Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:
Vindplaatsen:

Inhoudsindicatie:

BPM Leidraad BPM 2006 Pick-up met laadbak ten tijde van aanhouding voorzien van overkapping met linkerzijruit. Geen beroep mogelijk op herstelbeleid.

Uitspraak



RECHTBANK ARNHEM

Sector bestuursrecht, enkelvoudige belastingkamer

registratienummer: AWB 10/643

uitspraak ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)

van 16 december 2010

inzake

[X] B.V., gevestigd te [Z], eiseres,

tegen

de inspecteur van de Belastingdienst/Douane Groningen, verweerder.

1. Ontstaan en loop van het geding

Verweerder heeft aan eiseres met dagtekening 18 september 2009 een naheffingsaanslag belasting van personenauto’s en motorrijwielen (hierna: BPM) met aanslagnummer [000]/00.8.0001 opgelegd van € 11.104; verweerder heeft daarbij de heffingsrente vastgesteld op € 299.

Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 6 januari 2010 de naheffingsaanslag en de beschikking heffingsrente gehandhaafd.

Eiseres heeft daartegen bij brief van 15 februari 2010, ontvangen door de rechtbank op 17 februari 2010, beroep ingesteld.

Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 2 september 2010 te Arnhem.

Namens eiseres is daar verschenen [gemachtigde], bijgestaan door [A], gebruiker van de auto. Namens verweerder is verschenen [gemachtigde].

[A] heeft namens eiseres ter zitting een pleitnota voorgedragen en afschriften daarvan overgelegd aan de rechtbank en verweerder. Verweerder heeft ter zitting nog stukken overgelegd. Afschriften daarvan zijn overgelegd aan de wederpartij.

2. Feiten

Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast.

Eiseres is een leasemaatschappij. Eiseres is eigenaar van een auto van het merk Dodge , type RAM met het kenteken [00-AAA-1] (hierna: de auto) en chassisnummer [nummer], een zogenoemde pick-up. De auto is voorzien van een dubbele cabine en een open laadbak. De auto heeft geen energielabel. De laadruimte heeft een lengte van meer dan 150 cm; de hoogte daarvan is ongeveer 117 cm. De auto is, voor het eerst op [datum] 2008, als bestelauto in het kentekenregister geregistreerd.

Eiseres heeft de auto geleasd aan [A]. [A] drijft een onderneming onder de naam [B]. In mei 2008 heeft [B] van [C], gevestigd te [Q], ten behoeve van de auto een overkapping gekocht bestaande uit harde kunststof voor € 1.870,20 (incl. omzetbelasting). De overkapping is voorzien van een zijruit ter linkerzijde

Op 1 juli 2008 is om 15.30 uur de auto door ambtenaren van het team fysiek toezicht van de Douane Noord Unit Hengelo aangehouden op de A2 ter hoogte van [R]. Op dat tijdstip was voornoemde overkapping op de laadbak van de auto geplaatst. De overkapping was aangebracht met bouten. Voor de auto was op dat moment geen BPM betaald.

Aan eiseres is naar aanleiding van de bevindingen bij de controle met dagtekening 18 september 2009 een naheffingsaanslag BPM opgelegd ten bedrage van € 11.104. Verweerder heeft daarbij € 299 aan heffingsrente in rekening gebracht.

De naheffingsaanslag is als volgt gespecificeerd:

Netto-catalogusprijs: € 28.443 x tarief 42,3 % € 12.031,38

Vermeerdering brandstof diesel € 307,00

Bruto BPM (afgerond) € 12.338,00

Afschrijving op basis van forfaitaire tabel 10% € 1.233,80

Totale schuld aan BPM (afgerond) € 11.104,00

Eiseres heeft tegen de naheffingsaanslag bezwaar gemaakt. Verweerder heeft het bezwaar ongegrond verklaard.

3. Geschil

In geschil is of de auto terecht als personenauto is aangemerkt.

Eiseres concludeert tot vernietiging van de naheffingsaanslag.

Verweerder concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken.

4. Beoordeling van het geschil

Naheffingsaanslag

In artikel 3, derde lid, van de Wet belasting van personenauto ’s en motorrijwielen (hierna: Wet BPM) is, voor zover hier van belang, onder meer het volgende bepaald:

“Onder bestelauto wordt verstaan een motorrijtuig met een laadruimte die niet is ingericht voor het vervoer van personen, die in haar geheel is voorzien van een vlakke laadvoer en die:

(…)

d. ingeval het motorrijtuig een dubbele cabine heeft met zitruimte achter de bestuurder voor één rij naast elkaar in de rijrichting zittende personen:

1°. over ten minste 150 cm van de lengte en over ten minste 20 cm van de breedte een hoogte heeft van ten minste 130 cm; en

2°. voor ten minste 40 percent van de lengte voor het hart van de achterste as is geplaatst en een lengte heeft van:

I. ten minste 150 cm; en

II. ten minste twee derde van de lengte die de laadruimte zou hebben indien de zitruimte achter de bestuurder zou ontbreken; en

III. ten minste twee maal die van de cabine, tenzij de cabine een hoogte heeft van ten minste 130 cm; en

3°. van de cabine is afgescheiden door een vaste wand over ten minste de gehele breedte van de cabine, welke wand direct achter de zitruimte is aangebracht en ten minste dezelfde hoogte heeft als de cabine; en

4°. niet is voorzien van zijruiten dan wel is voorzien van niet meer dan één aan de rechterzijde van de laadruimte aangebrachte zijruit.”

De auto is een zogenoemde pick-up met een open laadbak. Tussen partijen is niet in geschil dat de pick-up op het moment waarop de controle plaatsvond, voorzien was van een overkapping met een linkerzijruit. De rechtbank onderschrijft het standpunt van verweerder dat door het plaatsen van de overkapping een gesloten laadruimte is ontstaan. De overkapping was aan de linkerzijde voorzien van een zijruit. Derhalve is niet voldaan aan de eisen die artikel 3 van de Wet BPM stelt aan de inrichting van een bestelauto.

Eiseres stelt dat het opleggen van de naheffingsaanslag niet redelijk is en dat de hoogte van de naheffingsaanslag buitenproportioneel is. Eiseres voert daartoe aan dat het de gebruiker niet bekend was dat door plaatsing van de overkapping niet langer aan de inrichtingsvereisten voor een bestelauto was voldaan. Eiseres wijst er in dat verband op dat volgens de leverancier van de overkapping het plaatsen van de overkapping niet zou leiden tot verschuldigdheid van BPM. De rechtbank verwerpt die beroepsgrond. De verkoper is niet opgetreden namens verweerder. Aan zijn uitlatingen kan daarom geen in rechte te honoreren vertrouwen worden ontleend.

Eiseres stelt voorts dat de overkapping enkel ter bescherming van de te vervoeren producten tegen vocht en diefstal diende, dat deze eenvoudig kon worden verwijderd en dat zij met de plaatsing van de overkapping ook geen persoonlijk voordeel heeft willen behalen. Eiseres wijst er in dit verband op dat de overkapping buiten het zitgedeelte is geplaatst. Volgens eiseres is er, na de controle van de auto op 21 juli 2008, nooit meer met de overkapping gereden. Volgens eiseres is het ook daarom niet redelijk dat de naheffingsaanslag is opgelegd. Ook die grond kan niet slagen. Voor de toepassing van de wettelijke regeling is niet van belang wat het doel van de overkapping was en de mate van het gebruik.

Voor zover eiseres met haar stellingen bedoelt een beroep te doen op het herstelbeleid als verwoord in de Leidraad BPM 2006 (besluit Minister van Financiën van 12 september 2006, CPP2006/1980M), geldt het volgende. In de Leidraad BPM 2006 is over belastingheffing van pick-ups onder meer het volgende opgenomen:

“ § 2.4.2. Ter zake van de inrichtingseisen voor bestelauto’s

A. Algemeen

Wanneer een motorrijtuig niet voldoet aan de eisen om als bestelauto te worden aangemerkt is in veel gevallen BPM verschuldigd. Slechts in een aantal situaties kan herstel worden geboden en hoeft niet direct te worden nageheven.

B. Geen herstelmogelijkheid

Voor bepaalde afwijkingen van de inrichtingseisen voor bestelauto’s wordt geen herstel geboden. Als één of meer van de hierna te noemen afwijkingen van de inrichtingseisen worden geconstateerd moet steeds worden nageheven.

a. De laadruimte voldoet niet aan de fiscale maten.

(…)

d. Aan de linkerzijde van de laadruimte zijn één of meer zijruiten aangebracht in de gevallen waarin dat ingevolge de afmetingen van de laadruimte niet is toegestaan.

(...)

§ 3.3.7. Overkappen open laadbak

A. Algemeen

Als bij bestelauto's van het type pick-up (...) de open laadbak wordt overkapt, kan dat consequenties hebben voor de heffing van de BPM. In dat geval ontstaat immers een gesloten laadruimte waarop de inrichtingseisen met betrekking tot de afmetingen van die laadruimte en de eventuele aanwezigheid van zijruiten wél van toepassing zijn. Verder is van belang of het een bestelauto betreft die vóór of vanaf 1 juli 2005 in gebruik is genomen.

(...) Bestelauto's, die vanaf 1 juli 2005 in gebruik zijn genomen, zijn al betrokken in de heffing van BPM. Zij mogen zonder gevolgen voor de heffing van BPM worden omgebouwd tot personenauto. Voor zo'n bestelauto kan echter teruggaaf van BPM zijn verleend op basis van de ondernemers- of gehandicaptenregeling (zie hoofdstuk 10). Deze teruggaafregelingen kennen een aantal voorwaarden. Als na een positieve teruggaafbeschikking niet langer aan deze voorwaarden wordt voldaan, is BPM verschuldigd. Dit is bijvoorbeeld het geval als de bestelauto zodanig wordt omgebouwd dat niet meer wordt voldaan aan de daartoe gestelde inrichtingseisen. Voor bestelauto's van ondernemers is in dat geval artikel 1, derde lid, van de wet van overeenkomstige toepassing (artikel 15b, elfde lid, van de wet ).

(...)

B. Afmetingen en de inrichting van de gesloten laadruimte

Met betrekking tot de hoogte, de lengte en de blindering van de overkapte laadruimte zijn de volgende eisen van toepassing.

(...)

Als het motorrijtuig een pick-up met dubbele cabine is, en de overkapte laadruimte

- een lengte heeft van ten minste 150 cm en

- over deze lengte en over ten minste 20 cm van de breedte een hoogte heeft van ten minste 130 cm, én

- de laadruimte geen zijruiten bevat dan wel is voorzien van slechts één zijruit aan de rechterzijde,

kan heffing van BPM achterwege blijven.

In deze situaties zal uiteraard ook aan de overige vereisten moeten zijn voldaan betreffende de aanwezigheid van een vaste vlakke laadvloer, de vaste scheidingswand, de eenderde/tweederde eis en de 40% norm (...).

(...)

C. Geen overkapping

Van overkapping zoals hiervoor bedoeld is overigens geen sprake als de open laadbak van een pick-up wordt afgedekt met een dekzeil of een plat (polyester) deksel, dat louter dient ter bescherming van de lading en/of de laadbak, op zodanige wijze dat er sprake blijft van een motorrijtuig met open laadbak. Of er sprake is van een gesloten of van een open laadruimte kan worden beoordeeld aan de hand van de aard van de constructie (eenvoudige buizen huifconstructie) en het materiaal waarvan de overkapping is vervaardigd (zeildoek). Steeds zal van geval tot geval moeten worden beoordeeld of er door het aanbrengen van de overkapping een dichte laadruimte is ontstaan dan wel gelet op de eenvoudige, gemakkelijk te verwijderen constructie en het materiaal daar geen sprake van is.”.

De overkapping is voorzien van een zijruit ter linkerzijde. Het bepaalde in § 2.4.2 van de Leidraad BPM staat er dan aan in de weg dat eiseres een beroep zou kunnen doen op het daarin opgenomen herstelbeleid.

Inmiddels is de Leidraad BPM 2006 vervangen door het besluit van de Minister van Financiën van 4 juni 2010, nr. DGB2010/1670M, Staatscourant 2010/9057, hierna: Kaderbesluit bpm). Ook daarin is herstelbeleid opgenomen. In § 14 van het Kaderbesluit bpm is echter bepaald dat het besluit in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst. Het Kaderbesluit bpm is op 15 juni 2010 (nr. 9057) in de Staatscourant geplaatst. Het Kaderbesluit is dus op 16 juni 2010 in werking getreden. Het tot belastingheffing aanleiding gevende feit heeft zich voorgedaan vóór de datum van inwerkingtreding van het Kaderbesluit bpm. Eiseres kan daarom geen aanspraak maken op het in dat besluit vervatte herstelbeleid (vergelijk HR 18 februari 1987, nr. 23.581, BNB 1987/161). De vraag of het Kaderbesluit bpm anders dan de Leidraad BPM wel in de mogelijkheid van herstel voorziet voor het zich hiervoor doende geval, behoeft daarom geen beantwoording.

Uit het bovenstaande volgt dat het beroep betreffende de naheffingsaanslag ongegrond moet worden verklaard.

Beschikking heffingsrente

Ingevolge het arrest van de Hoge Raad van 27 november 2009, nr. 07/13621, NTFR 2009/2622 heeft het beroep tegen een uitspraak op bezwaar tegen een belastingaanslag ook te gelden als een beroep betreffende de op hetzelfde aanslagbiljet als de belastingaanslag vermelde beschikking heffingsrente, tenzij de belanghebbende die bevoegdheid ondubbelzinnig prijsgeeft. Eiseres heeft dat niet gedaan. Eiseres heeft echter geen afzonderlijke gronden aangevoerd tegen de beschikking heffingsrente. Het beroep dient daarom ook in zoverre ongegrond te worden verklaard.

5. Proceskosten

De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

6. Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. E.C.G. Okhuizen, rechter, in tegenwoordigheid van mr. A.C. van den Hurk, griffier.

De griffier, De rechter,

Uitgesproken in het openbaar op: 16 december 2010

Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Arnhem (belastingkamer), Postbus 9030, 6800 EM Arnhem.

Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:

1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;

2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:

a. de naam en het adres van de indiener;

b. een dagtekening;

c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;

d. de gronden van het hoger beroep.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature