E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RBDHA:2021:9533
Rechtbank Den Haag, NL21.5187

Inhoudsindicatie:

Dublin Malta. Tussenuitspraak. Eiser voert aan dat hij niet naar Malta kan terugkeren vanwege het feit dat hij in (onrechtmatige) detentie zal worden geplaatst, de detentieomstandigheden zeer slecht zijn en er geen mogelijkheid is om tegen de detentie op te komen. Eiser beroept zich daarbij o.a. op het AIDA-rapport over Malta (2019 update) van 23 april 2020 en het rapport van de European Committee for the Prevention of Torture and Inhuman or Degrading Treatment of Punishment (CPT) van 10 maart 2021. Uit deze rapporten volgt dat de kans dat eiser, als Dublinclaimant, bij terugkeer in Malta in detentie zal worden gezet aanzienlijk is. Verder volgt uit de rapporten dat eiser tijdens zijn detentie in omstandigheden terecht zal komen die zeer slecht zijn en dat er onvoldoende effectieve procedurele waarborgen zijn voor eiser om op te komen tegen zijn detentie. Het beeld dat uit de rapporten naar voren komt over de mogelijkheid van detentie, de detentieomstandigheden en de processuele waarborgen tijdens detentie is zo ernstig dat niet zonder meer kan worden uitgegaan van het eerdere oordeel van de Afdeling in haar uitspraak van 2 februari 2021. Uit de rapporten volgt echter ook dat er volgens de Maltese autoriteiten inmiddels verschillende verbeteringen zijn doorgevoerd, zowel in de asielprocedure als in de opvangvoorzieningen (waaronder de detentie, detentieomstandigheden en de procedurele waarborgen tijdens detentie). De rechtbank is van oordeel dat er, gelet op het ernstige beeld dat in eerste instantie uit de rapporten naar voren komt, meer duidelijkheid moet komen over de omstandigheden waaronder eiser na een mogelijke overdracht aan Malta zal worden opgevangen. In dat verband wil de rechtbank weten of de door de Maltese autoriteiten gestelde verbeteringen in het asielsysteem en de detentieomstandigheden daadwerkelijk feitelijk zijn doorgevoerd. De rechtbank wil vervolgens weten of deze verbeteringen ook daadwerkelijk hebben geleid tot een situatie waarbij aannemelijk is dat eiser, als Dublinclaimant, bij terugkeer niet in een situatie terecht komt waarin artikel 3 van het EVRM en artikel 4 van het EU Handvest wordt geschonden. Zolang deze informatie ontbreekt heeft het bestreden besluit geen deugdelijke motivering. Verweerder wordt daarom in de gelegenheid gesteld binnen twaalf weken dit gebrek te herstellen.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie