U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Verzoek proceskosten afgewezen - geen sprake van tegemoetkomen

Uitspraak



RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht

zaaknummers: NL22.8971, NL22.8972 en NL22.8974

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen [verzoekster] , verzoekster

mede namens haar minderjarige kinderen: [minderjarige 1] , [minderjarige 2] , [minderjarige 3] , [minderjarige 4] , [minderjarige 5] en [minderjarige 6] ,

V-nummers: [V-nummer 1] , [V-nummer 2] , [V-nummer 3] , [V-nummer 4] , [V-nummer 5] ,

[V-nummer 6] en [V-nummer 7]

[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [V-nummer 8]

(gemachtigde: mr. E. Ceylan),

en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. C.W.M. van Breda).

Procesverloop

In het besluit van 11 mei 2022 (bestreden besluit 1) heeft verweerder de aanvraag van verzoekster tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure niet-ontvankelijk verklaard. Dit op grond van protocol nr. 24 inzake Asiel voor onderdanen van Lidstaten van de Europese Unie bij het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (hierna: het Protocol).

Bij separaat besluit van 11 mei 2022 (bestreden besluit 2) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als ongegrond.

Verzoekers hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld (NL22.8971 en NL22.8974). Verzoekster heeft daarnaast een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening ingediend (NL22.8972).

Bij besluit van 14 juni 2022 heeft verweerder besloten om de inschrijving van verzoekster als burger van de Unie goed te keuren en aan verzoeker een verblijfsdocument EU/EER te verstrekken.

De gemachtigde van verzoekers heeft op 14 juni 2022 telefonisch doorgegeven de beroepen en het verzoek om een voorlopige voorziening in te trekken. Op 5 juli 2022 is dit schriftelijk

bevestigd met daarbij het verzoek verweerder te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten.

De rechtbank heeft verweerder in de gelegenheid gesteld te reageren op dat verzoek.

Verweerder heeft de rechtbank meegedeeld dat er geen aanleiding is om over te gaan tot een proceskostenveroordeling.

Overwegingen

1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zonder zitting uitspraak op de verzoeken om proceskostenveroordeling.

2. De veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb en nader uitgewerkt in het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb). Als een beroep wordt ingetrokken, omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoet gekomen, kan de rechtbank op verzoek van de indiener dat bestuursorgaan bij afzonderlijke uitspraak veroordelen in de proceskosten. Dit is geregeld in artikel 8:75a van de Awb .

3. Verzoekers hebben aangevoerd dat van meet af aan duidelijk was dat zij van mening waren dat aan hen een declaratoir verblijfsrecht toekwam en dat verweerder dit daarom in de asielprocedure had moeten toetsen. Door dit niet te doen, heeft verweerder geen rechtens juiste en zorgvuldig gemotiveerde beslissingen genomen. Om die reden menen verzoekers dat verweerder in hun proceskosten dient te worden veroordeeld.

4. De rechtbank oordeelt als volgt. Uit de gedingstukken en het hiervoor weergegeven procesverloop is gebleken dat verweerder niet tegemoet is gekomen aan de beroepen en het verzoek in kwestie. Verweerder heeft immers de bestreden besluiten niet herroepen, maar heeft op de separate aanvraag voor toetsing aan het Unierecht positief beslist. Zoals verweerder stelt, biedt artikel 3.6a van het Vreemdelingenbesluit 2000 geen grond om in het kader van de beoordeling van een asielaanvraag ambtshalve te toetsen aan het Unierecht. Dat verweerder aan verzoekers een declaratoir verblijfsrecht heeft toegekend, is dus niet het gevolg van de ingediende beroepen en het verzoek om een voorlopige voorziening. Voor het toekennen van een proceskostenveroordeling is daarom geen aanleiding.

5. De verzoeken om verweerder te veroordelen in de proceskosten worden daarom als kennelijk ongegrond afgewezen.

Beslissing

De rechtbank wijst de verzoeken om vergoeding van de proceskosten af.

Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, rechter, in aanwezigheid van L.S. Lodder, griffier.

De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:

19 juli 2022

Documentcode: [documentcode]

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



∧ naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature