Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Vreemdelingenrecht, schijnrelatie. beroep ongegrond.

Uitspraak



RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht

Bestuursrecht

zaaknummers: AWB 21/3502 en AWB 21/3503

uitspraak van de enkelvoudige kamer en de voorzieningenrechter van 20 januari 2022 in de zaak tussen

[eiseres] , geboren op [1989] , van Nigeriaanse nationaliteit, eiseres/verzoekster

V-nummer: [v-nummer]

(gemachtigde: mr. J. Singh),

en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. V. Ilic).

Procesverloop

Bij besluit van 19 juli 2019 (het primaire besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres/verzoekster (hierna te noemen: eiseres) van 13 december 2018 om afgifte van een verblijfsdocument EU/EER afgewezen. Volgens verweerder blijkt uit onderzoek dat eiseres en [referent] (hierna: referent) een schijnrelatie als bedoeld in overweging 28 van de richtlijn 2004/38/EG zijn aangegaan. Op grond van artikel 8.15 van het Vreemdelingenbesluit (Vb) heeft verweerder eiseres het rechtmatig verblijf ontzegd.

Bij besluit van 21 mei 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.

Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 21 oktober 2021. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Slaagt het beroep op artikel 8.7, vierde lid, van het Vb? Nee.

1. Eiseres voert in beroep aan dat op grond van paragraaf B10/2.2 van de Vreemdelingencirculaire (Vc) en artikel 8.7, vierde lid, van het Vb moet worden aangenomen dat eiseres en referent een duurzame relatie hebben. Zij hebben namelijk samen een kind. Referent heeft het kind erkend en onderhoudt ook het kind. Uit de Vc en het Vb volgt dat wanneer partners een gezamenlijk kind hebben, de duurzame relatie moet worden aangenomen.

2.1.

De rechtbank verwerpt de stelling van eiseres. Daartoe overweegt en oordeelt de rechtbank als volgt.

2.2.

In artikel 8.7, vierde lid, van het Vb is bepaald dat deze paragraaf van toepassing is op de gehuwde partner die een vreemdeling als bedoeld in het eerste lid naar Nederland begeleidt of zich bij hem in Nederland voegt en die een deugdelijk bewezen duurzame relatie met die vreemdeling heeft, en op de rechtstreekse bloedverwant in de neergaande lijn van een zodanige partner, voor zover die bloedverwant jonger is dan 18 jaar en die partner vergezelt of zich bij die partner in Nederland voegt.

2.3.

In paragraaf B10/2.2 van de Vc is hierover onder het kopje ‘Duurzame relatie’ het volgende opgenomen:

In aanvulling op artikel 8.7, vierde lid, Vb neemt de IND aan dat een duurzame relatie bestaat als de burger van de Unie en de ongehuwde partner:

- voorafgaand aan het moment van de aanvraag voor toetsing aan het EU-recht of het moment van beslissen gedurende een termijn van zes maanden een gezamenlijke huishouding voerden en gedurende die termijn feitelijk samenwoonden; of

- gezamenlijk een kind hebben.

In alle gevallen moet het gaan om een bestaande duurzame relatie.

2.4.

Niet in geschil is dat uit voornoemde bepalingen het rechtsvermoeden voortvloeit dat bij een gezamenlijk kind sprake is van een duurzame relatie. Voorts is niet in geschil dat het dan aan verweerder is om dat rechtsvermoeden met tegenbewijs te weerleggen.

2.5.

Naar het oordeel van de rechtbank is verweerder hierin geslaagd. Verweerder heeft naar aanleiding van de aanvraag en eerdere besluitvorming uitgebreid onderzoek verricht naar de situatie van eiseres. Hierbij zijn eiseres en referent meerdere malen, ook na de komst van het kind, uitgebreid gehoord. Op basis van dit onderzoek heeft verweerder geconcludeerd dat sprake is van een schijnrelatie en een schijnerkenning. Daaraan heeft verweerder (samengevat) de volgende ervarings- en individuele indicatoren ten grondslag gelegd:

- eiseres en referent zijn beide afkomstig uit West-Afrika en schelen 18 jaar in leeftijd;

- eiseres is illegaal Nederland ingereisd en heeft voorafgaand aan de aanvraag langdurig illegaal in Nederland verbleven;

- er zitten discrepanties tussen de relatieverklaring en de gegevens uit het BRP betreffende de diverse inschrijvingen op adressen;

- de gegevens over de dienstverbanden en inkomsten van referent roepen vragen op;

- de foto’s en Whatsapp contacten van eiseres en referent zijn respectievelijk momentopnames en van een zeer korte periode;

- eiseres en referent hebben op essentiële onderdelen, zoals over de zwangerschap, de bevalling, de erkenning van en het ouderlijk gezag over hun dochter, de zorg voor hun dochter en over het dagelijks leven, tegenstrijdig verklaard.

2.6.

De rechtbank stelt vervolgens vast dat eiseres in beroep de voornoemde indicatoren niet heeft betwist. De rechtbank ziet dan geen aanknopingspunten om te twijfelen aan de conclusies van verweerder.

Slaagt het beroep op artikel 8.7, tweede lid en onder d, van het Vb? Nee.

3. Eiseres voert in beroep ook aan dat zij een verblijfsrecht heeft op grond van artikel 8.7, tweede lid en onder d, van het Vb. Ter zitting heeft eiseres toegelicht dat het verblijfsrecht van eiseres voortvloeit uit het kind, dat een EU burger is. Daarbij gaat eiseres uit van het kind als zijnde de vreemdeling. Omdat eiseres ten laste komt van het kind (zij leeft namelijk van het geld wat het kind krijgt van referent), voldoet zij aan de voorwaarden. Volgens eiseres is verweerder in het bestreden besluit ten onrechte aan haar beroep hierop voorbij gegaan.

4.1.

De rechtbank verwerpt de stelling van eiseres. Daartoe overweegt en oordeelt de rechtbank als volgt.

4.2.

In artikel 8.7, tweede lid, van het Vb is bepaald dat deze paragraaf van toepassing is op de familieleden die een vreemdeling als bedoeld in het eerste lid naar Nederland begeleiden of zich bij hem in Nederland voegen, voor zover het betreft:

a. de echtgenoot;

b. de partner, waarmee de vreemdeling een naar Nederlands internationaal privaatrecht geldig geregistreerd partnerschap is aangegaan;

c. de rechtstreekse bloedverwant in neergaande lijn, van een vreemdeling als bedoeld in het eerste lid, of van diens echtgenoot of geregistreerd partner, voor zover die bloedverwant jonger is dan 21 jaar of ten laste is van die echtgenoot of geregistreerd partner; of

d. de rechtstreekse bloedverwant in opgaande lijn die ten laste is van de vreemdeling of van het gezinslid, bedoeld onder a of b.

4.3.

Naar het oordeel van de rechtbank is eiseres bij toepassing van artikel 8.7, tweede lid en onder d, van het Vb, de vreemdeling. Zíj heeft immers een aanvraag ingediend voor verblijf bij referent als zijnde haar partner. Uitgaande van die lezing, gaat het beroep van eiseres op artikel 8.7, tweede lid en onder d, van het Vb niet op. Niet gesteld of gebleken is dat in die situatie aan de voorwaarden uit artikel 8.7, tweede lid en onder d, van het Vb wordt voldaan.

4.4.

Naast het voorgaande geldt dat eiseres niet heeft onderbouwd of aannemelijk gemaakt dat zij ten laste komt van het kind. Ter zitting heeft eiseres verklaard dat het geld van referent aan eiseres wordt gegeven. De huur van eiseres wordt door referent rechtstreeks aan de verhuurder betaald.

4.5.

Dat verweerder hier in het bestreden besluit ten onrechte aan voorbij is gegaan, volgt de rechtbank ook niet. Eiseres heeft deze stelling eerst op 13 juli 2021 naar voren gebracht. Van een motiveringsgebrek in het bestreden besluit is naar het oordeel van de rechtbank dan ook geen sprake.

Heeft de hoorzitting zorgvuldig en zonder vooringenomenheid plaatsgevonden? Ja.

5. Eiseres voert ten slotte aan dat de hoorzitting was gericht op de vaststelling van een vooringenomen stelling van verweerder. Dit blijkt uit de aard van de vragen en de wijze waarop werd omgegaan met eiseres en haar kind. Doordat eiseres tijdens de hoorzitting niet naar haar huilende kind toe mocht, heeft zij zich onvoldoende kunnen concentreren op de vragen. Aan de door eiseres gegeven antwoorden kan dan niet de waarde worden gehecht die verweerder eraan hecht.

6. De rechtbank verwerpt de stelling van eiseres. Uit het verslag van de hoorzitting volgt dat verweerder vragen heeft gesteld over de zwangerschap en bevalling van eiseres. De rechtbank ziet hierin geen vooringenomenheid. Uit het verslag volgt verder dat eiseres duidelijke antwoorden heeft gegeven op de gestelde vragen. Daarbij is zij gedurende een deel van de hoorzitting bijgestaan door haar gemachtigde. Uit het verslag blijkt niet dat eiseres zich niet goed kon concentreren. Op de vraag of eiseres op juiste wijze te woord is gestaan en is behandeld, heeft zij ‘ja’ geantwoord. Niet onderbouwd of gebleken is dat de hoorzitting op onzorgvuldige wijze heeft plaatsgevonden.

Conclusie

7. Ook wat verder is aangevoerd, leidt niet tot het oordeel dat het bestreden besluit onrechtmatig is. Het beroep is ongegrond.

8. Gegeven de beslissing in de hoofdzaak is er geen grond meer voor het treffen van de verzochte voorlopige voorziening, zodat het verzoek wordt afgewezen.

9. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.

Deze uitspraak is gedaan door mr. J.A. Schuman, (voorzieningen)rechter, in aanwezigheid van mr. H.J.J.M. Kock, griffier. De beslissing is uitgesproken op 20 januari 2022 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.

griffier rechter

Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan, voor zover het beroep betreft, binnen vier weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature