U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:
Vindplaats:

Inhoudsindicatie:

Bewezenverklaring in bezit hebben, verwerven en zich de toegang verschaffen tot kinderporno en het bezit van dierenporno; partiële vrijspraak van het maken van een gewoonte van het bezit. Gevangenisstraf van 9 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar met als bijzondere voorwaarde controle van digitale gegevensdragers.

Uitspraak



Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht

Meervoudige strafkamer

Parketnummer: 09/852103-19

Datum uitspraak: 25 juni 2020

Tegenspraak

(Promisvonnis)

De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:

[verdachte] ,

geboren op [geboortedag] 1942 te [geboorteplaats] ,

BRP-adres: [adres] .

1 Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 11 juni 2020.

De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. S.F. Heslinga en van hetgeen door de verdachte naar voren is gebracht.

2 De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:

1.

hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en met 17 april 2019 te Alphen aan den Rijn, althans in Nederland meermalen, althans eenmaal, telkens afbeeldingen - en/of gegevensdragers (te weten een/meerdere laptop(s) en/of computer(s) en/of een/meerdere USB stick(s)) - bevattende een of meer afbeelding(en) van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken

heeft verspreid en/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of verworven, althans in elk geval in het bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een

communicatiedienst de toegang heeft verschaft,

welke seksuele gedraging - zakelijk weergegeven - bestonden uit:

het met de/een penis en/of vinger(s) en/of hand en/of mond en/of tong oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt

en/of het met de/een penis en/of vinger(s) en/of hand en/of mond en/of tong oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door

een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt bestandsna(a)m(en): [bestandsnaam] en/of [bestandsnaam]

en/of

het met de/een penis en/of vinger(s) en/of hand en/of mond en/of tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die kenneljk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt

en/of

het met de/een penis en/of vinger(s) en/of hand en/of mond en/of tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt

bestandsna(a)m(en): [bestandsnaam] en/of

[bestandsnaam]

en/of

het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van deze

persoon in beeld wordt gebracht (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling

bestandsna(a)m(en): [bestandsnaam]

en/of [bestandsnaam]

en/of [bestandsnaam]

en/of

het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het gezicht en/of het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt

en/of

het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (eventueel aanvullen met: waarbij op dat gezicht/lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is)

bestandsnaam: [bestandsnaam]

en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;

(art. 240b lid 1 en 2 Wetboek van Strafrecht)

2.

hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 juli 2010 tot en met 17 april 2019 te Alphen aan den Rijn, in elk geval in Nederland,

meermalen, althans eenmaal, telkens afbeeldingen, te weten foto's en/of video's en/of films en/of gegevensdrager(s), bevattende afbeeldingen, te weten een/meerdere laptop(s) en/of computer(s) en/of een/meerdere USB stick(s), bevattende afbeeldingen, in bezit heeft gehad, terwijl op die afbeelding(en) (een) ontuchtige handeling(en) zichtbaar is/zijn waarbij een mens en een dier is/zijn betrokken of schijnbaar is/zijn betrokken,

welke ontuchtige handelingen bestonden uit

het door een persoon betasten en/of likken van het geslachtsdeel van een dier

en/of

het door een dier met de penis/een geslachtsdeel penetreren van een persoon;

bestandsnamen: [bestandsnaam] en/of [bestandsnaam]

en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.

3 Bewijsoverwegingen

3.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden. Daarbij gaat de officier van justitie ervan uit dat de verdachte de afbeeldingen niet alleen in bezit heeft gehad, maar ook openlijk ten toon heeft gesteld en dat hij van het bezit een gewoonte heeft gemaakt.

3.2

Het standpunt van de verdachte

De verdachte heeft ter terechtzitting bekend dat hij kinder- en dierenporno in zijn bezit heeft gehad, maar niet dat hij daarvan een gewoonte heeft gemaakt.

3.3

De beoordeling van de tenlastelegging

De rechtbank acht het aan de verdachte ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen (een en ander zoals hierna in de bewezenverklaring zal worden omschreven). De rechtbank is van oordeel dat met een opgave van bewijsmiddelen, als bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering kan worden volstaan, omdat de verdachte het bewezenverklaarde heeft bekend. Voorts heeft de verdachte nadien niet anders verklaard en heeft de verdachte met betrekking tot het bewezenverklaarde geen algehele vrijspraak bepleit.

De rechtbank bezigt als bewijsmiddelen:

de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 11 juni 2020;

een proces verbaal van aanhouding [verdachte] d.d. 17 april 2019. blz. 12-14;

een proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 april 2019, blz. 30-31;

een proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal d.d. 27 juni 2019, blz. 44-57 (inclusief bijlagen);

een proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 mei 2019, blz. 58-59 (inclusief bijlage);

een aanvullend proces-verbaal van bevindingen aantreffen USB-stick met kinderpornografie d.d. 31 oktober 2019, losbladig.

Overwegingen De verdachte heeft verklaard dat hij rond het jaar 2000 kinder- en dierenpornografisch materiaal heeft gedownload, de inhoud daarvan heeft bekeken en de inhoud heeft opgeslagen en bewaard.

Uit het proces-verbaal van aanhouding is gebleken dat de verdachte in het bijzijn van een medewerker van de [bedrijfsnaam] een afbeelding van een jong meisje in een jurk heeft geopend. Hij wilde dat de [bedrijfsnaam] hem zou helpen om een foto op het grote scherm van zijn laptop te krijgen. De medewerker zag vervolgens dat meerdere afbeeldingen van naakte kinderen in het bestand op de laptop stonden. Tijdens het onderzoek zijn verder geen aanwijzingen gevonden dat de verdachte deze afbeeldingen openlijk tentoon heeft gesteld in de zin van de wet. Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat onder deze omstandigheden niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat de verdachte door het tonen van een foto van een meisje in een jurk aan een medewerker van de [bedrijfsnaam] – al dan niet in voorwaardelijke zin – opzet heeft gehad op het openlijk tentoonstellen van kinderpornografische afbeeldingen. Nu er evenmin aanwijzingen zijn gevonden voor het verspreiden, aanbieden, vervaardigen, invoeren, doorvoeren en uitvoeren van de kinderpornografische afbeeldingen, zal de rechtbank de verdachte van deze onderdelen vrijspreken.

Uit het proces-verbaal van beschrijving van kinderpornografisch materiaal is gebleken dat zich op de in beslag genomen gegevensdragers van de verdachte in totaal 4587 kinderpornografische afbeeldingen en 357 dierenpornografische afbeeldingen bevonden.

Volgens vaste rechtspraak is voor een gewoonte maken van belang de hoeveelheid afbeeldingen, de duur van het bezit, de wijze waarop het bezit is verworven (in één of meerdere keren) en de omstandigheid dat de verdachte deze afbeeldingen niet alleen heeft verzameld, maar deze ook heeft geordend. De rechtbank stelt vast dat de verdachte weliswaar gedurende een lange periode een grote hoeveelheid afbeeldingen met daarop kinder- en dierenporno in zijn bezit heeft gehad, maar uit het dossier blijkt niets over de frequentie van het downloaden van de pornobestanden door de verdachte of dat hij zich stelselmatig bezig hield met het zoeken naar kinderporno. Niet kan worden uitgesloten dat de verdachte, zoals hij zelf heeft verklaard, alle afbeeldingen in één keer in zijn bezit heeft gekregen. Uit het dossier blijkt evenmin of de verdachte deze bestanden nadien in mappen heeft gerubriceerd. Vast staat alleen dat de verdachte op enig moment een grote hoeveelheid kinder- en dierenpornografische afbeeldingen heeft gedownload en deze lange tijd in zijn bezit heeft gehad en niet heeft verwijderd. Dit is naar het oordeel van de rechtbank echter onvoldoende om bewezen te verklaren dat de verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het in bezit hebben van kinder- en dierenporno. De rechtbank zal de verdachte dan ook van deze strafverzwarende omstandigheid vrijspreken.

3.4

De bewezenverklaring

De rechtbank verklaart ten aanzien van de verdachte bewezen dat:

1.

hij in de periode van 1 januari 2010 tot en met 17 april 2019 te Alphen aan den Rijn telkens gegevensdragers (te weten laptops en USB sticks) bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken, heeft verworven, in het bezit heeft gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk de toegang heeft verschaft,

welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:

het met een penis oraal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt

en

het met vingers vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

bestandsnamen: [bestandsnaam] en [bestandsnaam]

en

het met de penis en vingers en hand betasten en aanraken van het geslachtsdeel en de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt

en

het met vingers betasten en aanraken van het geslachtsdeel van een ander persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt

bestandsnamen: [bestandsnaam] en

[bestandsnaam]

en

het geheel of gedeeltelijk naakt laten poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij haar leeftijd passen en waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen van haar kleding ontdoet en (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel en/of de borsten van deze persoon in beeld wordt gebracht waarbij de afbeelding aldus telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling

bestandsnamen: [bestandsnaam] en [bestandsnaam] en/of [bestandsnaam]

en

het houden van een (stijve) penis bij het gezicht van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt

bestandsnaam: [bestandsnaam]

2.

hij in de periode van 1 juli 2010 tot en met 17 april 2019 te Alphen aan den Rijn telkens

gegevensdragers, bevattende afbeeldingen, te weten laptops en USB sticks, in bezit heeft gehad, terwijl op die afbeeldingen ontuchtige handelingen zichtbaar zijn waarbij een mens en een dier zijn betrokken, welke ontuchtige handelingen bestonden uit het door een persoon likken van het geslachtsdeel van een dier en het door een dier met de penis penetreren van een persoon.

Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

4 De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5 De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6 De strafoplegging

6.1

De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren en als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering en een ambulante behandelverplichting met de mogelijkheid tot klinische behandeling.

6.2

Het standpunt van de verdachte

De verdachte heeft zich op het standpunt gesteld dat hij de gevorderde straf te hoog vindt.

6.3

Het oordeel van de rechtbank

Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.

De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het in bezit hebben van kinderporno door kinderpornografische afbeeldingen te downloaden en op te slaan op laptops en usb-sticks. De rechtbank overweegt dat het bezit van kinderporno buitengewoon verwerpelijk is, met name omdat bij de vervaardiging van deze afbeeldingen kinderen veelal seksueel worden misbruikt en geëxploiteerd. In veel gevallen lopen de kinderen die hieraan bloot worden gesteld grote psychische en lichamelijke schade op, die ook vele jaren later nog diepe sporen nalaat. De verdachte moet medeverantwoordelijk worden gehouden voor genoemd seksueel misbruik van kinderen, omdat hij, door kinderporno te downloaden, heeft bijgedragen aan de totstandkoming van de vraag ernaar. De verdachte heeft hierbij niet stilgestaan en bagatelliseert het schadelijke effect op kinderen. Voor een effectieve bestrijding van kinderporno is het noodzakelijk om niet alleen degenen aan te pakken die kinderporno vervaardigen en verspreiden, maar ook degenen die kinderporno bezitten, omdat zij daarmee bevorderen dat dit materiaal wordt vervaardigd dan wel vervaardigd blijft worden met alle schadelijke gevolgen van dien.

Voorts heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het in bezit hebben van dierenpornografische afbeeldingen. Voor de vervaardiging van deze afbeeldingen zijn dieren misbruikt en geëxploiteerd ten behoeve van een onzedelijke behoeftebevrediging van personen. Ook hiervoor geldt dat door de vraag naar dergelijke afbeeldingen de productie ervan en het misbruik waarmee deze gepaard gaat in stand wordt gehouden.

De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van de verdachte van 13 mei 2020, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder voor een soortgelijk misdrijf is veroordeeld.

Voorts heeft de rechtbank kennisgenomen van het voortgangsverslag van Reclassering GGZ Fivoor van 8 juni 2020. Uit het rapport blijkt dat het niet is gelukt om enige gedragsinterventie in te zetten. De verdachte heeft niet willen meewerken aan gesprekken met de forensische polikliniek. Fivoor schat het recidiverisico daarom als hoog in. De verdachte leidt een geïsoleerd leven en er is geen zicht op delictgedrag. Diagnostiek is noodzakelijk om inzicht te krijgen in de problematiek van de verdachte. De reclassering adviseert daarom een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen en de verdachte te laten plaatsen in een PPC, zodat daar diagnostiek kan plaatsvinden. Ter zitting heeft de reclasseringswerker [naam reclasseringswerker] het rapport nader toegelicht. De verdachte gaat volgens de reclasseringswerker mentaal achteruit en een behandeling is volgens haar noodzakelijk. De reclasseringswerker heeft voorts aangegeven dat zij niet weet of een behandeling – gelet op de houding van de verdachte – haalbaar is. Zij heeft op de zitting geadviseerd aan de verdachte ook een voorwaardelijk strafdeel op te leggen en daaraan een meldplicht en een ambulante behandeling met de mogelijkheid van een klinische opname te verbinden.

Nu de verdachte wordt vrijgesproken van de ten laste gelegde strafverzwarende omstandigheid, een gewoonte maken van de strafbare feiten, komt de rechtbank tot oplegging van een aanzienlijk lagere straf dan door de officier van justitie is gevorderd. Bij de bepaling van de zwaarte van de straf neemt de rechtbank tot uitgangspunt de straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd, neergelegd in de door het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht opgestelde oriëntatiepunten voor de straftoemeting (LOVS-oriëntatiepunten), die bij het bezit van kinderporno het opleggen van een taakstraf van 240 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden voorschrijven. Nu de verdachte niet in staat moet worden geacht om een taakstraf te verrichten, rechtvaardigt de ernst van de feiten in beginsel een (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank is echter van oordeel dat een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden is, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn hoge leeftijd en zijn mentale achteruitgang. Een behandelverplichting acht de rechtbank – gelet op de houding van de verdachte – thans niet zinvol. Naar het oordeel van de rechtbank bestaat wel aanleiding om de gegevensdragers van de verdachte maximaal vier keer per jaar via de reclassering te laten controleren op de aanwezigheid van pornografisch materiaal. Een voorwaarde die dat mogelijk maakt zal aan de voorwaardelijk op te leggen gevangenisstraf worden verbonden. De daarbij bepaalde proeftijd zal drie jaren bedragen.

7 De inbeslaggenomen voorwerpen

De rechtbank zal de op de beslaglijst onder 1, 3, 4 en 5 genummerde voorwerpen onttrekken aan het verkeer. Deze voorwerpen zijn voor onttrekking aan het verkeer vatbaar, aangezien met behulp van deze voorwerpen het bewezen verklaarde feit is begaan en de inhoud van deze voorwerpen van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit van die voorwerpen in strijd is met de wet of met het algemeen belang.

Ten aanzien van het op de beslaglijst onder 2 genummerde voorwerp (de Apple computer) overweegt de rechtbank dat niet kan worden vastgesteld dat hierop kinderpornografisch materiaal is aangetroffen. Gelet daarop en nu het belang van strafvordering zich daartegen niet meer verzet, zal de rechtbank de teruggave van dit voorwerp aan de verdachte gelasten.

8 De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 14a, 14 b, 14c, 36b, 36c, 57, 240b en 254a van het Wetboek van Strafrecht.

Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

9 De beslissing

De rechtbank:

verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals die hierboven onder 3.4 bewezen zijn verklaard en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:

ten aanzien van feit 1:

een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven, in bezit hebben en met gebruikmaking van een geautomatiseerd werk de toegang daartoe verschaffen, meermalen gepleegd;

ten aanzien van feit 2:

en gegevensdrager bevattende een afbeelding van een ontuchtige handeling, waarbij een mens en een dier zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd;

verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;

verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;

veroordeelt de verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 9 (negen) maanden;

bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht bij de eventuele tenuitvoerlegging van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;

bepaalt dat die straf niet zal worden tenuitvoergelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op drie jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;

en onder de bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde wordt verplicht zich te onthouden van:

a. gedragingen die zijn gericht op internetomgevingen waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen en

b. gedragingen die zijn gericht op internetomgevingen waarin over seksuele handelingen met kinderen wordt gecommuniceerd,

ten behoeve van de naleving van deze laatstgenoemde verplichting is de veroordeelde verplicht zijn medewerking te verlenen aan het steekproefsgewijs laten controleren van zijn digitale gegevensdragers. De reclassering bepaalt in welke gevallen, op welke manier, door wie en wanneer de feitelijke controle plaatsvindt.

De medewerking dient uit het volgende te bestaan:

a. de veroordeelde moet maximaal viermaal per jaar in het kader van die controle aan de reclassering en eventueel door de reclassering uitgenodigde politiemedewerkers de toegang verschaffen tot zijn woning;

b. de veroordeelde moet dan op verzoek van de reclassering al zijn digitale gegevensdragers ter beschikking stellen dan wel overhandigen aan de reclasserings- of politiemedewerkers;

c. de veroordeelde moet de reclassering dan wel de door hen uitgenodigde politiemedewerkers de toegang verschaffen tot alle aanwezige digitale gegevensdragers, bijvoorbeeld door het geven van de benodigde wachtwoorden;

geeft opdracht aan Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde voorwaarde en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;

voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:

- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;

- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;

heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis;

verklaart onttrokken aan het verkeer de op de beslaglijst onder 1, 3, 4 en 5 genummerde voorwerpen, te weten:

1. STK Computer Kl:grijs HP 8440P;3 1.00 STK USB stick DURACEL 32gb;

4 1.00 STK Computer Kl:grijs HP 15;

5 1 STK USB stick Kl: Zwart DANE Zwarte 8 gb usb stick;

gelast de teruggave aan de verdachte van het op de beslaglijst onder 2 genummerde voorwerp, te weten: 1.00 STK Computer Kl: zwart APPLE A1395.

Dit vonnis is gewezen door

mr. C.J. van der Wilt, voorzitter,

mr. A.M. Boogers, rechter,

mr. M. Rigter, rechter,

in tegenwoordigheid van mr. E.A. van Beelen, griffier,

en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 25 juni 2020.

Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2019103340-7, van de politie eenheid Den Haag, district Alphen aan den Rijn, met bijlagen (doorgenummerd blz. 1 t/m 77).


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature