Uitspraak
RECHTBANK BREDA
team kanton Bergen op Zoom
zaak/rolnr.: 650374 OV VERZ 11-1125
beschikking d.d. 27 april 2011 op een verzoek tot opheffing ex artikel 4:209 van het Burgerlijk Wetboek (BW)
ingediend door:
Antonius Wilhelmus Krens, wonende te 4707 XG Roosendaal, Vogelzang 11,
in de nalatenschap van:
Patricia Krens
laatstelijk gewoond hebbende te 4707 SM Roosendaal, Begijnenberg 32,
overleden te Roosendaal op 19 augustus 2009,
nader te noemen erflaatster.
Het verzoekschrift is ingediend door tussenkomst van mw . mr. L.F. Vermunt-van den Heuvel, advocaat te 4701 LJ Roosendaal, Brugstraat 44.
1. Het verloop van het geding
1.1 De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
a. het op 16 maart 2011 ter griffie ontvangen verzoekschrift, met bijlagen;
b. de brief ter griffie ingekomen op 14 april 2011, houdende de mededeling dat afgezien wordt van het recht om op het verzoek te worden gehoord, tevens houdende een opgave van de vereffeningskosten.
1.2 De inhoud van deze stukken geldt hier als ingelast.
2. Het verzoek
2.1 Verzoeker, zijnde mede-vereffenaar van de door hem beneficiair aanvaarde nalatenschap van erflaatster, verzoekt op grond van het bepaalde in artikel 4:209 BW opheffing van de vereffening te bevelen, vanwege de geringe waarde van de baten van de nalatenschap.
2.2 Ter onderbouwing van het verzoek is een vermogensbeschrijving overgelegd.
2.3 Verzoeker heeft afgezien van verhoor door de kantonrechter.
3. De beoordeling
3.1 De kantonrechter is van oordeel dat voldoende is komen vast te staan dat de waarde van
de baten van de nalatenschap zodanig gering is, dat er - gelet op de waarde van de schulden -
aanleiding is om de opheffing van de vereffening te bevelen.
3.2 De wet bepaalt dat deze opheffing dient te worden gepubliceerd. Nu er vrijwel geen baten zijn, wordt geoordeeld dat het in niemands belang is om daarvoor nog kosten te maken. Omdat de nalatenschap beneficiair aanvaard is zouden de kosten van publicatie voor rekening van het budget voor de rechtspraak komen, dus voor rekening van de Staat. Nu geen publicatie heeft plaatsgevonden van het vereffenaarschap en er ook verder geen dwingende noodzaak bestaat voor de -kostbare- wettelijk voorgeschreven wijze van bekendmaking (publicatie in de Staatscourant en advertentie in twee nieuwsbladen), zal deze niet worden voorgeschreven. De belanghebbenden kunnen immers ook op een andere wijze, namelijk via internet, worden geïnformeerd, hetgeen iedere belanghebbende een even goede, wellicht betere, mogelijkheid geeft om de financiële situatie van de nalatenschap te kunnen inzien. Dit brengt ook geen nieuwe kosten met zich mee. De bekendmaking van de beschikking zal plaatsvinden op rechtspraak.nl/uitspraken. Deze wijze van bekendmaking komt in de huidige tijd met internet beter tegemoet aan de bedoeling van de wetgever, dan met de publicatiemiddelen uit de tijd waarin het huidige erfrecht werd ontworpen, toen de toegang tot internet nog niet algemeen was. Verzoeker zal daarom worden ontheven van de wettelijke publicatieplicht.
3.3 De kantonrechter zal de vereffeningkosten, conform de opgave van verzoeker, vaststellen op € 350,00.
3.4 De griffier zal zorg dragen voor inschrijving van de opheffing van de vereffening in het boedelregister.
4. De beslissing
De kantonrechter:
- beveelt de opheffing van de vereffening van de nalatenschap van erflater;
- stelt de reeds gemaakte vereffeningkosten vast op € 350,00 en brengt deze kosten ten laste van de boedel;
- verstaat dat deze beschikking bekend gemaakt zal worden door plaatsing op rechtspraak.nl/uitspraken;
- wijst af hetgeen meer of anders is verzocht.
Deze beschikking is gegeven door mr. B.J.G.M. Ides Peeters, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 27 april 2011, in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld:
door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze beschikking is verstrekt of verzonden: binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na de betekening van de beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.
Het beroepschrift moet door tussenkomst van een advocaat worden ingediend bij het gerechtshof te 's Hertogenbosch.