Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Veroordeling van een 44 jarige man voor het plegen van ontucht met een aan zijn opleiding toevertrouwde minderjarige in zijn hoedanigheid van gymleraar. Oplegging van een taakstraf van 180 uur en een gevangenisstraf van 2 dagen.

Uitspraak



RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS

Parketnummer: 13-026922-22 (Promis)

Datum uitspraak: 21 oktober 2022

Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1978,

ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:

[adres].

1 Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 21 oktober 2022.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. M.M. van den Berg en van wat verdachte en zijn raadsman mr. J.G.D. Rutten naar voren hebben gebracht.

2 Tenlastelegging

Aan verdachte is – kort gezegd – ten laste gelegd dat hij zich, in de periode van 7 augustus 2013 tot 7 augustus 2016, in Amsterdam als gymleraar op [naam school] heeft schuldig gemaakt aan

het plegen van ontucht met de aan zijn opleiding toevertrouwde minderjarige [slachtoffer].

Als dat niet kan worden bewezen dan wordt verdachte verweten dat hij in die periode door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht de minderjarige [slachtoffer] opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen en van hem te dulden.

De volledige tekst van tenlastelegging is opgenomen in de bijlage bij dit vonnis.

3 Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde feit en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4 Waardering van het bewijs

4.1

Inleiding

[slachtoffer] heeft van 2010 tot 2017 op [naam school] gezeten. Verdachte is haar gymleraar in het eerste jaar dat [slachtoffer] op [naam school] zit. Tijdens haar schooltijd is de band tussen [slachtoffer] en verdachte steeds hechter geworden. Uiteindelijk hebben verdachte en [slachtoffer] over en weer seksuele berichten en foto’s aan elkaar verzonden. Ook hebben een aantal keer seksuele handelingen plaats gevonden, terwijl [slachtoffer] op dat moment minderjarig was.

[slachtoffer] is op het moment van de aangifte al enkele jaren van school en besluit haar verhaal te doen. Op 15 juli 2021 doet de bestuurder van [naam scholengroep] aangifte tegen de verdachte.

4.2

Standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie heeft betoogd dat het primair tenlastegelegde integraal, dus inclusief de tenlastegelegde penetratie, bewezen kan worden. Verdachte heeft het feit grotendeels bekend.

[slachtoffer] heeft consistent verklaard over de penetratie. Weliswaar heeft verdachte dit ontkend, maar hij zegt in een getapt telefoongesprek met zijn vriendin dat hij één ding achterwege moet laten bij de politie en het desgevraagd moet ontkennen. De verklaring die verdachte ter zitting hiervoor geeft is niet geloofwaardig.

4.3

Standpunt van de verdediging

De raadsman stelt dat het primair ten laste gelegde bewezen kan worden, gelet op de bekennende verklaring van verdachte. De raadsman heeft echter bepleit dat de laatste twee streepjes van de tenlastelegging, de penetratie, niet bewezen kunnen worden. Verdachte heeft van begin af aan openheid van zaken gegeven en heeft alle andere handelingen bekend. Hetgeen verdachte in een getapt gesprek heeft gezegd zag op een incident waarover verdachte niet met zekerheid kan stellen dat zijn penis niet zeer kortstondig de vagina van [slachtoffer] is binnengegaan tijdens heftige ‘rijbewegingen’ in de gymzaal. Verdachte ontkent zeer consistent dat er ooit pogingen tot penetratie hebben plaatsgevonden en moet van dit gedachtestreepje worden vrijgesproken. Ook van het eerste gedachtestreepje dient verdachte te worden vrijgesproken, nu enkel [slachtoffer] hierover verklaart. Daarmee wordt de te bewezen verklaren periode ook aanzienlijk korter.

4.4

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank is met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat het primair tenlastegelegde bewezen kan worden.

Verdachte was werkzaam als gymleraar en leerde [slachtoffer] in die hoedanigheid kennen. Beiden hebben verklaard dat de relatie zich langzaam ontwikkelde in een vriendschappelijke relatie en uiteindelijk in een seksuele relatie. Verdachte heeft het merendeel van de tenlastegelegde handelingen bekend. Dat er ook sprake zou zijn geweest van penetratie heeft verdachte consequent ontkend. [slachtoffer] heeft verklaard dat er 3 of 4 pogingen tot penetratie zijn geweest, dat verdachte kort met zijn penis in haar vagina is geweest, maar dat het teveel pijn deed. Zij heeft verder verklaard dat zij bij verdachte thuis na een poging tot penetratie heeft gebloed. Gelet op de stellige ontkenning van verdachte kan de rechtbank niet vaststellen dat de tenlastegelegde penetratie heeft plaatsgevonden, zodat verdachte daarvan zal worden vrijgesproken. De rechtbank acht wel bewezen dat de verdachte zijn penis tegen de vagina van [slachtoffer] heeft gedrukt.

Gedurende de tenlastegelegde periode was sprake van een gezagsverhouding tussen verdachte en het slachtoffer. Verdachte was docent van het slachtoffer en een docent beschikt over de mogelijkheden om leerlingen en hun schoolomgeving te beïnvloeden. Nu verdachte en het slachtoffer in een gezagsverhouding stonden zijn de bewezen geachte handelingen als ontuchtig in de zin van artikel 249 Wetboek van Strafrecht aan te merken. Dat het slachtoffer vrijwillig contact had met verdachte, het contact deels in de zomervakantie plaatsvond en een privékarakter had en dat een aantal van de seksuele handelingen buiten de school plaats hebben gevonden, doet niet af aan het ontuchtige karakter van de handelingen. De rechtbank is daarnaast van oordeel dat de tenlastegelegde periode niet geheel bewezen verklaard kan worden. De ontuchtige handelingen begonnen niet in het jaar dat [slachtoffer] op [naam school] begon, maar pas in de zomer van 2015, met het naar elkaar sturen van naaktfoto’s. Anders dan de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het eerste gedachtestreepje wel bewezen kan worden, zij het dat niet kan worden vastgesteld dat deze handeling heeft plaatsgevonden vóór 2015. Niet voor elk onderdeel van de bewezenverklaring zijn twee bewijsmiddelen nodig. De verklaring van [slachtoffer] is consistent en betrouwbaar. Verdachte heeft ook niet ontkend dat hij [slachtoffer] heeft omarmd en daarbij zijn kruis tegen haar lichaam heeft gedrukt. Deze handeling heeft plaatsgevonden binnen de bewezenverklaarde periode van 2015 tot 7 augustus 2016.

5 Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in de bijlage vervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte

- als gymleraar - in de periode van 2015 tot 7 augustus 2016 te Amsterdam ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg, opleiding toevertrouwde minderjarige [slachtoffer], geboren op [geboortedatum], immers heeft hij, verdachte, meermalen

- die [slachtoffer] omarmd en daarbij zijn kruis tegen het lichaam van die [slachtoffer] gedrukt of geduwd en

- met die [slachtoffer] getongzoend en

- de blote borsten en de billen en andere plaatsen van het lichaam van die [slachtoffer] gestreeld, in elk geval aangeraakt en

- foto’s en filmpjes naar die [slachtoffer] gestuurd waarin hij geheel of gedeeltelijk naakt was en

- foto’s en filmpjes naar die [slachtoffer] gestuurd waarin hij zichzelf bevredigde en

- gevraagd aan die [slachtoffer] om hem foto’s en filmpjes, waarin zij geheel of gedeeltelijk naakt was, te sturen, in elk geval die foto’s en filmpjes naar zich laten sturen en

- gevraagd aan die [slachtoffer] om hem foto’s en filmpjes, waarin zij zichzelf bevredigde en een seksuele pose aannam, te sturen, in elk geval die foto’s en filmpjes naar zich laten sturen en

- de vagina van die [slachtoffer] gestreeld, in elk geval aangeraakt en

- die [slachtoffer] gevingerd en

- de vagina en de schaamlippen en de clitoris van die [slachtoffer] gekust en gelikt en

- zich door die [slachtoffer] laten aftrekken en

- zich door die [slachtoffer] laten pijpen en

- zijn penis tegen de vagina van die [slachtoffer] gedrukt.

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6 De strafbaarheid van het feit

Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7 De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8 Motivering van de straffen en maatregelen

8.1.

Eis van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het door haar bewezen geachte feit zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 122 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 120 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 1 jaar en een taakstraf van 150 uren, met bevel, voor het geval dat verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 75 dagen.

8.2.

Standpunt van de verdediging

De verdediging heeft de rechtbank verzocht te volstaan met een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf. Verdachte heeft een erg zware periode achter de rug en is inmiddels in therapie om zijn trauma te verwerken. Hij is zijn baan kwijtgeraakt en zijn relatie staat onder druk. Verdachte schaamt zich enorm en heeft spijt van wat hij heeft gedaan.

8.3.

Oordeel van de rechtbank

De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.

De rechtbank heeft acht geslagen op het Uittreksel Justitiële Documentatie (het strafblad) van verdachte van 22 september 2022. Hieruit blijkt dat verdachte niet eerder met justitie in aanraking is geweest.

Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan ontucht met een aan zijn opleiding toevertrouwde minderjarige leerlinge. Verdachte was 37 jaar en [slachtoffer] was 17 jaar. Hierdoor heeft verdachte het in hem als leraar gestelde vertrouwen, met name het vertrouwen van het slachtoffer en de ouders van het slachtoffer, geschonden. De rechtbank rekent het verdachte zwaar aan dat hij als docent bij zijn omgang met het slachtoffer geen professionele afstand heeft gehouden. Verdachte heeft onvoldoende, acht geslagen op het feit dat er sprake was van een ongelijkwaardige verhouding tussen hem als leraar en het slachtoffer als leerling en het aanzienlijke leeftijdsverschil tussen hem en het slachtoffer. Verdachte had er rekening mee moeten houden dat het slachtoffer, ondanks haar volwassen en intelligente voorkomen, net als iedere zeventienjarige op het gebied van seksualiteit kwetsbaar is. Verdachte heeft met zijn handelen een groot risico genomen op het verstoren van de gezonde seksuele ontwikkeling van het slachtoffer en heeft daarbij zijn eigen genot telkens belangrijker gevonden. De gebeurtenissen hebben een donkere schaduw geworpen over de middelbare schooltijd van het slachtoffer. Blijkens de ter zitting voorgedragen slachtofferverklaring heeft zij hier nog steeds veel last van. Overigens merkt de rechtbank op dat de bewijsrechtelijke vraag of verdachte [slachtoffer] met zijn penis heeft gepenetreerd geen grote rol speelt bij de hoogte van de straf. Niet ter discussie staat immers dat er andere seksuele handelingen hebben plaats gevonden.

De rechtbank heeft acht geslagen op het rapport van de reclassering van 6 juli 2022, waaruit blijkt dat er geen aanwijzingen zijn voor het hebben van een voorkeur voor minderjarigen. Ook wordt het recidiverisico laag ingeschat. Verdachte heeft verantwoordelijkheid genomen voor zijn daden, heeft spijt betuigd en heeft inzicht in het foute van zijn handelen.

De rechtbank weegt verder mee dat de strafzaak een grote impact heeft voor verdachte. Hij is zijn baan kwijtgeraakt en de rechtbank heeft kunnen zien dat verdachte onder de situatie lijdt. De verdachte heeft stappen ondernomen om zijn gedrag beter te begrijpen en heeft, voor zover de rechtbank dat kan nagaan, oprecht spijt betuigd voor zijn strafbare handelen. De rechtbank heeft geen aanleiding om ervan uit te gaan dat verdachte zich opnieuw aan ontoelaatbare seksueel gedrag zal schuldig maken in de toekomst.

Gelet op alle hiervoor genoemde omstandigheden bestaat er aanleiding om bij de straftoemeting af te wijken van wat de officier van justitie heeft gevorderd. Een voorwaardelijke gevangenisstraf acht de rechtbank niet noodzakelijk.

De rechtbank vindt een taakstraf van 180 uur passend. De rechtbank zal daarnaast een gevangenisstraf voor de duur van twee dagen met aftrek opleggen.

9 Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 9, 22c, 22d, 249 van het Wetboek van Strafrecht.

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissingen.

10 Beslissing

Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is weergegeven.

Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.

Het bewezenverklaarde levert op:

ontucht plegen met een aan zijn opleiding toevertrouwde minderjarige.

Verklaart het bewezene strafbaar.

Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.

Veroordeelt verdachte tot een taakstraf van 180 uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 90 dagen.

Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van twee dagen.

Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.

Dit vonnis is gewezen door

mr. M. Vaandrager, voorzitter,

mrs. F.W. Pieters en N.T. Arnoldussen, rechters,

in tegenwoordigheid van mr. K. Spanjaart, griffier,

en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 21 oktober 2022.

[…]


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature