U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Dublin, Italië, geen uitstel indienen zienswijze, gebruik niet-registertolk, gestelde minderjarigheid, slachtoffer mensenhandel, coronavirus, ongegrond.

Uitspraak



RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Amersfoort Bestuursrecht zaaknummer: NL20.19069

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser

V-nummer: [v-nummer]

(gemachtigde: mr. J.C.E. Hoftijzer), en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. K. Elias).

Procesverloop

Bij besluit van 30 oktober 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Het onderzoek ter zitting heeft, samen met de behandeling van de zaak NL20.19070, plaatsgevonden op 17 november 2020. Eiser en zijn gemachtigde zijn, met bericht van verhindering, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Verweerder heeft de asielaanvraag van eiser niet in behandeling genomen. De reden daarvoor is dat volgens verweerder op grond van de Dublinverordening Italië verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. De Italiaanse autoriteiten hebben ingestemd met deze verantwoordelijkheid.

2. Eiser voert allereerst aan dat hij in zijn belangen is geschaad doordat verweerder geen nader uitstel heeft verleend voor het indienen van een zienswijze. De gemachtigde was op vakantie toen het voornemen kwam en ze aan haar cliënt werd gekoppeld en kon daardoor niet eerder een melding van haar vakantie maken. De week uitstel die is verleend was bovendien te kort om een tolk Twi te regelen. De afspraken die tussen de Raad voor Rechtsbijstand en verweerder zijn gemaakt laten onverlet dat in een individueel geval deze afspraken aan de zorgvuldige behandeling van een asielaanvraag in de weg kunnen staan.

Daarbij komt dat het claimakkoord pas op 20 oktober 2020 tot stand was gekomen en er nog genoeg tijd was om uitstel te verlenen. Verder voert eiser aan dat het onzorgvuldig is dat er geen registertolk Twi bij het gehoor is gebruikt. De acht dagen tussen de asielaanvraag en het gehoor waren voldoende om een tolk te regelen.

3. De rechtbank overweegt als volgt. In paragraaf C1/2.12 van de Vc staat een limitatieve opsomming waarin verweerder uitstel verleent voor het indienen van een zienswijze. Hier staat vermeld onder e: ‘Voor het indienen van de zienwijze verleent de IND bij vakantie van de gemachtigde van de vreemdeling uitstel van vijf werkdagen na de vakantie van de gemachtigde als de vakantie ten minste één maand tevoren en met betrekking tot elke betreffende zaak schriftelijk is gemeld aan de IND'. In dit geval heeft verweerder, ondanks dat de vakantie niet is gemeld, toch een week uitstel verleend. Gelet op de korte termijnen in de Dublinprocedure, vindt de rechtbank het niet onzorgvuldig dat verweerder in dit geval niet langer uitstel heeft verleend. Bovendien heeft de gemachtigde in het verzoek om uitstel van 19 oktober 2020 aangegeven dat ze er door een misverstand op het kantoor op die dag pas achter kwam dat ze de volgende dag een zienswijze in moest leveren. Deze gebeurtenis ligt in de risicosfeer van gemachtigde.

4. Ten aanzien van het gebruik van een niet-registertolk bij het gehoor overweegt de rechtbank als volgt. Ingevolge artikel 28, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wet be ëdigde tolken en vertalers (Wbtv) maakt verweerder uitsluitend gebruik van beëdigde tolken of vertalers (registertolk). Ingevolge het derde lid, voor zover thans van belang, kan in afwijking van het eerste lid gebruik worden gemaakt van een tolk die geen registertolk is, indien wegens de vereiste spoed een registertolk niet tijdig beschikbaar is of indien het register voor de desbetreffende bron- of doelta(a)l(en) geen registertolk bevat. Ingevolge het vierde lid wordt, indien van het eerste lid wordt afgeweken, dit met redenen omkleed schriftelijk vastgelegd. Uit de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) van 19 februari 2014 volgt dat artikel 28, derde en vierde lid, van de Wbtv wat betreft de motivering geen andere eis stelt dan dat verweerder de reden voor het gebruikmaken van een niet-beëdigde tolk uiterlijk in het besluit schriftelijk vastlegt en dat deze reden een van de in het derde lid vermelde redenen moet zijn.

5. De rechtbank stelt vast dat het gehoor van 27 augustus 2020 in de taal Twi heeft plaatsgevonden en dat in het verslag van dit gehoor is vastgelegd dat er geen registertolk beschikbaar was. In het bestreden besluit is verder toegelicht dat er slechts twee tolken Twi als registertolk zijn geregistreerd. Verder heeft verweerder gemotiveerd dat met het plannen van het gehoor rekening is gehouden met de vereiste spoed in Dublinzaken. Het inschakelen van een niet-registertolk Twi is volgens verweerder om deze redenen gerechtvaardigd. De rechtbank is van oordeel dat hiermee is voldaan aan de motiveringseis van artikel 28, vierde lid, van de Wbtv . De rechtbank volgt verweerder ook dat vanwege de spoed in Dublinzaken het gehoor plaats heeft moeten vinden met behulp van een niet-registertolk. Uit het verslag van het gehoor blijkt bovendien dat eiser de tolk goed kon verstaan en begrijpen en het is verder niet gesteld of gebleken dat er onduidelijkheden waren. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de handelwijze van verweerder niet onzorgvuldig was.

6. Eiser voert verder aan dat verweerder ten onrechte niet uit is gegaan van zijn minderjarigheid. Het kan hem niet verweten worden dat hij nog geen origineel document met zijn leeftijd heeft overgelegd, omdat hij nog geen bezoek heeft kunnen brengen aan zijn gemachtigde.

7. De rechtbank overweegt als volgt. Uit vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) volgt dat informatie uit een andere lidstaat waaruit blijkt dat de vreemdeling daar als meerderjarig staat geregistreerd, volstaat om de vreemdeling ook in Nederland als meerderjarig aan te merken.1 Dit kan alleen als de vreemdeling geen authentieke, identificerende documenten heeft overgelegd. In dit geval heeft Italië bij het accepteren van het claimverzoek niet aangegeven dat de geboortedatum van eiser niet zou kloppen. Verweerder mag er op basis van het interstatelijk vertrouwensbeginsel in beginsel vanuit gaan dat de registratie in een andere lidstaat zorgvuldig heeft plaatsgevonden. Eiser is er naar het oordeel van de rechtbank niet in geslaagd zijn minderjarigheid te onderbouwen, omdat hij geen identificerende documenten heeft overgelegd. Bovendien heeft eiser bij de Vreemdelingenpolitie verklaard dat zijn geboortejaar het jaar 2000 is. Verweerder is dan ook niet ten onrechte uitgegaan van de meerderjarigheid van eiser.

8. Verder voert eiser aan dat verweerder ten onrechte niet onder ogen heeft gezien dat eiser, als mogelijk minderjarige en mogelijk slachtoffer van mensenhandel, risico's loopt bij overdracht aan Italië. Eiser stelt dat hij voldoende documentatie en feiten heeft overgelegd met betrekking tot zijn persoonlijke achtergrond en de coronapandemie om nader onderzoek naar de situatie in Italië te rechtvaardigen. Verweerder had dit dan ook moeten doen. Eiser voert verder aan dat verweerder ten onrechte geen standpunt heeft ingenomen over de vraag of verweerder vanwege de mogelijke ervaringen van eiser als slachtoffer van mensenhandel de asielaanvraag aan zich zou moeten trekken op grond van artikel 17 van de Dublinverordening. Verweerder miskent dat specifieke kennis nodig is voor het vaststellen of iemand slachtoffer is van mensenhandel en het blijkt niet dat verweerder over deze kennis beschikte. Bovendien moet verweerder bij de geringste aanwijzing al handelen om een eventuele kwetsbare asielzoeker de nodige bescherming te bieden.

9. De rechtbank overweegt als volgt. In zijn algemeenheid mag verweerder ten opzicht van Italië uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel. De ABRvS heeft dit recent nog weer bevestigd.2 Het is aan eiser om aan te tonen dat dit in zijn geval niet kan. Hier is eiser niet in geslaagd.

10. Verweerder is in het bestreden besluit ingegaan op de rapporten die eiser in de zienswijze naar voren heeft gebracht en heeft gemotiveerd dat deze niet leiden tot het oordeel dat sprake is van structurele gebreken in het Italiaanse asiel- en opvangsysteem. Gelet op wat de rechtbank hiervoor heeft overwogen over de meerderjarigheid van eiser, kan eiser niet als kwetsbaar worden aangemerkt. Verweerder heeft wat dit betreft dan ook geen nader onderzoek hoeven doen naar de situatie in Italië. Eiser heeft – mede gelet op het vorenstaande – niet aannemelijk gemaakt dat in zijn geval bij overdracht aan Italië sprake zal zijn van een situatie van zeer verregaande materiële deprivatie waar hij, buiten zijn wil en persoonlijke keuzes om, in terecht zal komen.

11. De rechtbank overweegt verder dat verweerder eiser niet redelijkerwijs als mogelijk slachtoffer van mensenhandel heeft hoeven aanmerken op grond van de

1. Zie hiervoor bijvoorbeeld de uitspraken van de ABRvS van: 17 januari 2017, ECLI:NL:RVS:2017:134; 9 augustus 2017, ECLI:NL:RVS:2017:2159; 29 november 2017,

ECLI:NL:RVS:2017:3288 en 7 juni 2018, ECLI:NL:RVS:2018:1910.

2 ABRvS, 15 oktober 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2449.

verklaringen die eiser in het gehoor heeft gedaan. Uit de verklaringen die eiser nadien heeft gedaan is dit verder ook niet duidelijk gebleken. Ook gelet hierop kan eiser niet als kwetsbaar worden aangemerkt en had verweerder dus geen nader onderzoek hoeven doen naar de situatie in Italië. Bovendien doet de vaststelling van slachtofferschap van mensenhandel niets af aan de verantwoordelijkheidsvaststelling van Italië.

12. Ten aanzien van wat eiser heeft aangevoerd over de gevolgen van de coronapandemie in Italië overweegt de rechtbank als volgt. De ABRvS heeft recent nog weer bevestigd dat de omstandigheden rondom het coronavirus niet leiden tot het oordeel dat ten opzichte van Italië niet langer kan worden uitgegaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel.3 De documenten die eiser in de zienswijze heeft aangevoerd leiden niet tot een andere conclusie. Verweerder was dan ook niet gehouden hier nog nader onderzoek naar te verrichten. Verder is er sprake van een tijdelijk feitelijk overdrachtsbeletsel, maar dit doet niet af aan de verantwoordelijkheidsvaststelling van Italië.

13. Verweerder heeft in de omstandigheden van eiser geen aanleiding hoeven zien om toepassing te geven aan artikel 17, eerste lid, van de Dublinverordening door de asielaanvraag in behandeling te nemen. De omstandigheden die eiser heeft aangevoerd zijn niet zo bijzonder en individueel dat verweerder een uitzondering had moeten maken. De rechtbank volgt verweerder dan ook dat deze omstandigheden niet zodanig zijn dat overdracht van onevenredige hardheid zou getuigen.

14. Het beroep is ongegrond.

15. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, rechter, in aanwezigheid van mr. T.R. Oosterhoff-Vos, griffier.

3 Zie hiervoor de uitspraken van 30 oktober 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2580, 15 oktober 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2449 en van 8 april 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1032.

De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:

25 november 2020

en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.

Mr. J.J. Catsburg T.R. Vos

Rechter Griffier

Rechtbank Midden-Nederland Rechtbank Midden-Nederland

Documentcode: [documentcode]

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling

bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature