Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

6 jaar cel voor de productie van crystal meth in drugslaboratorium in Wateringen.

Tip

Naar aanleiding van een tip van een informant heeft op 26 februari 2019 een inval plaatsgevonden in een loods In Wateringen. Daar is een professioneel opgezet en ingericht laboratorium aangetroffen waar bijna 850 kilo crystal meth (methamfetamine) is geproduceerd. Op het moment van de inval was de verdachte daar aanwezig.

Hoogwaardig eindproduct

De verdachte heeft de ‘laboranten’ dagelijks naar het laboratorium gebracht en opgehaald. Hij heeft ook goederen aangeschaft. Sprake van medeplegen.

Gevaarlijke drug

Crystal meth is wellicht de voor de volksgezondheid meest gevaarlijke drug die op dit moment op de markt wordt gebracht. Het werkt bijzonder verslavend en deze drug heeft op de mens een bijna verwoestende uitwerking. Daarom is een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zes jaar op zijn plaats.

Uitspraak



Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht

Meervoudige strafkamer

Parketnummer: 09/857069-19

Datum uitspraak: 27 oktober 2020

Tegenspraak

(Promisvonnis)

De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren op [geboortedag] 1992 te [geboorteplaats] ,

BRP-adres: [adres] .

1 Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzittingen van 4 juni 2019, 22 augustus 2019, 30 oktober 2019, 16 januari 2020, 8 april 2020, 11 mei 2020 (alle pro forma) en 13 oktober 2020 (sluiting van het onderzoek ter terechtzitting).

De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. K. van Diemen en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman mr. S.R. Bordewijk naar voren is gebracht.

2 De tenlastelegging

Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting van 13 oktober 2020 - ten laste gelegd dat:

1.

primair

hij in of omstreeks de periode van 01 februari 2019 tot en met 26 februari 2019 te Wateringen, gemeente Westland, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd, een grote hoeveelheid methamfetamine (ongeveer 843 kilogram) en/of een grote hoeveelheid amfetamine en/of een grote hoeveelheid MDMA, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende methamfetamine en/of amfetamine en/of MDMA, zijnde methamfetamine en/of amfetamine en/of MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

subsidiair

[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] , althans één of meer (onbekend gebleven) perso(o)n(en) in of omstreeks de periode van 1 februari 2019 tot en met 26 februari 2019 te Wateringen, gemeente Westland, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft/hebben bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd, ongeveer 843 kilogram methamfetamine en/of een grote hoeveelheid amfetamine en/of een grote hoeveelheid MDMA, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende methamfetamine en/of amfetamine en/of MDMA, zijnde methamfetamine en/of amfetamine en/of MDMA een middel als bedoeld i de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 februari 2019 tot en met 26 februari 2019 te Wateringen, gemeente Westland, en/of Schiedam en/of Rotterdam, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door

- voornoemede [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] (dagelijks) in een (bestel)auto vanaf hun/zijn verblijfadres te vervoeren naar de locatie waar de methamfetamine en/of amfetamine en/of MDMA werden bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd en/of

- voornoemde [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] (dagelijks) in een (bestel)auto vanaf de locatie waar de methamfetamine en/of amfetamine en/of MDMA werden bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd te vervoeren naar zijn/hun verblijfadres en/of

- meermalen, althans eenmaal, al dan niet in het bijzijn van voornoemde [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] goederen ten behoeve van het bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of vervaardigen van methamfetamine en/of amfetamine en/of MDMA heeft gekocht in een of meer bouwmarkt(en) en/of supermarkt(en) en/of drogisterij(en) en/of

- ( vervolgens) voornoemde goederen ten behoeve van het bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of vervaardigen van methamfetamine en/of amfetamine en/of MDMA naar de locatie waar de methamfetamine en/of amfetamine en/of MDMA werden bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd heeft gebracht;

2.

hij op of omstreeks 26 februari 2019 te Wateringen, gemeente Westland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 405,22 kilogram en 1092 liter methamfetamine en/of ongeveer 222,1 gram MDMA en/of ongeveer 37,5 liter amfetamine, zijnde methamfetamine en/of amfetamine en/of MDMA, (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

3.

hij op of omstreeks 26 februari 2019 te Wateringen, gemeente Westland, en/of te Naaldwijk, gemeente Westland, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 21,3 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, zijnde heroïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

3. Bewijsoverwegingen

Feiten 1 en 2

3.1

Inleiding

Naar aanleiding van informatie van een informant van het Team Criminele Inlichtingen van de Eenheid Den Haag (hierna: TCI-informant) dat in het pand aan de [adres Pand] te Wateringen (hierna: het pand) mogelijk een drugslaboratorium zou zitten, is door de politie een onderzoek ingesteld. De politie heeft een camera bij het pand geplaatst. Op de camerabeelden is onder meer te zien dat in de periode van 14 tot en met 19 februari 2019 op verschillende dagen en tijdstippen, verschillende mannen het pand betraden en enige tijd later weer verlieten, terwijl zij dozen, dan wel tassen met goederen bij zich droegen. Ook is op verschillende dagen te zien dat vroeg in de ochtend een bestelbus van het merk Opel , type Vivaro, bij het pand kwam aanrijden. Na het openen van het rolluik van het pand reed de bestelbus achteruit het pand in. Even later vertrok de bestelbus weer. Laat in de middag of vroeg in de avond kwam de bestelbus weer bij het pand aanrijden. Na het openen van het rolluik reed de bestelbus wederom achteruit het pand in. Even later vertrok de bestelbus weer. Na nader onderzoek heeft een verbalisant de bestuurder van de Opel Vivaro herkend als de verdachte. Op de camerabeelden van 25 februari 2019 is te zien dat hij om 10.11 uur het pand verliet in een bestelbus. Om 16.18 uur kwam hij met dezelfde bestelbus aanrijden. Na het openen van het rolluik reed hij met de bestelbus achteruit het pand in. Om 16.32 uur vertrok hij met de bestelbus uit het pand. Tijdens een observatie bij het pand op 26 februari 2019 hebben verbalisanten waargenomen dat een bedrijfsauto van het merk Peugeot met het [kenteken] bij het pand kwam aanrijden. Na het openen van het rolluik reed de bedrijfsauto achteruit het pand in. De verdachte heeft aangegeven dat hij ook de bestuurder was van deze auto. Na sluiten van het rolluik is een arrestatieteam het pand binnen gegaan. In het pand werd een laboratorium voor de grootschalige productie van synthetische drugs aangetroffen. In de koffieruimte/keuken van het pand werden de verdachte en nog vijf andere personen aangehouden, te weten: [medeverdachte 4] [medeverdachte 4] , J [medeverdachte 3] [medeverdachte 3] , [medeverdachte 1] [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] [medeverdachte 5] . Onder een aantal van deze verdachten, onder wie de verdachte, is een mobiele telefoon van het merk BQ Aquarius X2 inbeslaggenomen. Dergelijke mobiele telefoons betreffen zogenaamde beveiligde PGP-telefoons die niet zijn uit te lezen door opsporingsinstanties. De verbalisant heeft geconstateerd dat alleen een deur op de eerste etage was afgesloten middels slot en sleutel. De andere deuren in het pand waren niet afgesloten.

De verdachte wordt – kort samengevat – verweten dat hij zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan de grootschalige productie van synthetische drugs en aan het aanwezig hebben van een grote hoeveelheid synthetische drugs.

3.2

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de onder 1 en 2 primair tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden, met dien verstande dat zij ten aanzien van feit 1 niet wettig en overtuigend bewezen acht dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de productie van amfetamine en MDMA. De verdachte dient van die onderdelen in de tenlastelegging te worden vrijgesproken. De productie van ongeveer 843 kilogram methamfetamine acht zij wel wettig en overtuigend bewezen. Zij acht voorts wettig en overtuigend bewezen dat de pleegperiode aanvangt op 9 februari 2019. De verdachte dient ten aanzien van de periode vóór die datum partieel te worden vrijgesproken. Ten aanzien van feit 2 acht de officier van justitie met betrekking tot de vloeibare methamfetamine wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte 776 liters methamfetamine aanwezig heeft gehad. Voor de overige liters methamfetamine dient de verdachte partieel te worden vrijgesproken.

3.3

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat feit 1 primair niet wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard, nu de verdachte geen weet had van het vervaardigen van drugs. Ook feit 1 subsidiair kan niet wettig en overtuigend bewezen worden verklaard nu de opzet op het vervaardigen van de drugs niet aanwezig was.

De raadsman heeft zich voorts op het standpunt gesteld dat ook feit 2 niet wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.

3.4

De beoordeling van de tenlastelegging

Het pand

De Dienst LFO heeft onderzoek in het pand verricht en het navolgende geconstateerd.

Het pand betrof een bedrijfspand met twee etages in een rij van geschakelde units. Aan beide zijden van het pand zaten meerdere andere bedrijven. De begane grond bestond uit een hal en een loods (hierna: de loods) met aan de linkerzijde drie ruimtes. In de eerste ruimte bevond zich een keuken met een trap naar de bovenverdieping (hierna: de keuken). In de tweede ruimte stonden een poederschudder en diverse emmers met restanten kleurstoffen (hierna: de mengruimte). De gehele ruimte was verontreinigd met glitter en roze poeder. De derde ruimte was ingericht met twee banken en een salontafel. In deze ruimte stond een deels uit elkaar gehaalde tabletteermachine (hierna: de tabletteerruimte). Ook deze ruimte was besmet met roze poeder. Boven deze ruimte bevond zich nog een ruimte (hierna: de ruimte boven de tabletteerruimte). De bovenverdieping was te bereiken via de eerder genoemde trap. Bovenaan de trap was een deur die toegang gaf tot een ruimte met zes vriezers en diverse tafels met daarop een zeer grote hoeveelheid kristallen (hierna: de sorteerruimte). Vanuit deze ruimte waren twee andere ruimtes te betreden. Eén hiervan was te betreden via een deur recht tegenover de trapdeur. Deze gaf toegang tot een ruimte waar afval lag en waar gascilinders stonden. Ook stonden hier drie branders en diverse pannen (hierna: de kookruimte). Rechts achterin was nog een deur die toegang gaf tot de laatste ruimte. In deze laatste ruimte lagen nog meer kristallen en stonden ventilatoren (hierna: de droogruimte). De Dienst LFO heeft geconcludeerd dat op de bovenverdieping in een drietal ruimtes goederen en chemicaliën aanwezig waren voor de grootschalige herkristallisatie van methamfetamine. In de kookruimte waren gasflessen, gasbranders, hamers, staafmixers en pannen aanwezig voor het maken van een verzadigde methamfetamine-wateroplossing. In de kookruimte waren vuilniszakken aanwezig met daarin 311 opengesneden verpakkingen met poederresten. Deze verpakkingen waren soortgelijk als de opengesneden verpakkingen die op de begane grond in de loods waren aangetroffen. In totaal lagen er in het pand 843 lege verpakkingen met restanten methamfetamine. In de droogruimte waren afdruiprekken, ventilatoren, jerrycans met aceton, jerrycans met vervuilde aceton, lege gebruikte emmers en ijsemmers aanwezig die waren gebruikt voor het afgieten en verwijderen van de uitgekristalliseerde methamfetamine kristallen, het 'wassen' van deze methamfetamine kristallen alsmede het drogen en uit elkaar halen. In de droogruimte waren 81,37 kilo droge methamfetamine kristallen, al dan niet uit elkaar gehaald, aanwezig. In de sorteerruimte waren vriezers aanwezig die in bedrijf waren. In de vriezers werden ijsemmers aangetroffen met daarin methamfetamine kristallen en vloeistof. Op deze vriezers lagen 39 plastic zakken met daarin zeer heldere en lange methamfetamine kristallen. Iedere zak bevatte een kilo kristallen. Op de tafels in de sorteerruimte lag een aanzienlijke hoeveelheid zeer heldere en lange methamfetamine kristallen die kennelijk op lengte waren gesorteerd. In bakken, zakken en dozen her in der in de sorteerruimte werd in totaal 182,576 kilo droge methamfetamine kristallen aangetroffen. In 19 ijsemmers die buiten de vriezers stonden werd in totaal 235,89 kilo natte methamfetamine kristallen aangetroffen. In de kookruimte en de droogruimte was een afzuiging aangebracht die via twee luchtslangen uitkwam in een daarvoor aangebrachte ruimte op de bovenetage aan de voorzijde van het bedrijfspand. In deze ruimte waren de luchtslangen aangesloten op actiefkoolfilters en het klapraampje van deze ruimte was opengezet zodat de gezuiverde lucht naar de buitenlucht kon worden afgevoerd.

In de sorteerruimte en in de droogruimte werd voor een totaalgewicht van 499,84 kilo aan kristallen aangetroffen.

Van 405,22 kilo kristallen heeft het NFI vastgesteld dat het methamfetamine bevat.

In zowel de sorteerruimte als de droogruimte werd een grote hoeveelheid vloeistoffen aangetroffen. Van 776 liter vloeistoffen heeft het NFI vastgesteld dat het methamfetamine bevat.

Verder heeft het NFI geconcludeerd dat de 843 lege verpakkingen, die door het hele pand zijn aangetroffen, per verpakking circa l kilogram uitgangsmateriaal bevatte. Uitgaande van die 843 aangetroffen geleegde verpakkingen is naar schatting 843 kilogram methamfetamine HCl bewerkt.

Op de benedenverdieping waren alle ruimtes besmet met een dunne laag roze poeder. In de mengruimte werd een stofzuiger met daarin 13 roze tabletten à 0,46 gram per tablet en een groen/grijs tablet van 0,46 gram aangetroffen. Voorts werd in de mengruimte in een witte ovale bak kristallen met een totaalgewicht van 5,40 gram aangetroffen. In de tabletteerruimte werd in een sporttas op de bank 210 gram blauwe rechthoekige tabletten aangetroffen met diepdruk “AMG”. In de tabletteermachine werd een tablet van 0,42 gram aangetroffen. Van al deze goederen met een totaalgewicht van 221,74 gram heeft het NFI na onderzoek geconcludeerd dat ze MDMA bevatten.

In de loods werd een jerrycan met 25 liter vloeistof en een jerrycan van 25 liter die halfvol zat met vloeistof aangetroffen. Het NFI heeft na onderzoek geconcludeerd dat de vloeistof amfetamine bevat.

Onderzoek aan telefoon van de verdachte

De verdachte heeft verklaard dat hij IPhone heeft met het telefoonnummer [(--)] . Deze telefoon is aangetroffen in de loods in de Peugeot met [kenteken] . Uit onderzoek naar de inhoud van de telefoon is gebleken dat op 2 februari 2019 op Google is gezocht naar woorden die van de Nederlandse taal vertaald werden naar de Spaanse taal, onder andere: pannen, messen, bakken, branders, matras, dekens, vriezer, bed, tonnen en brandblusser. Ook is op 6 februari 2019 via Google en Marktplaats gezocht naar onder andere [naam winkel] , [naam winkel] , [naam winkel] , [naam winkel] , Ventilator en Staafmixer.

Onderzoek aangetroffen kassabonnen

In het pand werden diverse kassabonnen van onder meer de [naam winkel] aan de [straatnaam] te Rotterdam en van de [naam winkel] aan de [straatnaam] te Rotterdam aangetroffen. Door deze bedrijven werden de camerabeelden met betrekking tot de aankopen op de kassabonnen overhandigd. Op de camerabeelden van [naam winkel] van 9 februari 2019 is te zien dat de verdachte met twee medeverdachten diverse goederen koopt bij deze winkel. Op de camerabeelden van [naam winkel] van 20 februari 2020 is te zien dat de verdachte met anderen boodschappen ter waarde van € 261,92 doet bij deze winkel. Voorts is na onderzoek van de aankoopbonnen gebleken dat een deel van de gekochte goederen betrekking kunnen hebben op de productie van synthetische drugs. Soortgelijke goederen zijn ook aangetroffen in het pand. Het betreft onder meer bakken, zakjes, gasmaskers, gasbrander, pannen, staafmixer, hamers en handschoenen. Er is voor een totaalbedrag van € 2.876,64 aan goederen gekocht. Dat bedrag is contant betaald.

De verklaring van de verdachte

De verdachte heeft verklaard dat hij de bestuurder was van de Opel Vivaro, van de Honda Civic en van de Peugeot. De sleutel van het betreffende pand lag in de auto waar hij naar binnen reed. Hij moest bij aankomst het rolluik omhoog doen, de bus achteruit naar binnen rijden en de mannen laten uitstappen. Soms wachtte hij even in de garage of dronk hij koffie als hij moest wachten op een boodschappenlijstje. Hij sliep ook wel eens achterin de auto. De verdachte moest rond 07:00 uur de medeverdachten ophalen, zij stonden dan in een straat te wachten. De ophaallocatie ontving hij van de opdrachtgever. De medeverdachten gingen in het laadgedeelte van de bestelbus zitten op matrassen. De verdachte deed ook boodschappen. Hij kreeg dan 100 euro mee en mocht het bedrag houden dat hij niet uit gaf. Op een bonnetje stond wat hij moest halen. Dit bonnetje kreeg hij van iemand in het pand. Hij kocht al spullen voordat hij de medeverdachten had ontmoet. Hij deed dit werk ongeveer één à twee weken voordat hij werd aangehouden.

Beoordeling van de tenlastelegging

Feit 1

Ten aanzien van feit 1 is de rechtbank – met de officier van justitie en de raadsman – van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat de verdachte betrokken is geweest bij de (grootschalige) productie van MDMA en amfetamine. De rechtbank zal de verdachte van die onderdelen in de tenlastelegging vrijspreken.

Uit de bewijsmiddelen volgt dat de verdachte reeds voordat hij de medeverdachten had ontmoet, in opdracht goederen aanschafte die geschikt waren voor het opzetten voor een drugslaboratorium. Dit duidt erop dat de verdachte al in een vroeg stadium betrokkenheid bij de organisatie had. Hij kocht de goederen met geld dat hij contant van zijn opdrachtgever kreeg. Op camerabeelden is te zien dat de verdachte in ieder geval op 9 februari, 11 februari, 18 februari en 20 februari 2019 met de medeverdachten diverse winkels bezoekt om goederen aan te schaffen. Van deze aankopen zijn kassabonnetjes aangetroffen. Het betreft onder andere goederen die nodig zijn voor het productieproces van drugs en voor het beschermen van mensen. Voorts volgt uit de bewijsmiddelen dat de verdachte de bestuurder was van het voertuig waarmee de medeverdachten naar het pand werden vervoerd en later weer werden opgehaald. De rechtbank leidt uit hetgeen op camerabeelden is waar te nemen af dat het openen en dichtdoen van de rolluiken volgens een vaste afspraak ging. De verdachte opent het pand, doet het rolluik omhoog en rijdt het voertuig naar binnen. Hierna wordt het rolluik meteen weer gesloten. De medeverdachten die in het busje zaten, waren niet zichtbaar omdat zij in het raamloze laadgedeelte zaten in plaats van op de passagiersstoelen. Deze handelingen getuigen van specifieke afspraken die nauwkeurig moesten worden uitgevoerd en essentieel waren voor het hele proces.

De rechtbank is gelet op het bovenstaande van oordeel dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking, gericht op het opbouwen en laten functioneren van een drugslaboratorium. De verdachte heeft zich aan een zeer specifieke werkwijze gehouden die essentieel bleek te zijn. Door het aanschaffen van goederen en het halen en brengen van de ‘laboranten’, is zijn rol in het geheel meer dan essentieel voor de organisatie van het drugslaboratorium geweest.

Wetenschap

De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte niets wist van de in het pand aangetroffen goederen, waaronder de drugs, en ook geen wetenschap had van wat er gebeurde, en dat de verdachte daarom moet worden vrijgesproken. Zo heeft hij geen roze stoflaag gezien in het pand, en deden de door hem in opdracht aangeschafte goederen bij hem geen belletje rinkelen. Verdachte leefde in die periode door eigen drugsgebruik immers als een zombie.

Het verweer wordt verworpen. De rechtbank stelt voorop dat voor medeplegen niet nodig is dat komt vast te staan dat de medepleger weet heeft van de precieze gedragingen die zijn medeverdachten hebben verricht. Voor medeplegen is noodzakelijk dat sprake is van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking met (een) ander(en) gericht op het voltooien (gezamenlijk uitvoeren) van het delict. Het bewust samenwerken ziet op het willens en wetens samenwerken met het oog op het verrichten van de strafbare gedraging. Het opzet van de medepleger is behalve op de samenwerking in beginsel alleen gericht op de eigen verrichte gedraging.

De rechtbank acht onaannemelijk dat de verdachte in het pand geen roze stoflaag heeft gezien. Uit de bewijsmiddelen volgt immers dat de begane grond bestond uit een hal en een loods (hierna: de loods) met aan de linkerzijde drie ruimtes. In de eerste ruimte bevond zich een keuken met een trap naar de bovenverdieping. In de tweede ruimte stonden een poederschudder en diverse emmers met restanten kleurstoffen. De gehele ruimte was verontreinigd met glitter en roze poeder. De derde ruimte was ingericht met twee banken en een salontafel. In deze ruimte stond een deels uit elkaar gehaalde tabletteermachine. Ook deze ruimte was besmet met roze poeder. De verbalisanten hebben geconstateerd dat op de benedenverdieping alle ruimtes besmet waren met een dunne laag roze poeder.

Ook de verklaring van de verdachte dat hij niets zocht achter de goederen die hij moest kopen, waaronder een pan ter waarde van bijna 500 euro, ten behoeve van de werkzaamheden van de Spaanstalige medeverdachten, is ongeloofwaardig. Dat de verdachte in die tijd naar eigen zeggen een ‘zombie’ was en heroïne gebruikte, en zich daardoor niet bewust was waar hij mee bezig was, doet hier niet – reeds omdat dit standpunt niet is onderbouwd - aan af.

Ook is de rechtbank van oordeel dat de verdachte verantwoordelijk kan worden gehouden voor het aanwezig hebben van alle synthetische drugs in het pand, ook voor de drugs die niet direct in het zicht lagen. Niet van belang is immers dat de verdachte weet heeft van alle precieze gedragingen van zijn medeverdachten. Voldoende is in dit geval dat de verdachte willens en wetens met anderen betrokken is geweest bij de grootschalige productie van methamfetamine in een professioneel ingericht drugslaboratorium. De verdachte had de beschikking over de sleutel van de garage en kon zich derhalve zelfstandig de toegang tot het pand verschaffen. Hij was daar regelmatig fysiek aanwezig en had een eigen concrete taak in de organisatie.

Periode

Met betrekking tot de tenlastegelegde periode overweegt de rechtbank dat aanwijzingen in het dossier aanwezig zijn dat het drugslaboratorium reeds vanaf 1 februari 2019 in het pand aanwezig was. Concreet bewijs daarvoor ontbreekt echter. Wel kan op grond van de bewijsmiddelen vastgesteld worden dat de verdachte op 9 februari 2019 bij [naam winkel] goederen heeft aangeschaft die gebruikt kunnen worden bij de productie van synthetische drugs. Soortgelijke goederen zijn ook in het pand aangetroffen. De rechtbank zal dan ook deze datum als startdatum hanteren. Met betrekking tot de einddatum overweegt de rechtbank dat de verdachte en zijn medeverdachten in de vroege ochtend van 26 februari 2019 zijn aangehouden en dat derhalve de bewezenverklaarde handelingen die dag niet zijn verricht. Dit alles leidt ertoe dat de rechtbank ten aanzien van dit feit de periode van 9 februari 2019 tot en met 25 februari 2019 bewezen zal verklaren.

Op grond van vorenstaande bewijsmiddelen – in onderling verband en samenhang bezien – acht de rechtbank dan ook wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte, samen met anderen, opzettelijk circa 843 kilogram methamfetamine heeft bereid, bewerkt en vervaardigd in de periode van 9 februari 2019 tot en met 25 februari 2019.

Feit 2

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte, samen met anderen, ongeveer 405,22 kilogram en 776 liter methamfetamine en ongeveer 222,1 gram MDMA en ongeveer 37,5 liter amfetamine aanwezig heeft gehad op 26 februari 2019.

Conclusie

De rechtbank acht de onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten – zoals hieronder weergegeven – wettig en overtuigend bewezen.

Feit 3

3.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde.

3.2

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft geen bewijsverweer gevoerd.

3.3

De beoordeling van de tenlastelegging

De rechtbank zal voor het feit met een opgave van bewijsmiddelen, als genoemd in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering volstaan. De verdachte heeft dit bewezenverklaarde feit namelijk bekend en daarna niet anders verklaard. Daarnaast heeft de raadsman geen vrijspraak voor dit feit bepleit.

De rechtbank bezigt de volgende bewijsmiddelen:

De rechtbank heeft bij de beoordeling acht geslagen op de volgende bewijsmiddelen:

 de bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 13 oktober 2020;

 het proces-verbaal van bevindingen aantreffen heroïne, blz. 180;

 het rapport van het NFI d.d. 1 mei 2019, zaaknummer 2019.04.30.129 (aanvraag 002), blz. 802.

3.4

De bewezenverklaring

De rechtbank verklaart bewezen dat:

1.

primair

hij in de periode van 9 februari 2019 tot en met 25 februari 2019 te Wateringen, gemeente Westland, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk heeft bereid en bewerkt en vervaardigd, ongeveer 843 kilogram methamfetamine, zijnde methamfetamine, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;

2.

hij op 26 februari 2019 te Wateringen, gemeente Westland, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 405,22 kilogram en 776 liter methamfetamine en ongeveer 222,1 gram MDMA en ongeveer 37,5 liter amfetamine, zijnde methamfetamine en amfetamine en MDMA, middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.

3.

hij op 26 februari 2019 te Naaldwijk, gemeente Westland, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 21,3 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, zijnde heroïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

4 De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

5 De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6 De strafoplegging

6.1

De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes jaren, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht.

6.2

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft verzocht om de verdachte vrij te spreken van de feiten 1 en 2, nu de feiten niet wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard. De raadsman heeft ten aanzien van feit 3 betoogd dat een op te leggen straf minder dient te zijn dan de tijd door de verdachte in voorlopige hechtenis doorgebracht.

6.3

Het oordeel van de rechtbank

Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.

De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.

De ernst van de feiten

De verdachte heeft een essentiële rol gehad om ervoor te zorgen dat er een zeer grote hoeveelheid methamfetamine, ook wel crystal meth genoemd, geproduceerd kon worden. Op het moment dat het drugslaboratorium werd ontdekt, was de verdachte met zijn medeverdachten daar aanwezig. Hij had hen juist, in alle vroegte, van hun gezamenlijke slaapplaats naar het werk gebracht. Dit drugslaboratorium was professioneel opgezet en ingericht voor het op zeer grote schaal produceren van methamfetamine. Crystal meth is wellicht de voor de volksgezondheid meest gevaarlijke drug die momenteel op de markt wordt gebracht. Het werkt bijzonder verslavend en deze drug heeft op de mens een bijna verwoestende uitwerking. De verdachte heeft met zijn handelen dus de volksgezondheid in gevaar gebracht.

De rol van de verdachte

Uit bewijsmiddelen kan weliswaar niet worden afgeleid dat de verdachte daadwerkelijk werkzaamheden verrichtte in het laboratorium, wel kan worden geconcludeerd dat hij een essentiële, onmisbare rol in het geheel heeft gehad. De verdachte heeft door zo te handelen bijgedragen aan de totstandkoming van het laboratorium en heeft ervoor gezorgd dat de ‘laboranten’ de benodigde goederen hadden om dit te kunnen laten functioneren. Door het optreden als chauffeur zorgde hij ervoor dat de ‘laboranten’ iedere dag hun werk konden doen. Daarbij gaat de rechtbank ervan uit dat de verdachte nauw samenwerkte met een opdrachtgever of opdrachtgevers om dit alles te doen laten slagen.

De persoon van de verdachte

De verdachte is blijkens het op zijn naam gestelde Uittreksel Justitiële Documentatie van

16 september 2020 niet eerder wegens soortgelijke feiten met politie en justitie in Nederland in aanraking gekomen.

De rechtbank heeft kennis genomen van de rapportages van de reclassering. Hoewel de rechtbank wel degelijk het belang van het opleggen van bijzondere voorwaarden ziet, komt de rechtbank vanwege de ernst van de feiten niet toe aan oplegging van een voorwaardelijk deel. De verslavingsproblematiek waarmee verdachte zegt te worstelen kan in het kader van de voorwaardelijke invrijheidstelling opnieuw beoordeeld en zo nodig met het stellen van voorwaarden behandeld worden.

Het oordeel van de rechtbank

Op grond van dit alles is de rechtbank van oordeel dat, gelet op de ernst van de feiten en rekening houdend met de straffen die in soortgelijke gevallen doorgaans worden opgelegd, een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden is. De persoonlijke omstandigheden van de verdachte geven de rechtbank geen aanleiding om van de eis van de officier van justitie af te wijken.

7 De voorlopige hechtenis

7.1

Het verzoek van de verdediging

De verdediging heeft – gelet op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte – de rechtbank verzocht om de schorsing van de voorlopige hechtenis bij einduitspraak niet op te heffen, maar een nieuwe schorsing te bevelen.

7.2

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de schorsing van de voorlopige hechtenis conform de eerdere schorsingsbeslissing bij einduitspraak dient te worden opgeheven.

7.3

Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank heeft bij beslissing van 23 augustus 2019 de voorlopige hechtenis van de verdachte geschorst tot aan de datum van de einduitspraak van de strafzaak.

De rechtbank is van oordeel dat het strafvorderlijk belang nu, gelet op de op te leggen gevangenisstraf, zwaarder weegt dan de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Derhalve zal de rechtbank geen nieuwe schorsing van de voorlopige hechtenis bevelen. Aan de schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte komt met ingang vandaag een einde.

8 De inbeslaggenomen goederen

8.1

De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat de op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen (beslaglijst, die als bijlage aan dit vonnis is gehecht) onder 1, 2, 5, 6, 7 en 10 genummerde voorwerpen zullen worden verbeurdverklaard (aankoopbon, computer, slot deur, sleutel, facturen en telefoontoestel, BQ Aquaris, kleur zwart).

De officier van justitie heeft voorts gevorderd dat de beslaglijst onder 3, 4, 8, 9 en 11 genummerde voorwerpen worden geretourneerd aan de rechthebbende (geld, camera, router en telefoontoestel Apple IPhone, kleur grijs).

8.2

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft zich niet uitgelaten over de inbeslaggenomen voorwerpen.

8.3

Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank zal de op de beslaglijst onder 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 10 genummerde voorwerp verbeurdverklaren. Deze voorwerpen zijn voor verbeurdverklaring vatbaar, aangezien met behulp van deze voorwerpen het onder 1 bewezenverklaarde feit is begaan of voorbereid.

De rechtbank zal op de beslaglijst onder 8, 9 en 11 genummerde voorwerpen retourneren aan de rechthebbende.

9 De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen:

- 33, 33 a en 57 van het Wetboek van Strafrecht;

- 2 en 10 van de Opiumwet, en de daarbij behorende lijst I.

Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

10 De beslissing

De rechtbank:

verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.4 bewezen is verklaard en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:

ten aanzien van feit 1

medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd

en

medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder D, van de Opiumwet gegeven verbod

ten aanzien van feit 2

medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod

ten aanzien van feit 3

opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod

verklaart het bewezenverklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;

verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;

veroordeelt de verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 6 (ZES) JAREN;

bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;

wijst af het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis;

verklaart verbeurd de op de beslaglijst onder 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 10 genummerde voorwerpen;

bepaald dat de op de beslaglijst onder 8, 9 en 11 genummerde voorwerpen worden geretourneerd aan de rechthebbende.

Dit vonnis is gewezen door

mr. Chr.A.J.F.M. Hensen, voorzitter,

mr. F.A.M. Veraart, rechter,

mr. M.F.J.M. de Werd, rechter,

in tegenwoordigheid van mr. M. van de Wetering, griffier,

en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 27 oktober 2020.

Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer 2019-039146 van de Politie Eenheid Den Haag, Districtsrecherche Westland-Delft, met bijlagen (doorgenummerd blz. 1 t/m 1008).

Proces-verbaal van bevindingen, blz. 150-160.

Proces-verbaal Herkenning [verdachte] blz. 161.

Proces-verbaal van bevindingen, blz. 974-975.

Eigen verklaring verdachte ter terechtzitting van 13 oktober 2020.

Proces-verbaal van observatie dinsdag 26 februari 2019, blz. 320.

Proces-verbaal (eindproces-verbaal van bevindingen) met het nummer 2019-02-26 van de Landelijke Eenheid, Dienst Landelijke Operationele Samenwerking, Landelijke Faciliteit Ondersteuning Ontmantelen, blz. 16.

Proces-verbaal van bevindingen, blz. 264.

Proces-verbaal van aanhouding, blz. 118.

Proces-verbaal van aanhouding, blz. 64.

Proces-verbaal van aanhouding, blz. 92.

Proces-verbaal van aanhouding, blz. 105.

Proces-verbaal van aanhouding, blz. 78.

Proces-verbaal van aanhouding, blz. 133.

Proces-verbaal mobiele telefoon [verdachte] , blz. 613.

Proces-verbaal mobiele telefoon [verdachte] , blz. 613.

Proces-verbaal van bevindingen, blz. 264.

Proces-verbaal (eindproces-verbaal van bevindingen) met het nummer 2019-02-26 van de Landelijke Eenheid, Dienst Landelijke Operationele Samenwerking, Landelijke Faciliteit Ondersteuning Ontmantelen, blz. 1-16.

Proces-verbaal (eindproces-verbaal van bevindingen) met het nummer 2019-02-26 van de Landelijke Eenheid, Dienst Landelijke Operationele Samenwerking, Landelijke Faciliteit Ondersteuning Ontmantelen, blz. 1-16.

Rapport van het NFI d.d. 22 oktober 2019, zaaknummer 2019.02.28.053, aanvraagnummer 1, blz. 9 en 10.

Rapport van het NFI d.d. 22 oktober 2019, zaaknummer 2019.02.28.053, aanvraagnummer 1, blz. 9 en 10.

Rapport van het NFI d.d. 22 oktober 2019, zaaknummer 2019.02.28.053, aanvraagnummer 1, blz. 8.

Proces-verbaal (eindproces-verbaal van bevindingen) met het nummer 2019-02-26 van de Landelijke Eenheid, Dienst Landelijke Operationele Samenwerking, Landelijke Faciliteit Ondersteuning Ontmantelen, blz. 14-15.

Rapport van het NFI d.d. 22 oktober 2019, zaaknummer 2019.02.28.053, aanvraagnummer 3, blz. 8.

Rapport van het NFI d.d. 22 oktober 2019, zaaknummer 2019.02.28.053, aanvraagnummer 3, blz. 8.

Proces-verbaal van verhoor [verdachte] , blz. 209.

Proces-verbaal doorzoeking ter inbeslagneming, blz. 163.

Proces-verbaal mobiele telefoon [verdachte] , blz. 613.

Proces-verbaal veiligstellen camerabeelden nav kassabonnen, blz.379.

Proces-verbaal Onderzoek camerabeelden van winkels, blz. 381 en 382, met bijlagen blz. 384 en 385.

Proces-verbaal van bevindingen blz. 977 en 978.

Eigen verklaring verdachte ter terechtzitting van 13 oktober 2020.

Proces-verbaal van verhoor [verdachte] , blz. 712.

Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer 2019-039146 van de Districtsrecherche Westland-Delft, met bijlagen (doorgenummerd blz. 1 t/m 1008).


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature