U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:
Vindplaatsen:

Inhoudsindicatie:

Verweerder heeft ondanks de wijziging in artikel 88a van het Barp per 1 juli 2016, voor een groep helikoptervliegers aan de mogelijkheid om op 55-jarige leeftijd uit te kunnen treden met behoud van een ontslaguitkering van tien jaar, gestand gedaan. De aangeboden maatwerkafspraken zijn duidelijk en niet in strijd met het rechtszekerheids-, zorgvuldigheids-, vertrouwens- en het gelijkheidsbeginsel, en het verbod van leeftijdsdiscriminatie, doordat verweerder het te verwachten AOW-gat niet compenseert. Dat er financiële gevolgen voor eiser zouden zijn indien hij voor de optie van ontslag op 55 jaar kiest, is aannemelijk. Eiser heeft echter nog ruim de tijd om overbruggingsvoorzieningen te treffen. Eiser kan ook ervoor kiezen om langer door te werken ten einde te voorkomen dat er een AOW-gat ontstaat en sprake is van inkomensverlies.

Uitspraak



RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht

zaaknummer: SGR 18/3986

uitspraak van de meervoudige kamer van 18 juni 2019 in de zaak tussen

[eiser], te [plaats] (Duitsland), eiser

(gemachtigde: mr. M.C. van Meppelen Scheppink),

en

de korpschef van politie, verweerder

(gemachtigde: mr. A.H. Beijer).

Procesverloop

Bij besluit van 9 augustus 2016 (hierna: het primaire besluit) is eiser medegedeeld dat voor hem ontslag op 55-jarige leeftijd met behoud van een ontslaguitkering nog steeds mogelijk is.

Bij besluit van 26 april 2018 (hierna: het bestreden besluit) heeft verweerder op het bezwaar beslist en is aan eiser een dwangsom van € 1.260,- toegekend wegens niet tijdig beslissen.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Eiser heeft nadere stukken ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 3 april 2019, waarbij de zaak samen met de zaken SGR 18/2461 en SGR 18/2460 gevoegd is behandeld.

Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde.

Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Tevens waren ter zitting aanwezig [A] en [B].

Na de zitting is deze zaak gesplitst van de zaken SGR 18/2461en SGR 18/2460. In die zaken is vandaag afzonderlijk uitspraak gedaan.

Overwegingen

1.1.

Eiser, geboren op [geboortedatum] 1967, heeft sinds 1997 de functie van helikoptervlieger.

1.2.

Vóór 1 juli 2016 kon de ambtenaar die werkzaam was in deze functie op 55-jarige leeftijd met functioneel leeftijdsontslag (hierna: FLO), op grond van artikel 88a, eerste lid, (oud) van het Besluit algemene rechtspositie politie (hierna: het Barp).

De pensioengerechtigde leeftijd bedoeld in de Algemene Ouderdomswet (AOW) (hierna: de AOW-leeftijd) van 65 jaar wordt vanaf 2013 in stappen verhoogd tot 67 jaar in 2021. Vanaf 2022 wordt de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting (Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd, Stb. 2012, 328, en de Wet van 4 juni 2015, Stb. 2015, 218).

In verband met de verhoging van de AOW-leeftijd en door wijziging van artikel 88a, eerste lid, van het Barp (nieuw), kan de ambtenaar werkzaam als helikoptervlieger, zoals eiser, met ingang van 1 juli 2016 niet langer op 55-jarige leeftijd met FLO. Dit kan maximaal tien jaar voor het moment dat hij de AOW-leeftijd bereikt.

2. In het Georganiseerd Overleg in Politieambtenarenzaken van 2 juni 2016 is overeenstemming bereikt over maatwerkafspraken voor 11 vliegers van de Landelijke eenheid. Op 30 juni 2016 heeft verweerder deze maatwerkafspraken vastgesteld.

Bij het primaire besluit is aan eiser een afschrift van de voor hem geldende maatwerkafspraken verstrekt.

Maatwerkafspraak 1 geldt voor alle 11 vliegers en maakt het voor de vlieger mogelijk om vanaf 55-jarige leeftijd om ontslag te verzoeken en vervolgens maximaal tien jaar een ontslaguitkering te ontvangen, waarbij het AOW-gat dat na afloop van de ontslaguitkering ontstaat, niet door de werkgever wordt gecompenseerd. Met een vlieger die ervoor kiest eerder dan de voor hem geldende instroomleeftijd gebruik te maken van de ontslaguitkering sluit de werkgever een vaststellingsovereenkomst waarin wordt opgenomen dat de duur van de ontslaguitkering maximaal 10 jaar bedraagt. In de vaststellingsovereenkomst wordt verder opgenomen dat betrokkene zich ervan bewust is dat na afloop van de ontslaguitkering sprake zal zijn van een AOW-gat en dat hij ermee akkoord gaat dat dit voor eigen rekening komt. Zo wordt duidelijk dat het om een eigen keuze gaat.

Maatwerkafspraak 2 betreft een aanvullende aanspraak voor de vliegers uit de groep van 11 vliegers die in het verleden 10 jaar of langer in het oude type helikopter hebben gevlogen en op of na de leeftijd van 55 jaar geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt voor de functie van vlieger worden, voor zover zij niet van maatwerkafspraak 1 gebruik maken. De reden om voor deze groep een aanvullende afspraak te maken, heeft te maken met de fysieke belasting bij het vliegen met dit toestel.

3. Bij het bestreden besluit heeft verweerder het bezwaar gegrond verklaard voor zover betrekking hebbende op de destijds ten aanzien van maatwerkafspraak 2 gestelde voorwaarde van het bestaan van een redelijk vermoeden van een verband tussen de ongeschiktheid tot werken en het gedurende langere tijd vliegen in het oude type helikopter. Verweerder heeft het primaire besluit in zoverre herroepen en heeft het bezwaar voor het overige ongegrond verklaard.

4. Eiser voert – samengevat – aan dat in de maatwerkafspraken onduidelijkheid bestaat ten aanzien van de instroomleeftijd en dat verweerder met de wijziging van artikel 88a van het Barp en de maatwerkafspraken in strijd handelt met het rechtszekerheids-, zorgvuldigheids-, vertrouwens- en het gelijkheidsbeginsel en het verbod van leeftijdsdiscriminatie. Eiser stelt dat hij alsnog de mogelijkheid dient te krijgen om op de leeftijd van 55 jaar vervroegd uit te treden met aanspraak op een uitkering overeenkomstig de oude FLO-rechten tot aan het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.

5. De rechtbank overweegt als volgt.

5.1.

Het primaire besluit vindt zijn grondslag niet in een wettelijk voorschrift. Met dit besluit is verweerder ten gunste van eiser afgeweken van de geldende regelgeving. Eiser behoudt ondanks de wijziging in artikel 88a van het Barp , de mogelijkheid om op de leeftijd van 55 jaar met ontslag te gaan onder toekenning van een ontslaguitkering voor de duur van tien jaar. Daarmee is sprake van buitenwettelijk begunstigend beleid. Volgens vaste rechtspraak (onder meer de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 11 januari 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:1) dient de bestuursrechter het bestaan en de inhoud van dergelijk beleid als een gegeven te aanvaarden en zich te beperken tot de toets of dit beleid op consistente wijze is toegepast.

5.2.

Er bestaat geen aanleiding voor het oordeel dat verweerder dat beleid niet consistent heeft toegepast. De stelling van eiser ter zitting dat het buitenwettelijk begunstigend beleid in strijd is met de Regeling ontslaguitkering vliegers Landelijke eenheid (hierna: de Regeling), omdat het van de Regeling afwijkt, treft geen doel. Het afwijken van bestaande regelgeving is kenmerkend voor het bestaan van buitenwettelijk (begunstigend) beleid.

5.3.

Eiser is niet verplicht om van dat beleid gebruik te maken, maar kan ook ervoor kiezen om conform de geldende regelgeving langer te blijven werken. Dat dit voor hem geen reële optie is, heeft eiser niet aannemelijk gemaakt. De stelling dat de keuze voor de leeftijd van 55 jaar in artikel 88a van het Barp (oud) als moment van uittreden, een medische en functionele achtergrond heeft, is daartoe onvoldoende. Verweerder heeft in het verweerschrift toegelicht dat de aanvankelijke keuze voor de leeftijd van 55 jaar als minimale ondergrens voor de mogelijkheid om met ontslag te gaan voor de vliegers, op een rapport is gebaseerd, dat is opgesteld naar aanleiding van een onderzoek in de periode 1988-1989 aangaande het vliegen met een thans verouderd type helikopter. Dit onderzoek is inmiddels 30 jaar oud en het rapport is dus niet actueel. Sedert 2008 wordt een nieuw type helikopter gebruikt. Volgens verweerder is het vliegen in dit nieuwe type helikopter duidelijk minder belastend. Ook zijn de vliegtechnische risico’s minder geworden doordat de techniek in die helikopters is verbeterd. Ter zitting heeft verweerder nog aangevoerd dat de fabrikant van het nieuwe type helikopter een eigen onderzoek heeft uitgevoerd waaruit is gebleken dat de trillingsbelasting voor de vliegers bij het vliegen met dat type binnen de normen is. Verweerder erkent dat oudere helikoptervliegers meer risico’s lopen op medische problemen. Om die risico’s aanvaardbaar te houden zijn de jaarlijkse medische keuringen bedoeld waarbij wordt vastgesteld of de helikoptervlieger nog voldoende fit is om door te vliegen.

De rechtbank heeft geen aanknopingspunten om verweerders uitleg over de reden voor het loslaten van de medische en functionele noodzakelijkheid van de ontslagleeftijd van 55 jaar, voor onjuist te houden. Eiser heeft met de door hem ingediende stukken, waaronder de informatie van Kaihatu, niet aannemelijk gemaakt dat het vanwege de belastbaarheid vanuit medisch en functioneel oogpunt noodzakelijk is om met 55 jaar met ontslag te gaan. Dat verweerder geen nader onderzoek heeft verricht naar de belasting voor de politievliegers in het nieuwe type helikopter, leidt gezien het vorenstaande niet tot het oordeel dat verweerder jegens eiser onzorgvuldig heeft gehandeld door hem de mogelijkheid te bieden om na zijn 55-jarige leeftijd als vlieger door te werken.

5.4.

De rechtbank is voorts van oordeel dat de maatwerkafspraken duidelijk zijn voor wat betreft de instroomleeftijd. Eiser kan ondanks de gewijzigde regelgeving nog steeds op 55-jarige leeftijd met ontslag gaan, en dan heeft hij tien jaar recht op een ontslaguitkering.

5.5.

In hetgeen eiser in beroep naar voren heeft gebracht, ziet de rechtbank geen grond voor het oordeel dat eiser aanspraak op een ontslaguitkering van een langere duur toekomt. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat sprake is van een uitdrukkelijke, ondubbelzinnige en ongeclausuleerde toezegging van het bevoegd gezag – zoals bedoeld in de jurisprudentie ter zake van het vertrouwensbeginsel – dat bij vervroegd uittreden op 55-jarige leeftijd tot aan de AOW-gerechtigde leeftijd aanspraak op de ontslaguitkering zou bestaan. Uit de stukken waarnaar eiser heeft verwezen, blijkt niet dat de besluitgever de bedoeling heeft gehad dat in het geval van verhoging van de AOW-gerechtigde leeftijd de uitkeringsduur van maximaal tien jaar zou worden verlengd. Dit blijkt ook niet uit het besluit van

30 oktober 2017 waarin aan eiser is medegedeeld dat hij onder de overgangsregel FLO valt. Daarin is niets opgenomen over de duur van de ontslaguitkering. Verder is van belang dat de AOW-gerechtigde leeftijd voor een ieder is verhoogd en dat in beginsel van iedere ingezetene van Nederland die de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet had bereikt toen de wijziging in werking trad, een bijdrage wordt gevraagd aan het betaalbaar houden van de AOW-uitkering. De wijziging van artikel 88a van het Barp is een gevolg van de ze keuze. Verweerder heeft echter door middel van maatwerkafspraak 1 aan de mogelijkheid om op 55-jarige leeftijd uit te kunnen treden, gestand gedaan.

5.6.

Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat indien hij van deze mogelijkheid gebruik maakt, het voor hem niet meer mogelijk zou zijn voorzieningen voor zijn pensioen te treffen om het AOW-gat dat zal ontstaan, te overbruggen. Dat er financiële gevolgen voor eiser zouden zijn indien hij voor de optie van ontslag op 55 jaar kiest, is aannemelijk. Eiser heeft echter nog ruim dertien jaar de tijd om overbruggingsvoorzieningen te treffen. De situatie van eiser is vergelijkbaar met die van andere werknemers in loondienst die zijn geboren in of na het jaar 1948 en die worden geconfronteerd met een hogere AOW-leeftijd. Van al deze werknemers wordt verwacht dat zij zelf financiële maatregelen treffen als zij ervoor kiezen om eerder (op 65-jarige leeftijd) te stoppen met werken. Eiser is bovendien niet verplicht om op 55-jarige leeftijd te stoppen met werken. Door langer door te werken kan eiser voorkomen dat er een AOW-gat ontstaat en sprake is van inkomensverlies. Indien door medische omstandigheden het langer doorwerken als vlieger niet mogelijk blijkt, is maatwerkafspraak 2 voor eiser een reële optie.

5.7.

Het betoog van eiser dat verweerder met de maatwerkafspraken in strijd handelt met het gelijkheidsbeginsel en het verbod van leeftijdsdiscriminatie, omdat verweerder het te verwachten AOW-gat niet compenseert, slaagt evenmin. De groep vliegers die door de werkgever wel volledig gecompenseerd wordt, en waarop eiser doelt, is al voor de wijziging van artikel 88a, eerste lid, van het Barp per 1 juli 2016 met ontslag gegaan. Deze vliegers konden, anders dan eiser, geen keuze maken over het wel of niet doorwerken na hun 55-jarige leeftijd en konden ook geen voorzieningen meer treffen om het AOW-gat op te vangen. Eiser daarentegen heeft de keuze om vanaf 55-jarige leeftijd met ontslag te gaan of langer door te werken. Van gelijke gevallen of leeftijdsdiscriminatie is daarom geen sprake.

6. Gezien het vorenstaande is het beroep ongegrond.

7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. A.E. Dutrieux, voorzitter, en mr. G.P. Kleijn en

mr. F. Arichi, leden, in aanwezigheid van mr. I.N. Powell, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 18 juni 2019.

griffier voorzitter

Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening of om het opheffen of wijzigen van een bij deze uitspraak getroffen voorlopige voorziening.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde jurisprudentie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature