Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Aanvraag artikel 9 Vw . Chavez. Eiser verblijft niet in Nederland. Beroep ongegrond.

Uitspraak



RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL22.11480

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer] (gemachtigde: mr. I. Özkara),

en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: E. de Bonth).

Procesverloop

Bij besluit van 20 april 2022 (primaire besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 ( Vw ) waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt afgewezen.

Bij besluit van 15 juni 2022 (bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

De rechtbank heeft het beroep op 1 november 2022 op zitting behandeld. Partijen zijn, met bericht van afwezigheid, niet verschenen.

Overwegingen

1. De rechtbank neemt de volgende, door partijen niet betwiste, feiten als vaststaand aan. Eiser is geboren op [geboortedatum] 1986 en heeft de Dominicaanse nationaliteit. Eiser woont, met een verblijfsvergunning, op Curaçao. Eiser heeft sinds september 2015 een relatie met [A] ( [A] ). [A] heeft drie kinderen waarvan eiser niet de biologische vader is. Op 5 mei 2019 zijn eiser en [A] op Curaçao getrouwd. In september 2019 zijn [A] en haar drie kinderen naar Nederland vertrokken.

2. Eiser heeft onderhavige aanvraag ingediend om bij zijn drie stiefkinderen in Nederland te mogen verblijven op grond van het arrest Chavez-Vilchez1

1. ECLI:EU:C:2017:354.

3. Verweerder heeft zich in het bestreden besluit primair op het standpunt gesteld dat reeds omdat eiser niet in Nederland verblijft het gevraagde document niet kan worden afgegeven. Verweerder heeft zich subsidiair op het standpunt gesteld dat niet kan worden vastgesteld dat eiser aan zijn stiefkinderen een van artikel 20 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie afgeleid verblijfsrecht ontleent. Eiser voldoet niet aan de voorwaarden van het beleid zoals neergelegd in B10/2.2 van de Vreemdelingencirculaire 2000. Volgens verweerder heeft eiser niet aangetoond dat hij meer dan marginale zorg- en opvoedingstaken verricht. Daarnaast heeft eiser niet aangetoond dat zijn stiefkinderen zodanig van hem afhankelijk zijn dat zij bij verblijfsweigering aan eiser gedwongen worden de EU te verlaten.

4. De rechtbank stelt vast dat eiser in beroep geen inhoudelijke beroepsgronden heeft ingediend die zijn gericht tegen het primaire standpunt van verweerder. Eiser heeft in beroep enkel beroepsgronden ingediend die zijn gericht tegen het subsidiaire standpunt van verweerder. Niet in geschil is dat eiser op Curaçao verblijft. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat verweerder zich in het bestreden besluit, gelet op artikel 8, onder e, van de Vw , terecht op het standpunt heeft gesteld dat reeds omdat eiser niet in Nederland verblijft het gevraagde document niet kan worden verstrekt.

5. Aan het subsidiaire standpunt van verweerder in het bestreden besluit en in dat kader de vragen of eiser zorg- en opvoedingstaken verricht en of tussen eiser en zijn stiefkinderen een afhankelijkheidsrelatie bestaat waardoor zij gedwongen worden de EU te verlaten, wordt daarom niet meer toegekomen. Wat eiser in beroep hierover heeft aangevoerd, behoeft daarom geen bespreking.

6. Het beroep is ongegrond.

7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. G.P. Loman, rechter, in aanwezigheid van mr. M. van Ettikhoven, griffier.

De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:

02 november 2022

Documentcode: [documentcode]

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 4 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature