Eiser heeft geen bescherming gevraagd en heeft niet onderbouwd of aannemelijk gemaakt dat het bij voorbaat zinloos zou zijn om bescherming te vragen (bijvoorbeeld bij de politie door het doen van aangifte). Eiser heeft geen actuele, objectieve informatie van gezaghebbende bronnen ingebracht waaruit dat
laatste blijkt. Daarbij heeft verweerder terecht gewezen op eisers eigen verklaring tijdens het gehoor dat de mogelijkheid bestaat om aangifte te doen tegen de vader van zijn ex-vriendin en dat het niet uitmaakt dat hij een politieagent is. Eisers stelling in beroep dat de vader van zijn ex-vriendin kennissen met een hoge positie bij de regering heeft, treft gelet op deze eerdere verklaring tijdens het gehoor en wegens gebrek aan nadere onderbouwing geen doel.