Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

vreemdelingenbewaring, zicht op uitzetting naar Marokko.

Uitspraak



RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Rotterdam

Bestuursrecht

zaaknummer: NL19.28339

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen [naam eiser] , eiser

(gemachtigde: mr. A.K.E. van den Heuvel),

en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: R. Honing).

Procesverloop

Verweerder heeft op 19 augustus 2019 aan eiser de maatregel van bewaring op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 ( Vw ) opgelegd. Deze maatregel duurt nog voort.

Eiser heeft tegen het voortduren van de maatregel van bewaring beroep ingesteld. Daarbij heeft hij verzocht om schadevergoeding.

Verweerder heeft een voortgangsrapportage overgelegd.

Eiser heeft hierop gereageerd.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 4 december 2019. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

De rechtbank heeft het onderzoek geschorst teneinde verweerder in de gelegenheid te stellen nadere informatie te verstrekken.

Verweerder heeft op 9 december 2019 nadere informatie aan de rechtbank toegezonden.

Hierop heeft eiser op 9 december 2019 zijn reactie gegeven. Ook heeft eiser de rechtbank toestemming verleend zonder nadere zitting uitspraak te doen op het beroep.

Verweerder heeft op 16 december 2019 deze toestemming eveneens verleend.

Vervolgens heeft de rechtbank op 18 december 2019 het onderzoek gesloten.

Overwegingen

1. Indien de rechtbank van oordeel is dat de toepassing of tenuitvoerlegging van de maatregel van bewaring in strijd is met de Vw dan wel bij afweging van alle daarbij betrokken belangen in redelijkheid niet gerechtvaardigd is, verklaart zij op grond van artikel 96, derde lid, van de Vw het beroep gegrond en beveelt zij de opheffing van de maatregel of een wijziging van de wijze van tenuitvoerlegging daarvan.

2. De rechtbank stelt voorop dat zij deze maatregel van bewaring al eerder heeft getoetst. Uit de uitspraak van 24 oktober 2019 (in de zaak NL19.24698) volgt dat de maatregel van bewaring tot het moment van het sluiten van het onderzoek op 23 oktober 2019 dat aan die uitspraak ten grondslag ligt, rechtmatig was. Daarom staat nu, voor zover dat in beroep wordt aangevochten, alleen ter beoordeling of sinds het moment van het sluiten van dat onderzoek de maatregel van bewaring rechtmatig is.

3. Eiser voert aan dat er onvoldoende zicht op uitzetting naar Marokko binnen redelijke termijn bestaat. Gebleken is dat de Marokkaanse autoriteiten zelden laissez-passers (lp) verstrekken. Ambtshalve is bekend dat er geen lp’s verstrekt worden aan onderdanen die niet mee willen werken aan vrijwillig vertrek. Eiser verwijst hierbij naar een drietal krantenartikelen waaruit blijkt dat de autoriteiten van Marokko niet willen spreken met Staatssecretaris Broekers-Knol.

4. Met betrekking tot eisers betoog dat het zicht op uitzetting naar Marokko ontbreekt, overweegt de rechtbank dat zij in haar uitspraak van 6 juni 2019, zittingsplaats Den Bosch (ECLI:NL:RBDHA:2019:5787) heeft geoordeeld dat verweerder met de door hem op dat moment verstrekte gegevens voldoende heeft onderbouwd dat het zicht op uitzetting naar Marokko in het algemeen niet ontbreekt. Nu deze gegevens betrekking hebben op de periode tot 31 mei 2019 en ook niet uit deze gegevens blijkt of het gaat om gedocumenteerde of ongedocumenteerde vreemdelingen, heeft de rechtbank verweerder verzocht het zicht op uitzetting naar Marokko nader te onderbouwen.

5. Uit de reactie van verweerder blijkt dat in de periode van 1 augustus 2018 tot en met 31 mei 2019 tien vreemdelingen zijn uitgezet met een lp. Hiervan waren vier vreemdelingen in het bezit van ondersteunende documenten (1x kopie paspoort, 2x kopie ID, 1 x kopie ID en paspoort). Naast dat er in de betreffende periode tien vreemdelingen met een lp zijn uitgezet, is in deze periode in 33 zaken (31 in 2018 en 2 in 2019) de nationaliteit bevestigd.

Deze vreemdeling die op 19 november 2019 is uitgezet was niet in het bezit van ondersteunende documenten.

De vreemdeling waarvoor op 17 september 2019 een lp is afgegeven aan Internationale Organisatie voor Migratie voor vrijwillig vertrek was ook niet in het bezit van ondersteunende documenten.

In de periode vanaf 1 juni 2019 tot en met 30 november 2019 zijn er vijf

nationaliteitsbevestigingen afgegeven. Drie hiervan aan de hand van het tonen

van originele ID-kaarten. De overige twee waren niet gedocumenteerd. Één lp

is afgegeven aan Internationale Organisatie voor Migratie en de ander aan betrokkene zelf.

Daarbij heeft verweerder onder verwijzing naar de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 2 augustus 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2672 benadrukt dat het op de weg van eiser ligt om volledig en actief mee te werken aan de vaststelling van zijn nationaliteit, identiteit en verkrijging van een lp.

6. Eiser heeft in zijn nadere reactie aangevoerd dat het zicht op uitzetting naar Marokko ontbreekt en heeft hiertoe aangevoerd dat er slechts twee lp’s zijn afgegeven aan ongedocumenteerde vreemdelingen in de periode juni tot en met november 2019, waarvan er bij een van deze twee lp’s sprake was van een vrijwillige terugkeer via de Internationale Organisatie voor Migratie. Daarnaast is eiser nog steeds niet gepresenteerd. Voorts is gebleken dat Marokko de afspraak van 5 december 2019 met de Staatssecretaris Broekers-Knol heeft geannuleerd. De belangenafweging dient het zijn voordeel uit te vallen, aldus eiser.

7. De rechtbank is van oordeel dat verweerder met de hiervoor gegeven toelichting genoegzaam heeft onderbouwd dat het zicht op uitzetting naar Marokko in het algemeen niet ontbreekt. Eisers beroepsgrond faalt in zoverre dan ook. Voor zover eiser heeft aangevoerd dat in zijn geval het zicht op uitzetting ontbreekt omdat uitsluitend lp’s worden afgegeven aan vreemdelingen die meewerken aan hun uitzetting, overweegt de rechtbank nog het volgende. Op eiser rust de rechtsplicht Nederland te verlaten. Deze plicht brengt onder meer mee dat hij actieve en volledige medewerking aan zijn uitzetting dient te verlenen. De rechtbank is van oordeel dat onvoldoende is gebleken dat eiser die medewerking verleent. Nu voorts uit de door verweerder verstrekte gegevens blijkt dat de Marokkaanse autoriteiten medewerking verlenen aan het verkrijgen van de voor uitzetting benodigde documenten, bestaat er geen grond voor het oordeel dat zij – indien eiser zijn medewerking verleent – geen lp op zijn naam zouden willen verstrekken. Onder die omstandigheden bestaat geen grond voor het oordeel dat in het geval van eiser zicht op uitzetting ontbreekt. De enkele omstandigheid dat eiser nog niet gepresenteerd is bij de Marokkaanse autoriteiten, is onvoldoende voor een ander oordeel, evenals het enkele feit dat Marokko de afspraak van 5 december 2019 met de Staatssecretaris Broekers-Knol heeft geannuleerd.

8. De beroepsgrond dat de belangenafweging in het voordeel van eiser dient uit te vallen, slaagt evenmin. Eiser zit sinds 19 augustus 2019 in bewaring, op dit moment dus vier maanden. Naar vaste rechtspraak komt gedurende de eerste zes maanden van de bewaring in beginsel meer gewicht toe aan de belangen van verweerder bij voortduring van de bewaring dan aan de belangen van eiser bij zijn invrijheidstelling. Niettemin kunnen bijzondere omstandigheden ertoe leiden dat aan de belangen van eiser een groter gewicht toekomt dan aan de belangen van verweerder, ook al is de zesmaandentermijn nog niet verstreken. Bijzondere omstandigheden als hiervoor bedoeld heeft eiser echter niet gesteld.

9. Het beroep is ongegrond. Daarom wordt ook het verzoek om schadevergoeding afgewezen.

10. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank:

- verklaart het beroep ongegrond;

- wijst het verzoek om schadevergoeding af.

Deze uitspraak is gedaan door mr. I. Bouter, rechter, in aanwezigheid van H. Philips, griffier.

Deze uitspraak is in het openbaar gedaan en bekendgemaakt op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature