Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Pw. Opschorting en intrekking bijstand. Eiseres heeft de gevraagde stukken niet overgeleged en is niet op afspraken verschenen. Dit is haar te verwijten.

Uitspraak



RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht

zaaknummer: SGR 19/7738

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 28 oktober 2020 in de zaak tussen [eiseres] , te [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. R.G.A.M. van den Heuvel),

en

het college van burgmeester en wethouders van Krimpenerwaard, verweerder

(gemachtigde: drs. M. Moberg).

Procesverloop

Bij besluit van 3 juli 2019 (primair besluit I) heeft verweerder het recht op bijstand van eiseres op grond van de Participatiewet (Pw) met ingang van 3 juli 2019 opgeschort.

Bij besluit van 17 juli 2019 (primair besluit II) heeft verweerder het recht op bijstand van eiseres op grond van de Pw met ingang van 3 juli 2019 ingetrokken.

Bij besluit van 24 oktober 2019 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.

Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Als gevolg van de getroffen maatregelen rondom het coronavirus heeft met toestemming van partijen geen onderzoek ter zitting plaatsgevonden. Vervolgens heeft de rechtbank het onderzoek gesloten.

Overwegingen

1. In het kader van een onderzoek naar de rechtmatigheid van de aan eiseres verstrekte bijstandsuitkering heeft verweerder eiseres uitgenodigd voor een gesprek op 20 juni 2019. Eiseres is daarbij verzocht verschillende gegevens mee te nemen, waaronder bankafschriften. Eiseres heeft dit gesprek wegens gezondheidsredenen afgezegd. Verweerder heeft haar vervolgens uitgenodigd voor een nieuw gesprek op 3 juli 2019. Omdat eiseres, met bericht van verhindering wegens gezondheidsredenen, ook niet op het gesprek van 3 juli 2019 is verschenen en de gevraagde gegevens niet heeft overgelegd, heeft verweerder bij primair besluit I het recht op bijstand van eiseres vanaf die datum opgeschort. Verweerder heeft eiseres in de gelegenheid gesteld dit verzuim te herstellen door op 10 juli 2019 te verschijnen voor een gesprek en om alsnog de gevraagde gegevens over te leggen. Omdat eiseres, met bericht van verhindering wegens gezondheidsredenen, opnieuw niet op het gesprek is verschenen en de gevraagde gegevens niet heeft overgelegd, heeft verweerder bij primair besluit II het recht op bijstand van eiseres vanaf 3 juli 2019 ingetrokken.

2. Bij het bestreden besluit heeft verweerder – onder verwijzing naar het advies van de Onafhankelijke Commissie voor de Bezwaarschriften van de gemeente Krimpenerwaard – de opschorting en intrekking van het recht op bijstand gehandhaafd. Verweerder overweegt daartoe dat eiseres verwijtbaar niet op de afspraken is verschenen en de gevraagde stukken niet heeft overgelegd. Gebleken is dat eiseres ook in staat is winkels te bereiken die verder van de woning van eiseres zijn gelegen dan het stadhuis. Daarnaast heeft eiseres verzuimd zelf contact met verweerder te zoeken om in overleg naar alternatieve mogelijkheden te kijken waarop de ontbrekende stukken en informatie kan worden aangeleverd, als dit wegens haar lichamelijke beperken niet mogelijk is.

3. Eiseres voert aan dat verweerder heeft verzuimd de verwijtbaarheid deugdelijk te beoordelen. Eiseres heeft de gesprekken tijdig afgezegd en om uitstel daarvan verzocht, omdat zij niet in staat is zelfstandig naar afspraken te gaan. Verweerder heeft deze tijdige afmeldingen en verzoeken ten onrechte niet gehonoreerd en verzuimd de reden daarvan te laten beoordelen door medici. Hij was daartoe gehouden gezien de op 17 november 2018 toegekende vrijstelling van de arbeidsverplichting en de op 11 september 2019 geleverde scootermobiel. Verweerder is ten onrechte op de stoel van de arts gaan zitten. Spoedopname wegens een herseninfarct op 21 september 2019 en een vermoeden van een herseninfarct op 5 oktober 2019 bevestigen de slechte gezondheid van eiseres ten tijde van de primaire besluiten. Daarnaast zijn de gevraagde gegevens later naar tevredenheid ingeleverd, gelet op de bij besluit van 4 november 2019 toegekende voorschotten.

4. De rechtbank komt tot de volgende beoordeling.

4.1.

De te beoordelen periode loopt dus van 3 juli 2019 (de ingangsdatum van de intrekking) tot en met 17 juli 2019 (de datum van primair besluit II).

4.2.

Niet in geschil is dat eiseres niet op de gesprekken is verschenen, de verzochte gegevens voor de verlening van de bijstand van belang zijn en dat eiseres deze niet tijdig heeft overgelegd. In geschil is of eiseres hiervan een verwijt kan worden gemaakt. Die verwijtbaarheid kan op grond van vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) wat betreft het niet overleggen van de gevraagde gegevens slechts dan ontbreken indien het gaat om gegevens of gevorderde bewijsstukken die niet van belang zijn voor de verlening van bijstand of om gegevens waarover de betrokkene niet binnen de gestelde (herstel)termijn redelijkerwijs heeft kunnen beschikken.

4.3.

Gesteld, noch gebleken is dat eiseres niet binnen de gestelde (herstel)termijn redelijkerwijs over de verzochte gegevens heeft kunnen beschikken. Nu eiseres zelf stelt dat de gegevens later naar tevredenheid zijn ingeleverd, acht de rechtbank eveneens aannemelijk dat zij in staat was om de gevraagde gegevens te verstrekken. Dat eiseres wegens medische redenen niet in staat was om op het gesprek te verschijnen, acht de rechtbank niet aannemelijk. Uit de dossierstukken blijkt immers dat zij wel in staat is om naar afspraken te gaan en boodschappen te doen, al dan niet met ondersteuning van haar ex-partner. Niet is gebleken waarom eiseres dan ook niet in staat zou zijn om – met ondersteuning van haar ex-partner – op het gesprek met verweerder te verschijnen en de gevraagde stukken te overleggen. Dat eiseres de gevraagde gegevens niet heeft overgelegd en niet op de afspraken is verschenen, kan haar dan ook worden verweten.

4.4.

Het betoog van eiseres dat verweerder heeft verzuimd de reden van de afzegging door medici te laten beoordelen, slaagt niet. Het ligt om de weg van eiseres om haar stelling dat zij door medische redenen niet in staat is op afspraken te verschijnen en stukken te overleggen, te onderbouwen. Vervolgens is verweerder gehouden om die stelling in samenhang met de door eiseres overgelegde stukken op juistheid te beoordelen. Verweerder is niet gehouden om de stelling van eiseres nader (door medici) te (laten) onderzoeken.

4.5.

Dat eiseres de gegevens op een later moment alsnog naar tevredenheid zou hebben ingeleverd, kan niet tot een ander oordeel leiden. Volgens vaste rechtspraak van de CRvB komt in beginsel geen betekenis toe aan gegevens of stukken die tijdens de bezwaarfase of later alsnog zijn verstrekt. Dit kan anders zijn indien de betrokkene aannemelijk maakt dat het gaat om gegevens of stukken die hij redelijkerwijs niet binnen de gegeven hersteltermijn heeft kunnen verstrekken. Zoals reeds is overwogen is daarvan in het geval van eiseres geen sprake.

4.6.

Uit hetgeen is overwogen volgt dat aan de voorwaarden van artikel 54, eerste en vierde lid, van de Pw is voldaan en verweerder bevoegd was om het recht op bijstand van eiseres op te schorten en vervolgens in te trekken. Wat eiseres aanvoert levert geen grond op voor het oordeel dat verweerder niet in redelijkheid van zijn bevoegdheid tot opschorting en intrekking gebruik heeft kunnen maken.

5. Het beroep is ongegrond.

6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, rechter, in aanwezigheid van mr. D.W.A. van Weert, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 28 oktober 2020.

griffier

rechter

Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening.

Zie de uitspraak van de CRvB van 8 september 2020, ECLI:NL:CRVB:2020:2102.

Zie de uitspraak van de CRvB van 9 oktober 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:3121.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature