U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Afwijzing instellingssubsidie o.g.v. Subsidieregeling PGO. In geschil is of eiseres voldoet aan de voorwaarde dat de organisatie een groep personen met een ziekte dan wel lichamelijke of verstandelijke functiebeperking vertegenwoordigt, waarvoor nog geen organisatie werkzaam is die instellingssubsidie ontvangt op grond van de Subsidieregeling PGO.

Uitspraak



RECHTBANK ARNHEM

Sector bestuursrecht

zaaknummer: AWB 11/4347

uitspraak van de enkelvoudige kamer van in de zaak tussen

Stichting Schild, te Rotterdam, eiseres,

en

de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 3 december 2010 heeft verweerder ingevolge de Subsidieregeling Patiënten-, Gehandicapten- en Ouderenbeleid (PGO) de aanvraag van eiseres om een instellingssubsidie voor het jaar 2011 afgewezen.

Bij besluit van 8 september 2011 (het bestreden besluit) heeft verweerder het daartegen door eiseres gemaakte bezwaar, conform het advies van de VWS-commissie bezwaarschriften Awb van 25 augustus 2011, ongegrond verklaard en het eerder genoemde besluit van 3 december 2010 gehandhaafd.

Tegen het bestreden besluit heeft eiseres beroep ingesteld.

Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken en een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 10 april 2012. Eiseres is vertegenwoordigd door [naam] (penningmeester/waarnemend voorzitter), bijgestaan door T. Vulsma (medisch adviseur) en ir. G. Monsma (organisatieadviseur). Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. C.A.J. Mastenbroek en A.A.G. Vink, werkzaam bij verweerders ministerie.

Overwegingen

1. Eiseres informeert over schildklierafwijkingen bij kinderen. Eiseres heeft tot doel het bevorderen van de kennis en het verstrekken van informatie betreffende Congenitale Hypothyreoïdie (CHT) en Congenitale Hypo-Pituïtarisme (CPH) aan patiënten, hun ouders en naasten en aan hulpverleners (www.stichting-schild.nl).

2. Ten behoeve van onder meer belangenbehartiging, voorlichting en lotgenotencontact en verdere profes-sionalisering van de organisatie heeft eiseres op 17 september 2010, bij verweerder ingekomen op 29 september 2010, de in geding zijnde instellingssubsidie aangevraagd, bestaande uit een (ledenonafhankelijke) startbedrag van maximaal € 30.000 en een (ledenafhankelijke) basisdeel van € 21.832, dus totaal: € 51.832.

3. Aan het bestreden besluit heeft verweerder ten grondslag gelegd dat eiseres niet voldoet aan de in para -graaf 2.2.2 (in box 2) van het Beleids- en beoordelingskader behorend bij de Subsidieregeling PGO neergelegde voorwaarden basisdeel voor organisaties die in 2008 geen subsidie van de toenmalige Stichting Fonds PGO ontvingen. Daartoe heeft verweerder overwogen dat eiseres niet voldoet aan de voorwaarde dat de organisatie een groep personen met een ziekte dan wel lichamelijke of verstandelijke functiebeperking vertegenwoordigt, waarvoor nog geen organisatie werkzaam is die instellingssubsidie ontvangt op grond van de Subsidieregeling PGO. Volgens verweerder is voor de groep personen die eiseres vertegenwoordigt reeds een andere organisatie werkzaam die in 2008 instellingssubsidie van de Stichting Fonds PGO ontving, te weten: Schildklierstichting Nederland.

4. Eiseres heeft zich gemotiveerd tegen het bestreden besluit gekeerd. Op haar stellingen zal de rechtbank, voor zover nodig, hierna ingaan.

5. Krachtens de artikelen 3 en 5 van de Kaderwet VWS-subsidies heeft verweerder de Subsidieregeling PGO vastgesteld. Deze regeling is op 1 januari 2009 in werking getreden. Ter uitvoering van het bepaalde in artikel 3, eerste lid, van de ze regeling heeft verweerder op 10 december 2008, gewijzigd op 21 december 2009, het Beleids- en beoordelingskader Subsidieregeling PGO (met kenmerk: MC-U-2978257) vastgesteld. Paragraaf 2.2 van dit kader bevat de voorwaarden waaraan organisaties moeten voldoen om in aanmerking te kunnen ko-men voor instellingssubsidie.

6. Ten tijde van het nemen van het bestreden besluit was de Subsidieregeling PGO vervangen door de Kaderregeling VWS-subsidies van 28 april 2011 (Stcrt. 2011, 7996) en het Beleids- en beoordelingskader Sub-sidieregeling PGO door het Beleidskader (MC-U-3074133) voor subsidiëring van patiënten- en gehandicapten-organisaties, vastgesteld op 1 juli 2011, behorend bij de Visiebrief “Bundel je kracht, samen sterk” (MC-U-3065567, Kamerstukken II, vergaderjaar 2010-2011, 29 214, nr. 59). Uit hoofdstuk 6.1 van het nieuwe Beleids-kader (blz. 30) volgt dat aanvragen voor instellingssubsidies over 2011 worden beoordeeld op grond van het vóór 1 juli 2011 geldende recht. De rechtbank zal daarom het beroep beoordelen op basis van het vóór 1 juli 2011 geldende recht.

7. Vast staat dat eiseres in 2008 geen subsidie van de Stichting Fonds PGO heeft ontvangen, zodat in dit geval de in § 2.2.2 van het Beleids- en beoordelingskader behorend bij de Subsidieregeling PGO neergelegde voorwaarden van toepassing zijn. In geschil is of eiseres voldoet aan voorwaarde 1 van Box 2 dat de organisatie een groep personen met een ziekte dan wel lichamelijke of verstandelijke functiebeperking vertegenwoordigt, waarvoor nog geen organisatie werkzaam is die instellingssubsidie ontvangt op grond van de Subsidieregeling PGO.

8. Volgens eiseres hebben Schildklierstichting Nederland en zij weliswaar beide de term schildklier of een deel daarvan in hun naam maar zijn zij aparte organisaties met een eigen doelgroep, een eigen gebied binnen de gezondheidszorg en een eigen doel. In de doelgroep van beide organisaties zit volgens eiseres geen enkele over-lap. Eiseres stelt dat zij zich richt op patiënten met een aangeboren schildklierafwijking, terwijl Schildklierstich-ting Nederland als doelgroep heeft patiënten met een verworven schildklieraandoening.

9. Uit het in rechtsoverweging 5. genoemde Beleids- en beoordelingskader komt onder meer het volgende naar voren. De doelstelling van de subsidiëring is dat met het beschikbaar stellen van subsidiemiddelen en het vernieuwen van de subsidiesystematiek patiënten, gehandicapten en ouderen een centrale, sterke positie te ge-ven in de stelsels van zorg en ondersteuning en hun mogelijkheden om de regie op het eigen leven te voeren en maatschappelijk te participeren te vergroten. Om dat doel te kunnen bereiken zijn sterke pgo-organisaties nodig die hun goede werk voor en namens hun achterban kunnen voortzetten èn die zich tegelijkertijd verder kunnen ontwikkelen tot nog sterkere vertegenwoordigers van patiënten, gehandicapten en ouderen. Met de recente ver-nieuwingen van de stelsels van zorg en maatschappelijke ondersteuning wordt de maatschappelijke rol van de pgo-organisaties nog belangrijker. Een sterk pgo-veld moet een volwaardige gesprekspartner kunnen zijn van zorgverzekeraars, aanbieders van zorg en ondersteuning, overheden en andere maatschappelijke organisaties (“de derde partij rol”). Meer samenwerking en professionalisering kunnen een wezenlijke bijdrage leveren aan verdere versterking van het pgo-veld. De nieuwe subsidiesystematiek stimuleert pgo-organisaties daartoe. Voorts blijkt uit het Beleids- en beoordelingskader dat de pgo-organisaties hun bestaansrecht ontlenen aan de uitvoering van enkele kerntaken: voorlichting, lotgenotencontact en belangenbehartiging. Met de instellingssub-sidie benadrukt de minister het belang dat hij hecht aan deze basisactiviteiten. Daarnaast hecht hij belang aan een verdere professionalisering van de pgo-organisaties zodat zij de genoemde taken nog beter kunnen uitvoeren voor hun achterban. Ook blijkt uit het Beleids- en beoordelingskader dat verweerder enerzijds de diversiteit van het huidige pgo-veld wil respecteren en anderzijds verdere versnippering van dat veld wil tegengaan. Tegelijker-tijd vindt verweerder dat er ruimte moet zijn om subsidie te kunnen verlenen aan nieuwe of bestaande organisa-ties die groepen personen met een ziekte dan wel functiebeperking vertegenwoordigen waarvoor nog geen orga-nisatie werkzaam is die instellingssubsidie ontvangt op basis van de Subsidieregeling PGO.

10. Gelet op de uitgangspunten, in het bijzonder de visie van verweerder op de versterking van de positie van de individuele cliënt evenals de versterking van de hem of haar vertegenwoordigende organisaties, zoals deze uitgebreid is beschreven in de Kamerstukken die in bijlage 4 behorende bij het Beleids- en beoordelings-kader zijn genoemd, alsmede de doelstellingen en voorwaarden van de Subsidieregeling PGO, is de rechtbank van oordeel dat verweerder zich als uitgangspunt terecht op het standpunt heeft kunnen stellen dat eiseres niet voldoet aan de in rechtsoverweging 7. aangehaalde voorwaarde 1. Daarbij neemt de rechtbank de werkzaamhe-den van eiseres en Schildklierstichting Nederland in aanmerking, zoals deze uit de statuten en websites blijken. Dat eiseres zich, anders dan de Schildklierstichting Nederland, (slechts) richt op kinderen met een aangeboren schildklierafwijking en ten aanzien van deze doelgroep (als enige) de expertise in huis heeft, doet daar niet aan af. Daartoe overweegt de rechtbank dat de statutaire doelstelling van Schildklierstichting Nederland de belan-genbehartiging van alle schildklierpatiënten, dus in de ruimste zin van het woord, is en dat zij deze doelstelling tracht te bereiken door onder meer het onderhouden van contacten met op dit terrein werkzaam zijnde instanties en organisaties. Uit www.schildklier.nl blijkt ook dat Schildklierstichting Nederland in het kader van de belan-genbehartiging participeert in diverse landelijke organisaties die opkomen voor patiëntenbelangen en voorts dat zij samenwerking als één van de speerpunten voor het beleid voor de langere termijn (2009-2012) heeft aange-merkt. In dit verband stelt de rechtbank vast dat eiseres en Schildklierstichting Nederland inmiddels met elkaar samenwerken op onder andere het gebied van de overgang van kinder- naar volwassenenzorg en de facilitaire ondersteuning. Met verweerder is de rechtbank van oordeel dat, mede gelet op een doelmatige en effectieve inzet van schaarse subsidiemiddelen, een subsidietoekenning aan eiseres niet strookt met één van de hoofddoel-stellingen van de Subsidieregeling PGO, namelijk het tegengaan van verdere versnippering van het pgo-veld met als gevolg overlap van subsidiabele activiteiten en een aantasting van de positie van zowel de individuele cliënt als de organisatie die hem of haar vertegenwoordigt en dus een verminderde slagkracht van het pgo-veld.

11. Ter zitting heeft eiseres verdedigd dat een doelmatiger indeling van het subsidieveld zou zijn om aange-boren ziektes te clusteren. De patiëntenzorg richt zich bij deze ziektes in de eerste plaats op de ouders en niet op de kinderen met de ziekte. Het gaat erom ouders te instrueren hoe zij hun kind het beste begeleiden bij het op-groeien en niet zozeer hoe de patiënt moet leren omgaan met zijn ziekte. Dat vergt een andere aanpak en organi-satie van de patiëntenvereniging. Een en ander zou volgens eiseres meebrengen dat de verleende subsidie aan de Schildklierstichting Nederland niet aan haar zou kunnen worden tegengeworpen, ook al omdat die Stichting de belangen van kinderen met aangeboren schildklierafwijkingen in feite niet behartigt. Desgevraagd heeft ver-weerder ter zitting aangegeven dat hij in dit geval ervoor heeft gekozen als ziekte als bedoeld in voorwaarde 1 van Box 2 van § 2.2.2 van het Beleids- en beoordelingskader aan te merken een ziekte aan de schildklier. De rechtbank is van oordeel dat verweerder in redelijkheid heeft kunnen komen tot een dergelijke afbakening van de te subsidiëren patiëntengroep.

12. Eiseres heeft aangevoerd dat de Schildklierstichting Nederland in feite niet de belangen van kinderen met een aangeboren schildklierafwijking behartigt. De bezwarencommissie heeft in haar advies van 25 augustus 2011 ten overvloede overwogen dat verweerder in het kader van de op haar rustende zorgvuldigheidsverplich-ting onderzoekt of de Schildklierstichting Nederland ook feitelijk de belangen van kinderen met een aangeboren schildklierafwijking behartigt en desnoods in te grijpen door het stellen van aanvullende subsidievoorwaarden als een en ander onvoldoende is. Ter zitting heeft verweerder aangegeven een dergelijk onderzoek niet te heb-ben uitgevoerd. Het is zijn beleid niet om te controleren hoe ontvangers van subsidies de subsidie concreet ver-delen over de verschillende doelstellingen.

13. Het bezwaar van eiseres komt terug in het rapport “Evaluatie Subsidieregeling PGO” van 13 mei 2011, waarin als probleem wordt geformuleerd dat er onvoldoende wordt gestuurd op efficiënte aanwending van de subsidie (blz. 21 e.v.). In het rapport wordt als Aanbeveling 1 voorgesteld meer te sturen op doelbereiking. Deze aanbeveling is overgenomen in het nieuwe Beleidskader: er wordt meer gestuurd op efficiënt en effectief wer-kende organisaties (blz. 6 van het Beleidskader). Hoewel de zorg van eiseres serieus genomen moet worden, is de oplossing niet om dan ook maar aan haar een instellingssubsidie te verstrekken. Eiseres kan er tegenover de Schildklierstichting Nederland aanspraak op maken dat een gedeelte van de toegekende subsidie wordt besteed aan de kinderen met aangeboren schildklierafwijkingen en hun ouders. Zou de Schildklierstichting Nederland aan die wens onvoldoende gehoor geven, dan zou eiseres verweerder kunnen vragen de Schildklierstichting te instrueren om te zorgen voor een betere allocatie van de subsidie. Het nieuwe Beleidskader verschaft verweer-der daarvoor de nodige instrumenten. Deze beroepsgrond kan daarom evenmin tot vernietiging van het bestre-den besluit leiden.

14. Het beroep is ongegrond.

15. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank

verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. F.J. de Vries, rechter, in tegenwoordigheid van

mr. P. van der Stroom, griffier.

De griffier, De rechter,

Uitgesproken in het openbaar op .

Tegen deze uitspraak staat voor belanghebbenden, behoudens het bepaalde in artikel 6:24 juncto 6:13 van de Awb , binnen 6 weken na de dag van verzending hiervan, hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA 's-Gravenhage.

Verzonden op:


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature