Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Somalie, transgender. Herhaalde asielaanvraag ten onrechte buiten behandeling gesteld, asielvergunning in Frankrijk ruim een jaar verlopen. Beroep gegrond, vrw moet opnieuw op de aanvraag beslissen.

Gepubliceerde uitspraken in deze zaak:

Uitspraak



RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Amsterdam

Bestuursrecht

zaaknummesr: NL19.10703 (beroep) en NL19.10704 (voorlopige voorziening)

[persoonsnummer]

uitspraak van de enkelvoudige kamer en de voorzieningenrechter van 4 juni 2019 in de zaak tussen

[eiseres] , eiseres/verzoekster (hierna: eiseres)

(gemachtigde: mr. B.D. Lit),

en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, thans de minister van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. U. Özcan).

Procesverloop Met het besluit van 2 mei 2019 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure buiten behandeling gesteld.

Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld en om een voorlopige voorziening verzocht.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

De rechtbank/voorzieningenrechter (hierna: de rechtbank) heeft de zaak behandeld op de zitting van 24 mei 2019. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Als tolk is verschenen N.H. Idris. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1.1.

Eiseres stelt van Somalische nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [geboortedatum] 1986.

1.2.

Eiseres heeft eerder asiel aangevraagd in Nederland op [datum] 2011. Zij heeft aan deze aanvraag – kort gezegd – ten grondslag gelegd dat zij in Frankrijk inhumaan behandeld is. Verweerder heeft deze aanvraag met het besluit van 16 februari 2011 afgewezen, omdat eiseres in Frankrijk een verblijfsvergunning asiel heeft, geldig van 6 juni 2007 tot 3 juni 2018. Met de uitspraak van 15 juli 2011 van deze rechtbank, zittingsplaats Zwolle, is de afwijzing van de aanvraag in rechte vast komen te staan.

1.3.

Op [datum] 2015 heeft eiseres nogmaals asiel aangevraagd in Nederland. Eiseres is transgender en heeft in Nederland de nodige operaties ondergaan. Aan deze aanvraag heeft zij ten grondslag gelegd dat er voor haar nauwelijks mogelijkheden zijn om te leven in Frankrijk, omdat landgenoten op de hoogte zijn van haar homoseksuele geaardheid en geslachtsverandering. Verweerder heeft de aanvraag met het besluit van 3 december 2015 niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiseres hieraan geen relevante nieuwe elementen of bevindingen ten grondslag heeft gelegd. Eiseres heeft een verblijfsvergunning in Frankrijk. Met de uitspraak van 23 december 2015 van deze rechtbank, zittingsplaats Middelburg, is de afwijzing in rechte vast komen te staan.

1.4.

Op [datum] 2019 heeft eiseres onderhavige asielaanvraag gedaan. Zij heeft aangegeven problemen in Somalië en Frankrijk te hebben en sinds 2011 in Nederland te zijn.

1.5.

Diezelfde dag heeft verweerder eiseres bericht voornemens te zijn de aanvraag buiten behandeling te stellen omdat het formulier M35-O niet volledig en duidelijk is ingevuld. Eiseres heeft aangegeven dat zij een herhaalde aanvraag indient vanwege nieuwe gebeurtenis(sen) of informatie, maar eiseres heeft niet aangegeven

- welke informatie eiseres heeft verkregen en wanneer;

- welke gebeurtenis zich heeft voorgedaan en wanneer;

- waarom eiseres deze nieuwe informatie / gebeurtenis niet eerder naar voren heeft gebracht;

- waarom deze informatie / gebeurtenis op eiseres van toepassing is en waarom dit voor eiseres een reden is om opnieuw een asielaanvraag in te dienen.

Voorts heeft eiseres de nieuwe informatie / gebeurtenis niet middels documenten onderbouwd.

1.6.

In de zienswijze voert eiseres aan dat de geldigheidsduur van haar verblijfsvergunning in Frankrijk inmiddels bijna een jaar is verstreken. Zij is daarom van mening dat Nederland verantwoordelijk is voor de inhoudelijke beoordeling van haar asielaanvraag.

2. Verweerder heeft de aanvraag buiten behandeling gesteld op grond van artikel 30c, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 , omdat eiseres het aanvraagformulier M35-O niet volledig en duidelijk heeft ingevuld. Hetgeen in de zienswijze naar voren is gebracht leidt niet tot een ander oordeel. Eiseres heeft geen enkele informatie verstrekt over de gestelde problemen in Frankrijk en Somalië. Eiseres heeft verklaard dat haar verblijfsvergunning inmiddels een jaar zou zijn verlopen, maar heeft hierover ook geen informatie verstrekt noch dit met documenten of anderszins onderbouwd.

3. Eiseres voert aan dat sprake is van een nieuwe situatie, omdat de asielvergunning in Frankrijk inmiddels is verlopen en daarom niet meer geldig is. Tijdens het gehoor opvolgende aanvraag van 1 december 2015 heeft zij aangegeven waarom zij niet terug kan keren naar Frankrijk en Somalië. Verweerder was daar dus mee bekend. Eiseres heeft voldoende duidelijk gemaakt waarom de eerdere niet-ontvankelijk verklaring niet meer onverkort van toepassing is door erop te wijzen dat Frankrijk niet meer geldt als veilig alternatief voor Somalië. Verweerder heeft daarom volgens eiseres de asielaanvraag ten onrechte buiten behandeling gesteld.

4. Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat eiseres niet heeft onderbouwd dat zij geen bescherming meer geniet van de Franse autoriteiten. Het verlopen van een pasje betekent immers nog niet dat zij haar asielstatus in Frankrijk verloren heeft. Daarvoor moeten de Franse autoriteiten de status van eiseres actief intrekken. Eiseres heeft dat niet onderbouwd.

Beoordeling door de rechtbank

5.1.

Eiseres stelt dat zij geen verlenging of een nieuwe asielvergunning heeft aangevraagd in Frankrijk. Omdat het gaat om iets wat eiseres niet heeft gedaan, valt niet goed in te zien hoe eiseres deze stelling kan bewijzen of onderbouwen.

5.2.

Verweerder beschikt over de informatie van wanneer tot wanneer de asielvergunning van eiseres in Frankrijk geldig was. Dat blijkt uit verweerders eigen besluiten van 16 februari 2011 en 3 december 2015. Van eiseres vragen te onderbouwen dat zij geen asielstatus meer heeft in Frankrijk is daarom vragen naar de bekende weg. Voor het van rechtswege verlopen van een tijdelijke asielstatus is immers geen intrekkingsbesluit nodig.

5.3.

Verweerder heeft bij de eerdere asielverzoeken van eiseres in Nederland nooit een inhoudelijk oordeel gegeven over het asielrelaas van eiseres. Verweerder heeft telkens beslissend geacht dat eiseres beschikte over een verblijfsvergunning in Frankrijk. Dat is nu anders. Daarom heeft verweerder gelet op het voorgaande de onderhavige aanvraag van eiseres ten onrechte buiten behandeling gesteld.

6. De rechtbank zal daarom het beroep gegrond verklaren, het bestreden besluit vernietigen en verweerder opdragen een nieuw besluit te nemen op de asielaanvraag.

7. Omdat op het beroep is beslist, is er geen aanleiding een voorlopige voorziening te treffen. De rechtbank wijst het verzoek dan ook af.

8. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eiseres gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.536,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het indienen van het verzoekschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting, met een waarde per punt van € 512,- en een wegingsfactor 1). Als aan eiseres een toevoeging is verleend, moet verweerder de proceskostenvergoeding betalen aan de rechtsbijstandverlener.

Beslissing

De rechtbank:

in de zaak NL19.10703

- verklaart het beroep gegrond;

- vernietigt het bestreden besluit;

- draagt verweerder op een nieuw besluit te nemen op de aanvraag met inachtneming van deze uitspraak;

in de zaak NL19.10704

- wijst het verzoek om voorlopige voorziening af;

in beide zaken

- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.536,-.

Deze uitspraak is gedaan door mr. L.H. Waller, (voorzieningen)rechter, in aanwezigheid van mr. E.H. Kalse-Spoon, griffier en in het openbaar gedaan en bekendgemaakt op 4 juni 2019.

griffier

(voorzieningen)rechter

Rechtsmiddel

Tegen de uitspraak op het beroep kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.

Tegen de uitspraak op het verzoek om voorlopige voorziening staat geen hoger beroep open.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature