E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RBDHA:2013:19696
Rechtbank Den Haag, AWB 12/25592

Inhoudsindicatie:

Inreisverbod 10 jaar. Ernstig invalide geraakte vreemdeling, analoge toepassing artikel 64 Vw .

Uit de tekst van artikel 11 van de Terugkeerrichtlijn en artikel 66a van de Vw 2000 volgt dat in individuele gevallen om humanitaire of andere redenen kan worden afgezien van het opleggen van een inreisverbod, dan wel het verbod kan worden ingetrokken of geschorst. Verweerder dient dan ook alle relevante feiten en omstandigheden te betrekken bij de beoordeling of er aanleiding bestaat een inreisverbod op te leggen en zo ja, voor welke duur. Verweerder heeft in het besluit echter slechts verwezen naar de veroordelingen voor geweldsdelicten en het feit dat eiser na zijn uitzetting in 2008 op enig moment Nederland weer is ingereisd, terwijl zijn verblijf in Nederland als ongewenst verklaarde vreemdeling strafbaar was. Verweerder heeft vervolgens zonder nadere motivering gesteld dat de door eiser aangevoerde individuele omstandigheden geen aanleiding zijn om van het inreisverbod af te zien. Verweerder heeft de aangevoerde omstandigheden voorts enkel beoordeeld in het kader van zijn beleid inzake vreemdelingen op wie artikel 1(F) van het Vluchtelingenverdrag van toepassing is, waarbij wordt gekeken of al duurzaam sprake is van de situatie dat de vreemdeling vanwege artikel 3 van het EVRM niet kan worden uitgezet terwijl hem evenmin een verblijfsvergunning wordt verleend. Verweerder heeft echter niet getoetst of de aangevoerde humanitaire omstandigheden op zichzelf aanleiding zijn om af te zien van oplegging van het inreisverbod, tot verkorting van de duur ervan of tot (al dan niet tijdelijke) schorsing van het inreisverbod.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie