Registratie van geneesmiddelen. Vergunning voor het in Nederland in de handel brengen van geneesmiddelen. Voorlopige voorziening. Het onderzoek van het College ter beoordeling van geneesmiddelen naar de relevante feiten is niet volledig geweest. Dat onderzoek was niet gericht op het verkrijgen van opheldering over de relatie tussen de vergunningaanvrager en de opvolgend registratiehoudster. Daardoor is niet duidelijk of de Europese wederzijdse erkenningsprocedure had moeten worden gevolgd. Na afweging van de betrokken belangen schorst de voorzieningenrechter de op basis van de nationale procedure verleende vergunning.