Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

AKT, Sri Lanka, asielrelaas ongeloofwaardig, kennelijk ongegrond, beroep ongegrond.

Uitspraak



RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL20.21802

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser V-nummer: [v-nummer] (gemachtigde: mr. M. Gavami),

en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: G.T. Cambier).

Procesverloop

Bij besluit van 18 december 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaak NL20.21803, plaatsgevonden op 6 januari 2021. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen T. Bhawany. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiser is van Sri Lankaanse nationaliteit en is geboren op [1975] . Hij heeft het volgende aan zijn asielaanvraag ten grondslag gelegd. Eiser heeft een juwelierswinkel. Op 15 januari 2019 is hij door een onbekende gebeld met de vraag of hij sieraden op lening verkocht. Eiser heeft aangegeven dat hij dit niet deed. Vervolgens zijn op 18 januari 2019 twee mensen op een motor naar eisers huis gekomen. Eiser en zijn echtgenote werden door één van hen geslagen en werden gedwongen om de sieraden die zij droegen af te geven. Ze werden hierbij bedreigd en hen werd verteld om geen aangifte te doen. In maart 2019 is eiser wederom door een onbekende gebeld. Deze keer vertelde de onbekende dat hij sieraden wilde, zonder dat hij hiervoor wilde betalen. Op 30 april 2019 moest eiser naar het ziekenhuis voor een diabetescontrole. In het ziekenhuis werd hij door zijn echtgenote gebeld met de mededeling dat de politie en de CID een doorzoeking in hun huis en in de winkel hadden gedaan en dat zij naar eiser op zoek waren. Er was namelijk een bonnetje van eisers winkel aangetroffen bij iemand die in verband werd gebracht met de aanslagen in Sri Lanka

tijdens Pasen 2019. Vervolgens is eiser op aanraden van zijn echtgenote naar zijn schoonbroer gegaan, waar hij heeft verbleven totdat hij Sri Lanka op 25 juli 2019 heeft verlaten. Bij terugkeer naar Sri Lanka vreest eiser voor de mensen die hem hebben beroofd en voor de Sri Lankaanse autoriteiten.

3. Het asielrelaas van eiser bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:

identiteit, nationaliteit en herkomst;

incidenten van januari en maart 2019;

doorzoekingen van april 2019;

overgelegde documenten;

uitreis.

3. Verweerder acht het element onder 1 geloofwaardig, maar de overige elementen niet.

Over de incidenten van januari en maart 2019

4. De rechtbank is van oordeel dat verweerder de incidenten van januari en maart 2019 niet ten onrechte ongeloofwaardig heeft geacht. Verweerder heeft in dit verband mogen aanvoeren dat eisers verklaringen op dit onderdeel summier zijn en voornamelijk berusten op aannames en vermoedens. Eiser heeft namelijk verklaard dat hij niet zeker weet of de mensen die hem op 15 januari 2019 hebben gebeld, dezelfde mensen waren als de mensen die op 18 januari 2019 naar zijn huis zijn gekomen. Daarnaast heeft eiser niet inzichtelijk kunnen maken hoe zijn woonadres bekend is geworden bij de overvallers. Ook eisers stelling, dat degene door wie hij in maart 2019 is gebeld, dezelfde persoon is als degene door wie hij in januari 2019 is gebeld, omdat zij ongeveer dezelfde stem hadden, berust op zijn eigen vermoedens. Verweerder heeft zich op het standpunt mogen stellen dat eiser met de hiervoor weergegeven verklaringen niet aannemelijk heeft gemaakt dat de gestelde incidenten in januari en maart 2019 hebben plaatsgevonden en ook niet dat deze verband houden met elkaar.

Over de doorzoekingen van april 2019

5. De rechtbank is van oordeel dat verweerder ook de gestelde doorzoekingen van

30 april 2019 niet ten onrechte ongeloofwaardig heeft geacht, omdat eiser de aanleiding van deze doorzoekingen niet aannemelijk heeft gemaakt. Eiser heeft tijdens zijn nader gehoor verklaard dat de politie bij de doorzoekingen een bonnetje van zijn winkel had meegebracht. De politie zou dit bonnetje hebben gevonden bij iemand die wordt gelinkt aan de bomaanslagen in Sri Lanka tijdens Pasen 2019. Het bonnetje in kwestie betrof de verkoop van twee setjes oorbellen. Eiser vermoedt dat dit bonnetje is aangetroffen bij een man die in november 2018 eisers winkel heeft bezocht. Eiser vermoedt dit, omdat de man in kwestie twee setjes oorbellen kocht en hij moslim was. Een islamitische terreurgroep werd in verband gebracht met het plegen van deze aanslagen. Verweerder heeft zich op het standpunt mogen stellen dat eiser met de hiervoor weergegeven verklaringen niet inzichtelijk heeft gemaakt waarom het enkel aantreffen van dat bonnetje bij een gestelde verdachte van de aanslagen, voor de Sri Lankaanse autoriteiten aanleiding zou zijn om ook eiser als verdachte aan te merken. Het betrof namelijk een bepaald niet ongebruikelijke zakelijke transactie. Verweerder heeft eiser verder niet hoeven volgen in zijn verklaring dat hij ook in verband wordt gebracht met de aanslagen, omdat zijn telefoonnummer is gezien in de telefoonlijst van een verdachte. Eiser heeft deze verklaring namelijk pas bij de

correcties en aanvullingen op het nader gehoor ingediend. Hij heeft niet uitgelegd waarom hij deze verklaring, die raakt aan de essentie van zijn asielrelaas, niet tijdens het nader gehoor naar voren heeft gebracht. Dit terwijl verweerder eiser tijdens het nader gehoor meerdere malen heeft gevraagd waarom juist híj in verband werd gebracht met de aanslagen. Verweerder heeft verder mogen aanvoeren dat eiser niet inzichtelijk heeft gemaakt dat er een verband bestaat tussen de incidenten in januari en maart 2019 en de doorzoeking in april 2019.

Over de legale uitreis

6. De rechtbank is verder van oordeel dat verweerder aan eiser heeft mogen tegenwerpen dat de omstandigheid dat hij legaal en zonder problemen is uitgereisd, afbreuk doet aan eisers stelling dat hij gezocht wordt door de Sri Lankaanse autoriteiten. Eiser heeft verklaard dat zijn gegevens bij de autoriteiten bekend waren. Verweerder heeft eiser niet hoeven volgen in zijn stelling dat de reisagent de mensen op het vliegveld heeft omgekocht. Hiertoe heeft verweerder zich op het standpunt mogen stellen dat niet valt in te zien hoe de reisagent tot aan de gate allerlei beambten heeft kunnen omkopen. De rechtbank volgt eiser verder niet in zijn beroepsgrond dat de vervolging die uit zijn asielrelaas voortvloeit niet van dien aard is, dat een legale uitreis daar niet in zou passen. Dit al niet omdat eiser deze stelling niet nader heeft onderbouwd.

Conclusie met betrekking tot het asielrelaas

7. Uit wat de rechtbank in de alinea’s 4, 5 en 6 heeft overwogen, volgt dat eiser er niet in is geslaagd om zijn asielrelaas aannemelijk te maken. De door eiser overgelegde documenten kunnen dit oordeel niet anders maken. Daarbij is van belang dat het door eiser overgelegde arrestatiebevel, blijkens de verklaring van onderzoek van Bureau Documenten van 20 maart 2020, waarschijnlijk niet is opgemaakt en afgegeven door een daartoe bevoegde autoriteit. Ook de door eiser overgelegde brieven van een advocaat en van een parlementslid kunnen niet tot een ander oordeel leiden, omdat Bureau Documenten heeft aangegeven dat deze stukken niet te beoordelen zijn. Tot slot kan ook het door eiser bij de zienswijze ingebrachte rapport van [A] niet tot een ander oordeel leiden. In dit rapport wordt namelijk enkel ingegaan op de algemene situatie in Sri Lanka en wordt gesteld dat eisers verklaringen overeenkomen met die algemene situatie. Het rapport zegt echter niets over de geloofwaardigheid van eisers gestelde problemen in Sri Lanka. De inhoud van dit rapport kan dan ook geen afbreuk doen aan verweerders standpunt dat eiser zijn asielrelaas niet aannemelijk heeft gemaakt.

Over de afwijzing van eisers aanvraag als kennelijk ongegrond

8. De rechtbank is van oordeel dat verweerder eisers aanvraag heeft mogen afwijzen als kennelijk ongegrond op grond van artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder d, van de Vreemdelingenwet 2000 ( Vw ). Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat eiser zich waarschijnlijk, te kwader trouw, heeft ontdaan van zijn identiteits- of reisdocumenten. Eiser heeft dit standpunt niet bestreden. In eisers stelling dat zijn procedure lang heeft geduurd, heeft verweerder geen aanleiding hoeven zien om geen toepassing te geven aan voornoemde bepaling. Eiser heeft verder ter zitting gesteld dat door de toepassing van deze bepaling de termijnen in de beroepsprocedure korter zijn en dat hij als gevolg daarvan in zijn belangen is geschaad. De rechtbank volgt eiser hierin niet, want eiser heeft ter zitting desgevraagd

bevestigd dat er op dat moment geen informatie was die hij niet of onvoldoende naar voren heeft kunnen brengen. Het is de rechtbank dus niet gebleken dat eiser vanwege de kortere termijnen in de beroepsprocedure in zijn belangen is geschaad.

Slotconclusie met betrekking tot de aanvraag

10. Eiser komt niet in aanmerking voor toelating op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a of b, van de Vw . De aanvraag is terecht afgewezen als kennelijk ongegrond. Het beroep is ongegrond.

11. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, rechter, in aanwezigheid van mr. E. Kersten, griffier.

De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:

12 januari 2021

12 januari 2021

en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.

Mr. R.J.A. Schaaf E. Kersten

Rechter Griffier

Rechtbank Midden-Nederland Rechtbank Midden-Nederland

Documentcode: [documentcode]

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature