U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

MAW. Verzoek om terug te komen op ontslag wegens wangedrag in de dienst i.v.m. achteraf geconstateerde bipolaire stoornis. Geen sprake van een nieuw gebleken feit en/of veranderde omstandigheid die betrekking heeft op de inhoud van het ontslagbesluit.

Uitspraak



RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht

zaaknummer: SGR 19/1197

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 13 mei 2020 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] ,

(gemachtigde: mr. C.C. Berends),

eiser

en

de Staatssecretaris van Defensie, verweerder

(gemachtigde: mr. L.J. Ju).

Procesverloop

Bij besluit van 18 april 2018 (het primaire besluit) heeft verweerder het verzoek van eiser om aansprakelijkheid te erkennen voor eisers schade ten gevolge van de door verweerder gehanteerde ontslaggrond, afgewezen.

Bij besluit van 15 januari 2019 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Vanwege de uitbraak van het coronavirus en de getroffen strenge maatregelen om verdere uitbreiding daarvan te voorkomen heeft de rechtbank partijen gevraagd of er voorkeur bestaat de zaak uit te stellen of dat de zaak kan worden afgedaan op de stukken. Beide partijen hebben toestemming gegeven om de zaak op de stukken af te doen.

Vervolgens heeft de rechtbank het onderzoek gesloten.

Overwegingen

1.1.

Eiser was met ingang van 28 maart 2005 aangesteld bij het Ministerie van Defensie in de functie van Beveiliger. Bij besluit van 27 januari 2009 (het ontslagbesluit) heeft verweerder eiser met ingang van 1 februari 2009 ontslag verleend op grond van artikel 39, tweede lid, onder L, van het Algemeen Militair Ambtenarenreglement , wegens wangedrag in de dienst, dan wel buiten de dienst. Eiser heeft tegen dit besluit geen rechtsmiddelen aangewend, zodat dit besluit thans in rechte vaststaat.

1.2.

Bij brief van 22 december 2017 heeft eisers gemachtigde verweerder verzocht aansprakelijkheid te erkennen voor door eiser geleden en nog te lijden schade ten gevolge van de door verweerder gehanteerde ontslaggrond.

1.3.

Bij besluit van 18 april 2018 (het primaire besluit) heeft verweerder het verzoek van eiser om aansprakelijkheid te erkennen voor eisers schade ten gevolge van de door verweerder gehanteerde ontslaggrond, afgewezen.

2. Bij het bestreden besluit heeft verweerder het bezwaar ongegrond verklaard. In de bezwaarfase zijn partijen overeen gekomen dat eiser met deze procedure enkel een wijziging van de gehanteerde ontslaggrond wenst te bewerkstelligen. Eiser is ontslagen op grond van wangedrag en is van mening dat hij op grond van blijvende ongeschiktheid voor het vervullen van de dienst uit hoofde van een ziekte of een gebrek had moeten worden ontslagen. Verweerder heeft het verzoek aldus, met instemming van eiser, opgevat als een verzoek om terug te komen op het ontslagbesluit. Verweerder stelt zich op het standpunt dat er geen sprake is van nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden in de zin van artikel 4:6, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

3. Eiser voert in beroep – kort weergegeven – het volgende aan. Het wangedrag dat de grond vormde voor zijn ontslag bestond uit het bedreigen van een collega met een vuurwapen. Naar aanleiding hiervan was er tevens een strafrechtelijke procedure aanhangig gemaakt tegen eiser en dit vormde mede de reden waarom eiser destijds is geadviseerd geen bezwaar te maken tegen het ontslagbesluit. Ook kon eiser op dat moment zijn situatie niet overzien. Uit de dossierstukken wordt duidelijk dat eiser ten tijde van het voorval in verband met zijn psychische toestand niet operationeel mocht worden ingezet en dus geen vuurwapen mocht dragen. Het gegeven dat verweerder dit in het bestreden besluit erkent, is een nieuw feit. Ook de beslissing van het UWV om eiser een IVA uitkering toe te kennen moet gezien worden als een nieuw feit, nu het voor eiser sindsdien pas duidelijk is geworden dat hij vanwege zijn ernstige psychische stoornis (te weten: bipolaire stoornis type II) nooit meer geschikt zal zijn voor de reguliere arbeidsmarkt. Het voorgaande betekent voor eiser dat er wel degelijk plaats is voor een omzetting van de destijds gebruikte ontslaggrond.

4. De rechtbank overweegt als volgt.

4.1.

Met verweerder is de rechtbank van oordeel dat geen sprake is van een nieuw gebleken feit en/of veranderde omstandigheid die betrekking heeft op de inhoud van het ontslagbesluit. Immers, het enkele feit dat het UWV heeft vastgesteld dat er geen duurzaam benutbare mogelijkheden meer zijn voor eiser kan er niet toe leiden dat het ontslag wegens wangedrag onrechtmatig moet worden geacht, omdat de afwezigheid van duurzaam benutbare mogelijkheden geen wijziging aanbrengt in het wangedrag, de toerekenbaarheid daarvan of in de evenredigheid tussen de ernst van het wangedrag en het verleende ontslag. Voor zover eiser meent dat de diagnose bipolaire stoornis type II, op basis waarvan het UWV tot deze conclusie is gekomen, aanleiding zou moeten zijn tot het terugkomen op het ontslag dan wel omzetting van de ontslaggrond, merkt verweerder terecht op dat deze diagnose al in 2010 is gesteld, zodat het verzoek onredelijk laat is ingediend. Bovendien is deze vraag reeds eerder tussen partijen aan de orde geweest en dit heeft geresulteerd in een rapport van de Inspectie Militaire Gezondheidszorg (IMG) waarin wordt geconcludeerd dat niet is gebleken van onzorgvuldig handelen ten aanzien van eisers geschiktheidsverklaring in 2005 en de behandeling van initiële klachten in 2006. Voorts blijkt uit het rapport dat aan de forensisch psychiater de vraag is voorgelegd of de diagnose van bipolaire stoornis type II zou moeten leiden tot heroverweging van het strafontslag of omzetting van de ontslaggrond, welke vraag door hem negatief is beantwoord.

4.2.

Ten aanzien van de stelling dat verweerder in het bestreden besluit erkent dat eiser ten tijde van het voorval niet operationeel mocht worden ingezet en dus geen vuurwapen mocht dragen, overweegt de rechtbank als volgt. In het bestreden besluit wordt overwogen dat de uitkomst van het geneeskundig onderzoek in september 2008 luidt: tijdelijke psychische beperkingen, geen geestelijk stressende werkzaamheden, tijdelijk ongeschikt voor operationele inzet, uitsluitend passende werkzaamheden in het kader van de re-integratie. De rechtbank leest hierin, anders dan eiser, geen erkenning dat eiser geen vuurwapen mocht dragen. Uit het voornoemde rapport van de IMG volgt voorts dat de vraag of eiser ten tijde van het voorval een wapen mocht dragen en wat passende werkzaamheden waren, werd overgelaten aan de bedrijfsarts/ onderdeelsarts, die eiser, met ondersteunende medicatie, inmiddels weer inzetbaar achtte op zijn eigen functie. Volgens de inspecteur van de IMG kan dit niet strijdig worden geacht met de op dat moment door eiser zelf aangegeven klachten, noch met de psychiatrische berichtgeving, waaruit bleek van een aandoening in (gedeeltelijke) remissie.

4.3.

Naar het oordeel van de rechtbank kan evenmin worden geoordeeld dat het bestreden besluit evident onredelijk is.

5. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat het beroep ongegrond is.

6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. A.E. Dutrieux, rechter, in aanwezigheid van mr. J.A. Leijten, griffier. Deze uitspraak is gedaan op 13 mei 2020. Als gevolg van de maatregelen rondom het Coronavirus is deze uitspraak nu niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Dat zal op een later moment alsnog gebeuren. Deze uitspraak wordt zo snel mogelijk gepubliceerd op www.rechtspraak.nl.

griffier rechter

Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening of om het opheffen of wijzigen van een bij deze uitspraak getroffen voorlopige voorziening.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature