E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RBDHA:2017:4856
Rechtbank Den Haag, C-09-521602-KG ZA 16-1383

Inhoudsindicatie:

Kort geding. Aanbesteding. Aanbestedingsprocedure met betrekking tot deurwaardersdiensten ten behoeve van het CJIB. De opdracht is onderverdeeld in twintig percelen en elke inschrijver mag op maximaal vijf percelen inschrijven, waarbij ondernemingen uit dezelfde groep die inschrijven op hetzelfde perceel op verzoek van het CJIB moeten kunnen aantonen dat zij zelfstandig inschrijven. Door de wijze van definiëring van het begrip “inschrijver” (waarbij het CJIB terecht onderscheid maakt tussen het mededingingsrechtelijke begrip “onderneming” en het aanbestedingsrechtelijke begrip “inschrijver”) ontstaat de situatie dat gerechtsdeurwaardersorganisaties die zich hebben georganiseerd in een concern dat uit verschillende rechtspersonen bestaat, op meer percelen kunnen inschrijven dan gerechtsdeurwaarderskantoren die met één rechtspersoon opereren. Dit levert geen schending van het gelijkheidsbeginsel op en de voorzieningenrechter ziet geen aanleiding voor toewijzing van de vorderingen van eisers die aanpassing van de aanbestedingsdocumenten op dit punt zouden moeten realiseren. Eisers hebben voorts nog betoogd dat er sprake is van verstoring van het level playing field, doordat op een tweetal bijeenkomsten tussen het CJIB en de op die bijeenkomsten aanwezige deurwaarders gegevens zijn uitgewisseld die van belang zijn voor gunning. Ook in dit standpunt worden eisers niet gevolgd.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie