E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RBDHA:2022:5934
Rechtbank Den Haag, NL21.13523

Inhoudsindicatie:

Regulier / Pakistan / intrekking verblijfsvergunning / verblijfsregeling mensenhandel / beroep ongegrond.

Verweerder mag onderscheid maken tussen mensenhandel en -smokkel. Op basis van informatie van het Openbaar Ministerie stelt verweerder in redelijkheid dat mensenhandel niet aannemelijk is. Er zijn ook geen concrete aanknopingspunten voor twijfel. Nu niet aannemelijk is dat er sprake is geweest van mensenhandel, heeft verweerder op basis van zijn beleid de beperking van de verblijfsvergunning niet hoeven te wijzigen. Verweerder heeft kunnen afzien van horen in bezwaar.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie