Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

mvv in het kader van ‘familie en gezin’: niet 'meer dan de gebruikelijke afhankelijkheidsrelatie'

Uitspraak



RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht

Bestuursrecht

zaaknummer: AWB 20/1489

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 oktober 2020 in de zaak tussen

[eiseres] ,

V-nr: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. J.E. Jalandoni),

en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

Procesverloop

Bij besluit van 11 december 2019 (het primaire besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres om een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) te verlenen, afgewezen.

Bij besluit van 30 januari 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.

Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 14 juli 2020. Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde. Verder is verschenen referent, [A] en tolk A.L. Nima. Verweerder is, met bericht van verhindering, niet verschenen.

Overwegingen

1. Eiseres is 72 jaar, weduwe, heeft de Jemenitische nationaliteit en woont in Jemen. Zij beoogt verblijf bij één van haar kinderen, haar zoon, geboren op [geboortedatum] 1974 en houder van een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd. Op 12 juli 2019 heeft referent ten behoeve van eiseres een aanvraag ingediend om afgifte van een mvv in het kader van ‘familie en gezin’ op grond van artikel 8 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM).

2. Verweerder heeft de aanvraag afgewezen, omdat er volgens verweerder geen sprake is van een ‘meer dan gebruikelijke (emotionele) afhankelijkheidsrelatie’ tussen eiseres en referent en daarmee geen sprake is van beschermenswaardig familieleven in de zin van artikel 8 van het EVRM . Volgens verweerder is niet gebleken van banden tussen referent en eiseres die zo sterk zijn dat als gevolg van de scheiding eiseres niet in staat is zelfstandig te functioneren.

3. Volgens eiseres is die meer dan gebruikelijke afhankelijkheidsrelatie wel aanwezig.

Zij voert aan in Jemen samengewoond te hebben met referent. Zij woonden namelijk in hetzelfde appartementencomplex, vrijwel naast elkaar en zij waren de gehele dag bij elkaar.

Verder voert eiseres aan dat zij uit het bestreden besluit afleidt dat verweerder als doorslaggevende eis stelt dat er sprake moet zijn van exclusieve afhankelijkheid tussen eiseres en referent en dat is juridisch niet juist.

Onder verwijzing naar niet nader genoemde jurisprudentie van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) over de vraag of sprake is van ‘additional elements of dependence’ of van ‘more than the normal emotional ties’ en een verwijzing naar r.o. 3.2 in de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) van 4 april 2019, voert eiseres aan dat referent de enige is die voor haar kan zorgen. Eiseres verklaart dat zij ernstige medische klachten heeft en de benodigde zorg alleen van referent kan krijgen. Bovendien is zij financieel geheel afhankelijk van referent.

4. Tussen partijen is in geschil de vraag of tussen eiser en referent, de meerderjarige zoon van eiseres, sprake is van een ‘meer dan gebruikelijke (emotionele) afhankelijkheidsrelatie’ of 'more than the normal emotional ties’, waardoor ondanks de meerderjarigheid van referent toch sprake is van beschermenswaardig familie- of gezinsleven in de zin van artikel 8 van het EVRM tussen hem en eiseres.

5. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder zich terecht op het standpunt gesteld dat er tussen eiseres en referent geen sprake is van 'more than the normal emotional ties' zoals hiervoor bedoeld. Daarvoor acht de rechtbank het volgende van belang.

6. Volgens de door eiser genoemde uitspraak van de ABRvS immers is het al dan niet bestaan van 'more than the normal emotional ties’ een kwestie van feitelijke aard en afhankelijk van het daadwerkelijk bestaan van hechte persoonlijke banden. Bij de beoordeling kunnen financiële of materiele afhankelijkheid, de gezondheid van een van de betrokkenen en de banden met het land van herkomst van belang zijn. Verder mag verweerder zwaarwegend, maar niet doorslaggevend, gewicht toekennen aan het antwoord op de vraag of er een reële mogelijkheid bestaat dat ook andere familieleden of derden de door het afhankelijke familielid benodigde zorg geven. Daarbij betrekt verweerder bij de beoordeling of tussen de desbetreffende vreemdeling en de desbetreffende referent voormelde 'ties' bestaan, onder meer of de gestelde afhankelijkheid tussen hen exclusief is.

7. Verweerder heeft daarom niet ten onrechte belang gehecht aan de feitelijke situatie dat referent ten tijde van zijn vertrek uit Jemen in 2013 niet met eiseres samenwoonde. Referent en eiseres hadden ieder een eigen appartement. Die feitelijke situatie is naar het oordeel van de rechtbank voldoende voor de conclusie dat eiseres en referent niet samenwoonden. Dat, zoals ter zitting is aangevoerd, het appartement van referent in hetzelfde appartementencomplex lag als dat van eiseres, referent dagelijks bij eiseres was, haar onderhield en voor haar zorgde, maakt de conclusie niet anders, te meer omdat dit een onvoldoende onderbouwde stelling is. Uit de woonsituatie blijkt dan ook niet van een meer dan gebruikelijke afhankelijkheidssituatie.

Ook heeft verweerder op grond van het navolgende kunnen stellen dat in de periode tussen het vertrek van referent in 2013 en de aanvraag mvv in juli 2019 niet is gebleken van een meer dan gebruikelijke afhankelijkheidssituatie.

Referent woont sinds 2013 in Nederland. Het contact tussen referent en eiseres heeft dus al die jaren op afstand van elkaar plaats gevonden. Hieruit blijkt op voorhand dan ook niet van een meer dan gebruikelijke (emotionele) afhankelijkheidsrelatie. Verder heeft eiseres zich sinds het vertrek van referent in 2013 staande gehouden en is niet gebleken dat die situatie niet langer houdbaar is. Zoals referent hierover zelf ter zitting heeft verklaard, is eiseres geholpen door derden, zowel tegen betaling door referent als uit barmhartigheid. Verweerder heeft daarom niet ten onrechte tegengeworpen dat eiseres niet heeft aangetoond dat zij voor hulp en zorg specifiek (meer dan gebruikelijk) afhankelijk is van referent. Nog daargelaten of de halfzussen en halfbroers van referent voor haar kunnen zorgen.

Eiseres heeft verder met het door haar overgelegde medische stuk van 4 december 2019 ook niet onderbouwd dat zij zodanig afhankelijk is van referent dat zij buiten zijn aanwezigheid niet meer zelfstandig kan functioneren. Andere medische stukken zijn niet overgelegd. Dat de benodigde zorg in Jemen niet voorhanden is doet hier niet aan af.

Verweerder heeft daarom niet ten onrechte gesteld dat uit de medische stukken niet blijkt dat uitsluitend referent voor eiseres kan zorgen. Voor zover eiseres aanvoert dat zij financieel afhankelijk is van referent heeft verweerder terecht gesteld dat uit de overgelegde betalingsbewijzen slechts blijkt van incidentele steun en dat deze steun ook vanuit Nederland gegeven kan worden.

Ter zitting heeft referent nog aangevoerd dat het onveilig voor eiseres is in Jemen. Ten aanzien daarvan overweegt de rechtbank dat het voorstelbaar is dat deze veiligheidssituatie het leven van eiseres beïnvloedt, maar dat deze omstandigheid gelet op de waterscheiding tussen asiel- en reguliere procedures, niet kan worden meegenomen in deze beoordeling.

8. Het voorgaande maakt dat verweerder zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat er geen sprake is van een meer dan gebruikelijke afhankelijkheidsrelatie tussen eiseres en referent. De rechtbank acht het begrijpelijk dat eiseres graag wil dat referent in de benodigde zorg voorziet, maar deze wens is onvoldoende om een meer dan gebruikelijke afhankelijkheidsrelatie aan te nemen. De rechtbank is daarom van oordeel dat verweerder op goede gronden heeft vastgesteld dat eiseres niet in aanmerking komt voor de gevraagde mvv. Verweerder heeft hierbij, naar het oordeel van de rechtbank, in overeenstemming met de jurisprudentie van het EHRM en de ABRvS bij de beoordeling of tussen de vreemdeling en referent 'more than the normal emotional ties' bestaan, onder meer betrokken of de gestelde afhankelijkheid tussen hen exclusief is, zonder daar doorslaggevend belang aan gehecht te hebben.

9. Het beroep op schending van de hoorplicht kan naar het oordeel van de rechtbank niet slagen. Van het horen in bezwaar kan op grond van artikel 7:3, aanhef en onder b, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) worden afgezien indien er naar objectieve maatstaven op voorhand redelijkerwijs geen twijfel over mogelijk is dat de gemaakte bezwaren niet tot een andersluidend besluit kunnen leiden. Gezien de motivering van het primaire besluit en hetgeen eiseres hiertegen in haar bezwaarschrift heeft aangevoerd, is aan voormelde maatstaf voldaan. De verwijzing van eiseres naar WI 2019/16, waarin staat dat horen in de rede ligt in zaken waarin artikel 8 EVRM-aspecten aan de orde zijn, maakt dat niet anders. In de WI 2019/16 is namelijk ook vermeld dat het afzien van horen wordt beheerst door artikel 7:3 van de Awb .

10. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. L.A. Banga, rechter, in aanwezigheid van mr. L.M. Janssens-Kleijn, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 9 oktober 2020.

griffier rechter

De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.

Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen vier weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

ECLI:NL:RVS:2019:1003


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde jurisprudentie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature