U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Belgisch EX-EAB. Tussenuitspraak. Aanvullende vragen aan de IND t.a.v. al dan niet verliezen van verblijfsrecht.

Uitspraak



RECHTBANK AMSTERDAM INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/752302-21

RK nummer: 22/945

Datum uitspraak: 19 januari 2023

TUSSEN-UITSPRAAK

op de vordering ex artikel 23 Overleveringswet (OLW), ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank. Deze vordering dateert van 16 februari 2022 en betreft onder meer het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB).

Dit EAB is uitgevaardigd op 24 september 2021 door het hof van beroep Antwerpen (België) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:

[opgeëiste persoon] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1974,

ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:

[adres opgeëiste persoon] ,

hierna te noemen de opgeëiste persoon.

1 Procesgang

De vordering is behandeld op de openbare zitting van 5 januari 2023. Het verhoor heeft plaatsgevonden in tegenwoordigheid van de officier van justitie, mr. G.P. Sholeh. De opgeëiste persoon is bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. W.E.R. Geurts, advocaat te Amsterdam.

De rechtbank stelt vast dat in deze zaak de termijn van 90 dagen waarbinnen de rechtbank ex artikel 22 OLW op het overleveringsverzoek moet beslissen, reeds is verstreken. Dat betekent dat de rechtbank de beslistermijn niet meer kan verlengen en dat als gevolg daarvan geen grondslag meer bestaat voor gevangenhouding.

2 Identiteit van de opgeëiste persoon

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht. De opgeëiste persoon heeft ter zitting verklaard dat de bovenvermelde personalia juist zijn en dat hij de Duitse nationaliteit heeft.

3 Grondslag en inhoud van het EAB

In het EAB wordt melding gemaakt van een arrest van het hof van beroep Antwerpen (België) van 28 januari 2021 met referentie 2013/PGA/3016 (Griffienummer:159/2021).

In het EAB staat vermeld dat de opgeëiste persoon in persoon is verschenen bij het proces dat tot de beslissing heeft geleid.

De overlevering wordt verzocht ten behoeve van de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf voor de duur van zeven jaar, door de opgeëiste persoon te ondergaan op het grondgebied van de uitvaardigende lidstaat. Van deze straf resteren volgens het EAB nog 2450 dagen. De vrijheidsstraf is aan de opgeëiste persoon opgelegd bij het hiervoor genoemde arrest.

Dit arrest betreft de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.

4 Strafbaarheid

Feiten waarvoor dubbele strafbaarheid is vereist

De uitvaardigende justitiële autoriteit heeft de feiten niet aangeduid als feiten waarvoor het vereiste van toetsing van dubbele strafbaarheid niet geldt. Overlevering kan in dat geval worden toegestaan, indien voldaan wordt aan de kaderbesluitconform uitgelegde eisen die in artikel 7, eerste lid, aanhef en onder b, OLW juncto artikel 7, eerste lid, onder a 2 °, OLW zijn neergelegd.

De rechtbank stelt vast dat hieraan is voldaan.

De feiten leveren naar Nederlands recht op:

opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd

deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 10, vijfde lid

valsheid in geschrifte

5 Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 6a OLW

Overlevering van een met een Nederlander gelijk te stellen vreemdeling kan ingevolge artikel 6a, eerste en negende lid, OLW worden geweigerd indien deze is gevraagd ten behoeve van de tenuitvoerlegging van een hem bij onherroepelijk vonnis opgelegde vrijheidsstraf en de rechtbank van oordeel is dat de tenuitvoerlegging van die straf kan worden overgenomen.

Om in aanmerking te komen voor gelijkstelling met een Nederlander moet ingevolge artikel 6a, negende lid, van de OLW zijn voldaan aan twee vereisten, te weten:

ten minste vijf jaren ononderbroken rechtmatig verblijf in Nederland als bedoeld in artikel 8, onder a tot en met e en l, Vreemdelingenwet 2000;

ten aanzien van de opgeëiste persoon bestaat de verwachting dat hij niet zijn recht van verblijf in Nederland verliest ten gevolge van de opgelegde straf of maatregel.

Standpunt verdediging

De opgeëiste persoon kan gelijkgesteld worden met een Nederlander. De overlevering moet worden geweigerd op grond van artikel 6a OLW en de straf kan worden overgenomen.

Standpunt officier van justitie

De overlevering kan worden toegestaan. De opgeëiste persoon kan niet gelijkgesteld worden met een Nederlander, omdat niet aan de tweede voorwaarde is voldaan.

Oordeel van de rechtbank

Eerste voorwaarde

Nu de opgeëiste persoon beschikt over een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd, hoeft de opgeëiste persoon niet meer aan de hand van andere stukken aan te tonen dat hij gedurende een periode van minimaal vijf jaren ononderbroken rechtmatig in Nederland heeft verbleven.

Aan deze voorwaarde is dus voldaan.

Tweede voorwaarde

De tweede voorwaarde voor gelijkstelling met een Nederlander wordt getoetst aan de hand van een verklaring van de Immigratie en Naturalisatiedienst (IND) over de verwachting of de opgeëiste persoon al dan niet zijn recht van verblijf in Nederland verliest ten gevolge van de opgelegde straf of maatregel. Uit de brief van de IND van 2 januari 2023 volgt dat de opgeëiste persoon mogelijk zijn verblijfsrecht verliest, uitgaande van een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd.

De rechtbank stelt vast dat de opgeëiste persoon al sinds 1996 in Nederland woont. Zijn verblijfsrecht is daarmee duurzaam geworden.

In het IND advies van 2 januari 2023 is de volgende passage opgenomen:

Indien de heer [adres opgeëiste persoon] zou aantonen dat zijn EU-verblijfsrecht duurzaam is, geldt, zoals vermeld, in beginsel het criterium ‘ernstige redenen van openbare orde’. Ook duurzaam verblijfsrecht kan op basis van de beschreven strafrechtelijke gedragingen worden beëindigd. Maar indien duurzaam verblijf wordt vastgesteld, moet ook worden beoordeeld of de heer [adres opgeëiste persoon] , terugtellend vanaf heden en buiten detenties om, tien jaar aaneengesloten in

Nederland heeft gewoond. Is dat het geval, dan geldt het criterium ‘dwingende redenen van openbare veiligheid’. Op basis van de beschikbare gegevens heb ik geen aanleiding om aan te nemen dat aan dit criterium wordt voldaan.

De rechtbank wil graag, ter verduidelijking, de volgende vraag aan de IND laten stellen omtrent deze passage:

- bestaat de verwachting dat de opgeëiste persoon zijn verblijfsrecht zal verliezen, nu de rechtbank vastgesteld heeft dat het verblijfrecht van de opgeëiste persoon duurzaam is, de opgeëiste persoon terugtellend vanaf heden, tien jaar aaneengesloten in Nederland heeft gewoond, en daarmee het criterium ‘dwingende redenen van openbare veiligheid’ van toepassing is?

Gezien de omstandigheden van dit geval is het in het belang van de opgeëiste persoon om antwoord te krijgen op voormelde vraag. Om die reden zal de rechtbank, ondanks het feit dat de beslistermijn is verstreken, het onderzoek heropenen en schorsen ten behoeve van het verkrijgen van nadere informatie.

6 Beslissing

HEROPENT en SCHORST het onderzoek voor onbepaalde tijd – met dien verstande dat de zaak medio februari 2023 – of als de agenda van de rechtbank dit niet mogelijk maakt – zo spoedig mogelijk na die datum opnieuw op zitting moet worden gebracht – om de officier van justitie in de gelegenheid te stellen de hiervoor onder 5 genoemde vraag voor te leggen aan de IND.

BEVEELT de oproeping van de opgeëiste persoon tegen een nog vast te stellen datum en tijdstip, met tijdige kennisgeving aan zijn raadsvrouw.

Aldus gedaan door

mr. M.C.M. Hamer, voorzitter,

mrs. M.M.L.A.T Doll en C.M. Delstra, rechters,

in tegenwoordigheid van mr. K. Spanjaart, griffier,

en uitgesproken ter openbare zitting van 19 januari 2023.

Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Vergelijk: Rechtbank Amsterdam, 9 juni 2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:4872


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde jurisprudentie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature