Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Zittingsplaats:
Instantie:
Vindplaatsen:

Inhoudsindicatie:

gedaagde heeft onrechtmatig heeft gehandeld jegens eisers (opname van eisers in eigen register, in het Incidentregister Veiligheidszaken en het Extern Verwijzingsregister)

Uitspraak



vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel

zaaknummer / rolnummer: C/09/588127 / HA ZA 20-141

Vonnis van 14 juli 2021

in de zaak van

1 [eisende partij sub 1] [plaats] ,

2. [eisende partij sub 2] te [plaats] ,

3. STER KREDIET B.V. te De Goorn,

advocaat mr. A.J. Horenblas te Amsterdam,

4 [eisende partij sub 4] [plaats] ,

advocaat mr. M. Goedhart te Amsterdam,

eisers,

tegen

AEGON NEDERLAND B.V., te Den Haag,

gedaagde,

advocaat mr. J.N. Drenth te Leeuwarden.

Eisers worden hierna gezamenlijk ook Ster Krediet c.s. genoemd. Ieder voor zich worden zij aangeduid met [eisende partij sub 1] , [eisende partij sub 2] , [eisende partij sub 4] en Ster Krediet BV. Gedaagde wordt Aegon genoemd.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

de dagvaarding van 4 februari 2020, met producties;

de conclusie van antwoord, met producties;

de incidentele conclusie van Ster Krediet c.s., met een vordering tot het treffen van een voorlopige voorziening, met producties;

de conclusie van antwoord in het incident;

de akte met een wijziging van eis;

het tussenvonnis van 16 september 2020, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald;

de beslissing van de rolrechter dat de vordering in het incident tegelijk met de hoofdzaak zal worden behandeld;

het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 9 april 2021 en de daarin genoemde stukken en de brief van mr. Goedhart van 20 april 2021 met een reactie op de juistheid van de verslaglegging.

1.2.

De datum voor het wijzen van vonnis is bepaald op vandaag.

2 De feiten

2.1.

Ster Krediet BV bemiddelt bij de totstandkoming van consumentenkredieten. Aanvullend op deze dienstverlening bemiddelt zij als tussenpersoon ook bij de verstrekking van hypotheken. Dergelijke aanvragen dient zij bij hypotheekverstrekkers in via De Financiële Makelaar B.V., onder meer bij Aegon.

2.2.

[eisende partij sub 1] en [eisende partij sub 2] zijn middellijk bestuurders van Ster Krediet BV. [eisende partij sub 4] is als commercieel medewerker in dienst van Ster Krediet BV en is degene die in hoedanigheid van hypotheekadviseur de hypotheekaanvragen behandelt.

2.3.

Naar aanleiding van twijfels over de inkomensdocumenten bij twee van Ster Krediet BV afkomstige hypotheekaanvragen, heeft Aegon vanaf juni 2018 onderzoek ingesteld naar de van Ster Krediet BV afkomstige hypotheekaanvragen in de periode juli 2017 tot en met juni 2018. Dat waren in totaal acht aanvragen. In zes daarvan rees bij Aegon het vermoeden dat sprake was van valse inkomensdocumenten.

2.4.

Op 2 juli 2018 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen twee medewerkers van de afdeling Veiligheidszaken van Aegon en [eisende partij sub 1] en [eisende partij sub 2] . Een vervolggesprek vond plaats op 14 september 2018, waarbij naast [eisende partij sub 1] en [eisende partij sub 2] ook [eisende partij sub 4] aanwezig was. Van beide gesprekken is een verslag gemaakt.

2.5.

Bij alle zes onderzochte dossiers bleken Ster Krediet c.s. te hebben samengewerkt met de heer [A] (verder: [A] ). Tussen Ster Krediet BV en [A] bestond al langere tijd een zakelijke samenwerking op basis waarvan Ster Krediet BV aan [A] 25% van haar fee betaalde voor elke door hem aangeleverde succesvol bemiddelde krediet- of hypotheekklant.

2.6.

Bij brieven van 18 juli 2019 heeft Aegon aan [eisende partij sub 1] , [eisende partij sub 2] en [eisende partij sub 4] de uitkomst van haar onderzoek meegedeeld. Kort gezegd is Aegon tot de conclusie gekomen dat in alle zes dossiers sprake was van aanvragen op basis van frauduleuze inkomensgegevens, die Ster Krediet c.s. door haar samenwerking met [A] en een onjuiste en onregelmatige bedrijfsvoering mogelijk hebben gemaakt en over welke samenwerking tegenover Aegon niet de waarheid is verklaard. Aegon heeft vastgesteld dat Ster Krediet c.s. dus negatief betrokken waren bij deze hypotheekfraude.

2.7.

Aegon heeft naar aanleiding van de resultaten van haar onderzoek [eisende partij sub 1] , [eisende partij sub 2] , [eisende partij sub 4] en Ster Krediet BV voor de duur van acht jaar opgenomen in haar interne register, in het Incidentenregister Veiligheidszaken (IVR) en het Extern Verwijzingsregister (EVR). Ook heeft zij het Centrum Bestrijding Verzekeringsfraude (CBV) van haar onderzoek op de hoogte gebracht. Zij heeft Ster Krediet c.s. over deze maatregelen in de brieven van 18 juli 2019 geïnformeerd.

2.8.

Op 16 december 2019 heeft Aegon ook aangifte gedaan tegen onder meer Ster Krediet c.s., [A] en de aanvragers van de hypotheken in de zes dossiers. De aangifte ziet op valsheid in geschrift en bedrog, identiteitsfraude, het opzettelijk niet verrichten van cliëntonderzoek en het feitelijk leidinggeven aan deze gedragingen,.

3 Het geschil

in de hoofdzaak

3.1.

Ster Krediet c.s. vorderen, na eiswijziging, samengevat, dat de rechtbank, uitvoerbaar bij voorraad:

i) Aegon veroordeelt om de in de brieven van 18 juli 2019 omschreven maatregelen jegens eisers zo veel als mogelijk ongedaan te maken, waaronder in elk geval de verwijdering van de gegevens van eisers uit het incidentenregister, het interne verwijzingsregister en het externe verwijzingsregister, op straffe van verbeurte van een dwangsom;

ii) voor recht verklaart dat Aegon met de vermelding van eisers in de onder (i) genoemde registers, met het doen van de aangifte en door schending van hoor en wederhoor jegens hen onrechtmatig heeft gehandeld;

iii) voor recht verklaart dat Ster Krediet c.s. schade hebben geleden door het onder (ii) genoemde onrechtmatig handelen, nader op te maken bij staat.

3.2.

Ster Krediet c.s. leggen aan de vorderingen ten grondslag dat Aegon ten onrechte tot de conclusie is gekomen dat zij hebben gefraudeerd bij de aanvraag van hypotheken, omdat hen van de geconstateerde misstanden geen verwijt treft. Er is daarom niet voldaan aan de voorwaarden om tot registratie in de betreffende registers te kunnen overgaan. Subsidiair is de registratie in de gegeven omstandigheden niet proportioneel.

Bovendien heeft Aegon voordat zij daartoe is overgegaan eisers geen gelegenheid tot wederhoor op dat voornemen gegeven. Aegon heeft hierdoor onrechtmatig gehandeld jegens Ster Krediet c.s., waardoor zij schade lijden, die bestaat uit omzetschade van Ster Krediet BV, reputatieschade, advocaatkosten en de gevolgen van het niet kunnen afnemen van financiële - of verzekeringsproducten.

3.3.

Aegon concludeert tot afwijzing van de vorderingen. Zij stelt dat uit het onderzoek voldoende overtuigend is gebleken dat Ster Krediet c.s. zich schuldig hebben gemaakt aan medeplegen van, dan wel medeplichtigheid aan fraude bij de in het geding zijnde hypotheekaanvragen. Dit rechtvaardigt opname van Ster Krediet c.s. in de registers en de aangifte, gelet op de daarbij betrokken belangen, ook uit oogpunt van proportionaliteit. Zij weerspreekt dat zij geen hoor en wederhoor heeft toegepast en wijst op de gesprekken die gedurende het onderzoek met Ster Krediet c.s. zijn gevoerd. Zij betwist bestaan en omvang van schade aan de zijde van Ster Krediet c.s..

in het incident

3.4.

Ster Krediet c.s. vordert samengevat dat de rechtbank Aegon uitvoerbaar bij voorraad veroordeelt om voor de duur van deze procedure de jegens eisers getroffen maatregelen zoals omschreven in 3.1. onder (i) ongedaan te maken, op straffe van verbeurte van een dwangsom.

3.5.

Ster Krediet c.s. baseert het verzoek tot het treffen van de gevraagde voorziening op de stelling dat zij ieder zodanige last ondervinden van de registraties dat zij een spoedeisend belang hebben bij verwijdering van die registraties totdat in de hoofdzaak is beslist, zeker nu de gevraagde voorziening niet tot onomkeerbare gevolgen leidt.

3.6.

Aegon verzet zich tegen toewijzing van de gevraagde voorziening. Zij betwist dat de door Ster Krediet c.s. daarvoor aangevoerde belangen voldoende zwaarwegend en spoedeisend zijn. Bovendien kan toewijzing van de voorziening wel tot onomkeerbare gevolgen leiden, omdat Ster Krediet c.s. gedurende die periode hypotheken kan bemiddelen met een looptijd tot wel 30 jaar.

4 De beoordeling

in de hoofdzaak

kern van de zaak

4.1.

Deze zaak gaat over de vraag of Aegon Ster Krediet c.s. terecht heeft opgenomen in het fraudewaarschuwingssysteem van de financiële instellingen, gelet op het feit dat bij zes van Ster Krediet BV afkomstige hypotheekaanvragen is vastgesteld dat sprake is geweest van valse inkomensgegevens.

4.2.

Opname in dit fraudewaarschuwingssysteem kan voor de betrokkenen verstrekkende consequenties hebben, omdat alle deelnemende financiële instellingen het kunnen raadplegen. Vervolgens is het mogelijk dat zij om nadere informatie omtrent die opname kunnen vragen. Het gevolg hiervan kan zijn dat niet alleen de deelnemer die tot registratie is overgegaan, maar ook andere deelnemers hun (financiële) diensten aan de opgenomen persoon zullen weigeren. Aan deze registratie worden dan ook hoge eisen gesteld.

4.3.

Voor registratie is vereist dat sprake is van als strafbaar te duiden betrokkenheid van Ster Krediet c.s. bij de geconstateerde fraude. Hoewel Aegon terecht vraagtekens plaatst bij de zorgvuldigheid van de dienstverlening van Ster Krediet c.s. rondom de hypotheekportefeuille, hetgeen fraude door derden mogelijk heeft vergemakkelijkt, is van opzet tot (betrokkenheid bij) fraude onvoldoende gebleken. Onzorgvuldige praktijkvoering of een zorgplichtschending jegens Aegon is voor opname in het frauderegistratiesysteem geen grond. Aegon moet de registraties daarom ongedaan maken. Omdat die registraties zonder grond zijn gebeurd, is dat onrechtmatig jegens Ster Krediet c.s.. Op grond van de stellingen van Ster Krediet c.s. bestaan echter onvoldoende aanknopingspunten om aan te nemen dat hierdoor schade is geleden.

4.4.

Hieronder legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt.

De juridische uitgangspunten voor opname in het fraudewaarschuwingssysteem

4.5.

De registratie van de persoonsgegevens in het IVR en het EVR (samen het fraudewaarschuwingssysteem) heeft plaatsgevonden op basis van het Protocol Incidenten Waarschuwingssysteem Financiële Instellingen 2013 (hierna: het Protocol). Met het Protocol geven de aangesloten financiële instellingen (waaronder Aegon) uitvoering aan hun wettelijke verplichtingen om maatregelen te treffen ter bescherming van de integriteit van de financiële sector.

4.6.

Voor vastlegging van gegevens in het IVR is op grond van artikel 3.1. 1 Protocol vereist dat sprake is van een ‘(mogelijk) incident’. Onder het begrip incident wordt verstaan een gebeurtenis die als gevolg heeft, zou kunnen hebben of heeft gehad dat de belangen, integriteit of veiligheid van de cliënten of medewerkers van een financiële instelling, de financiële instelling zelf of de financiële sector als geheel in het geding zijn of kunnen zijn, zoals het falsificeren van nota’s, identiteitsfraude, skimming, verduistering in dienstbetrekking, phishing en opzettelijke misleiding.

4.7.

Aan het incidentenregister is het EVR gekoppeld, dat raadpleegbaar is voor alle deelnemers. Het opnemen van persoonsgegevens in deze registers is aan te merken als een verwerking van persoonsgegevens waarop de (sinds 25 mei 2018 geldende) Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) van toepassing is. Het Protocol biedt voldoende waarborgen voor verwerking van persoonsgegevens zoals die door de AVG wordt voorgeschreven. Het Protocol dient daarom tot uitgangspunt bij de beoordeling van de vraag of opname van de persoonsgegevens van Ster Krediet c.s. in de registers gerechtvaardigd is.

4.8.

Op grond van artikel 5.2.1. van het Protocol is opname in het EVR, kort gezegd, slechts geoorloofd indien:

a. a) de gedraging(en) van de te vermelden persoon een bedreiging vormen voor (I) de (financiële) belangen van cliënten en/of de financiële instelling zelf of (II) de continuïteit en/of de integriteit van de financiële sector;

b) in voldoende mate vaststaat dat de desbetreffende (rechts)persoon betrokken is bij de onder a bedoelde gedraging(en). Dit betekent dat van strafbare feiten in principe aangifte wordt gedaan;

c) het proportionaliteitsbeginsel in acht is genomen in die zin dat wordt vastgesteld dat het belang van opname prevaleert boven de mogelijk nadelige gevolgen van opname in het EVR voor de desbetreffende persoon.

4.9.

Het is vaste rechtspraak dat voor het aannemen en verwerken van strafrechtelijke gegevens een veroordeling door de strafrechter niet is vereist. De gegevens moeten wel in voldoende mate vaststaan. Dat betekent dat sprake moet zijn van zodanige concrete feiten en omstandigheden dat zij als strafbaar feit bewezen kunnen worden in de zin van artikel 350 van het Wetboek van Strafvordering. Daarvan is sprake als de vastgestelde gedragingen een zwaardere verdenking dan een redelijk vermoeden van schuld opleveren. Uitgangspunt is verder dat het aan de financiële instelling is te onderbouwen en te concretiseren dat zij in overeenstemming met de uitgangspunten tot registratie is overgegaan.

Beoordeling van de verwijten die Aegon Ster Krediet c.s. maakt

4.10.

Voor de beoordeling van de rechtbank staat vast dat in de zes door Aegon genoemde dossiers inderdaad sprake is van fraude, omdat de aanvragers in die dossiers valse inkomensgegevens hebben aangeleverd. Ook Ster Krediet c.s. gaan hier namelijk inmiddels van uit. De vraag is dus niet óf er is gefraudeerd, maar of Ster Krediet c.s. daaraan op strafbare wijze hebben meegewerkt. Aegon stelt niet – en daarvoor is in het dossier ook geen enkel aanknopingspunt te vinden – dat Ster Krediet c.s. zélf de hand hebben gehad in het vervalsen van inkomensgegevens (loonstroken, inkomensverklaringen en bewijzen van niet werkelijk bestaande dienstverbanden). Alles wijst er op dat deze van de aanvragers zelf en/of [A] afkomstig waren en zo aan Ster Krediet c.s. zijn aangeleverd en door hen zijn toegevoegd aan de onderbouwing van de hypotheekaanvragen. Of Aegon nu het oog heeft op het (mede)plegen van de fraude door Ster Krediet c.s., of op medeplichtigheid daaraan, in elk geval zal moeten blijken van daarop gericht opzet bij Ster Krediet c.s. Daarvoor moet Aegon voldoende concrete feiten en omstandigheden stellen. Daarbij moet worden gewaakt voor het interpreteren van die feiten en omstandigheden met de wetenschap van achteraf.

4.11.

Aegon onderbouwt haar stelling dat zij Ster Krediet c.s. terecht heeft opgenomen in de registers met – samengevat – de volgende verwijten:

Ster Krediet c.s. hebben als bemiddelaar zes hypotheekaanvragen ingediend met vermoedelijk door [A] vervalste inkomensgegevens en als kritiekloos doorgeefluik gefungeerd van [A] , die in de branche in verband wordt gebracht met (herhaalde en grootschalige) hypotheekfraude en oplichting;

Ster Krediet c.s. hebben klantcontacten en adviesgesprekken voorgewend die in feite door [A] zijn verricht, waarbij zij gefingeerde adviesdocumenten en klantprofielen hebben opgesteld;

Ster Krediet c.s. hebben identiteitsbewijzen ten onrechte “voor origineel gezien” getekend;

Ster Krediet c.s. hebben mails gewist uit de relevante dossiers, zodat niet kon worden nagegaan door wie en met welke gegevens de betreffende klanten bij hen zijn aangebracht;

Ster Krediet c.s. hebben geprobeerd in het onderzoek de samenwerking met [A] voor Aegon te verhullen.

4.12.

Om te beginnen is van belang vast te stellen dat niet onderbouwd is gesteld of gebleken dat Ster Krediet c.s. op de hoogte waren van de dubieuze reputatie van [A] “in de branche” en van diens (gestelde) betrokkenheid bij grootschalige hypotheekfraude in het verleden. Op welke informatie Aegon deze wetenschap baseert heeft zij niet toegelicht, laat staan op grond van welke informatie Ster Krediet c.s. dit wisten of had kunnen of moeten weten.

4.13.

Verder is van belang dat de door Aegon geconstateerde onregelmatigheden en de niet verklaarbare kruisverbanden in de zes dossiers (zoals de opmaak van loonstroken, logogebruik, dezelfde ondertekenaar van inkomensverklaringen van verschillende werkgevers, een niet kloppend contact e-mailadres van een klant) niet van dien aard zijn dat die bij Ster Krediet c.s. onmiddellijk als verdacht in het oog hadden moeten springen. Dat stelt Aegon ook niet. Met de wetenschap van achteraf (eenmaal alert en op zoek naar aanwijzingen voor fraude) is duidelijk dat er iets aan de hand is, maar het voert te ver te zeggen dat de valse gegevens zo in het oog springend zijn dat Ster Krediet c.s. bewust een oogje moeten hebben dichtgeknepen.

4.14.

De rechtbank volgt Aegon niet in haar standpunt dat uit de in 4.11 genoemde omstandigheden – al dan niet in onderlinge samenhang – blijkt van de strafbare betrokkenheid van Ster Krediet c.s. bij de fraude. Kennelijk stelt Aegon dat Ster Krediet c.s. de bedrijfsvoering bewust zo hebben ingericht dat daarmee die fraude mogelijk is gemaakt, dan wel kon worden verhuld.

4.15.

Wat kan worden vastgesteld is dat Ster Krediet c.s. in alle zes dossiers met [A] hebben samengewerkt en door hun zelf uit te voeren taken en werkzaamheden in soms vergaande mate aan hem hebben overgelaten. Dit terwijl zij wisten dat [A] niet als tussenpersoon mocht optreden en zij [A] een fee betaalden voor iedere succesvol bemiddelde klant. Zo heeft [A] aantoonbaar niet alleen klanten aangeleverd bij Ster Krediet c.s. maar is hij ook als contactpersoon voor hen opgetreden, heeft hij stukken voor hen bij Ster Krediet c.s. aangeleverd en ook een enkele keer op verzoek van Ster Krediet c.s. aan hen doorgegeven, hebben Ster Krediet c.s. in voorkomend geval de controle van identiteitsbewijzen aan [A] overgelaten en in dat geval niettemin “voor origineel gezien” afgetekend in het dossier en hebben Ster Krediet c.s. (mede) op basis van door [A] aangeleverde gegevens en niet steeds op basis van zelf met die klanten gevoerde gesprekken, adviesdocumenten en klantprofielen opgesteld.

4.16.

Van een zorgvuldige bedrijfsvoering getuigt dit niet en daarmee is de werkwijze van Ster Krediet c.s. inderdaad kwetsbaar gebleken voor misbruik door derden als [A] , maar van opzet tot betrokkenheid bij fraude getuigt het evenmin, althans in elk geval onvoldoende. Wat er verder zij van de wijze waarop Ster Krediet c.s. de adviesdocumenten en klantprofielen heeft ingevuld en of dat al dan niet in overeenstemming is met daarvoor geldende voorschriften, Aegon heeft niet weersproken dat het hier om documenten gaat die voor intern gebruik van Ster Krediet c.s. zijn en die niet ter onderbouwing van de hypotheekaanvragen aan Aegon zijn toegezonden. Daaruit valt dus geen oogmerk tot misleiding van Aegon af te leiden. Het in strijd met de waarheid aftekenen van identiteitsbewijzen als “voor origineel gezien” – volgens Ster Krediet c.s. ingegeven door de in die gevallen vereiste spoed en vertrouwen in [A] – is weliswaar in strijd met de van Ster Krediet c.s. te verlangen zorgvuldigheid, maar nu hier geen identiteitsfraude aan de orde is, is dat evenmin een harde aanwijzing van gerichtheid op frauduleus handelen. Dat Ster Krediet c.s. met het verwijderen van mailcorrespondentie in de dossiers het oogmerk hebben gehad sporen naar de toeleveranciers van de inkomensgegevens uit te wissen, is een aanname van Aegon met onvoldoende basis in de stukken. Ster Krediet c.s. hebben toegelicht dat zij na de invoering van de AVG en het verbod om in de eigen administratie BSN-nummers te bewaren, als standaardwerkwijze hebben ingevoerd om alleen de bijlagen bij mails te bewaren, BSN-nummers daarin weg te lakken en de mails zelf te verwijderen. Over de effectiviteit van deze werkwijze kan men twisten, maar de suggestie van Aegon dat Ster Krediet c.s. hiermee kennelijk de sporen hebben willen uitwissen van álle toeleveranciers van vervalste gegevens, dus niet alleen van [A] , maar ook van klanten en andere derden, zoals zij in de conclusie van antwoord schrijft, en daarmee de suggestie dat deze werkwijze kennelijk grootschaliger fraudepraktijken zou moeten verhullen, onderbouwt Aegon niet.

4.17.

Aan Aegon kan – in weerwil van de betwisting daarvan door Ster Krediet c.s. – worden toegegeven, dat Ster Krediet c.s. over de aard en de omvang van de samenwerking met [A] aanvankelijk niet uit eigen beweging volledige openheid van zaken hebben gegeven in het onderzoek. Zo is in het eerste gesprek op 2 juli 2018 de vraag van Aegon of zij samenwerkingen hebben met derden in strijd met de waarheid ontkennend beantwoord, terwijl in elk geval in twee toen besproken dossiers de naam van [A] al viel. Anders dan Ster Krediet c.s. beweren hebben zij ook niet daags na dit gesprek op overtuigende wijze openheid betracht over [A] . Weliswaar noemden zij in de mail van 3 juli 2018 de naam van [A] in twee nadere dossiers dan die op 2 juli al waren besproken, maar die informatie bleek nadien behoorlijk onvolledig. De kennis van [eisende partij sub 4] – die de hypotheekportefeuille beheerde – had, naar moet worden aangenomen, ook ten tijde van deze mail of in elk geval kort daarna, al tot meer accurate informatie over [A] ’s betrokkenheid kunnen leiden. Het was immers ook Ster Krediet c.s. toen al duidelijk dat de interesse van Aegon naar hem uitging. Pas in het tweede gesprek met Aegon op 14 september 2018 kwam de betrokkenheid van [A] in alle zes de dossiers in volle omvang op tafel en werd desgevraagd gezegd dat er een fee afspraak met hem bestond. Dat deze gang van zaken bij Aegon vraagtekens heeft opgeroepen over de beweegredenen van Ster Krediet c.s., is begrijpelijk en dat zij een verband heeft gelegd met een in haar ogen tekortschietende bedrijfsvoering wellicht ook. Het is echter niet voldoende om een zwaardere verdenking dan een redelijk vermoeden van schuld aan opzettelijke betrokkenheid bij fraude op te baseren, zoals wel is vereist.

4.18.

Uit het voorgaande volgt dat de verwijten die Aegon Ster Krediet c.s. maakt, ieder voor zich en ook in onderling verband bezien, niet voldoende zijn om aan te kunnen nemen dat Ster Krediet c.s., tezamen of ieder voor zich, de opzet hebben gehad om te frauderen of om de fraude van [A] opzettelijk mogelijk te maken. Van een als strafbaar feit te kwalificeren gedraging van Ster Krediet c.s. is niet gebleken. De vraag of Ster Krediet c.s. in de contractuele relatie met Aegon een zorgplicht heeft geschonden of bepaalde voor een hypotheekbemiddelaar geldende (wettelijke) voorschriften niet steeds hebben nageleefd, kan in het midden blijven. Als dat zo is, rechtvaardigt dat geen opname in het fraudewaarschuwingssysteem, gelet op het doel daarvan en de daarvoor geldende voorwaarden.

De opname in het interne register van Aegon

4.19.

Aegon heeft Ster Krediet c.s. ook voor acht jaar opgenomen in haar eigen – van het IVR losstaande – register, omdat zij geen productie van Ster Krediet c.s. meer wil ontvangen vanwege de gedragingen van Ster Krediet c.s.. Als gevolg van deze opname krijgen alle afdelingen van Aegon gedurende deze periode een melding in geval van een aanvraag van Ster Krediet c.s. van een product of dienst en zal deze worden geweigerd.

4.20.

Nu voor opname in het IVR en EVR geen grond bestaat, had Aegon moeten toelichten dat en waarom zij Ster Krediet c.s. desondanks wel in haar interne systeem mocht opnemen. Dat heeft zij nagelaten. Daarom kan ook deze registratie geen stand houden.

Slotsom ten aanzien van de vorderingen

4.21.

De opname in het IVR, het EVR en het eigen register van Ster Krediet c.s. is zonder toereikende grond gedaan. Dit is onrechtmatig jegens Ster Krediet c.s. en Aegon moet die opname ongedaan maken. De vorderingen van Ster Krediet c.s. zijn in zoverre toewijsbaar. Voor wat betreft de overige in de brieven van 18 juli 2019 aangekondigde maatregelen hebben Ster Krediet c.s. hun vordering tot ongedaanmaking “voor zover mogelijk” niet uitgewerkt of onderbouwd, zodat de rechtbank deze afwijst.

4.22.

De rechtbank ziet geen aanleiding om een dwangsom te verbinden aan de veroordeling tot ongedaanmaking van de registraties. Aegon heeft de noodzaak daartoe weersproken en Ster Krediet c.s. hebben geen omstandigheden gesteld op grond waarvan redelijkerwijs kan worden betwijfeld dat Aegon de prikkel van een dwangsom nodig heeft om te voldoen aan een veroordelend vonnis.

4.23.

Dat en waarom het doen van de aangifte jegens Ster Krediet c.s. onrechtmatig is, hebben Ster Krediet c.s. niet nader toegelicht. Dat hadden zij wel moeten doen. Aegon had immers daadwerkelijk het vermoeden van betrokkenheid bij een strafbaar feit. Van een lichtvaardige of opzettelijk onjuiste aangifte is niet gebleken. Ster Krediet c.s. hadden dan ook moeten toelichten waarom onder de gegeven omstandigheden het doen van aangifte als een onrechtmatige daad kan worden beschouwd. Dat de rechtbank hiervoor tot het oordeel is gekomen dat niet is voldaan aan de vereisten voor opname in het frauderegistratiesysteem is daarvoor niet genoeg. De vordering die ertoe strekt voor recht te verklaren dat het doen van aangifte onrechtmatig was, wordt daarom afgewezen.

4.24.

Hetzelfde geldt voor wat betreft het niet toepassen van hoor en wederhoor door Aegon alvorens tot de registratie over te gaan. Niet valt in te zien welk zelfstandig belang Ster Krediet c.s. hebben bij de op dit punt gevraagde verklaring voor recht.

4.25.

Ster Krediet c.s. hebben nog gevorderd dat de rechtbank voor recht verklaard dat zij schade hebben geleden door de ongegronde opname in het fraudewaarschuwingssysteem, nader op te maken bij staat. Aegon heeft bestaan en omvang van dergelijke schade weersproken.

4.26.

In de dagvaarding hebben Ster Krediet c.s. deze schade alleen in algemene termen omschreven. Desgevraagd ter zitting is namens Ster Krediet c.s. toegelicht dat – hoewel hinderlijk gebleken – op dat moment nog geen schadelijke gevolgen van de registraties zijn waargenomen. Die worden vooral voor de toekomst gevreesd bij het voortduren ervan. Dat er sprake is (per saldo) van gemiste inkomsten dan wel misgelopen groei van het bedrijf, is wel geopperd, maar daarvoor is geen enkel concreet aanknopingspunt aangereikt. Bij deze stand van zaken is onvoldoende aannemelijk dat Ster Krediet c.s. door de opname in de registers mogelijk schade hebben geleden. De rechtbank ziet dan ook geen grond voor verwijzing naar de schadestaatprocedure voor de vaststelling van schade, dan wel om dergelijke schade in deze procedure te begroten.

4.27.

Aegon is de (grotendeels) in het ongelijk gestelde partij. Zij wordt daarom veroordeeld in de proceskosten van Ster Krediet c.s.. Deze worden tot op heden begroot op een bedrag van € 1.782,- (zijnde griffierecht € 656,- en 2 punten aan salaris voor de advocaat op basis van tarief II à € 563,-).

in het incident

4.28.

Gelet op de uitkomst van de hoofdzaak, bestaat geen belang bij een beslissing op de incidentele vordering, zodat deze wordt afgewezen. De rechtbank ziet aanleiding te bepalen dat iedere partij de eigen proceskosten in het incident draagt.

5 De beslissing

De rechtbank

in de hoofdzaak

5.1.

verklaart voor recht dat Aegon met de opname van [eisende partij sub 1] , [eisende partij sub 2] , [eisende partij sub 4] en Ster Krediet BV in haar eigen register, in het Incidentenregister Veiligheidszaken (IVR) en het Extern Verwijzingsregister (EVR) jegens hen onrechtmatig heeft gehandeld;

5.2.

veroordeelt Aegon om de opname van [eisende partij sub 1] , [eisende partij sub 2] , [eisende partij sub 4] en Ster Krediet BV in haar eigen register, in het Incidentenregister Veiligheidszaken (IVR) en het Extern Verwijzingsregister (EVR) ongedaan te maken binnen vijf werkdagen na betekening van dit vonnis;

5.3.

veroordeelt Aegon in de proceskosten van Ster Krediet c.s., tot op heden begroot op € 1.782,-;

5.4.

verklaart de veroordelingen in 5.2. en 5.3. uitvoerbaar bij voorraad;

5.5.

wijst het meer of anders gevorderde af;

in het incident

5.6.

wijst het gevorderde af;

5.7.

bepaalt dat ieder van partijen de eigen proceskosten draagt.

Dit vonnis is gewezen door mr. J.M. Willems en in het openbaar uitgesproken op

14 juli 2021.

HR 29 mei 2009, ECLI:NL:HR:2009:BH4720.

type: 2651


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde jurisprudentie

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature