U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Vervolging-EAB uit België. Genoegzaamheidsverweer verworpen. Dubbele strafbaarheid. Terugkeergarantie. Afgezien van weigeringsgrond in art. 13 OLW. Heropening ivm Belgische detentieomstandigheden.

Uitspraak



RECHTBANK AMSTERDAM INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/289044-22

RK nummer: 22/4701

Datum uitspraak: 27 december 2022

TUSSENUITSPRAAK

op de vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB).

Dit EAB is uitgevaardigd op 7 november 2022 door de Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Tongeren (België) (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:

[opgeëiste persoon] ,

geboren in [geboorteplaats] op [geboortedag] 1962,

ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:

[adres opgeëiste persoon] ,

uit andere hoofde gedetineerd in [detentieplaats] ,

hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1 Procesgang

De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 13 december 2022. Het openbaar ministerie heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. K van der Schaft, officier van justitie. De opgeëiste persoon is verschenen en bijgestaan door zijn raadsman, mr. L.P.H. Hameleers, advocaat in Roermond., waarnemend voor mr. T.J.N. Hameleers.

De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van de Overleveringswet (OLW) uitspraak moet doen over de verzochte overlevering met 30 dagen verlengd.

2 Identiteit van de opgeëiste persoon

Ter zitting heeft de opgeëiste persoon verklaard dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat hij de Nederlandse nationaliteit heeft.

3 Grondslag en inhoud van het EAB

Het EAB vermeldt een aanhoudingsbevel van 7 november 2022. Uit de aanvullende informatie van de uitvaardigende justitiële autoriteit volgt dat dit aanhoudingsbevel is uitgevaardigd door de Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Tongeren (referentie: NS 22/067).

De uitvaardigende justitiële autoriteit verzoekt de overlevering vanwege het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan naar Belgisch recht strafbare feiten. Deze feiten zijn omschreven in het EAB.

3.1

Genoegzaamheid

De raadsman heeft bepleit dat het EAB niet voldoet aan de vereisten van genoegzaamheid, omdat ten aanzien van feit 4 geen exacte pleegdatum wordt genoemd. De overlevering moet daarom worden geweigerd.

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat voldoende duidelijk is waarvoor de overlevering wordt verzocht.

De rechtbank overweegt dat het EAB gegevens moet bevatten op basis waarvan het voor de opgeëiste persoon duidelijk is waarvoor zijn overlevering wordt verzocht. Verder moet het voor de rechtbank duidelijk zijn of het verzoek voldoet aan de in de OLW genoemde vereisten. Zo moet het EAB een beschrijving bevatten van de omstandigheden waaronder de strafbare feiten zijn gepleegd, met vermelding van, in ieder geval, het tijdstip, de plaats en de mate van betrokkenheid van de opgeëiste persoon bij de strafbare feiten. Die beschrijving moet ook de naleving van het specialiteitsbeginsel kunnen waarborgen. In deze zaak is het volgende van belang.

Uit het EAB blijkt dat de opgeëiste persoon ervan wordt verdacht dat hij op verschillende plaatsen gekwalificeerde diefstallen heeft gepleegd, in de periode van 24 juni 2021 tot en met

29 juli 2022. Daarmee is duidelijk waarvoor de overlevering wordt verzocht. Het enkele feit dat er ten aanzien van feit 4 een periode is vermeld, namelijk op een niet nader bepaalde datum tussen 17/2/22 en 23/2/22, doet daar naar het oordeel van de rechtbank niet aan af. Daarbij weegt de rechtbank mee dat het gaat om een vervolgings-EAB en het onderzoek nog gaande is.

De rechtbank verwerpt het verweer.

4 Strafbaarheid

Feiten waarvoor dubbele strafbaarheid is vereist

De uitvaardigende justitiële autoriteit heeft de feiten niet aangeduid als feiten waarvoor het vereiste van toetsing van dubbele strafbaarheid niet geldt. Overlevering kan in dat geval worden toegestaan, wanneer – kort gezegd – voldaan is aan het vereiste dat op de feiten naar het recht van de uitvaardigende lidstaat een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste twaalf maanden is gesteld en dat de feiten ook naar Nederlands recht strafbaar zijn.

De rechtbank stelt vast dat hieraan is voldaan.

De feiten leveren naar Nederlands recht op:

telkens: (poging tot) diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak/valse sleutel.

5 De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW

De opgeëiste persoon heeft de Nederlandse nationaliteit. Zijn overlevering kan daarom worden toegestaan, wanneer is gewaarborgd dat de opgeëiste persoon, in geval van veroordeling in de uitvaardigende lidstaat tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf na overlevering, hij deze straf in Nederland mag ondergaan.

De procureur des konings in Limburg heeft op 8 november 2022 de volgende garantie gegeven:

‘Overeenkomstig artikel 5 paragraaf 3 van het Kaderbesluit van 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel bied ik u de garantie voor de terugkeer naar Nederland van de door u overgeleverde Nederlandse onderdaan of ingezetene, in casu de Nederlandse onderdaan [opgeëiste persoon] .

Deze garantie houdt in dat, eens betrokkene in België onherroepelijk tot een vrijheidsbenemende straf of maatregel is veroordeeld, deze persoon naar Nederland zal terugkeren om deze straf of maatregel daar te ondergaan.

De terugkeer zal gebeuren op basis van het Europees Kaderbesluit toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op de vrijheidsbenemende straffen of maatregelen uitgesproken in een lidstaat van de Europese Unie (2008/909/JBZ).’

Naar het oordeel van de rechtbank is deze garantie voldoende.

6 Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 13 OLW

In de situatie dat een feit geacht wordt geheel of gedeeltelijk op Nederlands grondgebied te zijn gepleegd, kan de rechtbank de overlevering weigeren.

De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de overlevering moet worden geweigerd ten aanzien van feit 3, omdat uit het EAB niet duidelijk blijkt of het feit gepleegd is in het Belgische of in het Nederlandse Mechelen. Daarom kan niet worden uitgesloten dat dit feit op Nederlands grondgebied is gepleegd.

De officier van justitie is primair van mening dat de weigeringsgrond van artikel 13 OLW niet van toepassing is omdat uit de context afgeleid kan worden dat het gaat om de plaats Mechelen in België. Naast feit 4 zijn alle andere negen feiten in België gepleegd. Hieruit volgt evident dat de uitvaardigende justitiële autoriteit onder feit 4 het Belgische Mechelen heeft bedoeld. Subsidiair verzoekt de officier van justitie aan de rechtbank om af te zien van deze weigeringsgrond en voert daartoe het volgende aan:

het onderzoek is aangevangen in België;

het bewijs bevindt zich in België en

het Nederlandse openbaar ministerie is niet voornemens de vervolging over te nemen.

De rechtbank stelt voorop dat:

aan de regeling van het EAB ten grondslag ligt dat overlevering de hoofdregel is en weigering de uitzondering moet zijn;

de gedachte achter deze facultatieve weigeringsgrond is, te voorkomen dat Nederland zou moeten meewerken aan overlevering voor een zogenoemd lijstfeit dat geheel of ten dele in Nederland is gepleegd en dat hier niet strafbaar is of hier niet pleegt te worden vervolgd.

De rechtbank ziet, met de officier van justitie, in het EAB geen aanknopingspunten voor de conclusie dat onder feit 4 de Nederlandse plaats Mechelen is bedoeld, zodat geen sprake is van een feit dat geacht wordt geheel of gedeeltelijk op Nederlands grondgebied te zijn gepleegd. Dit betekent dat de weigeringsgrond van artikel 13 OLW niet van toepassing is.

Ten overvloede overweegt de rechtbank dat, zelfs indien het wel zou gaan om de Nederlandse plaats Mechelen, onvoldoende aanleiding bestaat om deze weigeringsgrond toe te passen, gelet op de door de officier van justitie subsidiair aangevoerde argumenten.

De rechtbank verwerpt het verweer.

7 Artikel 11 OLW : Belgische detentieomstandigheden

7.1

Bij uitspraak van 22 juni 2021 heeft de rechtbank geoordeeld dat in België een reëel gevaar bestaat op een onmenselijke of vernederende behandeling voor gedetineerden die terecht komen in een instelling waar sprake is van grondslapers waardoor de minimale persoonlijke ruimte van 3 m2 in een meerpersoonscel niet meer is gewaarborgd. Dit gevaar bestaat ook in detentie-instellingen waar sprake is van niet-afgeschermde toiletten in meerpersoonscellen. Het gaat om de detentie-instellingen: Antwerpen, Gent, Brugge, Oudenaarde, Hasselt, Dendermonde en Mechelen.

De Directeur-generaal bij het Directoraat-generaal Wetgeving, Fundamentele Rechten en Vrijheden heeft bij brief van 9 september 2021, die in het dossier van de opgeëiste persoon is gevoegd, een algemene detentiegarantie afgegeven.

7.2

De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat deze algemene detentiegarantie het reële gevaar op een onmenselijke of vernederende behandeling voor de opgeëiste persoon niet wegneemt. De garantie is niet meer actueel. Uit het 31e algemene rapport van de European Committee for the Prevention of Torture (hierna: CPT) en het jaarverslag 2021 van de Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen van 5 september 2022 blijkt dat de omstandigheden in Belgische gevangenissen er alleen maar op achteruit zijn gegaan. Daarnaast is geen garantie gegeven dat de opgeëiste persoon in de gevangenis de medische behandeling krijgt die hij nodig heeft. De raadsman heeft de rechtbank verzocht geen gevolg te geven aan het EAB.

7.3

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de algemene detentiegarantie volstaat en heeft de rechtbank verzocht de overlevering toe te staan.

7.4.

Bij uitspraak van 21 december 2022 heeft de rechtbank geoordeeld dat de eerdere algemene detentie-garantie, die vooral betrekking heeft op de personal space van 3 m2 – in combinatie met de grondslapersproblematiek – en de sanitaire omstandigheden, niet langer toereikend is. De situatie met betrekking tot de grondslapers zal volgens de antwoorden van de Belgische regering op het CPT-rapport niet voor april 2023 zijn opgelost, terwijl naar nu blijkt de overbevolking is toegenomen, het gebrek aan personeel niet is opgelost en de overige detentie-omstandigheden niet voldoen aan de vereisten. De reactie van de Belgische regering op het CPT-rapport nemen de zorgen niet weg. De rechtbank ziet bovendien geen aanleiding om aan nemen dat de situatie in de andere, niet door het CPT bezochte gevangenissen in relevante mate afwijkt van de door het CPT beschreven omstandigheden. Het algemene gevaar strekt zich dus uit over alle detentie-instellingen in België, zodat ook om die reden de eerdere algemene detentiegarantie niet langer toereikend is.

De rechtbank merkt hierbij op dat de problemen in de Belgische gevangenissen in recente mediaberichten bevestigd worden. Zo heeft de rechtbank kennisgenomen van een artikel uit de Belgische krant De Standaard van 25 november 2022. De kop van het artikel luid t: “Directeurs komen in opstand tegen toestand in hun gevangenis. ‘We worden gedwongen mensenrechten te schenden”. Uit het artikel van De Standaard blijkt dat het aantal gedetineerden in Belgi ë weer is gestegen tot 11.300 terwijl na een lang conflict met de vakbonden is afgesproken dat het aantal gedetineerden onder de 10.000 diende te blijven. De gevangenisdirecteuren sluiten zich met hun brandbrief aan bij de vakbonden, die wekelijks stakingen organiseren om de toestand aan te klagen.

7.5

Dit betekent dat sprake is van een individueel reëel gevaar van onmenselijke of vernederende behandeling voor de opgeëiste persoon. De mogelijkheid bestaat echter dat bij wijziging van de omstandigheden dit gevaar alsnog kan worden uitgesloten.

7.6

De rechtbank zal de beslissing over de overlevering daarom aanhouden in afwachting van een wijziging in de omstandigheden. De rechtbank stelt de in artikel 11, vierde lid, OLW bedoelde redelijke termijn in deze zaak vast op maximaal 60 dagen. Binnen de beslistermijn zal de vordering opnieuw op een openbare zitting worden behandeld.

7.7

Op basis van artikel 22, zesde lid, OLW , verlengt de rechtbank de termijn waarbinnen zij uitspraak moet doen op grond van artikel 22, eerste en derde lid, OLW , met 60 dagen.

7.8

Wanneer binnen de in rechtsoverweging 7.6 gestelde redelijke termijn geen wijzigingen in de omstandigheden zijn opgetreden, zal aan de overlevering ingevolge artikel 11, eerste lid, OLW , geen gevolg worden gegeven.

8 Beslissing

HEROPENT en SCHORST het onderzoek tot een nader te bepalen zittingsdatum en -tijd.

HOUDT AAN de beslissing over de overlevering van [opgeëiste persoon] aan de rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Tongeren (België).

VERLENGT de termijn waarbinnen de rechtbank op grond van artikel 22, eerste en derde lid, OLW uitspraak moet doen op grond van artikel 22, zesde lid, met 60 dagen.

BEPAALT dat de vordering opnieuw op zitting moet worden gepland, 14 dagen voor het verstrijken van de (verlengde) beslistermijn, te weten 5 april 2023.

BEVEELT de oproeping van de opgeëiste persoon tegen een nader te bepalen datum en tijdstip, met tijdige kennisgeving daarvan aan zijn raadsman.

Aldus gedaan door

mr. M.C.M. Hamer, voorzitter,

mrs. J.A.A.G. de Vries en R. Godthelp, rechters,

in tegenwoordigheid van mr. A.M. Rus, griffier,

en uitgesproken ter openbare zitting van 27 december 2022.

Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Zie artikel 23 Overleveringswet .

Zie artikel 22, eerste en derde lid, OLW .

Zie onderdeel e) van het EAB.

Artikel 13 aanhef en onder a, OLW.

Zie ECLI:NL:RBAMS:2021:3243.

ECLI:NL:RBAMS:2022:7707

Artikel 11, tweede lid, OLW


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature