E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RBDHA:2021:10689
Rechtbank Den Haag, NL21.11642

Inhoudsindicatie:

Bewaring, artikel 6, derde lid, Vw .

De rechtbank overweegt als volgt. Met ingang van 25 juni 2021 is de algemene asielprocedure gewijzigd. Daarbij zijn wijzigingen doorgevoerd in de aanmeldfase en het aanmeldgehoor en is het eerste gehoor komen te vervallen. Eén van de wijzigingen, opgenomen in het vierde lid van artikel 3.108 d, Vb, is dat in het aanmeldgehoor kort wordt gevraagd naar de asielmotieven van een vreemdeling. Het doel daarvan is blijkens dit artikellid en de toelichting daarbij om het asielproces efficiënter in te richten en de kwaliteit van de besluitvorming te bevorderen. In het vijfde lid van artikel 3.108 d, Vb is bepaald dat bij de beoordeling van de inwilligbaarheid van de aanvraag de door de vreemdeling tijdens de aanmeldfase afgelegde verklaringen omtrent zijn asielmotieven niet zullen worden betrokken, uitzonderingen daargelaten voor daden als bedoeld in artikel 1(F) Vluchtelingenverdrag of andere zware strafbare feiten. Het voorgaande is ingevolge het zevende lid van 3.108 d, Vb ook van toepassing op de grensprocedure.

Uit vaste jurisprudentie volgt dat verweerder een redelijke termijn moet worden gegund om onderzoek te verrichten naar onder meer de omstandigheden genoemd in artikel 31, achtste lid, van de Procedurerichtlijn. Bij dat onderzoek zal een vreemdeling ten minste moeten worden gehoord over zijn asielverzoek. Met de eerder genoemde wijziging in de asielprocedure is dat, gelet op tekst en toelichting van de wijziging, niet anders. Slechts in uitzonderlijke gevallen zal het mogelijk zijn om al na het aanmeldgehoor te beslissen of toepassing van de grensprocedure nog steeds in de rede ligt.

In dit geval heeft verweerder uit de verklaringen van eiser tijdens het aanmeldgehoor niet kunnen en moeten afleiden dat de grensprocedure niet langer kon worden toegepast. Verweerder mag enige tijd worden gegund om onderzoek te doen naar de verklaringen. Van een uitzonderlijk geval als hiervoor in r.o. 5.2.3. genoemd is dan ook geen sprake. De beroepsgrond slaagt niet.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie