Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

verzoek inroepen huur-, beheers- en ontruimingsbeding. Toegewezen.

Uitspraak



beschikking

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel

zaaknummer / rekestnummer: C/13/758853 / KG RK 24-1773 IHJK/CB

Beschikking van 19 december 2024

in de zaak van

de naamloze vennootschap

ABN AMRO BANK N.V.,

gevestigd te Amsterdam,

verzoekster,

advocaat mr. E.E.W. Danen te Rosmalen,

en

1 [belanghebbende 1] ,

wonende te [woonplaats] ,

advocaat mr. H.M. Kabir te Amsterdam,

2. [belanghebbende 2],

wonende te [woonplaats] ,

3. [belanghebbende 3],

wonende te [woonplaats] ,

4. ÉÉN OF MEER ANDERE (ONDER) HUURDERS, VAN WIE DE NAMEN NIET KUNNEN WORDEN ACHTERHAALD, WONENDE TE [adres],

5. EENIEDER, VOOR ZOVER GEEN HUURDER ALS BEDOELD IN ARTIKEL 3:264 LID 4 EN 8 BW, DIE ZICH BEVINDT IN HET PAND TE [adres],

belanghebbenden.

1 Verloop van de procedure

1.1.

Verzoekster (hierna: de bank) heeft op 31 oktober 2024 een verzoekschrift ex artikel 3:264 lid 5 en 3:267 van het Burgerlijk Wetboek (BW) ingediend.

Het verzoek zou aanvankelijk mondeling worden behandeld op

25 november 2024, alwaar mr. A.J.H. Peters namens de bank is verschenen en belanghebbende sub 1 (hierna: [belanghebbende 1] ) in persoon. Omdat [belanghebbende 1] zich wilde laten bijstaan door een advocaat en een tolk is de behandeling van het verzoekschrift verplaatst naar 9 december 2024.

1.2.

Op de mondelinge behandeling zijn verschenen: mr. Danen namens de bank en [belanghebbende 1] (bijgestaan door M.F. Iorga, een tolk in de Roemeense taal) met

mr. Kabir. [belanghebbende 1] heeft onder overlegging van spreekaantekeningen verweer gevoerd.

1.3.

Net vóór de mondelinge behandeling heeft [belanghebbende 1] producties ingediend, waartegen de bank op de mondelinge behandeling bezwaar heeft gemaakt vanwege het korte tijdsbestek van indienen. De voorzieningenrechter heeft de producties uiteindelijk toegelaten, omdat de bank daarmee niet in haar procesvoering is geschaad.

1.4.

Vervolgens is de beschikking bepaald op vandaag.

2 Gronden van de beslissing

2.1.

Het verzoekschrift strekt tot het verkrijgen van verlof om een beroep te doen op het huurbeding als bedoeld in artikel 3:264 leden 5 en 6 BW, alsmede tot ontruiming door de huurders van: het appartementsrecht, rechtgevende op het uitsluitend gebruik van de driekamerwoning gelegen op de zesde verdieping en de berging, gelegen op de begane grond aan de [adres] , kadastraal bekend gemeente [woonplaats] ,, [sectie/complex/index] (hierna: de woning).

2.2.

Ter onderbouwing van dit verzoek heeft de bank een taxatierapport van

29 maart 2024 van de woning overgelegd, waarin de executiewaarde in verhuurde staat € 230.000,-- bedraagt en vrij van huur € 248.000,--.

Op verzoek van de rechtbank heeft de bank een (meer recenter) taxatierapport van 30 oktober 2024 overgelegd, waarin de executiewaarde in verhuurde staat € 230.000,-- bedraagt en vrij van huur € 266.500,--.

2.3.

Ook strekt het verzoekschrift tot het verkrijgen van een machtiging als bedoeld in artikel 3:267 BW om de woning in beheer te nemen en onder zich nemen.

2.4.

In beide verzoeken wordt verzocht om de termijn waarbinnen geen ontruiming mag plaatsvinden te stellen op ten hoogste drie dagen na betekening van de beschikking.

2.5.

De bank heeft bij deurwaardersexploten van 9 oktober 2024 aan belanghebbenden aangezegd dat op 27 februari 2025 tot openbare verkoop zal worden overgegaan alsmede dat het huurbeding jegens belanghebbenden sub 2, 3 en 4 zal worden ingeroepen.

2.6.

[belanghebbende 1] is op de mondelinge behandeling verschenen. De overige belanghebbenden zijn, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.

De standpunten van partijen komen – voor zover relevant – hierna aan de orde.

3 De beoordeling

3.1.

Voor zover [belanghebbende 1] het recht van parate executie van de bank betwist, hoort dit verweer niet in deze verzoekschriftprocedure thuis. Dit zal zij in een executie kort geding naar voren moeten brengen. De bank heeft de geldlening opgezegd op grond van een betalingsachterstand en vanwege geconstateerde fraude. [belanghebbende 1] heeft op de mondelinge behandeling laten zien dat alle maandtermijnen zijn voldaan door middel van een automatische incasso. De door de bank gestelde betalingsachterstand roept dan ook de nodige vragen op, maar dat kan hier niet worden beoordeeld. Voor zover er ook nog sprake is van fraude, is het aan de bank om dat zo snel mogelijk meer handen en voeten te geven, zodat [belanghebbende 1] hierop kan anticiperen.

3.2.

Vooralsnog moet er dan ook vanuit worden gegaan dat de openbare verkoop van de woning op 27 februari 2025 doorgang zal vinden. Centraal in deze verzoekschriftprocedure staat thans de vraag of de bank in dat kader verlof krijgt om het huur-, het beheers- en het ontruimingsbeding te mogen inroepen.

3.3.

In de tussen de bank en [belanghebbende 1] gesloten hypotheekakte zijn partijen overeengekomen dat:

(…)

2. Het onderpand mag niet dan met schriftelijke toestemming van de Bank geheel of gedeeltelijk worden verhuurd of verpacht, noch onder andere titel geheel of gedeeltelijk in gebruik of genot worden afgestaan.

(…)

4. Indien de Schuldenaar in ernstige mate tekort schiet in zijn verplichtingen tegenover de Bank, is de Bank bevoegd het onderpand in beheer te nemen en/of onder zich te nemen.

(…)

3.4.

Niet gebleken is dat dit oneerlijke bedingen in de zin van richtlijn 99/11/EEG zijn, zoals door [belanghebbende 1] (ongemotiveerd) is betoogd. [belanghebbende 1] is consument. Bij de beoordeling van het oneerlijke karakter van een contractueel beding moet worden uitgegaan van het moment waarop de overeenkomst is gesloten, rekening houdend met alle omstandigheden waarvan de wederpartij van de consument op dat moment kennis kon hebben en die gevolgen konden hebben voor de latere uitvoering van die overeenkomst, aangezien een contractueel beding een verstoring van het evenwicht tussen de contractspartijen in zich kan dragen die zich pas tijdens de uitvoering van de overeenkomst manifesteert. In dit geval gaat het om duidelijke en voldoende transparante bedingen, die expliciet zijn overeengekomen. In de hypotheekakte staat vermeld dat [belanghebbende 1] de Algemene Bepalingen van de bank heeft ontvangen en dat zij van de inhoud kennis heeft kunnen nemen.

3.5.

Een verzoek om het huurbeding te mogen inroepen is toewijsbaar indien voldoende aannemelijk is gemaakt dat bij verkoop van de woning in onverhuurde staat een hogere opbrengst is te verwachten dan bij verkoop van de woning met instandhouding van een huurovereenkomst en de verwachte opbrengst in verhuurde staat onvoldoende is om verzoekster te voldoen. Het verzoek voldoet aan dit criterium.

Hoewel ter zitting is meegedeeld dat belanghebbende sub 2 en 3 geen huurders zijn, staan zij wel ingeschreven op de woning en heeft de bank voldoende belang bij dit verlof. Het is voor de kopers op een veiling immers zaak dat er duidelijkheid is. Dat leidt in zijn algemeenheid ook tot een hoge(re) veilingopbrengst en dat is in het belang van zowel de bank als [belanghebbende 1] . Daarom zal het verlof - zekerheidshalve - als na te melden worden verleend. In het geval dat zij geen huurders zijn, ondervinden zij ook geen hinder van dit verlof.

3.6.

De bank heeft twee geveltaxaties van de woning overgelegd. Vast staat dat het de taxateur niet is gelukt om met [belanghebbende 1] in contact te komen. Gelet hierop en de door de bank gestelde opeisingsgronden is aannemelijk dat [belanghebbende 1] in ernstige mate tekort is geschoten in haar verplichtingen jegens de bank. De bank heeft dan ook recht en belang om thans door te gaan met de voorbereidingen voor het uitwinnen van haar hypothecaire rechten om zodoende een zo hoog mogelijke opbrengst van de woning te realiseren. [belanghebbende 1] heeft eveneens een belang bij een zo hoog mogelijk opbrengst indien het haar niet lukt om de openbare verkoop te voorkomen.

Omdat [belanghebbende 1] ter zitting heeft meegedeeld bereid te zijn om mee te werken aan een inpandige taxatie en bezichtigingen, zal het verzoek worden toegewezen onder de voorwaarde dat het de bank slechts is toegestaan om van het verlof om het beheers- en ontruimingsbeding in te roepen gebruik te maken op het moment dat [belanghebbende 1] niet meewerkt aan een inpandige taxatie bezichtigingen overeenkomstig de aanwijzingen van de veilingmakelaar.

3.7.

De verzochte ontruimingstermijn komt in beide gevallen niet onredelijk voor, mede gelet op de laatste volzin in rechtsoverweging 3.6. Voor [belanghebbende 1] geeft dit een prikkel om haar medewerking te verlenen en de bank kan zodoende op korte termijn over de woning beschikken indien dat noodzakelijk is.

4 De beslissing

De voorzieningenrechter

4.1.

verleent verlof aan de bank om het huurbeding in te roepen tegen belanghebbenden sub 2, 3 en 4,

4.2.

verleent de bank verlof het beheersbeding in te roepen, zonodig met behulp van een deurwaarder en de sterke arm,

4.3.

verleent de bank verlof om de woning onder zich te nemen c.q. te ontruimen,

4.4.

veroordeelt belanghebbenden om de woning met al de hunnen en het hunne te ontruimen en ter beschikking van de bank te stellen, welke ontruiming zo nodig door de deurwaarder bewerkstelligd kan worden met behulp van de sterke arm, conform het in artikel 555 e.v. jo. 444 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bepaalde,

4.5.

bepaalt dat de bank aan de verloven onder 4.2., 4.3. en de veroordeling tot ontruiming onder 4.4. voor zover dit [belanghebbende 1] en belanghebbenden sub 5 betreft, geen rechten kan ontlenen zolang [belanghebbende 1] meewerkt aan een inpandige taxatie en bezichtigingen van de woning overeenkomstig de aanwijzingen van de veilingmakelaar,

4.6.

bepaalt dat gedurende een termijn van drie dagen na de betekening van deze beschikking aan belanghebbenden niet ontruimd mag worden,

4.7.

verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad,

4.8.

wijst af het meer of anders verzochte.

Deze beschikking is gegeven door mr. I.H.J. Konings, voorzieningenrechter, bijgestaan door C.J.J. Buys, griffier, en in het openbaar uitgesproken op

19 december 2024.

type: CB

coll: BB


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature