Verweerder heeft op goede gronden een last onder dwangsom opgelegd aan de overtreder. Geen sprake van onevenredigheid of disproportionaliteit. Verweerder heeft de begunstigingstermijn vier keer verlengd. Tegen de vierde verlenging zijn omwonenden in beroep gekomen. Volgens de rechtbank kon verweerder niet in redelijkheid tot de vierde verlenging van de begunstigingstermijn besluiten. Het is niet aannemelijk dat het voor de overtreder niet mogelijk was de overtreding binnen de voor de derde maal verlengde begunstigingstermijn, te weten vóór 1 december 2019, ongedaan te maken. De beroepen van de omwonenden zijn gegrond en het bestreden besluit wordt vernietigd. Om te voorkomen dat de overtreder direct een dwangsom verbeurt, ziet de rechtbank aanleiding tot het treffen van een voorziening door de begunstigingstermijn te verlengen tot zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak. Hiermee wordt de overtreder de gelegenheid gegeven om alsnog aan de last te voldoen.