Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Dublin Roemenië. Ten aanzien van Roemenië kan verweerder in beginsel uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel. Eiser is er niet in geslaagd aannemelijk te maken dat dat in zijn geval niet zo is. Er bestaat geen grond voor het oordeel dat sprake is voor indirect refoulement. Niet gebleken dat medische behandeling niet mogelijk is in Roemenië. Beroep ongegrond.

Uitspraak



uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Haarlem Bestuursrecht zaaknummer: NL20.12594

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser V-nummer: [#] (gemachtigde: mr. J. Eliya),

en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. E. Slutzky).

Procesverloop

Bij besluit van 17 juni 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Roemenië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaak NL20.12595, plaatsgevonden op 7 juli 2020. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde en de tolk, Z. Hamawandi. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Eiser is geboren op [geboortedatum] en heeft de Syrische nationaliteit. Op 11 april 2020 heeft hij een asielaanvraag ingediend. Hij is daarop telefonisch gehoord. Bij het bestreden besluit heeft verweerder zijn asielaanvraag niet in behandeling genomen omdat Roemenië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan. Roemenië heeft dit bevestigd door op 11 juni 2020 verweerders terugnameverzoek te aanvaarden.

Eiser voert aan dat het besluit onzorgvuldig is voorbereid. Verweerder heeft onvoldoende onderzoek gedaan naar de reden dat eiser niet kan worden overgedragen naar Roemenië. Tijdens het aanmeldgehoor is hij afgekapt toen hij wilde vertellen over wat er is gebeurd in Roemenië (pagina 6, vierde alinea). Hij wenst aanvullend gehoord te worden.

2.1.

De rechtbank oordeelt als volgt. Uit het gehoor blijkt het volgende. Nadat eiser heeft aangegeven dat hij meer wil vertellen over wat er is gebeurd in Roemenië, vraagt de

gehoorambtenaar nog expliciet of hij bezwaren voor een overdracht kan toelichten (pagina 8, derde alinea). Vervolgens is hij aan het eind van het aanmeldgehoor nog gevraagd of hij op- of aanmerkingen had op de werkwijze. Voorts heeft hij geen correcties en aanvullingen ingediend. Ook in de zienswijze heeft hij vervolgens de gelegenheid gehad om naar voren te brengen waarom hij niet aan Roemenië zou kunnen worden overgedragen en heeft hij daarvan ook deels gebruik gemaakt. Bovendien heeft eiser ter zitting toegelicht dat deze beroepsgrond met name betrekking heeft op zijn psychische problemen. Van deze psychische problemen wordt echter pas voor het eerst in beroep melding gemaakt. Er was voor verweerder daarom geen aanleiding om eiser aanvullend te horen. De beroepsgrond slaagt niet.

3. Eiser voert voorts aan dat hij niet naar Roemenië kan terugkeren, omdat hij daar geen asiel kan aanvragen. Hij heeft in Roemenië een paar dagen in de gevangenis gezeten. Daar is hij mishandeld en vervolgens het land uitgezet.

Roemenië zal zijn asielaanvraag bij terugkeer niet in behandeling nemen en er is een begin van bewijs dat sprake is van indirect refoulement. In dit verband legt hij een afwijzende beschikking over van een andere Syriër.

Eiser zal ook geen opvang krijgen of asiel kunnen aanvragen in Roemenië. Hij is de vorige keer het land uitgezet en heeft na terugkeer uit Servië zelf een mensensmokkelaar moeten regelen om naar Nederland te komen. Hij zal bij terugkeer noodgedwongen in de criminaliteit terecht komen om te kunnen overleven.

Verder heeft eiser een video ontvangen waarin hij wordt bedreigd. Op dit fragment is een gemaskerde man met een wapen te zien.

3.1.

Het uitgangspunt is dat verweerder er op grond van het interstatelijk vertrouwensbeginsel van mag uitgaan dat Roemenië zijn verdragsverplichtingen zal nakomen en dat het aan eiser is om aannemelijk te maken dat dit anders is. Verweerder heeft zich naar het oordeel van de rechtbank terecht op het standpunt gesteld dat eiser daarin niet is geslaagd. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat de situatie in Roemenië zodanig is dat hij niet zal worden opgenomen in de asielprocedure. De rechtbank stelt voorop dat Roemenië het terugnameverzoek uitdrukkelijk heeft geaccepteerd, zodat verweerder er op grond van het interstatelijk vertrouwensbeginsel van mag uitgaan dat Roemenië het asielverzoek – en daarmee zijn eventuele uitzetting naar Syrië– zal toetsen aan internationale regelgeving. Er bestaat dan ook geen grond voor het oordeel dat op voorhand sprake is van een risico op (indirect) refoulement. Eiser heeft verder niet met documenten aannemelijk gemaakt dat Roemenië zich tegenover hem niet aan zijn internationale verplichtingen houdt. Een kopie van een onvertaalde beschikking waarin de asielaanvraag van een andere Syriër wordt afgewezen is daartoe onvoldoende. Ook de video waarin hij zou worden bedreigd kan niet tot die conclusie leiden. Als hij zou worden bedreigd, dan kan hij daarvoor immers de bescherming inroepen van de Roemeense autoriteiten. De beroepsgrond slaagt niet.

4. Eiser voert aan dat verweerder nader onderzoek had moeten doen naar zijn medische problemen. Verweerder had moeten beoordelen of eiser bij overdracht naar Roemenië de mogelijkheid zou hebben om een effectieve medische behandeling te krijgen. Eiser doet hierbij een beroep op het arrest Tarakhel.1 Ter zitting heeft eiser daarbij toegelicht

1. Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 14 november 2014, Tarakhel t. Zwitserland, nr. 29217/12.

dat hij niet terug kan naar Roemenië, omdat zijn medische klachten daar zijn ontstaan en alleen maar erger zullen worden.

4.1.

De rechtbank is van oordeel dat eiser onvoldoende heeft onderbouwd dat overdracht niet mogelijk is vanwege zijn medische problemen. Uit het overgelegde medisch dossier volgt dat eiser medische klachten heeft, maar gelet op het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan ervan worden uitgegaan dat er een medische behandeling mogelijk is in Roemenië. Eiser heeft op geen enkele wijze onderbouwd dat dit niet het geval is. Het arrest Tarakhel gaat bovendien over Italië. Eiser heeft geen informatie overgelegd waaruit blijkt dat er in Roemenië sprake is van een vergelijkbare situatie als bedoeld in dat arrest. De beroepsgrond slaagt niet.

5. Gelet op het voorgaande heeft verweerder ook geen aanleiding hoeven zien om het asielverzoek van eiser op grond van artikel 17 van de Dublinverordening aan zich te trekken. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat er sprake is van bijzondere en individuele omstandigheden die van onevenredige hardheid getuigen op grond waarvan aan dat artikel toepassing moet worden gegeven.

6. Tot slot heeft eiser ter zitting verzocht om het beroep aan te houden totdat er meer duidelijkheid is over zijn psychische toestand. De rechtbank ziet hiertoe geen aanleiding. Het is aan eiser om te onderbouwen waarom overdracht naar Roemenië niet mogelijk is. Daarin is hij niet geslaagd. Met de enkele mededeling ter zitting dat er onderzoek wordt gedaan naar de mogelijkheden van een medische behandeling in Roemenië heeft hij niet aannemelijk gemaakt dat en welke informatie er nog zal komen. De rechtbank houdt het beroep daarom niet aan.

7. Het beroep is ongegrond.

8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. E.P.W. van de Ven, rechter, in aanwezigheid van mr.

F.W. de Lange, griffier.

De uitspraak is bekendgemaakt op:

Als gevolg van de maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature