U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Overlevering, België, VV-EAB

Uitspraak



RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/284348-22

RK nummer: 22/4682

Datum uitspraak: 18 januari 2023

UITSPRAAK

op de vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB).

Dit EAB is uitgevaardigd op 3 november 2022 door de rechtbank van Eerste Aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen (België) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:

[opgeëiste persoon]

geboren in [geboorteplaats] op [geboortedag] 2000,

ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:

[straat] ,

gedetineerd in de [PI] ,

hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1 Procesgang

De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 4 januari 2023. Het openbaar ministerie heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. N.R. Bakkenes, officier van justitie. De opgeëiste persoon is verschenen en bijgestaan door zijn raadsman, mr. D.R. Kops, advocaat in Breukelen.

De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van de Overleveringswet (OLW) uitspraak moet doen over de verzochte overlevering met 30 dagen verlengd.

2 Identiteit van de opgeëiste persoon

Ter zitting heeft de opgeëiste persoon verklaard dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat hij de Nederlandse nationaliteit heeft.

3 Grondslag en inhoud van het EAB

Het EAB vermeldt een aanhoudingsbevel bij verstek van de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen, afdeling Antwerpen van 3 november 2022.

De uitvaardigende justitiële autoriteit verzoekt de overlevering vanwege het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan een naar Belgisch recht strafbaar feit. Dit feit is omschreven in het EAB.

4.1

Strafbaarheid: feit vermeld op bijlage 1 bij de OLW

De uitvaardigende justitiële autoriteit wijst het strafbare feit C aan als een feit vermeld in de lijst van bijlage 1 bij de OLW. Het feit valt op deze lijst onder nummer 1, te weten:

deelneming aan een criminele organisatie

Uit het EAB volgt dat op dit feit naar het recht van België een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste drie jaren is gesteld.

Dit betekent dat een onderzoek naar de dubbele strafbaarheid van het feit waarvoor de overlevering wordt verzocht, achterwege moet blijven.

4.2

Feiten waarvoor dubbele strafbaarheid is vereist

De uitvaardigende justitiële autoriteit heeft feiten A en B niet aangeduid als feiten waarvoor het vereiste van toetsing van dubbele strafbaarheid niet geldt. Overlevering kan in dat geval worden toegestaan, wanneer – kort gezegd - voldaan is aan het vereiste dat op de feiten naar het recht van de uitvaardigende lidstaat een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste twaalf maanden is gesteld en dat de feiten ook naar Nederlands recht strafbaar zijn.

De rechtbank stelt vast dat hieraan is voldaan.

De feiten leveren naar Nederlands recht op:

opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is en terwijl daarvan levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is

handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapen en munitie

5 De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW

De opgeëiste persoon heeft de Nederlandse nationaliteit. Zijn overlevering kan daarom worden toegestaan, wanneer is gewaarborgd dat de opgeëiste persoon, in geval van veroordeling in de uitvaardigende lidstaat tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf na overlevering, hij deze straf in Nederland mag ondergaan.

Het Parket van de Procureur des Konings Antwerpen heeft op 9 november 2022 de volgende garantie gegeven:

Overeenkomstig artikel 5 §3 van het kaderbesluit van 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel, bied ik u de garantie voor de terugkeer naar NEDERLAND van de door u over te leveren Nederlandse onderdaan of ingezetene, in casu [opgeëiste persoon] .

Deze garantie houdt in dat, eens betrokkene in België onherroepelijk tot een vrijheidsbenemende straf of maatregel is veroordeeld, deze persoon naar NEDERLAND zal terugkeren om zijn straf of maatregel aldaar te ondergaan. De terugkeer zal gebeuren op basis van het Europees Kaderbesluit inzake de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op de vrijheidsbenemende straffen of maatregelen uitgesproken in een lidstaat van de Europese Unie (2008/909/JBZ).

Naar het oordeel van de rechtbank is deze garantie voldoende.

6 Detentieomstandigheden in België

De raadsman heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de zaak dient te worden aangehouden omdat de opgeëiste persoon na overlevering een reëel gevaar loopt dat zijn door het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (hierna: Handvest) gewaarborgde grondrechten zullen worden geschonden. De algemene detentiegarantie is niet langer actueel en afdoende. De situatie in Belgische gevangenissen is zorgelijk, en die zorgen kunnen niet worden ondervangen door de individuele garantie die is afgegeven. Daarnaast neemt de individuele garantie die is afgegeven het reële gevaar niet weg. Ter onderbouwing van zijn standpunt heeft de raadsman een aantal krantenartikelen overgelegd waarin de zorgelijke situatie in Belgische gevangenissen wordt beschreven, en heeft de raadsman verwezen naar het rapport van de European Committee for the Prevention of Torture (hierna: de CPT) van 29 november 2022 naar aanleiding van de bezoeken in de periode van 2 tot 9 november 2021. De raadsman heeft de rechtbank daarom verzocht het onderzoek te schorsen teneinde na te gaan of er een wijziging in de detentieomstandigheden kan plaatsvinden. Tenslotte heeft de raadsman verzocht om de overleveringsdetentie te schorsen indien het onderzoek ter terechtzitting zal worden aangehouden.

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de opgeëiste persoon geen reëel gevaar loopt dat zijn door het Handvest gewaarborgde grondrechten zullen worden geschonden. Bij brief van 3 januari 2023 is door de Belgische autoriteiten gegarandeerd dat de opgeëiste persoon de beschikking over voldoende celruimte krijgt. Er bestaat geen aanleiding te twijfelen aan de verstrekte garantie. De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht de overlevering toe te staan.

Oordeel van de rechtbank

Bij uitspraak van 14 december 2022 heeft de rechtbank in een andere zaak geoordeeld dat er

thans een algemeen en individueel gevaar bestaat dat gedetineerden in België worden

onderworpen aan een onmenselijke behandeling gelet op de detentieomstandigheden in België en dat de algemene detentiegarantie niet langer toereikend is.

Bij brief van 3 januari 2023 van het Directoraat-generaal Wetgeving, Fundamentele rechten en Vrijheden, Dienst internationale samenwerking in strafzaken - Centrale autoriteit is, in antwoord op de door het OM gestelde vragen, de volgende garantie gegeven:

1 In welke detentie-instelling zal de opgeëiste persoon gedetineerd worden?

[opgeëiste persoon] zal worden opgesloten in de gevangenis van Antwerpen (vleugel A).

2. Welke waarborgen worden gegarandeerd inzake de detentieomstandigheden in de detentie-instelling? België garandeert dat de opgeëiste persoon na overlevering zal worden opgesloten in een instelling en op een wijze die in overeenstemming is met de fundamentele rechten en in het bijzonder relevante internationale standaarden (o.a. CPT standaarden) met in begrip van voldoende individuele leefruimte, afgescheiden sanitair en dagactiviteiten buiten de cel. In deze zaak garandeert België de volgende waarborgen inzake de detentieomstandigheden waar [opgeëiste persoon] aan zal worden onderworpen na overlevering:

- De opgeëiste persoon zal niet worden opgesloten in een cel met minder dan 3m2 individuele levensruimte, zoals vereist door de CPT standaarden. Dit geldt zowel indien de opgeëiste persoon in een eenpersoons als in een meerpersoonscel zou worden opgesloten.

- De gemiddelde minimum leefruimte van elke cel is 9 m2 inclusief vast meubilair. De gemiddelde minimumleefruimte van elke cel inclusief vast meubilair en sanitair is 11m2.

o De sanitair blokken omvatten een wasbak en een toilet dat is afgescheiden van de rest van de cel door een muur of scherm

o Het vast meubilair omvat onder andere een tafel, kast, bed en bureau.

- De opgeëiste persoon zal een bed ter beschikking hebben en zal bijgevolg niet op grond hoeven te slapen.

- Er worden verschillend dagactiviteiten buiten de cel voorzien. Deze activiteiten omvatten in ieder gevalregelmatige wandelingen in een open koer en familiebezoeken alsook toegang tot gemeenschappelijke ruimtes. Aanvullende activiteiten zoals sport en arbeid zijn onderhevig aan aanzienlijke wachtlijsten.

3 Sanitaire en hygiëne omstandigheden

Als algemene regel, voorziet de Basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden in algemene rechten en plichten voor gedetineerden, o.a. het recht op dagelijkse persoonlijke hygiëne, het recht op toegang tot gezondheidszorg en -bescherming evenredig aan dewelke wordt voorzien buiten

de gevangenismuren. In dit verband, is een penitentiaire gezondheidsraad opgericht bij wet die adviseert bij het verbeteren van de kwaliteit de gezondheidszorg binnen de gevangenismuren. De medische zorg binnen de gevangenismuren is van gelijke kwaliteit als de medische zorg die wordt verstrekt buiten de gevangenismuren.

Aan de hand van een globale beoordeling van alle gegevens waarover zij beschikt, gaat de rechtbank uit van de geboden zekerheid in voorgaande garantie.De rechtbank is, gelet op deze toezegging van de Belgische autoriteiten, van oordeel dat er voor de opgeëiste persoon na overlevering geen reëel gevaar bestaat op een onmenselijke of vernederende behandeling, nu het gevaar op een dergelijke behandeling met deze garantie is weggenomen. De door de raadsman overgelegde krantenartikelen en het rapport van de CPT leiden niet tot een ander oordeel.

De rechtbank ziet daarom geen aanleiding om nadere informatie op te vragen inzake de detentieomstandigheden. Het verweer wordt verworpen.

De rechtbank is, met de officier van justitie, van oordeel dat het verzoek tot schorsing moet worden afgewezen. Gelet op het feit dat de overlevering toelaatbaar is, en geen sprake is van zeer bijzondere omstandigheden of een onevenredig lange detentie, is schorsing van de overleveringsdetentie niet aan de orde.

7 Slotsom

De rechtbank stelt vast dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW . Verder staan geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg en is geen sprake van een geval waarin aan het EAB geen gevolg mag worden gegeven. Om die reden staat de rechtbank de overlevering toe.

8 Toepasselijke wetsartikelen

De artikelen 157 van het Wetboek van Strafrecht, 26 en 55 van de Wet Wapens en Munitie en 2, 5, 6 en 7 van de Overleveringswet.

9 Beslissing

STAAT TOE de overlevering van [opgeëiste persoon] aan de rechtbank van Eerste Aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen (België) voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.

Aldus gedaan door

mr. M.M.L.A.T. Doll, voorzitter,

mrs. J.A.A.G. de Vries en L. Sanders, rechters,

in tegenwoordigheid van mr. F.A. Potters, griffier,

en uitgesproken ter openbare zitting van 18 januari 2023.

Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Zie artikel 23 Overleveringswet .

Zie artikel 22, eerste en derde lid, OLW .

Zie onderdeel e) van het EAB.

ECLI:NL:RBAMS:2022:7536.

HvJ EU van 25 juli 2018, zaak ML, ECLI:EU:C:2018:589.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde jurisprudentie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature