Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

mvv nareis, Tibet, identiteit niet aannemelijk gemaakt, geen bewijsnood, geen indicatieve bewijzen, geen nader onderzoek, beroep ongegrond.

Uitspraak



RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht

Bestuursrecht

zaaknummer: AWB 20/8001

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 maart 2021 in de zaak tussen

[eiser] , geboren op [1989] , van Chinese nationaliteit, eiser,

V-nummer: [V nummer]

(gemachtigde: mr. R.J.J. Flantua),

en

de Staatsecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. D. Berben)

Procesverloop

Mevrouw [A] is in het bezit van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Zij heeft op 21 januari 2019 namens eiser een aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) in het kader van nareis asiel ingediend.

Bij besluit van 16 april 2020 (het primaire besluit) heeft verweerder de aanvraag afgewezen. Hiertegen heeft eiser bezwaar gemaakt.

Bij besluit van 30 september 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder dit bezwaar kennelijk ongegrond verklaard.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 23 februari 2021. Eiser heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Ook is referent verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Inleiding

1. Eiser stelt dat hij is geboren op [1989] en dat hij de Chinese nationaliteit heeft.

Reden van afwijzing

2. Verweerder wijst de aanvraag af, omdat eiser zijn identiteit en (subsidiair) de feitelijke gezinsband of huwelijk met referente niet aannemelijk heeft gemaakt. Ook verkeert eiser niet in bewijsnood ten aanzien van de mogelijkheid om zijn identiteit of huwelijk met referente aan te tonen. Met betrekking tot zijn identiteit heeft eiser zijn geen officiële of indicatieve documenten overgelegd. Omdat de identiteit van eiser niet kan worden vastgesteld, komt verweerder niet toe aan de beoordeling van de feitelijke gezinsband tussen eiser en referente. Dat de identiteit wordt vastgesteld of aannemelijk wordt gemaakt, is volgens verweerder een basisvereiste voor verlening van een mvv.

Het standpunt van eiser

3. Eiser kan zich niet verenigen met deze beslissing. Met zijn verklaring, doorgezonden via sociale media, heeft eiser duidelijk willen maken dat hij zijn enige identiteitsdocument (resident identity card) tijdens zijn vlucht uit Tibet is kwijtgeraakt. Verder blijkt uit de verklaring van de Welfare Society van 15 augustus 2019 dat de organisatie eiser kent en dat eiser geen legaal verblijf heeft in India. Alleen Tibetanen die via een Special Entry Permit naar India komen, kunnen een Registration Certificate (RC) krijgen. Aangezien eiser India illegaal is ingereisd en hij geen documenten heeft, kan hij geen RC krijgen. Gelet op het voorgaande verkeert eiser in bewijsnood en had verweerder hem een identificerend gehoor moeten aanbieden.

4. Over het huwelijk of feitelijke gezinsband voert eiser aan dat de Welfare Society na onderzoek in Tibet heeft geconcludeerd dat eiser en referente zijn getrouwd. Verder heeft referente een zoon ( [B] ) gekregen van een andere man dan eiser, maar dit doet niet af aan de feitelijke gezinsband tussen eiser en referente. Bovendien heeft de zoon van referente ook de naam van eiser gekregen. Gelet op het voorgaande is het bestreden besluit onzorgvuldig voorbereid en niet deugdelijk gemotiveerd, aldus eiser.

Beoordeling door de rechtbank

5. De rechtbank is van oordeel dat het betoog van eiser niet slaagt en licht dit als volgt toe.

6. Eiser heeft ook in beroep geen originele identificerende documenten overgelegd. De rechtbank moet daarom beoordelen of verweerder zich niet ten onrechte op standpunt heeft gesteld dat eiser niet in bewijsnood verkeert. Ook beoordeelt de rechtbank het standpunt van verweerder dat de documenten die eiser wél heeft overgelegd, niet kunnen worden aangemerkt als indicatieve bewijzen voor zijn identiteit en zijn feitelijke gezinsband met referente.

7. De rechtbank is van oordeel dat verweerder voldoende heeft gemotiveerd waarom er geen sprake is van bewijsnood ten aanzien van het ontbreken van officiële identificerende documenten. Weliswaar stelt eiser dat hij zijn identiteitsdocument is kwijtgeraakt, maar deze stelling is alleen onderbouwd met een schriftelijke verklaring. Aangezien deze verklaring niet is gepersonaliseerd, ondertekend of voorzien van een datum en plaats, kan hieraan geen waarde worden gehecht. De verklaring is immers op geen enkele wijze te verifiëren. Daarnaast heeft eiser niet uitgelegd waarom hij niet aan (andere) documenten ter onderbouwing van zijn identiteit kan komen.

8. Eiser zou illegaal in India verblijven en zich daarom niet kunnen registeren. De rechtbank volgt verweerder in zijn standpunt dat in beroep nog steeds niet duidelijk is geworden welke acties eiser heeft ondernomen om zich te registeren. Het zou voor eiser lastig zijn om contact te leggen met zijn familie in Tibet, maar uit het dossier blijkt niet dat eiser hiertoe pogingen heeft gedaan. Bovendien zou het de Welfare Society wel gelukt zijn om informatie te vragen via de familie van eiser. Verweerder heeft dit niet ten onrechte opmerkelijk geacht. Ook in beroep heeft eiser niet uitgelegd waarom deze organisatie hem dan niet via zijn familie kan helpen om aan documenten te komen.

9. Daarnaast heeft verweerder zich terecht op het standpunt gesteld dat eiser ook geen substantieel indicatief bewijs heeft overgelegd om zijn identiteit te onderbouwen. De verklaring van de Welfare Society kan niet bijdragen aan het vaststellen van identiteit van eiser. Er is immers niet gebleken of, en zo ja welke, brondocumenten aan deze verklaring ten grondslag hebben gelegen.

10. Gelet op het feit dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat sprake is van bewijsnood en hij ook geen substantieel indicatief bewijs heeft overgelegd, hoefde verweerder naar het oordeel van de rechtbank verder ook geen nader onderzoek in de zin van het aanbieden van een gehoor op de ambassade.

11. Aangezien verweerder in redelijkheid heeft kunnen overwegen dat eiser zijn gestelde identiteit onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt, behoeft wat eiser heeft aangevoerd over de feitelijke gezinsband met referente geen bespreking meer.

De hoorplicht

12. Met betrekking tot de stelling van eiser dat de hoorplicht is geschonden, overweegt de rechtbank als volgt. Volgens vaste rechtspraak vormt het horen een essentieel onderdeel van de bezwaarschriftenprocedure en kan daarvan slechts met toepassing van artikel 7:3, aanhef en onder b, van de Algemene wet bestuursrecht worden afgezien indien er, naar objectieve maatstaven bezien, op voorhand redelijkerwijs geen twijfel over mogelijk is dat de bezwaren niet kunnen leiden tot een andersluidend besluit. Naar het oordeel van de rechtbank deed een dergelijke situatie zich hier voor.

Conclusie

13. Gelet op hetgeen hiervoor is overwegen, is het beroep is ongegrond. Het bestreden besluit blijft in stand.

14. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, rechter, in aanwezigheid van mr. A. Vranken, griffier. De beslissing is uitgesproken op 18 maart 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.

griffier rechter

Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen vier weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature