U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Asiel Nigeria - V heeft vrees voor vervolging ongeloofwaardig mogen vinden - V heeft niet ten onrechte ongeloofwaardig bevonden dat E lesbisch is - Beroep ongegrond

Uitspraak



uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL20.985

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , V-nummer [V-nummer 1] , geboren op [geboortedatum 1] 1991 (eiseres), mede ten behoeve van haar minderjarige kinderen:

[minderjarige 1] , V-nummer [V-nummer 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2012;

[minderjarige 2] , V-nummer [V-nummer 3] , geboren op [geboortedatum 3] 2018; allen met de Nigeriaanse nationaliteit,

(gemachtigde: mr. J.A. Pieters), en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. L. Verhaegh).

Procesverloop

Bij besluit van 19 december 2019 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure afgewezen als ongegrond.

Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 30 juli 2020. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiseres heeft eerder een verblijfsvergunning regulier verkregen op grond van de regeling voor slachtoffers en getuige-aangevers van mensenhandel, die is verleend met ingang van 23 augustus 2018 tot 23 augustus 2019. De Officier van Justitie heeft op

4 oktober 2018 besloten om niet over te gaan tot vervolging omdat de afgelegde verklaringen en het onderzoek niet tot nader onderzoek kunnen leiden wegens het ontbreken van rechtsmacht. Verweerder heeft vervolgens de verleende verblijfsvergunning met terugwerkende kracht per 4 oktober 2018 ingetrokken.

Asielrelaas

2. Eiseres heeft op 5 november 2018 haar asielaanvraag ingediend. Aan haar asielaanvraag heeft zij ten grondslag gelegd dat zij meerdere keren is aangerand door haar oom en dat zij hem bij de laatste aanranding heeft doodgestoken met een gebroken bord. Vervolgens is eiseres gevlucht naar een huis dat niet af was. Daar is eiseres verkracht door drie mannen. Eiseres heeft toen kennis gemaakt met een vrouw door wie eiseres gedwongen in de prostitutie moest werken. Daarnaast vreest eiseres voor vrouwenbesnijdenis bij terugkeer naar Nigeria.

3. Eiseres heeft in haar zienswijze verklaard dat zij lesbisch is. In het aanvullend gehoor heeft zij verklaard dat zij in Nigeria er achter kwam dat zij niet op mannen maar op vrouwen valt. In Libië werden deze gevoelens bevestigd. Eiseres heeft in Libië een relatie gehad met een vrouw waarvan eiseres de naam niet meer weet. In Malta heeft eiseres een relatie gehad met [A] . In Nederland heeft eiseres een relatie met [B] gehad. Bij terugkeer naar Nigeria vreest eiseres voor problemen vanwege haar lesbische gerichtheid.

4. Het asielrelaas van eiseres bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:

nationaliteit, identiteit en herkomst;

seksueel misbruik door oom en gevecht met oom;

eiseres heeft verklaard lesbisch te zijn.

5. In het bestreden besluit heeft verweerder de nationaliteit, identiteit en herkomst van eiseres, het seksueel misbruik door oom en het gevecht met oom geloofwaardig geacht. Verweerder heeft niet geloofwaardig geacht dat eiseres haar oom is overleden en dat zij daardoor te vrezen heeft voor repercussies als zij terugkeert naar Nigeria. Ook eiseres haar lesbische geaardheid wordt niet geloofwaardig geacht door verweerder omdat eiseres summier en oppervlakkig heeft verklaard over haar seksuele geaardheid.

6. Eiseres heeft ter zitting de gronden dat zij te vrezen heeft voor haar mensenhandelaar en dat het besluit niet is gecontroleerd door een LHBTI-coördinator ingetrokken. Deze gronden zullen daarom niet verder worden besproken.

Vrees voor vervolging

7. Eiseres voert in beroep aan dat zij te vrezen heeft voor repercussies bij terugkeer naar Nigeria omdat zij haar oom ernstig heeft mishandeld, waarna haar oom is overleden. Zij heeft reële vrees dat haar bij terugkeer geen eerlijk proces te wachten staat.

8. De rechtbank is van oordeel dat verweerder niet ten onrechte ongeloofwaardig heeft geacht dat de oom van eiseres is overleden door de mishandeling van eiseres. De informatie over het overlijden van haar oom, heeft eiseres ontvangen van haar madame (haar mensenhandelaar) en heeft verweerder daarom niet geloofwaardig mogen achten. Verweerder heeft zich in redelijkheid op het standpunt gesteld dat de mensenhandelaar van eiseres er belang bij had om eiseres te beïnvloeden, om haar los te weken van haar familie en haar te bewegen om mee naar Libië te gaan met als doel om eiseres tot prostitutie te dwingen. De informatie dat het ziekenhuis zou hebben bevestigd dat de oom van eiseres is overleden, is ook afkomstig van de mensenhandelaar, zo heeft eiseres ter zitting verklaard. Dat een andere bron uit Nigeria ook heeft bevestigd dat eiseres haar oom is overleden, is niet onderbouwd.

Verder heeft verweerder niet ten onrechte ongeloofwaardig geacht dat er aangifte is gedaan tegen eiseres en dat zij vervolgd zal worden bij terugkeer naar Nigeria. Eiseres heeft niet onderbouwd voor wie zij vreest, en zij heeft ook niet onderbouwd op basis waarvan zij stelt dat er (nog steeds) naar haar wordt gezocht. In het nader gehoor heeft eiseres verklaard dat haar madame heeft verteld dat zij werd gezocht en dat haar foto overal hing. Daarvoor heeft zij geen andere onderbouwing gegeven. Aangezien deze informatie afkomstig is van haar mensenhandelaar, heeft verweerder dit ongeloofwaardig mogen achten. Gelet hierop komt de rechtbank niet toe aan de beoordeling van de stelling dat eiseres bij terugkeer geen eerlijk proces kan verwachten.

Seksuele geaardheid

9. Eiseres voert aan dat verweerder ten onrechte niet geloofwaardig heeft bevonden dat eiseres lesbisch is. Zij heeft voldoende inzicht gegeven in de wijze waarop zij is omgegaan met haar gevoelens. Het ontbreken van diepgang in relaties kan geen reden vormen om twijfel te hebben aan de geloofwaardigheid van de geaardheid van eiseres. Eiseres heeft bijna geen scholing gehad waardoor zij geen inzicht kan geven in haar denkproces. De verklaring van COC van 17 juni 2019 en de verklaring van [B] heeft verweerder ten onrechte niet meegenomen in het bestreden besluit.

10. De rechtbank is van oordeel dat verweerder niet ten onrechte ongeloofwaardig heeft bevonden dat eiseres lesbisch is. Verweerder heeft zich in redelijkheid op het standpunt gesteld dat eiseres hierover summier en oppervlakkig heeft verklaard. Zo verklaart eiseres in het aanvullende gehoor van 23 mei 2019 dat zij in Nigeria ontdekte dat zij op meisjes valt. Op de vraag wat eiseres daarvan vond zegt eiseres dat zij het prima vond en dat zij voelde dat ze zo was. Als zij in Nigeria meisjes tegen kwam voelde zij dat ze lesbisch was. Verder heeft eiseres niet verklaard wat het voor haar persoonlijk betekende. Gelet op deze verklaringen heeft verweerder terecht overwogen dat eiseres geen inzicht heeft gegeven in de periode waarin zij ontdekt lesbisch te zijn. Juist in een land als Nigeria, waar LHBTI niet wordt geaccepteerd en strafbaar is, wordt verwacht dat eiseres hierover meer gedachten heeft gehad en dus meer heeft kunnen verklaren.

Ook heeft verweerder terecht gesteld dat eiseres summier en oppervlakkig heeft verklaard over haar lesbische relaties in Libië, Malta en Nederland. Verweerder mag ten aanzien van dit punt meer van eiseres verwachten. De verklaringen over de relaties die eiseres zou hebben gehad zijn immers onderdeel van het authentieke verhaal van eiseres dat integraal beoordeeld wordt en deze vormen immers ook de kern van haar relaas. Zo heeft eiseres van de vrouw waarmee zij een relatie heeft gehad in Libië geen naam kunnen geven of andere persoonlijke informatie over haar kunnen vertellen en heeft eiseres niet kunnen toelichten hoe zij en haar toenmalige vriendin elkaar hebben ontmoet. Over de relatie met [A] in Malta heeft eiseres ook weinig verklaard. Zo heeft zij weinig verklaard over persoonlijke eigenschappen van [A] en heeft zij geen inzicht gegeven hoe zij en haar vriendin elkaar hebben leren kennen, anders dan dat zij elkaar hebben ontmoet op weg naar het werk. Verweerder heeft zich niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat van eiseres mag worden verwacht dat zij meer over de relatie kan vertellen aangezien eiseres stelt dat de relatie met [A] vier à vijf jaar heeft geduurd. Over de relatie met [B] in Nederland heeft eiseres verklaard dat zij elkaar leerden kennen in het asielzoekerscentrum, dat zij elkaar groetten en dat zij de tweede keer vertelde dat ze verliefd op [B] was en dat zij elkaar toen vertelden dat zij lesbisch zijn. Hiermee heeft, zo heeft verweerder terecht gesteld, eiseres geen inzicht gegeven hoe zij elkaar echt leerden kennen. Ook heeft

verweerder het opmerkelijk mogen achten dat eiseres de naam van [B] van een papiertje moest voorlezen tijdens het aanvullend gehoor.

Daarnaast volgt uit de Werkinstructie 2019/17 dat verweerder moet doorvragen op persoonlijke belevingen van de vreemdeling en de persoonlijke betekenis die de gestelde homoseksualiteit voor de vreemdeling heeft gehad. Daarbij moet verweerder aansluiting zoeken met het niveau van de vreemdeling en rekening houden met het referentiekader. In dit geval blijkt naar het oordeel van de rechtbank dat verweerder in lijn met de Werkinstructie 2019/17 heeft gehandeld. Zo heeft verweerder vragen meerdere keren herhaald, op een andere manier verwoord en bij eiseres erop aangedrongen om iets meer te vertellen over haar angsten en andere gevoelens. Dat eiseres helemaal geen inzicht kan geven over haar denkproces gelet op haar onderwijsniveau, volgt de rechtbank niet.

Verder heeft verweerder de verklaringen van het COC en de verklaring van [B] , anders dan eiseres stelt, wel betrokken bij het bestreden besluit. Over die verklaringen heeft verweerder terecht gesteld dat verklaringen van derden kunnen dienen als ondersteuning van een gestelde seksuele gerichtheid, maar dat dit onverlet laat dat de betrokken vreemdeling ook zelf aan de hand van zijn verklaringen zijn seksuele geaardheid aannemelijk moet maken.1 Nu verweerder niet ten onrechte heeft gesteld dat eiseres met haar verklaringen haar gestelde geaardheid niet geloofwaardig heeft gemaakt, heeft verweerder aan de door eiseres overgelegde verklaringen van het COC en de verklaring van [B] niet het gewicht hoeven toekennen dat eiseres wenst.

Vrees voor besnijdenis

11. Verder stelt eiseres dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de vrees voor besnijdenis van eiseres haar dochters niet zwaarwegend is. Eiseres zal als alleenstaande moeder niet in staat zijn zich tegen de sociale druk van de familie te verzetten, noch zal zij in staat zijn ergens anders een veilig verblijf te vinden. Eiseres heeft geen sociaal netwerk in Nigeria.

12. De rechtbank is van oordeel dat verweerder de vrees voor besnijdenis onvoldoende zwaarwegend heeft mogen achten. Daarbij heeft verweerder van belang mogen vinden dat eiseres niet duidelijk maakt voor wie zij te vrezen heeft. Ter zitting heeft eiseres gesteld dat zij te vrezen heeft voor de hele familie van haar vaders kant (‘extended family’), maar eerder heeft zij verklaard dat zij haar familie niet kent. Dat is tegenstrijdig met elkaar. Bovendien is eiseres een volwassen vrouw van wie verwacht kan worden dat zij een eigen bestaan kan opbouwen zonder haar familie.

Vrees voor seksueel misbruik

13. Voor zover eiseres nog heeft aangevoerd dat, omdat zij in het verleden slachtoffer is geweest van seksueel misbruik, dat een indicator is voor vrees voor seksueel misbruik bij terugkeer naar Nigeria, dan wel voor gender gerelateerd geweld, overweegt de rechtbank als volgt.

14. Verweerder heeft niet ten onrechte de door eiseres (subsidiair) gestelde vrees voor seksueel misbruik/gender gerelateerd geweld bij terugkeer naar Nigeria onvoldoende aannemelijk mogen achten. Nog daargelaten het antwoord op de vraag of eiseres op dit punt als Verdragsvluchteling kan worden aangemerkt. Verweerder heeft zich op het standpunt

1. ECLI:NL:RVS:2018:3080.

mogen stellen dat eiseres onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij zich bij terugkeer naar Nigeria opnieuw in de machtssfeer van haar oom zal bevinden.

Conclusie

15. Eiseres komt niet in aanmerking voor toelating op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a of b, van de Vreemdelingenwet 2000 ( Vw ). De aanvraag is terecht afgewezen als ongegrond. Het beroep is ongegrond.

16. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. L.A. Banga, rechter, in aanwezigheid van

mr. A. Wilpstra-Foppen, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 13 oktober 2020.

De uitspraak is bekendgemaakt op:

13 oktober 2020

Documentcode: [documentcode]

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen vier weken na de dag van bekendmaking.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde jurisprudentie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature