U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

De verdachte heeft zich gedurende een lange periode, namelijk 15 jaar, schuldig gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen, die mede bestonden uit het binnendringen van het lichaam van twee minderjarige, aanvankelijk nog zeer jonge meisjes. Hij wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren met aftrek van voorarrest en een beroepsverbod voor de functie van pastor/geestelijk leider voor de duur van 7 jaren.

Uitspraak



Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht

Meervoudige strafkamer

Parketnummer: 09/827304-18

Datum uitspraak: 29 mei 2019

Tegenspraak

(Promisvonnis)

De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:

[verdachte] ,

geboren op [geboortedag] 1960 te [geboorteplaats]

BRP- [adres] ,

thans gedetineerd in de penitentiaire inrichting Vught, te Vught.

1 Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden ter terechtzittingen van 14 september 2018, 5 december 2018, 27 februari 2019 (telkens pro forma) en 15 mei 2019 (inhoudelijke behandeling).

De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. K. van Diemen en van hetgeen door verdachte en zijn raadsman mr. J. Veltheer naar voren is gebracht.

2 De tenlastelegging

Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting - ten laste gelegd dat:

Feit 1:

hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 19 november 2001 tot en met 18 november 2008 te 's-Gravenhage, met [slachtoffer 1] , die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, meermalen, althans eenmaal, een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , hebbende verdachte (telkens):

- zijn vinger(s) geplaatst tussen de schaamlippen van die [slachtoffer 1] en/of

- de clitoris en/of de vagina en/of de schaamlippen, althans de schaamstreek, van die [slachtoffer 1]

aangeraakt/betast en/of

- de dijbenen en/of de billen en/of de borsten van die [slachtoffer 1] aangeraakt/betast en/of

- in de billen en/of de borsten van die [slachtoffer 1] geknepen;

Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een

veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 19 november 2001 tot en met 30 september 2002 en/of van 1 oktober 2002 tot en met 18 november 2008 te 's-Gravenhage met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedag] 1996, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, meermalen, althans eenmaal, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, (telkens) bestaande uit:

- het aanraken/betasten van de clitoris en/of de vagina en/of de schaamlippen, althans de

schaamstreek, van die [slachtoffer 1] en/of

- het aanraken/betasten van de dijbenen en/of de billen en/of de borsten van die [slachtoffer 1] en/of

- het knijpen in de billen en/of de borsten van die [slachtoffer 1] ;

Feit 2:

hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 19 november 2008 tot en met 18 november 2012 te 's-Gravenhage, met [slachtoffer 1] , die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , hebbende verdachte meermalen, althans eenmaal, (telkens):

- zijn vinger(s) geplaatst tussen de schaamlippen van die [slachtoffer 1] en/of

- de clitoris en/of de vagina en/of de schaamlippen, althans de schaamstreek, van die [slachtoffer 1]

aangeraakt/betast en/of

- de dijbenen en/of de billen en/of de borsten van die [slachtoffer 1] aangeraakt/betast en/of

- in de billen en/of de borsten van die [slachtoffer 1] geknepen;

Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 19 november 2008 tot en met 18 november 2012 te 's-Gravenhage met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedag] 1996, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, meermalen, althans eenmaal, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, (telkens) bestaande uit:

- het aanraken/betasten van de clitoris en/of de vagina en/of de schaamlippen, althans de

schaamstreek, van die [slachtoffer 1] en/of

- het aanraken/betasten van de dijbenen en/of de billen en/of de borsten van die [slachtoffer 1] en/of

- het knijpen in de billen en/of de borsten van die [slachtoffer 1] ;

Feit 3:

hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 19 november 2012 tot en met 18 november 2013 te 's-Gravenhage door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) meermalen, althans eenmaal, [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , hebbende verdachte (telkens):

- zijn vinger(s) geplaatst tussen de schaamlippen van die [slachtoffer 1] en/of

- de clitoris en/of de vagina en/of de schaamlippen, althans de schaamstreek, van die [slachtoffer 1]

aangeraakt/betast en/of

- de dijbenen en/of de billen en/of de borsten van die [slachtoffer 1] aangeraakt/betast en/of

- in de billen en/of de borsten van die [slachtoffer 1] geknepen,

en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat hij, verdachte, een geestelijk en/of lichamelijk overwicht had op die [slachtoffer 1] doordat:

- hij, verdachte, pastor was binnen de kerk waarvan ook die [slachtoffer 1] deel uitmaakte en/of

- hij, verdachte, reeds jarenlang bevriend was met de familie van die [slachtoffer 1] en/of

- ( aldus) sprake was van een vertrouwensband tussen hem, verdachte, en die [slachtoffer 1] en/of

- sprake was van een (groot) leeftijdsverschil tussen hem, verdachte, en die [slachtoffer 1] ;

art 242 Wetboek van Strafrecht

Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 19 november 2012 tot en met 18 november 2013 te 's-Gravenhage, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) meermalen, althans eenmaal, [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), (telkens) bestaande uit:

- het aanraken/betasten van de clitoris en/of de vagina en/of de schaamlippen, althans de schaamstreek, van die [slachtoffer 1] en/of

- het aanraken/betasten van de dijbenen en/of de billen en/of de borsten van die [slachtoffer 1] en/of

- het knijpen in de billen en/of de borsten van die [slachtoffer 1] ,

en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hieruit dat hij, verdachte, een geestelijk en/of lichamelijk overwicht had op die [slachtoffer 1] doordat:

- hij, verdachte, pastor was binnen de kerk waarvan ook die [slachtoffer 1] deel uitmaakte en/of

- hij, verdachte, reeds jarenlang bevriend was met de familie van die [slachtoffer 1] en/of

- ( aldus) sprake was van een vertrouwensband tussen hem, verdachte, en die [slachtoffer 1] en/of

- sprake was van een (groot) leeftijdsverschil tussen hem, verdachte, en die [slachtoffer 1] ;

Feit 4:

hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 19 november 2013 tot en met 18 november 2016 te 's-Gravenhage, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) meermalen, althans eenmaal, [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), (telkens) bestaande uit:

- het aanraken/betasten van de dijbenen en/of de billen en/of de borsten van die [slachtoffer 1] en/of

- het knijpen in de billen en/of de borsten van die [slachtoffer 1] ,

en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hieruit dat hij, verdachte, een geestelijk en/of lichamelijk overwicht had op die [slachtoffer 1] doordat:

- hij, verdachte, pastor was binnen de kerk waarvan ook die [slachtoffer 1] deel uitmaakte en/of

- hij, verdachte, reeds jarenlang bevriend was met de familie van die [slachtoffer 1] en/of

- ( aldus) sprake was van een vertrouwensband tussen hem, verdachte, en die [slachtoffer 1] en/of

- sprake was van een (groot) leeftijdsverschil tussen hem, verdachte, en die [slachtoffer 1] ;

Feit 5:

hij op een of meer tijdstip(en) in of omstreeks de periode van 14 juli 2004 tot en met 13 juli 2005 te 's-Gravenhage, met [slachtoffer 2] , die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, meermalen, althans eenmaal, een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2] , hebbende verdachte (telkens):

- zijn vinger(s) geplaatst tussen de schaamlippen van die [slachtoffer 2] en/of

- de clitoris en/of de vagina en/of de schaamlippen, althans de schaamstreek, van die [slachtoffer 2]

aangeraakt/betast en/of

- de billen en/of de dijbenen en/of de borsten van die [slachtoffer 2] aangeraakt/betast;

Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 14 juli 2004 tot en met 13 juli 2005 te 's-Gravenhage meermalen, althans eenmaal, met [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedag] 1993, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, (telkens) bestaande uit:

- het aanraken/betasten van de clitoris en/of de vagina en/of de schaamlippen, althans de

schaamstreek, van die [slachtoffer 2] en/of

- het aanraken/betasten van de dijbenen en/of de billen en/of de borsten van die [slachtoffer 2] ;

Feit 6:

hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 14 juli 2005 tot en met 13 juli 2009 te 's-Gravenhage, met [slachtoffer 2] , die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, meermalen, althans eenmaal, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2] , hebbende verdachte (telkens):

- zijn vinger(s) geplaatst tussen de schaamlippen van die [slachtoffer 2] en/of

- de clitoris en/of de vagina en/of de schaamlippen, althans de schaamstreek, van die [slachtoffer 2]

aangeraakt/betast en/of

- de billen en/of de dijbenen en/of de borsten van die [slachtoffer 2] aangeraakt/betast;

Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 14 juli 2005 tot en met 13 juli 2009 te 's-Gravenhage met [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedag] 1993, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, meermalen, althans eenmaal, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, (telkens) bestaande uit:

- het aanraken/betasten van de clitoris en/of de vagina en/of de schaamlippen, althans de

schaamstreek, van die [slachtoffer 2] en/of

- het aanraken/betasten van de dijbenen en/of de billen en/of de borsten van die [slachtoffer 2] ;

Feit 7:

hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 14 juli 2009 tot en met 13 juli 2011 te 's-Gravenhage door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 2] meermalen, althans eenmaal, heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2] , hebbende

verdachte (telkens):

- zijn vinger gebracht/geduwd in de vagina en/of tussen de schaamlippen van die [slachtoffer 2] en/of

- de clitoris en/of de vagina en/of de schaamlippen, althans de schaamstreek, van die [slachtoffer 2]

aangeraakt/betast en/of

- de billen en/of de dijbenen en/of de borsten van die [slachtoffer 2] aangeraakt/betast,

en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat hij, verdachte, een geestelijk en/of lichamelijk overwicht had op die [slachtoffer 2] doordat:

- hij, verdachte, pastor was binnen de kerk waarvan ook die [slachtoffer 2] deel uitmaakte en/of

- hij, verdachte, reeds jarenlang bevriend was met de familie van die [slachtoffer 2] en/of

- ( aldus) sprake was van een vertrouwensband tussen hem, verdachte, en die [slachtoffer 2] en/of

- sprake was van een (groot) leeftijdsverschil tussen hem, verdachte, en die [slachtoffer 2] .

3 Bewijsoverwegingen

3.1

Inleiding

In april 2018 hebben de halfzussen [naam ] (hierna te noemen: [slachtoffer 1] ) en [naam ] (hierna te noemen: [slachtoffer 2] ) na informatieve gesprekken met de politie beiden aangifte gedaan tegen de verdachte. Zij hebben kort en zakelijk weergegeven verklaard dat de verdachte, pastor van de kerk waar beide meisjes deel van uit maakten en jarenlang bevriend met het gezin van de aangeefsters, hen gedurende een lange periode seksueel heeft misbruikt.

Het misbruik is, rekening houdend met de leeftijden van de aangeefsters in de verschillende periodes en de aard van de ontuchtige handelingen, ten laste gelegd onder de hiervoor onder 2 genoemde feiten.

De verdachte ontkent het ten laste gelegde.

De rechtbank ziet zich gesteld voor de vraag of op basis van het dossier kan worden bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan.

3.2

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4, 5 primair, 6 primair en 7 ten laste gelegde. Zij heeft zich hierbij op het standpunt gesteld dat de verklaringen van de aangeefsters betrouwbaar zijn en worden ondersteund door de verklaringen van de [getuigen] en de vertalingen van de geluidsopnamen van gesprekken tussen de verdachte en aangeefsters. Voorts heeft de officier van justitie erop gewezen dat de verklaringen van de ene aangeefster steunbewijs opleveren voor de zaak van de ander.

3.3

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte integraal dient te worden vrijgesproken en heeft hiertoe – kort en zakelijk weergegeven – het volgende aangevoerd:

- De verklaringen van de aangeefsters en [getuige] zijn onbetrouwbaar en bevatten diverse onwaarschijnlijkheden.

De verklaringen van de aangeefsters kunnen, ook tezamen, niet voldoende bewijs opleveren voor het tenlastegelegde.

Uit de door de verdediging overlegde vertalingen van de opgenomen gesprekken met de aangeefsters blijkt niet dat de verdachte in deze gesprekken heeft bekend jarenlang seksueel misbruik te hebben gepleegd. De overige vertalingen van de gesprekken bevatten diverse verschillen ten opzichte van elkaar en dienen van het bewijs te worden uitgesloten. De betwisting van deze vertalingen kan namelijk door de verdediging niet worden getoetst. Nu ook de vertaling van [Tolk 1] niet op juistheid kan worden gecontroleerd, doordat de verdediging niet in de gelegenheid is gesteld om haar als getuige te horen terwijl de rechter-commissaris haar wel heeft gehoord buiten aanwezigheid van de verdediging, is er sprake van schending van het recht op een eerlijk proces, zoals neergelegd in artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hierna: EVRM).

3.4

De beoordeling van de tenlastelegging

[slachtoffer 2]

De verdachte heeft verklaard dat hij pastor is in zijn eigen kerk in Den Haag, [naam kerk] .

[slachtoffer 2] , geboren op [geboortedag] 1993, heeft verklaard dat er een periode was waarin de verdachte, hoofd van haar kerk, haar geregeld vroeg om naar zijn huis te komen om huishoudelijke taken te verrichten. De verdachte woonde bij haar om de hoek. [slachtoffer 2] moest wel gaan omdat zij, als zij dat niet zou doen, zou worden gezien als ongehoorzaam en respectloos. Zeker omdat de verdachte de geestelijk vader was, moest zij hem gehoorzamen. Rond haar elfde vroeg de verdachte haar vaker om te komen. Het begon als een tik of een duw op haar bil of een veeg langs haar borst. Op een gegeven moment deed de verdachte als zij in zijn huis kwam, zijn hand in haar broek en onderbroek en bij haar vagina. Hij betastte haar dan. Hij deed dat ook in zijn auto. Dan vroeg hij [slachtoffer 2] om mee te gaan om zijn auto te wassen. [slachtoffer 2] zat dan naast hem in de auto en de verdachte deed dan zijn hand in haar onderbroek bij haar vagina. De eerste keer dat de verdachte met zijn hand bij haar vagina kwam, was in de keuken tijdens het afwassen. Hij pakte haar bij haar broek vast en zei: “Kom, laat me kijken”. Toen ging hij met zijn hand in haar onderbroek naar haar vagina toe, hield zijn vingers bij haar vagina, zat bij haar clitoris en bevoelde haar schaamlippen. [slachtoffer 2] was toen elf.

Vlak voor haar achttiende vroeg de verdachte [slachtoffer 2] naar zijn huis te komen omdat hij in een droom had gezien dat het niet goed ging met haar. Hij zei dat als hij niet voor [slachtoffer 2] zou bidden, zij niet zou trouwen en dat het slecht met haar zou gaan. Hij zei dat hij drie keer voor haar moest bidden en dat het dan goed zou komen. De eerste keer moest [slachtoffer 2] liggen op de bank. De verdachte zei dat [slachtoffer 2] haar broek naar beneden moest doen. Toen [slachtoffer 2] ‘nee’ zei, vroeg de verdachte haar of zij nu wel of niet gezegend wilde worden en of ze wilde dat er een vloek over haar zou heersen. [slachtoffer 2] deed haar broek naar beneden en de verdachte deed haar hand en daarmee haar onderbroek, die ze vasthield, naar beneden. De verdachte smeerde olie over haar schaamheuvel en ging steeds lager, met zijn vingers naar haar clitoris. Hij ging tussen haar schaamlippen. Alle drie de keren maakte de verdachte cirkelbewegingen rond haar clitoris en alle keren ging hij met zijn vingertop in haar vagina. De eerste keer lukte dit niet, maar de tweede en de derde keer wel. Na de derde keer heeft [slachtoffer 2] het aan haar moeder verteld. Omdat de verdachte de geestelijk leider was, had ze het gevoel dat hij echt kon zien en dromen dat het verkeerd met haar zou gaan en dat hij echt invloed kon hebben op haar toekomst. Hij dwong zo af dat ze het af moest maken en niet zomaar kon stoppen.

Tussen haar elfde en haar zeventiende gebeurde het misbruik een of twee keer in de week, soms een keer in de twee weken. Het varieerde. In het begin, zo tot haar vijftiende, was het frequenter. Daarna lukte het aangeefster beter de verdachte uit de weg te gaan. Het is gestopt toen ze bijna achttien jaar was, in 2011.

In haar verhoor als getuige bij de rechter-commissaris heeft [slachtoffer 2] haar verklaring op hoofdlijnen herhaald. Zij heeft verder uitgelegd dat in haar cultuur de norm is dat je ouderen respecteert.

[getuige] , de moeder van [slachtoffer 2] , heeft verklaard dat [slachtoffer 2] geregeld naar het huis van de verdachte en zijn partner, mama [naam 2] , moest voor allerlei huishoudelijke klusjes. Als de getuige daar was, was de verdachte daar ook altijd. [slachtoffer 2] was 17 jaar oud toen ze de getuige vertelde over het seksueel misbruik door de verdachte. Dat moet ergens in 2011 zijn geweest. [slachtoffer 2] was acht jaar oud toen zij begon met het doen van klusjes voor de pastor. Hij belde en dan gingen de kinderen daarheen om bijvoorbeeld schoon te maken.

Op 16 maart 2016 vond een gesprek plaats tussen [slachtoffer 2] , haar zusje, haar moeder en de verdachte. [slachtoffer 2] heeft dit gesprek stiekem opgenomen. Vier tolken hebben dit gesprek, dat in de taal Twi is gevoerd, afzonderlijk van elkaar vertaald. Al deze vertalingen bevatten een passage waarin wordt weergegeven dat [slachtoffer 2] tegen de verdachte zegt dat hij haar heeft misbruikt tussen haar elfde en haar achttiende, hetgeen de verdachte beantwoordt met excuses en het aanbieden van zijn verontschuldigingen.

Bewijsoverwegingen

De verdediging heeft de betrouwbaarheid van de door [slachtoffer 2] en [getuige] afgelegde verklaringen betwist. De rechtbank stelt vast dat de verklaringen van [slachtoffer 2] authentiek en oprecht overkomen. Zij heeft open, consistent en gedetailleerd verklaard en ondanks het tijdsverloop is zij in staat gebleken voldoende specifiek te verklaren. De rechtbank ziet geen aanleiding om aan de inhoud van de verklaringen van [slachtoffer 2] te twijfelen; het dossier bevat geen aanknopingspunten om aan te nemen dat zij in strijd met de waarheid zou hebben verklaard. De rechtbank acht de verklaringen van [slachtoffer 2] dan ook betrouwbaar en bruikbaar voor het bewijs.

De verklaringen van [slachtoffer 2] worden voor wat betreft de periode waarin het misbruik plaatsvond (tussen haar elfde en haar achttiende) en het feit dat zij regelmatig in de woning waar de verdachte verbleef om klusjes moest doen, ondersteund door de verklaring van [getuige] . Ook haar verklaring acht de rechtbank betrouwbaar. Met name bij de rechter-commissaris heeft deze getuige zeer gedetailleerd verklaard en zij is in haar verklaringen samenhangend en consistent.

De verdediging heeft verder de juistheid van de vertalingen van de door [slachtoffer 2] opgenomen gesprekken betwist.

De rechtbank stelt voorop dat er geen beëdigde tolken Twi zijn, maar dat de ingeschakelde tolken werkzaamheden voor de politie en de rechtbank verrichten. Zij constateert dat de diverse vertalingen van het gesprek op 16 maart 2016, soms inderdaad opvallende verschillen vertonen, maar in essentie onderling overeenkomen, namelijk op het punt dat aangeefster tegenover verdachte in concrete bewoordingen beschuldigingen uit van seksueel misbruik en dat verdachte daarop in erkennende en verontschuldigende zin antwoordt. De omstandigheid dat in de vertalingen van de gesprekken verschillende termen worden gehanteerd voor die beschuldigingen, doet aan die conclusie niet af. De aard van de beschuldiging is duidelijk, namelijk aanraking op intieme plaatsen (de vagina/genitaliën). Alleen in de door de verdediging overgelegde vertaling wordt slechts gesproken over het plaatsen van een hand op de onderbuik. De [Tolk 1] heeft op een vraag van de rechter-commissaris expliciet ontkend dat het Twi-woord voor onderbuik in de passages die zij heeft vertaald is gebruikt. De rechtbank ziet derhalve geen redenen om het door [slachtoffer 2] opgenomen gesprek van 16 maart 2016 uit te sluiten van het bewijs en ziet dit dan ook als steunbewijs voor de verklaringen van [slachtoffer 2] .

De rechtbank is verder van oordeel dat het feit dat de verdediging niet in de gelegenheid is gesteld de [Tolk 1] te vragen welk ‘bronwoord’ zij heeft gehoord en heeft vertaald als ‘vagina’, geen strijd oplevert met artikel 6 EVRM . Zoals zij ook ter zitting heeft overwogen naar aanleiding van het aanhoudingsverzoek van de raadsman, is Frimpong niet gehoord als getuige, maar heeft de rechter-commissaris haar alleen in haar hoedanigheid van tolk een aanvullende vraag gesteld, overigens naar aanleiding van commentaar van de raadsman op haar vertaling.

Gelet op het voorstaande (de verklaringen van [slachtoffer 2] en [getuige] en de genoemde vertalingen) acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 5 primair, 6 primair en 7 ten laste gelegde feiten heeft begaan.

[slachtoffer 1]

[slachtoffer 1] , geboren op [geboortedag] 1996, heeft verklaard dat ook zij is misbruikt door de verdachte. Zij kent hem al haar hele leven. Hij is de pastor van haar kerk destijds en woont bij haar om de hoek met mama [naam 2] . Sinds zij hen kent, zagen zij elkaar als één grote familie. Het misbruik begon rond haar vijfde /zesde /zevende jaar. Zij moest dan altijd naar het huis van de verdachte komen om huishoudelijke taken te doen. Bij de rechter-commissaris heeft [slachtoffer 1] met betrekking tot de periode verklaard dat het misbruik sowieso is begonnen voor ze in groep 6 zat en nog niet aan de gang was in groep 1. Verder vertelde ze dat de verdachte haar een keer opbelde dat ze moest komen. Tegen haar moeder zei ze dat ze niet wilde gaan. Haar moeder zei echter: ‘Ga gewoon, hij is ouder en hij is een pastor’. [slachtoffer 1] kon niet zomaar nee zeggen als ze geen reden had. In de Ghanese cultuur, waartoe zij en haar familie behoren, moet je heel veel respect hebben voor mensen die ouder zijn.

Over de aard van het misbruik heeft aangeefster verklaard dat de verdachte dan aan haar billen en aan haar vagina zat. Hij deed zijn handen rond haar benen om de omvang te meten. Vanaf haar zevende werd het erger. Hij ging toen aan haar billen zitten en kneep erin. Daarna ging hij in haar onderbroek en voelde aan haar clitoris.

Als hij klaar was met haar aanraken, zei hij dat ze het aan niemand mocht vertellen, anders zou er iets met haar gebeuren. Pastors kunnen soms mirakels veroorzaken en ze was bang dat hij haar gek zou maken. Hij preekte ook vaak dat je hem en zijn familie moest respecteren, omdat er anders erge dingen zouden gebeuren en je niet succesvol zou zijn in het leven. Aangeefster was daar bang voor en hield daarom haar mond. Nee zeggen zou ongehoorzaam en niet respectvol zijn en als je klusjes doet voor een pastor, krijg je een grote zegen.

Op enig moment moest [slachtoffer 1] met de verdachte meegaan naar Duitsland. Zij wilde niet mee en haar zus (de rechtbank begrijpt: [slachtoffer 2] ) vroeg haar waarom ze persé niet mee wilde. Dit was op een vrijdag ergens in 2016. [slachtoffer 1] zei toen dat de verdachte haar aanraakte, soms bij haar borsten en soms bij haar billen en soms ‘daar beneden’. Haar zus ging huilen en vertelde dat de verdachte dat ook bij haar had gedaan. [slachtoffer 1] en haar zus hebben het toen tegen hun moeder verteld, die de verdachte er de volgende ochtend mee heeft geconfronteerd. Telkens als de verdachte haar ‘beneden’ aanraakte, raakte [slachtoffer 1] overstuur. De verdachte zei dan altijd: “Als je dit tegen iemand gaat zeggen dan gaat er iets met je gebeuren”. Dit was van haar zesde /zevende tot haar twintigste.

[slachtoffer 1] zag geen uitweg omdat van kleins af aan in haar hoofd is gestampt dat als zij de pastor zou tegenspreken of leugens over hem zou verspreiden, zij een zondebok zou zijn en het nooit goed met haar zou komen. Vanaf haar zeventiende /achttiende gebeurde het niet meer ‘daar beneden’, maar raakte de verdachte haar nog wel aan bij haar borsten. Toen [slachtoffer 1] zo rond de tien /elf jaar oud was, zat de verdachte voor het eerst aan haar borsten. Vanaf haar zeventiende heeft de verdachte alleen nog aan haar borsten, billen en haar dijen gezeten. Hij greep haar borsten alsof ze van hem waren en kneep er keihard in. Toen haar borsten nog heel klein waren droeg ze nog geen BH en zat hij eraan op haar blote huid. Toen ze eenmaal een BH droeg, zat hij eraan over haar BH.

[slachtoffer 2] heeft, zoals hiervoor vermeld verklaard dat de verdachte ook haar seksueel heeft misbruikt. Zij heeft verklaard dat zij er in maart 2016 achter is gekomen dat haar zusje (de rechtbank begrijpt: [slachtoffer 1] ) ook is misbruikt door de verdachte. Haar zusje moest ergens naartoe van de verdachte. [slachtoffer 2] had een sterk voorgevoel dat er iets was en vroeg haar waarom ze niet met hem mee wilde. Haar zusje zei toen dat de verdachte aan haar zat en begon te huilen. Beide zussen moesten huilen en toen hun moeder de kamer in kwam, hebben ze het tegen haar verteld. Vervolgens heeft op 16 maart 2016 het gesprek plaatsgevonden tussen [slachtoffer 2] , [slachtoffer 1] , hun moeder en de verdachte, dat [slachtoffer 2] heeft opgenomen.

[getuige] , de moeder van de zussen, heeft zoals vermeld verklaard dat haar kinderen regelmatig naar het huis van de verdachte en mama [naam 2] gingen om klusjes te doen. [slachtoffer 1] (de rechtbank begrijpt: [slachtoffer 1] ) zei tegen haar dat ze 6 of 7 jaar oud was toen het misbruik begon. Toen [slachtoffer 1] 16 jaar oud was, ergens in 2014 of 2015, hoorde zij dat beide zusjes aan het huilen waren. Op de vraag wat er aan de hand was, vertelde [slachtoffer 2] (de rechtbank begrijpt: [slachtoffer 2] ) dat de verdachte met [slachtoffer 1] had gedaan wat hij ook met haar had gedaan. Ze vroeg aan [slachtoffer 1] waarom ze het niet meteen had verteld, maar [slachtoffer 1] zei dat dat niet kon, want dan zou er iets ergs met haar gebeuren. De dag erna volgde een gesprek met de verdachte. [slachtoffer 1] was tijdens dit gesprek erg boos en ook [slachtoffer 2] deed agressief tegen hem. Uiteindelijk heeft de verdachte om vergiffenis gevraagd.

De rechtbank leidt uit het feit dat de getuige heeft verklaard dat de dag nadat haar dochters haar over het misbruik hadden verteld het gesprek met de verdachte plaatsvond, af dat voor ‘2014 of 2015’ 2016 gelezen moet worden.

Uit de vertaling van [Tolk 2] blijkt dat [slachtoffer 2] tijdens het gesprek dat plaatsvond op 16 maart 2016 op enig moment tegen de verdachte zegt: “Kijk wat je haar (de rechtbank begrijpt: [slachtoffer 1] ) hebt aangedaan. Ze is getraumatiseerd en heeft geprobeerd haar leven te beëindigen.” Op de opmerking van [slachtoffer 2] dat hij haar (de rechtbank begrijpt: [slachtoffer 1] ) nooit meer mag aanraken, antwoordt de verdachte dat het niet meer gaat gebeuren. Aan het einde van het gesprek zegt de verdachte dat hij nogmaals om vergiffenis vraagt, dat hij fouten heeft gemaakt en het niet meer zal doen en dat het hem spijt.

Alle vier de tolken hebben een tekstfragment vertaald waarin [slachtoffer 1] de verdachte voorhield dat hij haar buik ging opmeten en toen met zijn hand ‘daar’/‘in haar genitaliën’ kwam en dat hij niet moest liegen. [Tolk 2] en [Tolk 3] vermeldden ook het antwoord van de verdachte, namelijk dat het hem speet.

Bewijsoverwegingen

De verdediging heeft de betrouwbaarheid van de door [slachtoffer 1] afgelegde verklaringen betwist. De rechtbank merkt in dit verband op dat de verklaring van [slachtoffer 2] (waarover de rechtbank al heeft overwogen dat zij deze betrouwbaar acht) de verklaring van [slachtoffer 1] bevestigt voor wat betreft de modus operandi van de verdachte en de feitelijkheden die hebben plaatsgevonden.

De verklaringen van [slachtoffer 1] worden voorts voor wat betreft de periode waarin het misbruik plaatsvond en het feit dat zij regelmatig in de woning waar de verdachte verbleef klusjes moest doen, ondersteund door de verklaring van [getuige] .

Ten slotte ziet de rechtbank steunbewijs in de vertalingen van het gesprek van 16 maart 2016, waarover zij al onder het kopje ‘ [slachtoffer 2] ’ heeft overwogen dat deze bruikbaar zijn als bewijsmiddel.

Het enige wat bevreemdt in de verklaringen van [slachtoffer 1] is dat zij terugkwam op haar aanvankelijke stelling dat ook zij in de auto van de verdachte door hem was misbruikt. De rechtbank twijfelt echter gelet op het voorstaande niet aan de verdere inhoud van de verklaringen van [slachtoffer 1] .

De ontkennende verklaringen van de verdachte acht de rechtbank daarentegen wisselend en niet aannemelijk. Zo heeft de verdachte aanvankelijk verklaard dat de aangeefsters nooit bij hem thuis kwamen, terwijl hij in zijn tweede verhoor, na confrontatie met de geluidsopnamen, heeft verklaard dat aangeefsters beiden één keer bij hem thuis zijn geweest. In zijn eerste en in het begin van zijn tweede verhoor heeft de verdachte verklaard dat hij in 2016 met aangeefsters en hun moeder heeft gesproken over een straf die [slachtoffer 2] zou krijgen omdat zij vervelend was geweest in het koor. Uit de vertalingen van de gespreksopnamen blijkt echter zonneklaar dat het gesprek ging over misbruik en niet over het gedrag van [slachtoffer 2] in het koor.

Gelet op het voorgaande (de verklaringen van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en de [getuige] en de genoemde vertalingen) acht de rechtbank de onder 1 primair, 2 primair, 3 subsidiair en 4 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen. Voor wat betreft de periode gaat de rechtbank ervan uit dat het misbruik van [slachtoffer 1] is begonnen toen zij tussen de 5 en 10 jaar oud was, nu zij heeft verklaard dat het in ieder geval voor groep 6 en na groep 1 is begonnen.

De rechtbank zal de verdachte vrijspreken van het onder 3 primair ten laste gelegde, nu [slachtoffer 1] heeft verklaard dat de verdachte haar vanaf haar zeventiende /achttiende niet meer ‘daar beneden’ heeft aangeraakt. Hierdoor kan niet worden bewezen dat de door de verdachte gepleegde ontuchtige handelingen in de onder 3 ten laste gelegde periode mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van [slachtoffer 1] .

3.5

De bewezenverklaring

De rechtbank verklaart ten aanzien van de verdachte bewezen dat:

Feit 1 primair:

hij in de periode van 19 november 2001 tot en met 18 november 2008 te 's-Gravenhage, met [slachtoffer 1] , die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , hebbende verdachte:

- zijn vinger(s) geplaatst tussen de schaamlippen van die [slachtoffer 1] en

- de clitoris en de vagina en de schaamlippen van die [slachtoffer 1] aangeraakt/betast en

- de dijbenen en de billen en de borsten van die [slachtoffer 1] aangeraakt/betast en

- in de billen en de borsten van die [slachtoffer 1] geknepen;

Feit 2 primair:

hij in de periode van 19 november 2008 tot en met 18 november 2012 te 's-Gravenhage, met [slachtoffer 1] , die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , hebbende verdachte:

- zijn vinger(s) geplaatst tussen de schaamlippen van die [slachtoffer 1] en

- de clitoris en de vagina en de schaamlippen van die [slachtoffer 1] aangeraakt/betast en

- de dijbenen en de billen en de borsten van die [slachtoffer 1] aangeraakt/betast en

- in de billen en de borsten van die [slachtoffer 1] geknepen;

Feit 3 subsidiair:

hij in de periode van 19 november 2012 tot en met 18 november 2013 te 's-Gravenhage, door feitelijkheden [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, bestaande uit:

- het aanraken/betasten van de dijbenen en de billen en de borsten van die [slachtoffer 1] en

- het knijpen in de billen en de borsten van die [slachtoffer 1] ,

en bestaande die feitelijkheden hieruit dat hij, verdachte, een geestelijk overwicht had op die [slachtoffer 1] doordat:

- hij, verdachte, pastor was binnen de kerk waarvan ook die [slachtoffer 1] deel uitmaakte en

- hij, verdachte, reeds jarenlang bevriend was met de familie van die [slachtoffer 1] en

- aldus sprake was van een vertrouwensband tussen hem, verdachte, en die [slachtoffer 1] en

- sprake was van een groot leeftijdsverschil tussen hem, verdachte, en die [slachtoffer 1] ;

Feit 4:

hij in de periode van 19 november 2013 tot en met 18 november 2016 te 's-Gravenhage, door feitelijkheden [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, bestaande uit:

- het aanraken/betasten van de dijbenen en de billen en de borsten van die [slachtoffer 1] en

- het knijpen in de billen en de borsten van die [slachtoffer 1] ,

en bestaande die feitelijkheden hieruit dat hij, verdachte, een geestelijk overwicht had op die [slachtoffer 1] doordat:

- hij, verdachte, pastor was binnen de kerk waarvan ook die [slachtoffer 1] deel uitmaakte en

- hij, verdachte, reeds jarenlang bevriend was met de familie van die [slachtoffer 1] en

- aldus sprake was van een vertrouwensband tussen hem, verdachte, en die [slachtoffer 1] en

- sprake was van een groot leeftijdsverschil tussen hem, verdachte, en die [slachtoffer 1] ;

Feit 5 primair:

hij in de periode van 14 juli 2004 tot en met 13 juli 2005 te 's-Gravenhage, met [slachtoffer 2] , die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2] , hebbende verdachte:

- zijn vinger(s) geplaatst tussen de schaamlippen van die [slachtoffer 2] en

- de clitoris en de vagina en de schaamlippen van die [slachtoffer 2] aangeraakt/betast en

- de billen en de borsten van die [slachtoffer 2] aangeraakt/betast;

Feit 6 primair:

hij in de periode van 14 juli 2005 tot en met 13 juli 2009 te 's-Gravenhage, met [slachtoffer 2] , die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2] , hebbende verdachte:

- zijn vinger(s) geplaatst tussen de schaamlippen van die [slachtoffer 2] en

- de clitoris en de vagina en de schaamlippen van die [slachtoffer 2] aangeraakt/betast en

- de billen van die [slachtoffer 2] aangeraakt/betast;

Feit 7:

hij in de periode van 14 juli 2009 tot en met 13 juli 2011 te 's-Gravenhage door feitelijkheden [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2] , hebbende verdachte:

- zijn vinger gebracht/geduwd in de vagina en tussen de schaamlippen van die [slachtoffer 2] en

- de clitoris en de vagina en de schaamlippen van die [slachtoffer 2] aangeraakt/betast en

- de billen van die [slachtoffer 2] aangeraakt/betast,

en bestaande die feitelijkheden hierin dat hij, verdachte, een geestelijk overwicht had op die [slachtoffer 2] doordat:

- hij, verdachte, pastor was binnen de kerk waarvan ook die [slachtoffer 2] deel uitmaakte en

- hij, verdachte, reeds jarenlang bevriend was met de familie van die [slachtoffer 2] en

- aldus sprake was van een vertrouwensband tussen hem, verdachte, en die [slachtoffer 2] en

- sprake was van een groot leeftijdsverschil tussen hem, verdachte, en die [slachtoffer 2] .

Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

4 De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5 De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6 De strafoplegging

6.1

De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes jaren, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht. Als bijkomende straf heeft zij gevorderd dat het de verdachte wordt verboden om het beroep van pastor /geestelijk leider uit te oefenen gedurende negen jaren.

6.2

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft geen verweren gevoerd met betrekking tot de strafmaat.

6.3

Het oordeel van de rechtbank

Na te melden straffen zijn in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.

Ernst van de feiten

De verdachte heeft zich gedurende een lange periode, namelijk 15 jaar, schuldig gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen, die mede bestonden uit het binnendringen van het lichaam van twee minderjarige, aanvankelijk nog zeer jonge meisjes. Hij vervulde in het gezin, dat bestond uit een alleenstaande moeder en haar twee dochtertjes, een belangrijke rol als raadgever en geestelijk leider. Als pastor van de kerk die door het gezin werd bezocht had hij een vrijwel onaantastbare machtspositie. De meisjes kregen met de paplepel ingegoten dat zij ouderen en hem in het bijzonder moesten respecteren en dat het erg belangrijk was om te doen wat hij zei. De pastor kon, dachten ze, in de toekomst kijken en hij kon wonderen verrichten. Ongehoorzaamheid zou afgestraft worden in die zin, dat het dan slecht met hen af zou lopen. De slachtoffers stonden kortom in een volstrekt ondergeschikte relatie tot de verdachte vanwege zijn positie als pastor en belangrijke familievriend en zijn leeftijd. Met zijn handelen heeft de verdachte 15 jaar lang op grove wijze misbruik gemaakt van zijn positie en de vertrouwensband die hij had met de slachtoffers.

De verdachte heeft zich niet alleen schuldig gemaakt aan seksueel grensoverschrijdend gedrag maar ook een forse inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van de slachtoffers en een normale, gezonde seksuele ontwikkeling, waar ieder kind recht op heeft, doorkruist. De ervaring leert dat dergelijk misbruik vaak langdurige en ernstige schade toebrengt aan de geestelijke gezondheid van de slachtoffers. De indringende slachtofferverklaringen, die door de slachtoffers zijn opgesteld en ter zitting door hen zijn voorgelezen, illustreren hoeveel impact het handelen van verdachte op hun leven heeft gehad en nog steeds heeft. Extra schrijnend is, dat de aangeefsters door een deel van de Ghanees-Nederlandse gemeenschap niet worden geloofd en op allerlei manieren negatief worden bejegend, zoals ook ter zitting is gebleken.

De verdachte heeft de belangen van de aangeefsters volstrekt genegeerd en heeft de bevrediging van zijn eigen seksuele behoeften vooropgesteld, wat de rechtbank hem erg kwalijk neemt.

Documentatie

Bij het opleggen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de omstandigheid dat de verdachte blijkens een hem betreffend uittreksel Justitiële Documentatie van 5 februari 2019 niet eerder met politie en justitie in aanraking is geweest.

Persoon van de verdachte

De rechtbank heeft met betrekking tot de persoon van de verdachte kennisgenomen van het rapport van Reclassering Nederland van 27 september 2018. Volgens de reclassering is een delictanalyse niet mogelijk , omdat de verdachte de delicten ontkent en een first offender is. Als de verdachte veroordeeld wordt, is duidelijk dat hij misbruik heeft gemaakt van zijn gezagspositie in de kerk en minderjarige meisjes misleidde ten behoeve van zijn eigen seksuele behoeftes. Toezicht, controle en interventies zijn bij schuldigverklaring door de rechtbank noodzakelijk. Na het vonnis zal een nieuwe risicotaxatie moeten plaatsvinden om een concreet plan van aanpak op te stellen in het kader van risicomanagement, monitoring en toezicht. Het risico op recidive kan momenteel niet worden ingeschat.

Geadviseerd wordt om een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarden een meldplicht, ambulante behandeling door De Waag, een contactverbod met de slachtoffers, een locatieverbod, het vermijden van contact met minderjarigen en een beroepsverbod gedurende vijf jaren voor de functie pastor /geestelijk leider /verzorger /vrijwilliger /leraar of een ander beroep waarbij de verdachte in aanraking komt met minderjarige kinderen. De reclassering adviseert de rechtbank om de bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar te verklaren.

Straf

Ten aanzien van de strafoplegging heeft de rechtbank acht geslagen op de straffen die in soortgelijke zaken doorgaans worden opgelegd, neergelegd in de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting. Gezien de zeer lange periode waarin de verdachte twee jonge meisjes heeft misbruikt zonder zich te bekommeren om de schade die hij aanrichtte, komt alleen een lange gevangenisstraf als passende sanctie in aanmerking. Net als de officier van justitie ziet de rechtbank hierbij geen ruimte voor oplegging van een voorwaardelijk strafdeel.

Gelet op de omstandigheid dat de verdachte 15 jaar lang misbruik heeft gemaakt van zijn gezagspositie als pastor, ziet de rechtbank redenen om, zoals geadviseerd door de reclassering, ter voorkoming van herhaling een beroepsverbod voor de functie van pastor/geestelijk leider van na te melden duur op te leggen als bijkomende straf.

7 De vorderingen van de benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregel

[slachtoffer 2] heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot € 45.450,00.

7.1.1 Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij, vermeerderd met de wettelijke rente.

Voorts heeft de officier van justitie gevorderd dat de rechtbank aan verdachte de verplichting zal opleggen tot betaling aan de Staat van een bedrag groot € 45.450,00, subsidiair 262 dagen hechtenis ten behoeve van het slachtoffer genaamd [slachtoffer 2] .

7.1.2 Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft bepleit dat de benadeelde partij gelet op zijn pleidooi strekkende tot integrale vrijspraak, niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.

7.1.3 Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank zal, voor zover de vordering betrekking heeft op de post ‘studievertraging’, de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering, aangezien met betrekking tot dit deel van de vordering niet eenvoudig is vast te stellen of en in hoeverre deze kosten zijn gemaakt in directe relatie tot de bewezen verklaarde feiten. Nader onderzoek naar de juistheid en omvang van de vordering zou een uitgebreide nadere behandeling vereisten. De rechtbank is van oordeel dat de behandeling van dit deel van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert.

De rechtbank stelt vast dat naar aanleiding van het verhandelde ter terechtzitting voldoende aannemelijk is geworden dat [slachtoffer 2] als gevolg van de bewezen verklaarde feiten 5, 6 en 7 nadeel van immateriële aard heeft ondervonden. De omvang van deze schade valt naar zijn aard niet exact vast te stellen. Gelet op de onderbouwing van de vordering betreft de geleden immateriële schade van de benadeelde partij naar het oordeel van de rechtbank tenminste € 5.000,00. De rechtbank is van oordeel dat de behandeling van het overige deel van de gevorderde immateriële schadevergoeding te ingewikkeld is en aldus een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. Gelet hierop zal zij de benadeelde partij in dat deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren. De benadeelde partij kan de onderdelen van de vordering waarin zij niet-ontvankelijk is verklaard slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.

De rechtbank zal derhalve de vordering toewijzen tot een bedrag van € 5.000,00.

De rechtbank zal de gevorderde wettelijke rente toewijzen met ingang van 14 juli 2004, omdat vast is komen te staan dat de schade vanaf die datum is ontstaan.

Nu de vordering gedeeltelijk wordt toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.

Schadevergoedingsmaatregel

Nu de verdachte voor de onder 5 primair, 6 primair en 7 bewezen verklaarde strafbare feiten zal worden veroordeeld en hij jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door deze feiten is toegebracht, zal de rechtbank aan de verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 5.000,00,

vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 14 juli 2004 tot aan de dag van de algehele voldoening ten behoeve van [slachtoffer 2] .

[slachtoffer 1] heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot € 25.000,00.

7.2.1 Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij, vermeerderd met de wettelijke rente.

Voorts heeft de officier van justitie gevorderd dat de rechtbank aan verdachte de verplichting zal opleggen tot betaling aan de Staat van een bedrag groot € 25.000,00, subsidiair 160 dagen hechtenis ten behoeve van het slachtoffer genaamd [slachtoffer 1] .

7.2.2 Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft bepleit dat de benadeelde partij gelet op zijn pleidooi strekkende tot integrale vrijspraak, niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.

7.2.3 Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank stelt vast dat naar aanleiding van het verhandelde ter terechtzitting voldoende aannemelijk is geworden dat [slachtoffer 1] als gevolg van de bewezen verklaarde feiten 1 primair, 2 primair, 3 subsidiair en 4 nadeel van immateriële aard heeft ondervonden. De omvang van deze schade valt naar zijn aard niet exact vast te stellen. Gelet op de onderbouwing van de vordering betreft de geleden immateriële schade van de benadeelde partij naar het oordeel van de rechtbank ten minste € 5.000,00. De rechtbank overweegt dat de behandeling van het overige deel van de gevorderde immateriële schadevergoeding te ingewikkeld is en aldus een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. Gelet hierop zal de rechtbank de benadeelde partij in dat deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren. De benadeelde partij kan het onderdeel van de vordering waarin zij niet-ontvankelijk is verklaard slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.

De rechtbank zal derhalve de vordering toewijzen tot een bedrag van € 5.000,00.

De rechtbank zal de gevorderde wettelijke rente toewijzen met ingang van 19 november 2001, omdat vast is komen te staan dat de schade vanaf die datum is ontstaan.

Nu de vordering gedeeltelijk wordt toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.

Schadevergoedingsmaatregel

Nu de verdachte voor de onder 1 primair, 2 primair, 3 subsidiair en 4 bewezen verklaarde strafbare feiten zal worden veroordeeld en hij jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door deze feiten is toegebracht, zal de rechtbank aan de verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 5.000,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 19 november 2001 tot aan de dag van de algehele voldoening ten behoeve van [slachtoffer 1] .

8 De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straffen en maatregel zijn gegrond op de artikelen:

28, 31, 36f, 57, 242, 244, 245, 246 en 251 van het Wetboek van Strafrecht.

Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezen verklaarde.

9 De beslissing

De rechtbank:

verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 3 primair ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;

verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de onder 1 primair, 2 primair, 3 subsidiair, 4, 5 primair, 6 primair en 7 ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.5 bewezen is verklaard en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:

ten aanzien van feit 1 primair:

met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam;

ten aanzien van feit 2 primair:

met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam;

ten aanzien van feit 3 subsidiair:

feitelijke aanranding van de eerbaarheid;

ten aanzien van feit 4:

feitelijke aanranding van de eerbaarheid;

ten aanzien van feit 5 primair:

met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam;

ten aanzien van feit 6 primair:

met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam;

ten aanzien van feit 7:

verkrachting;

verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;

verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;

veroordeelt de verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 5 (vijf) JAREN;

bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;

ontzet de verdachte van het recht tot uitoefening van het beroep van pastor voor de duur van 7 (zeven) jaren;

wijst de vordering tot schadevergoeding van [slachtoffer 2] gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan [slachtoffer 2] , een bedrag van € 5.000,00, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 14 juli 2004 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan;

bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige deel niet-ontvankelijk is in de vordering en dat de benadeelde partij dit deel van de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;

veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;

legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot

€ 5.000,00 vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 14 juli 2004 tot aan de dag van de algehele voldoening ten behoeve van [slachtoffer 2] ;

bepaalt dat in geval volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt - onder handhaving van voormelde verplichting - vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 60 dagen;

bepaalt dat voldoening van de gehele of gedeeltelijke betalingsverplichting aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, alsmede dat voldoening van de gehele of gedeeltelijke betalingsverplichting aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;

wijst de vordering tot schadevergoeding van [slachtoffer 1] gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan [slachtoffer 1] , een bedrag van € 5.000,00, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 19 november 2001 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan;

bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige deel niet-ontvankelijk is in de vordering en dat de benadeelde partij dit deel van de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;

veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;

legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot

€ 5.000,00 vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 19 november 2001 tot aan de dag van de algehele voldoening, ten behoeve van [slachtoffer 1] ;

bepaalt dat in geval volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt - onder handhaving van voormelde verplichting - vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 60 dagen;

bepaalt dat voldoening van de gehele of gedeeltelijke betalingsverplichting aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, alsmede dat voldoening van de gehele of gedeeltelijke betalingsverplichting aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen.

Dit vonnis is gewezen door

mr. J. Eisses, voorzitter,

mr. E.C.M. Bouman, rechter,

mr. H.M. van Maurik, rechter,

in tegenwoordigheid van mr. N. de Jong, griffier,

en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 29 mei 2019.

Mr. E.C.M. Bouman en mr. H.M. van Maurik zijn buiten staat dit vonnis te ondertekenen.

Proces-verbaal van verhoor verdachte, pagina 98.

Proces-verbaal van verhoor verdachte, pagina 101 onderaan.

Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2018157234, van de politie eenheid Den Haag, Dienst Regionale Recherche, afdeling thematische opsporing, team zeden, met bijlagen (doorgenummerd blz. 1 t/m 134).

Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 2] , pagina 48-63.

Proces-verbaal van verhoor verdachte, pagina 98.

Proces-verbaal aangifte, pagina 48.

Proces-verbaal aangifte, pagina 51.

Proces-verbaal van aangifte, pagina 53.

Proces-verbaal aangifte, pagina 54.

Proces-verbaal van aangifte, pagina 57.

Proces-verbaal aangifte, pagina 57.

Proces-verbaal aangifte, pagina 59-60.

Proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 2] d.d. 11 december 2018.

Proces-verbaal van verhoor [getuige] d.d. 11 december 2018, pagina 69.

Proces-verbaal van verhoor [getuige] .

Proces-verbaal van verhoor getuige, pagina 70.

Proces-verbaal verhoor [getuige] door de rechter-commissaris.

Proces-verbaal van aangifte, pagina 61.

Geschriften, te weten de vertaling door [Tolk 2] , pagina 76-79, de vertaling door [Tolk 3] d.d. 8 februari 2019, de vertaling door [Tolk 1] d.d. 27 maart 2019, en proces-verbaal van bevindingen vertaling [Tolk 4] d.d. 1 december 2018 (ongenummerd).

Proces-verbaal van verhoor [getuige] door de rechter-commissaris in deze rechtbank, 11 december 2018

Proces-verbaal van bevindingen van de rechter-commissaris in deze rechtbank van 9 april 2019.

Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 1] , pagina 33-42; proces-verbaal van bevindingen informatief gesprek zeden, pagina 30.

Proces-verbaal aangifte, pagina 33.

Proces-verbaal aangifte, pagina 35.

Proces-verbaal verhoor van getuige [slachtoffer 1] d.d. 15 februari 2019.

Proces-verbaal aangifte pagina 37.

Proces-verbaal aangifte, pagina 36.

Proces-verbaal aangifte, pagina 37.

Proces-verbaal aangifte, pagina 38.

Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 2] , pagina 61.

Proces-verbaal van verhoor getuige, pagina 69, 71 en 72.

Geschrift, te weten de vertaling door [Tolk 2] , pagina 81.

Geschrift, te weten de vertaling door [Tolk 2] , pagina 83.

Geschrift, te weten de vertaling door [Tolk 2] , pagina 85.

Geschriften, te weten de vertaling door [Tolk 2] , pagina 76-79, de vertaling door [Tolk 3] d.d. 8 februari 2019, de vertaling door [Tolk 1] d.d. 27 maart 2019, en proces-verbaal van bevindingen vertaling [Tolk 4] d.d. 1 december 2018 (ongenummerd).


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature