U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Zittingsplaats:
Instantie:
Vindplaatsen:

Inhoudsindicatie:

Tussenvonnis. CMR. Opvolgend vervoer? Artikel 34 CMR. Is Ladeliste een vrachtbrief ? Is het vervoer onderworpen aan één enkele overeenkomst?

Uitspraak



vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel

zaaknummer / rolnummer: C/09/575628 / HA ZA 19-665

Vonnis van 4 augustus 2021

in de zaak van

KÜHNE + NAGEL (AG & CO) KG te Hamburg (Duitsland),

eiseres in conventie,

verweerster in reconventie,

advocaat mr. F.J.H. Krumpelman te Rotterdam,

tegen

1 SAMSUNG ELECTRONICS GMBH te Schwalbach am Taunus (Duitsland),

gedaagde in conventie,

niet verschenen,

2. SAMSUNG SDS GLOBAL SCL GERMANY GMBH te Schwalbach am Taunus

(Duitsland),

gedaagde in conventie,

eiseres in reconventie,

advocaat mr. T. van der Valk te Rotterdam,

3. SAMSUNG EUROPE LOGISTICS B.V. te Delft,

gedaagde in conventie,

niet verschenen,

4. SAMSUNG FIRE & MARINE INSURANCE COMPANY OF EUROPE [LTD] te

Londen (Verenigd Koninkrijk),

gedaagde in conventie,

niet verschenen.

Partijen worden hierna afzonderlijk Kühne+Nagel, Samsung Electronics, Samsung SDS, Samsung Europe Logistics en Samsung Fire & Marine genoemd. Samsung Electronics, Samsung SDS, Samsung Europe Logistics en Samsung Fire & Marine worden gezamenlijk aangeduid als Samsung c.s. (in meervoud).

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

het vonnis in incident van 8 januari 2020 en de daarin genoemde stukken;

de conclusie van antwoord, tevens houdende eis in reconventie van 13 mei 2020, met producties S1 tot en met S5;

de conclusie van antwoord in reconventie in de hoofdzaak tevens incidentele conclusie strekkende tot oproeping in vrijwaring van 19 augustus 2020, met productie 3;

de conclusie van antwoord in het vrijwaringsincident (in reconventie) van 2 september 2020;

het vonnis in incident van 30 september 2020;

het proces-verbaal van comparitie van 20 april 2021 en de daarin genoemde stukken.

1.2.

Ten slotte is een datum voor het wijzen van vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

Kühne+Nagel en Samsung SDS zijn logistiek dienstverleners, gevestigd in Duitsland.

2.2.

In juli 2018 heeft Samsung SDS Kühne+Nagel opdracht gegeven om een zending goederen, bestaande uit 780 Samsung Galaxy 8 telefoons (hierna: de goederen) met een waarde van € 177.489, van Rennerod (Duitsland) over de weg naar Tilburg te vervoeren. Samsung SDS heeft op haar beurt deze opdracht gekregen van Samsung Electronics.

2.3.

Op 4 juli 2018 heeft Kühne+Nagel de goederen in Haiger (Duitsland) in ontvangst genomen.

2.4.

In de nacht van 7 op 8 juli 2018 zijn de goederen gestolen uit de loods van Visser Duiven Vastgoed B.V., waar de goederen door Kühne+Nagel op 4 juli 2018 waren gelost.

2.5.

Bij brief van 16 juli 2018 heeft Samsung SDS Kühne+Nagel aansprakelijk gesteld voor het verlies van de goederen tijdens het transport.

2.6.

Samsung SDS is op 3 augustus 2018 door Samsung Electronics in rechte betrokken voor het Landgericht in Koblenz (Duitsland). Via een Streitverkündung heeft Samsung SDS Kühne+Nagel in kennis gesteld van de procedure in Duitsland. Kühne+Nagel heeft zich vervolgens in de Duitse procedure als Streitverkündete gevoegd aan de zijde van Samsung SDS.

2.7.

Bij vonnis van 3 december 2019 (hierna: het Duitse vonnis) heeft het Landgericht Koblenz Samsung SDS veroordeeld tot betaling van € 177.989, vermeerderd met kosten en rente in de zin van artikel 27 van het Verdrag van 19 mei 1956 betreffende de overeenkomst tot internationaal vervoer van goederen over de weg (CMR), en het ingehouden eigen risico van € 500, vermeerderd met CMR-rente, aan Samsung Fire & Marine, de verzekeraar van Samsung Electronics. Tegen het Duitse vonnis is geen hoger beroep ingesteld.

3 Het geschil

in conventie 3.1.

Kühne+Nagel vordert dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:

Primair:

voor recht verklaart dat Samsung c.s., althans Samsung Electronics en/of Samsung SDS en/of Samsung Europe Logistics en/of Samsung Fire & Marine in een eventuele schadevordering tegenover Kühne+Nagel niet ontvankelijk zijn/is;

Subsidiair:

voor recht verklaart dat Kühne+Nagel niet aansprakelijk is tegenover Samsung c.s., althans niet tegenover Samsung Electronics en/of tegenover Samsung SDS en/of tegenover Samsung Europe Logistics en/of tegenover Samsung Fire & Marine voor schade als gevolg van het in het lichaam van de dagvaarding omschreven incident;

Meer subsidiair:

voor recht verklaart dat Kühne+Nagel tegenover Samsung c.s., althans tegenover Samsung Electronics en/of tegenover Samsung SDS en/of tegenover Samsung Europe Logistics en/of tegenover Samsung Fire & Marine slechts beperkt aansprakelijk is overeenkomstig artikel 23 CMR;

alles met hoofdelijke veroordeling van Samsung c.s., althans Samsung Electronics en/of Samsung SDS en/of Samsung Europe Logistics en/of Samsung Fire & Marine in de kosten van het geding (deurwaarderskosten, vertaalkosten, griffierecht en salaris advocaat) en de nakosten en wettelijke rente over die bedragen vanaf een in goede justitiële orde bepaalde dag.

3.2.

Kühne+Nagel legt aan haar vorderingen ten grondslag dat zij er door de tussen Samsung Electronics en Samsung SDS in Duitsland gevoerde procedure en de uitkomst daarvan rekening mee houdt dat zij door Samsung SDS of één van de andere gedaagden wordt aangesproken tot vergoeding van de door haar/hen geleden schade. In dat kader wenst Kühne+Nagel door de rechtbank te laten vaststellen dat zij ingevolge artikel 17 lid 2 CMR ontheven is van haar aansprakelijkheid, nu de schade het gevolg is van omstandigheden die zij niet heeft kunnen vermijden en waarvan zij de gevolgen niet heeft kunnen verhinderen. Indien de rechtbank van oordeel is dat Kühne+Nagel wel aansprakelijk is, dan vraagt zij de rechtbank te oordelen dat haar aansprakelijkheid op grond van artikel 23 lid 3 CMR beperkt is tot 8,33 SDR per verloren kilogram en dat op grond van artikel 23 lid 4 CMR verdere schadevergoeding niet is verschuldigd.

3.3.

Samsung SDS voert verweer.

3.4.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

in reconventie

3.5.

Samsung SDS vordert dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Kühne+Nagel veroordeelt tot:

I. betaling aan Samsung SDS van € 178.489, te vermeerderen met samengestelde rente ex artikel 27 CMR vanaf 16 juli 2018 tot aan de dag van algehele voldoening;

II. betaling aan Samsung SDS van de kosten van de Duitse procedure van

€ 10.849,40;

III. betaling aan Samsung SDS van de buitengerechtelijke incassokosten van

€ 2.649,13;

IV. betaling aan Samsung SDS van de kosten van het geding, te vermeerderen met de nakosten, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, en – voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.

3.6.

Samsung SDS legt aan haar vorderingen ten grondslag dat Kühne+Nagel volledig aansprakelijk is tegenover Samsung SDS en uit dien hoofde de door Samsung SDS aan Samsung Electronics betaalde schadevergoeding volledig dient te vergoeden. Kühne+Nagel is opvolgend vervoerder in de zin van artikel 34 CMR, zodat Samsung SDS op grond van artikel 37 CMR en artikel 39 lid 1 CMR de betaalde schadevergoeding (volledig) op Kühne+Nagel kan verhalen. Indien de rechtbank van oordeel is dat Kühne+Nagel niet kwalificeert als opvolgend vervoerder – en hoofdstuk VI CMR daardoor niet van toepassing is – is zij volledig aansprakelijk op grond van artikel 3 CMR jo. artikel 29 CMR. Volgens Samsung SDS is er bij het verlies van de goederen sprake geweest van opzet dan wel met opzet gelijk te stellen schuld (bewuste roekeloosheid) aan de zijde van Kühne+Nagel en/of haar hulppersonen, waardoor Kühne+Nagel op basis van artikel 29 CMR geen beroep op een aansprakelijkheidsuitsluiting of -beperking toekomt.

3.7.

Kühne+Nagel voert verweer.

3.8.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4 De beoordeling

4.1.

In deze zaak staat de vraag centraal of en zo ja, in welke mate, Kühne+Nagel aansprakelijk is jegens Samsung SDS voor het verlies van de goederen tijdens het wegtransport. Meer in het bijzonder is het daarbij de vraag of Kühne+Nagel aan te merken is als opvolgend vervoerder of als ondervervoerder van Samsung SDS. Kühne+Nagel en Samsung SDS verschillen daarover van mening en betwisten elkaars standpunten. Gelet op het feit dat het antwoord op deze vraag van belang is voor de (verdere) beoordeling van zowel de vorderingen in conventie als in reconventie, zal de rechtbank die vraag allereerst behandelen, voordat zij ingaat op de afzonderlijke vorderingen.

Is Kühne+Nagel opvolgend vervoerder?

4.2.

Het antwoord op de vraag of Kühne+Nagel in de vervoersketen opvolgend vervoerder of ondervervoerder is van Samsung SDS, is bepalend voor de toepasselijkheid van de bepalingen in hoofdstuk VI CMR (de artikelen 34 tot en met 40 CMR) en daarmee voor de omvang van de mate waarin Kühne+Nagel schadeplichtig kan zijn tegenover Samsung SDS. De stelplicht – en bij voldoende betwisting de bewijslast – dat Kühne+Nagel als opvolgend vervoerder moet worden aangemerkt, ligt bij Samsung SDS.

4.3.

Samsung SDS legt het volgende ten grondslag aan haar stelling dat Kühne+Nagel opvolgend vervoerder is. Samsung SDS heeft als papieren vervoerder met Samsung Electronics gecontracteerd voor het internationale wegtransport, maar de feitelijke uitvoering daarvan, van Rennerod (Duitsland) naar Tilburg, lag volledig in handen van Kühne+Nagel. In de jurisprudentie en literatuur bestaat er geen twijfel over dat de vervoerder die het transport feitelijk uitvoert opvolgend vervoerder is. Ook is er, in tegenstelling tot het standpunt dat Kühne+Nagel op dat punt inneemt, wel degelijk sprake van een document dat voldoet aan de eisen die artikel 6 CMR daaraan stelt en dus van een vrachtbrief. Aldus is voldaan aan de vereisten in artikel 34 CMR voor de toepasselijkheid van de opvolgend vervoerregeling. Bovendien is een vrachtbrief niet vereist. Uit het voorgaande volgt dat Kühne+Nagel volledig aansprakelijk is voor de door Samsung SDS geleden schade, bestaande onder meer uit het bedrag tot betaling waarvan zij in het Duitse vonnis veroordeeld was en wat zij uit dien hoofde aan Samsung Electronics heeft betaald, aldus nog steeds Samsung SDS.

4.4.

Volgens Kühne+Nagel is zij op grond van het volgende niet aan te merken als opvolgend vervoerder. Artikel 34 CMR noemt drie vereisten waaraan voldaan moet zijn om een vervoerder te kunnen kwalificeren als opvolgend vervoerder: (i) het hele vervoer moet zijn onderworpen aan één enkele overeenkomst, gesloten door de hoofdvervoerder met de afzender, (ii) de volgende vervoerder moet de goederen in ontvangst nemen, (iii) de volgende vervoerder moet ook de vrachtbrief in handen hebben gekregen. Dit volgt niet alleen uit de CMR, maar is ook bevestigd in bestendige jurisprudentie, waaronder het arrest van de Hoge Raad van 11 september 2015, ECLI:NL:HR:2015:2528 (Veldhuizen/Beurskens). Aan deze vereisten is niet voldaan. Door Samsung SDS is niet bewezen dat het vervoer onderworpen is geweest aan één enkele overeenkomst gesloten tussen Samsung Electronics als afzender en Samsung SDS als hoofdvervoerder en ook heeft Kühne+Nagel geen vrachtbrief ontvangen. Het gevolg van het niet voldaan zijn aan de vereisten in artikel 34 CMR is dat Kühne+Nagel geen opvolgend vervoerder is en hoofdstuk VI CMR niet van toepassing is, aldus nog steeds Kühne+Nagel.

4.5.

Artikel 34 CMR bepaalt: “Indien een vervoer, onderworpen aan één enkele overeenkomst, wordt bewerkstelligd door opvolgende wegvervoerders, worden de tweede en ieder van de volgende vervoerders door inontvangstneming van de goederen en van de vrachtbrief partij bij de overeenkomst op de voorwaarden van de vrachtbrief en wordt ieder van hen aansprakelijk voor de bewerkstelliging van het gehele vervoer.”

4.6.

Vast staat dat Kühne+Nagel de goederen in ontvangst heeft genomen, zodat de rechtbank dient te beoordelen of het vervoer onderworpen is aan één enkele overeenkomst en of Kühne+Nagel de vrachtbrief in ontvangst heeft genomen.

4.7.

Volgens Samsung SDS is het hele vervoer, van Rennerod (Duitsland) naar Tilburg, onderworpen aan één enkele overeenkomst, tussen Samsung Electronics en Samsung SDS. Kühne+Nagel betwist dat, kort gezegd omdat zij de vervoersovereenkomst niet kent.

4.8.

Nu de vervoersovereenkomst tussen Samsung SDS en Samsung Electronics niet in het geding is gebracht, heeft Samsung SDS haar stelling dat het vervoer was onderworpen aan één enkele overeenkomst onvoldoende geconcretiseerd. De rechtbank komt hier later op terug (zie 4.19).

4.9.

Samsung SDS heeft ter onderbouwing van haar stelling dat Kühne+Nagel een vrachtbrief in ontvangst heeft genomen die haar partij maakt bij de overeenkomst tussen Samsung Electronics en Samsung SDS een door Kühne+Nagel in Haiger opgesteld document in het geding gebracht. Volgens Samsung SDS is dit document een vrachtbrief. Het document is getiteld ‘CMR – LADELISTE’ en vermeldt links bovenaan als ontvanger “Kuehne + Nagel Logistics B.V.” en als opmaakdatum en -plaats “Haiger, 04.07.18 17:44”. Op het document staan 5 rijen, genummerd 22 tot en met 26. In de kolommen achter de nummers staan de gegevens van de te vervoeren goederen. De gegevens van nummers 22 tot en met 24 en 26 zijn weggelakt, volgens Kühne+Nagel omdat dit goederen van andere afzenders betreft. Nummer 25 betreft de goederen. In dat vakje staat als ontvanger genoemd: “Samsung Electronics Europe LOG, Theseusstraat 21 5047 RA Tilburg”. Als afzender is vermeld: “Samsung Electronics GMBH, 65824 Schwalbach”. Als bijlage bij de CMR-ladeliste is een zogenoemde ‘Lieferschein’ gevoegd d.d. 3 juli 2018. De Lieferschein vermeldt de goederen en als laaddatum 4 juli 2018. Als leveringsdatum is 12 juli 2018 genoemd.

4.10.

Kühne+Nagel betwist dat de CMR-ladeliste kwalificeert als een vrachtbrief. Het is volgens haar een paklijst, opgemaakt te Haiger (Duitsland), terwijl het vervoer begon in Rennerod (Duitsland). Bovendien wordt op de paklijst Kühne + Nagel Logistics B.V. genoemd als ontvanger en niet Samsung Electronics in Tilburg. De zending is bovendien niet naar Kühne + Nagel Logistics B.V. gegaan, maar naar Visser Duiven Vastgoed B.V. Ook geldt dat de Duitse procedure niet gebaseerd was op de opvolgend vervoerregeling in de artikelen 34 tot en met 40 CMR, aldus nog steeds Kühne+Nagel.

4.11.

De rechtbank is op grond van het volgende van oordeel dat de CMR-ladeliste niet als vrachtbrief kan worden aangemerkt. Artikel 6 CMR bepaalt welke aanduidingen de vrachtbrief moet bevatten. De CMR-ladeliste bevat (in ieder geval een deel van) de informatie zoals genoemd in artikel 6 CMR, maar dat maakt het document, anders dan Samsung SDS stelt, niet zonder meer een vrachtbrief als bedoeld in artikel 34 CMR. Het document is immers door Kühne+Nagel zelf opgemaakt en gesteld noch gebleken is dat Kühne+Nagel heeft beoogd namens Samsung SDS een vrachtbrief op te stellen. Verder vermeldt het document als ontvanger van de gehele lading Kühne + Nagel Logistics B.V. en niet Samsung Electronics in Tilburg, terwijl de goederen daar moesten worden afgeleverd. Dit duidt er naar het oordeel van de rechtbank op dat de CMR-ladeliste, zoals Kühne+Nagel stelt, een (interne) paklijst is met informatie over de inhoud van de vrachtwagen waarin de goederen vervoerd worden. Zou dit anders zijn, dan zou dat betekenen dat – gelet op het feit dat er op de CMR-ladeliste meerdere zendingen staan – Kühne+Nagel zich daarmee tegelijkertijd aan verschillende hoofdvervoersovereenkomsten bindt, terwijl niet is gebleken onder welke voorwaarden zij dan toetreedt tot die verschillende rechtsverhoudingen. Die voorwaarden dan wel enige verwijzing naar een hoofdvervoersoveerenkomst volgen althans niet uit de CMR-ladeliste.

4.12.

Voor dat oordeel is de ratio van de vrachtbrief mede van belang. De ratio van overgave en ontvangst van de originele vrachtbrief is gelegen in de vergaande gevolgen voor de (opvolgend) vervoerder. In het geval van opvolgend vervoer heeft Kühne+Nagel immers ook opdrachtgever Samsung Electronics als wederpartij en is zij aansprakelijk onder de voorwaarden van de tussen Samsung Electronics en Samsung SDS gesloten overeenkomst. Hieruit volgt dat het voor de opvolgend vervoerder van belang is dat hij door middel van ontvangst van de originele brief op de hoogte komt van het feit dat zijn vervoer deel uitmaakt van een groter geheel waarbij hij mede verbonden is met een derde partij, te weten de afzender. Uit niets blijkt dat Kühne+Nagel door het zelf opstellen van de CMR-ladeliste moest weten dat zij toetrad tot de overeenkomst tussen Samsung SDS en Samsung Electronics.

4.13.

Dat – zoals ook volgt uit het hiervoor genoemde Veldhuizen/Beurskens-arrest – het doel en de strekking van artikel 34 CMR zijn dat de schadelijdende partij (ladingbelanghebbende/regreszoekende vervoerder) zijn schade vergoed krijgt, doet er niet aan af dat het voor een vervoerder, gelet op de uitbreiding van zijn aansprakelijkheid, duidelijk moet zijn dat hij toetreedt tot een overeenkomst.

4.14.

De slotsom is dat niet is komen vast te staan dat Kühne+Nagel de vrachtbrief in ontvangst heeft genomen.

4.15.

Samsung SDS betoogt echter dat het voor de vraag of Kühne+Nagel is toegetreden tot de overeenkomst tussen Samsung Electronics en Samsung SDS niet nodig is dat Kühne+Nagel een vrachtbrief in ontvangst heeft genomen, onder verwijzing naar Hof Den Haag 11 juni 2002, ECLI:NL:GHSGR:AL8103. Het hof overwoog in die zaak onder meer als volgt:

“5.1. Vaststaat dat Lemm de goederen van KNP in ontvangst heeft genomen en daadwerkelijk heeft vervoerd, terwijl zij ermee bekend was dat Leijs met KNP was overeengekomen dat de goederen van Maastricht naar Engeland zouden worden vervoerd. Het ging daarbij om een overeenkomst van grensoverschrijdend wegvervoer, waarop de CMR van toepassing is, ook zonder afgifte van een vrachtbrief. Lemm moet, gelet op haar voormelde bekendheid, geacht worden tot deze overeenkomst te zijn toegetreden. Dat in casu een vrachtbrief ontbrak - en dus ook niet door (de chauffeur van) Lemm in ontvangst is genomen - behoeft onder deze omstandigheden aan de toepasselijkheid van art. 34 van de CMR niet in de weg te staan.

5.2.

Voor het aannemen van toetreding tot de internationale wegvervoersovereenkomst pleit ook dat Lemm een verzekering had afgesloten ter dekking van de aansprakelijkheid voortvloeiend uit de bepalingen van het CMR-verdrag en bij het factureren van het verrichte transport voor wat betreft de BTW het bij doorvoer van toepassing zijnde 0-tarief hanteerde. Ook aan de chauffeur van Lemm was duidelijk dat het om een grensoverschrijdend transport ging, nu zijn afleveradres de ferry-terminal van Tor Line te Rotterdam betrof.”

4.16.

In het arrest van het Hof Amsterdam van 14 oktober 2007, ECLI:NL:GHAMS:2007:BM8483 speelde net als in de onderhavige zaak de vraag of een document kon worden aangemerkt als vrachtbrief. Ook in die zaak werd een beroep gedaan op het arrest van het Hof Den Haag van 11 juni 2002. Het Hof Amsterdam overwoog onder meer als volgt:

“3.14

Denkbaar is dat bijzondere omstandigheden kunnen meebrengen dat in gevallen waarin — evenals in het onderhavige geval — ter zake van de overeenkomst tussen de afzender en de eerste vervoerder geen vrachtbrief is opgesteld, ook zonder inontvangstneming door de tweede vervoerder van een vrachtbrief de CMR-regeling inzake vervoer verricht door opvolgende vervoerders toepasselijk is.

(…)

Wél is daarvan wellicht een voorbeeld te vinden in het arrest van het Haagse hof van 11 juni 2002 (S & S 2003, 94), dat bij de pleidooien in de eerste aanleg ter sprake is gekomen, naar moet worden afgeleid uit het proces-verbaal van de desbetreffende zitting. Wat er ook zij van dit arrest, Vos heeft zich er niet op beroepen en gesteld noch gebleken is dat de omstandigheden van dat geval in relevante mate gelijk zijn aan de omstandigheden van het

onderhavige geval.

3.15

In het onderhavige geval kan hoe dan ook van dispensatie van het vereiste van overnemen van de vrachtbrief op grond van bijzondere omstandigheden als hierboven (onder 3.14) bedoeld, geen sprake zijn. De overeenkomst tussen de afzender HP en de eerste vervoerder T&B verschilt op een belangrijk punt van die tussen T&B en Vos en Vos heeft voordat zij met T&B contracteerde, aan T&B duidelijk gemaakt dat zij niet bereid was op dit belangrijke punt zich te binden aan het op dit stuk tussen HP en T&B overeengekomene, zoals hierboven (onder 3.3) overwogen. In zo'n geval kan de opvolgende vervoerder niet worden geacht als partij te zijn toegetreden tot de overeenkomst tussen de afzender en de eerste vervoerder. Aan te nemen valt immers dat in artikel 34 CMR, in het bijzonder in de passage ‘op de voorwaarden van de vrachtbrief’, besloten ligt dat er geen ruimte is voor toetreding als partij tot de overeenkomst met een uitzondering ten aanzien van de voorwaarden van die overeenkomst als hier aan de orde, alsmede dat er slechts ruimte is voor zodanige toetreding zonder die uitzondering indien de opvolgend vervoerder de vrachtbrief — met de daaruit blijkende voorwaarden, zoals aanvankelijk tussen de afzender en de eerste vervoerder overeengekomen — in ontvangst heeft genomen.”

4.17.

De rechtbank leidt uit voorgaande jurisprudentie af dat bijzondere omstandigheden kunnen meebrengen dat inontvangstneming van de vrachtbrief niet is vereist voor toepasselijkheid van de opvolgend vervoer-regeling. Het is aan Samsung SDS om te stellen en zo nodig bewijzen dat Kühne+Nagel is toegetreden tot de overeenkomst tussen Samsung Electronics en Samsung SDS, ook al heeft Kühne+Nagel geen vrachtbrief in ontvangst genomen. Samsung SDS heeft hieraan slechts ten grondslag gelegd dat het een “gewone” internationale vervoersovereenkomst betreft en dat Kühne+Nagel dat wist. Kühne+Nagel betwist niet dat zij wist dat het een overeenkomst van internationaal goederenvervoer was, maar betoogt dat ze de overeenkomst tussen Samsung Electronics en Samsung SDS en de voorwaarden waaronder die is gesloten niet kent en dus betwist dat zij daartoe is toegetreden.

4.18.

De rechtbank acht het debat over de omstandigheden rond het sluiten van de overeenkomst onvoldoende uitgekristalliseerd en zal partijen in de gelegenheid stellen zich nader uit te laten over het volgende. Volgens Samsung SDS is Kühne+Nagel toegetreden tot de overeenkomst tussen Samsung Electronics en Samsung SDS. Waaruit blijkt dit, bij gebreke van inontvangstneming van een vrachtbrief? Zoals uit de hiervoor weergegeven jurisprudentie volgt zijn de omstandigheden van het geval van belang of van toetreding kan worden gesproken zonder ontvangst van de vrachtbrief. Op grond van welke omstandigheden is Kühne+Nagel volgens Samsung SDS toegetreden? Zijn de voorwaarden van de overeenkomsten identiek? Zo nee, op grond waarvan heeft Samsung SDS aangenomen dat Kühne+Nagel wilde toetreden? Samsung SDS zal in de gelegenheid worden gesteld zich hierover uit te laten, waarbij zij wordt verzocht ook in te gaan op het vonnis van de Duitse rechter, in welk vonnis wordt overwogen dat – kort gezegd – tussen Samsung Electronics en Samsung SDS andere voorwaarden golden dan tussen Samsung SDS en Kühne+Nagel.

4.19.

Nu Kühne+Nagel betwist dat het vervoer is onderworpen aan één enkele overeenkomst (zie 4.7- 4.7), wordt Samsung SDS tevens in de gelegenheid gesteld haar stellingen op dit punt nader te onderbouwen.

4.20.

Kühne+Nagel zal vervolgens in de gelegenheid worden gesteld hierop bij akte te reageren.

4.21.

Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

5 De beslissing

De rechtbank:

5.1.

verwijst de zaak naar de rol van 1 september 2021 voor het nemen van een akte door Samsung SDS als bedoeld in 4.18 en 4.18;

5.2.

bepaalt dat de zaak daarna op de rol van vier weken later komt voor het nemen van een antwoordakte door Kühne+Nagel;

5.3.

houdt iedere verdere beslissing aan.

Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. Voorwinden en in het openbaar uitgesproken door mr. D. Nobel, rolrechter, op 4 augustus 2021.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature