulier vanwege gevaar voor de openbare orde (veelpleger) en afwijzing verblijfsrecht artikel 20 VWEU (Chavez). Huidige artikel 3.86 van het Vb is van toepassing en artikel 3.86, tiende lid, van het Vb staat niet aan intrekking in de weg. Belangenafweging artikel 8 EVRM onvoldoende gemotiveerd. Eiser is een ‘settled migrant’, maar verweerder heeft niet het juiste criterium als uitgangspunt genomen (zwaarwegende reden om uitzetting te rechtvaardigen). Bij de belangenafweging zelf heeft verweerder zwaar gewicht kunnen toekennen aan het belang van bescherming van de openbare orde, maar heeft hij de banden van eiser met Nederland niet deugdelijk gemotiveerd meegewogen. Dat geldt ook voor de belangen van het kind, die een aanzienlijk gewicht moeten krijgen (Jeunesse). Bij de afwijzing van verblijfsrecht o.g.v. Chavez heeft verweerder mede op basis van rapport van de Raad voor de Kinderbescherming erkend dat eiser een afgeleid verblijfsrecht van zijn kinderen heeft, maar dit verblijfsrecht aan hem ontzegd op grond van de openbare orde. Verweerder heeft terecht een gevaar voor de openbare orde aangenomen, maar heeft niet deugdelijk gemotiveerd dat het ontzeggen van rechtmatig verblijf ook evenredig is (Alfredo Rendón Marin). Verweerder heeft ook hier de belangen van de kinderen, die blijken uit het rapport van de RvdK, niet deugdelijk gemotiveerd meegewogen. Beroepen gegrond.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie