Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Uitleg afspraken. Kan door SARS-houders worden meegedeeld in de waarde ontwikkeling van de vennootschap?

Uitspraak



RECHTBANK Amsterdam

Civiel recht

Zaaknummer: C/13/716702 / HA ZA 22-338

Vonnis van 21 december 2022

in de zaak van

1 [eiser 1] ,

wonende te [woonplaats 1] ,2. [eiser 2],

wonende te [woonplaats 2] ,3. [eiser 3],

wonende te [woonplaats 3] ,

eisende partijen,

advocaat: mr. P.J.A. Plattel te Arnhem,

tegen

1 HYET HYDROGEN B.V.,

gevestigd te Arnhem,2. HYET HOLDING B.V.,

gevestigd te Arnhem,3. [gedaagde 3] N.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats] , 4. [gedaagde 4],

wonende te [woonplaats 4] ,

gedaagde partijen,

advocaat: mr. B.L.P. van Reeken te Amsterdam.

Eisers worden hierna [eiser 1] , [eiser 2] en [eiser 3] genoemd (tezamen: [eisers] ) en gedaagden Hyet B.V., Hyet Holding, [gedaagde 3] en [gedaagde 4] (tezamen: Hyet c.s.).

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding van 19 april 2022, met producties,

- de conclusie van antwoord, met producties,

- het tussenvonnis van 10 augustus 2022 waarin een mondelinge behandeling is bepaald en - het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 1 december 2022 en de daarin genoemde stukken.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

Hyet B.V. en Hyet Holding houden zich bezig met de ontwikkeling en de productie van waterstofsystemen. Hyet B.V. is de werkmaatschappij en Hyet Holding is de houdstermaatschappij. [gedaagde 3] houdt aandelen in de Hyet Holding.

2.2.

[gedaagde 4] is bestuurder en aandeelhouder van [gedaagde 3] .

2.3.

[eisers] heeft tijdens de opstartperiode van HyET B.V. (destijds de werkmaatschappij) activiteiten verricht. [naam 1] was destijds (2009) enig (indirect) aandeelhouder van HyET B.V. Hyet Holding B.V. was de moedermaatschappij.

2.4.

In een e-mail van [naam 1] van 2 juni 2009 aan onder anderen [eiser 1] en [eiser 2] staat onder meer:

“(…)

Er zijn nooit harde percentages afgesproken. (…) [eiser 2] heeft daarbij heel duidelijk aangegeven dat hij voorkeur voor aandelen heeft in de holding. Verder is ook besproken dat bij verdunning door het instappen van nieuwe investeerders jullie van zelfsprekend mee verdunnen. Ik heb toegezegd om een voorstel te maken voor de constructie en de tegenprestatie. Daarvoor waren de randvoorwaarden tot vandaag onvoldoende bekend, [gedaagde 4] , rb] heeft hier namelijk een belangrijke (doorslaggevende) stem in. (…)

Hierbij dus (…) het toegezegde voorstel.

HyET BV, de nieuwe werkmaatschappij, reserveert/geeft uit, totaal 10% van de aandelen voor alle werknemers, toekomstige werknemers, denktankers en toekomstige denktankers, en [eiser 2] , [naam 2] en [naam 3] .

Het gaat hierbij om een totaal van ongeveer 100 mensen! (…) Er wordt tussen de werkmaatschappij en de holding een exclusieve licentie overeenkomst gemaakt. Mocht het mis gaan met de werkmaatschappij, en de holding richt een nieuwe werkmaatschappij op met de zelfde activiteit, zullen we nu proberen om contractueel jullie deelname hierin op vergelijkbare conditie te garanderen.

Voorstel:

[eiser 2] , [naam 2] en [naam 3] krijgen 50% van de uit te geven 10% aandelen. (…)

Het gaat hier om een deelname in een bedrijf met een enorm potentieel. Met de deelname van [gedaagde 4] in HyET zijn de kansen op succes enorm toegenomen, en daarmee de kans dat jullie veel geld verdienen, oplopend tot vele miljoenen. (…)”

2.5.

Op 4 juni 2009 heeft [naam 1] aan [eiser 1] een e-mail gestuurd waarin hij uitlegt dat aandeelhouders geen ander risico lopen dan hun investering kwijt te raken. Verder staat in deze mail:

“ (…) De bedoeling was ooit om jullie mee te laten delen in een eventueel succes, dat is niet veranderd.

Alle aandeelhouders komen in het zelfde bedrijf; de werkmaatschappij (jullie (…)).

(…)

De Holding doet niets behalve het financieren van de werkmaatschappij, en het beheren van de octrooien. (…) Er komt een exclusieve licentie tussen werkmaatschappij en Holding, waarbij de werkmaatschappij de kennis rechten af staat aan de holding maar ze exclusief mag toepassen. (…) Holding krijgt kale instandhouding vergoeding van werkmaatschappij.”

2.6.

Begin november 2009 is [gedaagde 4] benoemd tot directeur van de toenmalige Hyet Groep en van gedaagden 1 en 2. Een deel van de aandelen in de toenmalige werkmaatschappij HyET B.V. is verkocht aan [gedaagde 3] .

2.7.

Hyet Holding B.V. werd eind november 2009 omgevormd tot een holding van [naam 1] (en zijn nazaten). De toenmalige werkmaatschappij HyET B.V. werd de nieuwe holding ‘Hyet Holding B.V.’, gedaagde 2 in dit geding. Daarnaast werd een nieuwe werkmaatschappij opgericht Hydrogen Efficiency Technologies (Hyet) B.V., gedaagde 1 in dit geding. In 2018 kreeg deze vennootschap haar huidige naam.

2.8.

[naam 1] is overleden 2009.

2.9.

Op 1 juli 2010 heeft de Holding aan de werkmaatschappij in een ‘technology license agreement’ een exclusieve licentie verleend voor 5 jaar, tegen een vergoeding van 22,5% over de verkopen. Daarbij vertegenwoordigde [gedaagde 4] beide vennootschappen.

2.10.

De werkmaatschappij heeft op 14 juli 2010 bevestigd dat zij intellectueel eigendom van de Holding heeft doorontwikkeld op verzoek van de Holding, en de daaruit voorvloeiende rechten overgedragen aan de Holding, in een R&D overeenkomst. Daarbij vertegenwoordigde [gedaagde 4] beide vennootschappen.

2.11.

In september 2010 heeft elke eiser een Stock Appreciation Rights overeenkomst (hierna: de SARs-overeenkomsten) gesloten met “ Hyet B.V”, vertegenwoordigd door [gedaagde 4] als directeur. Dit in de vorm van een door de betrokkenen geparafeerde en ondertekende brief. In de SARs-overeenkomsten is het KvK-nummer van ‘Hyet B.V.’ opgenomen.

In de SARs-overeenkomsten staat onder meer:

“(…) Middels deze brief willen wij jou uitnodigen te participeren in het Stock Appreciation Rights (“SARs”) programma van Hydrogen Efficiency Technologies (HyET) B.V. (hierna HyET). Deze participatie is bedoeld om een nog intensievere binding tussen jou en HyET te bewerkstellingen, en als extra stimulans bij te dragen tot waardevermeerdering en prestatieverbetering van de onderneming. Deze participatie biedt jou de mogelijkheid om mee te kunnen delen in de verdere groei van HyET.

Een SAR kan het beste omschreven worden als een recht op een eventuele winstdeling in HyET gedurende een bepaalde periode. (…)

Toekenning

HyET kent (…) 100 Stock Appreaciation Rights toe (…).

Looptijd

1. De toekenning vindt plaats per heden en geldt voor onbepaalde tijd.

(…)

Vaststelling waarde

A) De waarde van een SAR wordt vastgesteld aan de hand van de nettowinst (…) van de onderneming.

B) In geval van verkoop van tenminste 10% van de geplaatste aandelen in Hyet aan een derde geldt dat, enkel indien deelnemer wenst zijn SARs eveneens te verkopen, in afwijking van de waarderingsformule dat de door de derde aan Hyet toegekende waarde tevens zal gelden voor de toepassing van de SAR-regeling. (…)

C) In geval van verkoop van >90% van de geplaatste aandelen in Hyet Holding B.V. aan een derde geldt, in afwijking van de waarderingsformule;

1: de EBIT van HyET maal dezelfde multiplier als de multiplier die voor Hyet Holding B.V. is bepaald (…);

2: de afbetaling van de resterende uitstaande leningen aan de aandeelhouder(s) binnen de Hyet Groep (Hyet Holding en Hyet) worden in mindering gebracht op de waarderingsformule;

3: samenvattend (…) (EBIT Hyet × mulitiplier Hyet Holding B.V. minus uitstaande leningen aan aandeelhouder(s).

(…)

Na verkoop van de geplaatste aandelen in Hyet Holding B.V. kunnen aan deze Sars overeenkomsten geen rechten meer worden ontleend.

(…)

Wijze van uitoefening

1. (…) De directie van Hyet maakt jaarlijks voor 1 juli de afrekenwaarde van de SARs per ultimo van het voorgaande boekjaar bekend. Binnen vijf (5) maanden na afloop van een jaar (…) dient de deelnemer aan de directie van HyET middels het bijgesloten formulier “Formulier Uitoefening SARs” kenbaar te maken welk aantal SARs dat nog niet is uitgeoefend hij/zij wil uitoefenen.

Aanpassing voorwaarden

1. Indien er gedurende de looptijd van het SAR-programma sprake is van wijziging van het geplaatste aandelenkapitaal, terugbetaling op aandelen of afstempeling van aandelen, of een vergelijkbare situatie als hier bedoeld, heeft de directie van HyEt naar redelijkheid en billijkheid het recht (a) de waarderingsgrondslag van de SARs en (b) de voorwaarden waaronder de SARs zijn toegekend, eenzijdig te wijzigen. (…)”

Bijlage 1 bij de overeenkomst is het daarin genoemde uitoefenformulier SAR-regeling. Daar staat op dat het moet worden gestuurd aan “de directie van Hydrogen Efficiency Technologies B.V.”, het huidige Hyet B.V.

2.12.

Hyet B.V. en [eiser 3] hebben op 29 december 2011 een ‘Addendum Stock Appreciation Rights’ gesloten waarin aan [eiser 3] een prestatie-afhankelijke mogelijkheid is gegeven tot uitbreiding van zijn SARs-rechten. Op het voor die overeenkomst gebruikte briefpapier staat “HyET Hydrogen Efficiency Technology” en het KvK-nummer van die onderneming.

2.13.

De SARs zijn nooit uitgeoefend door [eisers]

2.14.

[gedaagde 4] heeft namens Hyet B.V. op 10 mei 2021 de SARs-overeenkomsten met [eisers] opgezegd per 15 mei 2021.

2.15.

Vervolgens in 2021 heeft de onderneming Fortescue Future Industries (hierna: FFI) een belang van 60% verworven in Hyet Holding.

3 Het geschil

3.1.

[eisers] vordert - samengevat - om uitvoerbaar bij voorraad:

Primair

I. voor recht te verklaren dat de SARs-overeenkomsten niet-rechtsgeldig zijn beëindigd en voor recht te verklaren dat de SARs-houders recht hebben op een vervangende schadevergoeding;

Subsidiair

II. voor recht te verklaren dat de SARs-overeenkomsten niet rechtsgeldig opgezegd konden worden, omdat geen zwaarwegende grond voor opzegging aanwezig was, althans geen redelijke opzegtermijn in acht is genomen, althans dat niet rechtsgeldig kon worden opgezegd zonder betaling van een schadevergoeding;

Primair en subsidiair

III. Hyet c.s. hoofdelijk, althans Hyet B.V. en/of op basis van vereenzelviging Hyet Holding hoofdelijk, te veroordelen tot betaling van in totaal € 4.470.952,65 als volgt:

a. aan [eiser 1] € 892.405,72;

b. aan [eiser 3] € 2.686.141,21;

c. aan [eiser 2] € 892.405,72,

te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 mei 2021 tot aan de dag van algehele betaling;

Meer subsidiair

IV. voor recht te verklaren dat sprake is van ongerechtvaardigde verrijking van [gedaagde 3] , althans van [gedaagde 4] ;

V. [gedaagde 3] , althans [gedaagde 4] , te veroordelen tot betaling van in totaal € 4.470.952,65 als volgt:

d. aan [eiser 1] € 892.405,72;

e. aan [eiser 3] € 2.686.141,21;

f. aan [eiser 2] € 892.405,72,

te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 mei 2021 tot aan de dag van algehele betaling;

Meer meer subsidiair

VI. voor recht te verklaren dat sprake is van wederzijdse dwaling, althans van dwaling van de SARs-houders, alsmede de gevolgen van de SARs-overeenkomsten ter opheffing van het nadeel dat de SARs-houders hebben geleden te wijzigen;

VII. Hyet c.s. hoofdelijk, althans Hyet en/of op basis van vereenzelviging Hyet Holding hoofdelijk, te veroordelen tot betaling van in totaal € 4.470.952,65 als volgt:

g. aan [eiser 1] € 892.405,72;

h. aan [eiser 3] € 2.686.141,21;

i. aan [eiser 2] € 892.405,72,

te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 mei 2021 tot aan de dag van algehele betaling;

Uiterst subsidiair

VIII. voor recht te verklaren dat [gedaagde 4] jegens de SARs-houders een onrechtmatige daad heeft gepleegd en hiervoor in zijn hoedanigheid van uitvoerend bestuurder van Hyet Holding en Hyet aansprakelijk is;

IX. [gedaagde 4] te veroordelen tot betaling van in totaal € 4.470.952,65 als volgt:

j. aan [eiser 1] € 892.405,72;

k. aan [eiser 3] € 2.686.141,21;

l. aan [eiser 2] € 892.405,72,

te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 mei 2021 tot aan de dag van algehele betaling;

In alle gevallen

X. Hyet c.s. hoofdelijk te veroordelen in de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.

3.2.

Hyet c.s. voert verweer. Hyet c.s. concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eisers] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eisers] in de proceskosten en de nakosten te vermeerderen met wettelijke rente.

3.3.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4 De beoordeling

Rechtsmacht en toepasselijk recht

4.1.

[gedaagde 3] is gevestigd in het buitenland en daarmee heeft de zaak deels een internationaal karakter. Omdat de rechtsmacht niet is bestreden, is de Nederlandse rechter (internationaal) bevoegd ook kennis te nemen van de vorderingen tegen [gedaagde 3] . Tussen partijen staat vast dat Nederlands recht van toepassing is op het geschil tussen [eisers] en [gedaagde 3] .

Waar gaat de zaak over

4.2.

Tussen partijen is in geschil of [eisers] na de opzegging van de SARs-overeenkomsten aanspraak kan maken op een vergoeding voor de waardeontwikkeling binnen Hyet Holding. Aan ieder van eisers is na de opzegging een vergoeding van € 5.000,- aangeboden. Volgens [eisers] volstaat die vergoeding niet. Hyet c.s. ziet dat anders.

4.3.

[eisers] stelt dat hij van [naam 1] in 2009 de toezegging heeft gekregen mee te delen in de waardestijging van álle Hyet-vennootschappen en dus ook in die van de Holding. Dat is vastgelegd in de SARs-overeenkomsten. De SARs-overeenkomsten zijn niet rechtsgeldig opgezegd. Het betreft overeenkomsten die naar hun aard en bedoeling niet opzegbaar zijn. De schadevergoeding die als gevolg van de onregelmatige opzeggingen aan [eisers] moet worden voldaan, kan worden bepaald aan de hand van de door FFI betaalde koopprijs voor de aandelen. Immers, uitgaande van de toezegging door [naam 1] en de SARs-overeenkomsten omvat een waardestijging van de Hyet vennootschappen ook die van de Holding. Verder is er alles aan gedaan om de werkmaatschappij Hyet B.V. leeg te halen. Buiten medeweten van [eisers] heeft een herstructurering van de Hyet vennootschappen plaatsgevonden als gevolg waarvan de oorspronkelijke werkmaatschappij de financiële Holding werd. Door de twee licentie overeenkomsten zijn extreem hoge door Hyet B.V. aan Hyet Holding te betalen royaltykosten in rekening gebracht. Het is in strijd met de redelijkheid en billijkheid dat [gedaagde 3] een grote som geld heeft ontvangen na de verkoop van de geplaatste aandelen en [eisers] met niets achterblijft.

4.4.

Hyet c.s. acht de opzegging met daarbij het aanbod om € 5.000,- te betalen aan ieder van eisers regelmatig. De SARs-overeenkomsten zijn gesloten met de werkmaatschappij Hyet B.V. en de waarde van die onderneming is relevant voor de waarde van de SARs. Van meet af aan was voor [eisers] helder dat de waarde van de Hyet vennootschappen zou worden opgebouwd op het niveau van de Holding en niet binnen de werkmaatschappij. Noch een toezegging van [naam 1] , noch de SARs-overeenkomsten bieden ruimte om aan te nemen dat [eisers] deelt in de waarde(vermeerdering) van de Holding. De SARs-rechten hebben geen waarde.

4.5.

Om de verschillende vorderingen te kunnen beoordelen, moet eerst worden vastgesteld wat partijen zijn overeengekomen en in het bijzonder of enige waarde(stijging) binnen Hyet Holding toekomt aan [eisers] Vervolgens zal de rechtmatigheid van de opzegging van de SARs-overeenkomsten worden beoordeeld. Ook de andere grondslagen van de vorderingen zullen aan de orde komen.

Wat zijn partijen overeengekomen?

4.6.

Partijen verschillen van mening over de inhoud van de afspraken die zijn gemaakt. De stellingen van partijen nopen tot uitleg van de afspraken. Bij die uitleg is van belang welke betekenis partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan elkaars verklaringen en gedragingen mochten toekennen en wat zij in dat verband redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.

4.7.

De stelling van [eisers] dat hij deelt in de waarde(vermeerdering) van alle Hyet vennootschappen en ook in die van de Holding, vindt geen steun in de ‘toezegging’ van [naam 1] en ook niet in de SARs-overeenkomsten (waarmee wordt bedoeld de overeenkomsten van september 2010 van [eisers] en de aanvullende SARs-overeenkomst van [eiser 3] uit december 2011).

In de SARs-overeenkomsten (2.11) staat expliciet dat een SAR recht geeft op een eventuele winstdeling in Hyet, waarbij Hyet de afkorting is van Hydrogen Efficiency Technologies (HyET) B.V., dus de huidige werkmaatschappij. In de SAR’s-overeenkomsten staat het KvK-nummer van de werkmaatschappij vermeld. Ook in de overeenkomst die in december 2010 is gesloten met [eiser 3] wordt de werkmaatschappij genoemd. De overeenkomsten zijn door [gedaagde 4] ondertekend namens ‘Hyet BV’. Dit zijn de eerste aanknopingspunten dat de SARs-overeenkomsten betrekking hebben op de werkmaatschappij.

4.8.

Onder de ‘vaststelling waarde’ is in de SARs-overeenkomsten omschreven op welke wijze de waarde van een SAR wordt bepaald. Onder A staat dat de waarde wordt vastgesteld aan de hand van de nettowinst van ‘de onderneming’. Gelet op tekst van de overeenkomst moet daarmee zijn bedoeld de werkmaatschappij Hyet B.V. In de onderdelen B en C onder ‘Vaststelling waarde’ wordt zowel de werkmaatschappij als de Holding genoemd. De verkoop van geplaatste aandelen in Hyet Holding is voor de waarde van de SAR pas relevant bij een verkoop van 90% of meer van de geplaatste aandelen in Hyet Holding (onder C). Die situatie doet zich niet voor nu niet meer dan 90% van de aandelen is verkocht. Dat in de SARs-overeenkomsten afzonderlijk de ‘Holding’ en ‘Hyet’ worden benoemd, laat wel zien dat daarin een helder onderscheid is gemaakt tussen enerzijds de werkmaatschappij (‘Hyet’) en anderzijds de Holding (‘Hyet Holding B.V.’). Dat moet voor [eisers] kenbaar zijn geweest en Hyet c.s. mocht daarvan uitgaan. Daartoe is ook van belang dat de SARs-overeenkomsten naar eigen zeggen van [eisers] zijn gesloten na lang onderhandelen. Partijen hebben diverse versies van de SARs-overeenkomsten met elkaar gewisseld. [eiser 3] heeft verklaard dat hij een deel van de overeenkomst (onderdeel bij ‘vaststelling waarde’) zelf heeft geschreven. Het is onder die omstandigheden des te meer dat aan de tekst van de overeenkomst grote waarde mag worden gehecht. Die tekst is voor wat betreft het onderscheid tussen de diverse Hyet-vennootschappen en de rechten die [eisers] zou verkrijgen duidelijk. De SARs hebben betrekking op de waarde van enkel de werkmaatschappij Hyet B.V.

4.9.

[eisers] voert aan dat aan de hand van de toezeggingen van [naam 1] in 2009 [eisers] erop mocht vertrouwen dat de SARs inhielden het recht om te profiteren van een waardestijging van (ook) de Holding. Het is de vraag welke waarde nog kan worden gehecht aan eerder gedane toezeggingen, in dit geval die van [naam 1] ruim een jaar voordat de SARs-overeenkomsten werden gesloten. Over de SARs-overeenkomsten is ná de e-mails van [naam 1] van juni 2009 (2.4 en 2.5) onderhandeld. In september 2010 zijn de SARs-overeenkomsten gesloten. Die overeenkomsten vormen het sluitstuk van de onderhandelingen. Daarom is in de eerste doorslaggevend wat partijen over en weer redelijkerwijs mochten verwachten op basis van de SARs-overeenkomsten. Maar ook als naar de toezeggingen van [naam 1] wordt gekeken, lag de focus in 2009 al op het kunnen profiteren van een waardestijging van de werkmaatschappij. Uit de toezeggingen kan niet worden afgeleid dat een waardevermeerdering van de Holding daar ook onder viel. Evenmin blijkt daaruit dat [eisers] voor hun werkzaamheden in de opstartfase hoe dan ook een beloning zou krijgen. [naam 1] heeft het over een ‘enorm potentieel’ en ‘de kans dat jullie veel geld verdienen’, niet over een gegarandeerde vergoeding.

4.10.

Tot slot heeft Hyet c.s. onderbouwd gesteld dat van meet af aan duidelijk was of dat voor [eisers] duidelijk moet zijn geweest dat de waardestijging zou plaatsvinden in de Holding en niet in de werkmaatschappij. Voordat de SARs-overeenkomsten werden getekend, was de nieuwe structuur uitgevoerd; de toenmalige werkmaatschappij werd de Holding en Hyet B.V. (de huidige werkmaatschappij) was al opgericht. Dat de structuurwijziging buiten medeweten van [eisers] is gedaan en dat daarvan het gevolg is geweest dat hun rechten ongeoorloofd zijn uitgehold, is niet gebleken. [eisers] had zich bewust moeten zijn van de structuurwijziging en van het feit dat een nieuwe werkmaatschappij was opgezet (de vennootschap waarmee [eisers] de SARs-overeenkomsten aangingen). In de e-mail van [naam 1] van 2 juni 2009 wordt al ‘de nieuwe werkmaatschappij’ genoemd en daarin schrijft [naam 1] over het sluiten van een exclusieve licentie overeenkomst tussen de werkmaatschappij en de Holding. [eisers] kon daarom ook weten dat de Holding de intellectuele eigendom zou (gaan) bezitten en dat daarin de waarde zou worden opgebouwd. De door [eisers] geschetste situatie dat de werkmaatschappij opzettelijk is leeggehouden door het aanpassen van de structuur van de vennootschappen en door de twee licentie overeenkomsten, is niet komen vast te staan. Voor zover [eisers] stelt dat om die reden de SARs-rechten recht zouden moeten geven op de waardegroei van de Holding, wordt [eisers] daarin niet gevolgd.

4.11.

[eiser 3] heeft tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat hij ervan mocht uitgaan dat hij de SARs-overeenkomst aanging met de Holding, mede gezien twee andere door hem gesloten overeenkomsten (zijn arbeidsovereenkomst en het addendum) en de correspondentie die hij daarover heeft gevoerd. De correspondentie is niet in het geding gebracht en ook is niet concreet toegelicht in welke zin die correspondentie tot een andere uitleg van de SARs-overeenkomsten kan leiden. Daaraan gaat de rechtbank voorbij.

4.12.

Tot slot is van vereenzelviging van Hyet B.V. en Hyet Holding geen sprake. Tussen de beide vennootschappen is steeds een duidelijk onderscheid gemaakt, in de toezegging van [naam 1] werd al gesproken over een (nieuwe) werkmaatschappij en een Holding en in de SARs-overeenkomsten worden beide vennootschappen afzonderlijk benoemd.

4.13.

De slotsom van het voorgaande is dan ook dat [eisers] niet mocht verwachten mee te delen in de waardegroei van Hyet Holding.

Opzegging

4.14.

Tussen partijen is in geschil of de opzegging van de SARs-overeenkomsten rechtsgeldig heeft plaatsgevonden.

4.15.

Het doel van de SARs-overeenkomsten was dat [eisers] jaarlijks de SARs kon uitoefenen. Daaraan is geen eindtijd gekoppeld, tenzij zich één van de situaties als bedoeld onder B of C (onder ‘vaststelling waarde’) voordoet (de zogeheten exit-bepalingen). Daarvan is in dit geval geen sprake. De situatie onder B doet zich niet voor, omdat daarmee niet de Holding is bedoeld, maar de werkmaatschappij en daarin niet meer dan 10% van de geplaatste aandelen is verkocht aan een derde. De situatie onder C is niet van toepassing, omdat niet meer dan 90% van de aandelen in Hyet Holding is verkocht aan een derde.

Verder is van belang dat de toekenning voor onbepaalde tijd geldt. Het gaat hier dan ook om een overeenkomst die voor onbepaalde tijd is aangegaan. Of, en zo ja onder welke voorwaarden een overeenkomst voor onbepaalde tijd opzegbaar is, wordt bepaald door de inhoud daarvan en door de toepasselijke wettelijke bepalingen. Als de wet of een (duur)overeenkomst voorziet in een regeling van de opzegging kunnen, indien de wet en hetgeen tussen partijen is overeengekomen daarvoor ruimte laten, de eisen van redelijkheid en billijkheid in verband met de aard en inhoud van de overeenkomst en de omstandigheden van het geval, op grond van artikel 6:248 lid 1 BW meebrengen dat aan de opzegging nadere eisen gesteld worden.

4.16.

Hyet B.V. heeft een opzegtermijn van vijf dagen in acht genomen. Dat is een korte termijn. Het gaat om rechten met de mogelijkheid om deze jaarlijks te innen. Verder bestonden de overeenkomsten al elf jaar. In alle redelijkheid had van Hyet B.V. verwacht kunnen worden dat een langere opzegtermijn in aanmerking zou zijn genomen. Doorgaans is het zo dat de schade bij een langere opzegtermijn wordt beperkt. In dat geval immers kunnen de voordelen die uit die overeenkomst voortvloeien langer worden genoten. In dit geval doet zich de bijzondere situatie voor dat de SARs geen waarde hadden op het moment van de opzegging, omdat de werkmaatschappij geen voor de SARs relevante waarde had. De SARs zijn nooit van enige waarde geweest. De werkmaatschappij heeft geen winst gemaakt. Dat staat vast. [eisers] heeft ook verklaard dat het in de rede lag dat de werkmaatschappij in de aanloopfase geen winst zou maken. Verder heeft [eisers] niet gesteld en is ook niet gebleken dat de activiteiten van Hyet B.V. binnen enkele jaren rendabel worden en het in acht nemen van een langere opzegtermijn ertoe zou leiden dat [eisers] de SARs feitelijk nog kan uitoefenen. Dat maakt ook dat als op langere termijn zou zijn opgezegd, [eisers] nog steeds geen afrekenwaarde zou ontvangen. Hyet B.V. heeft een vergoeding van € 5.000,- aangeboden, terwijl de SARs geen waarde hebben. Die vergoeding is meer dan redelijk. Dit alles maakt dat van een onregelmatige opzegging geen sprake is.

4.17.

Tot slot hebben de twee licentie overeenkomsten er niet toe geleid dat de waardestijging buiten het bereik van de SARs-houders is gebleven. Hyet c.s. heeft onweersproken gesteld dat er nooit een verkoop of omzet is geweest waaruit een licentie betaling is voortgekomen. Voor zover [eisers] betoogt dat opzettelijk geen waardestijging van Hyet B.V. heeft plaatsgevonden, hoeft die stelling geen nadere bespreking.

4.18.

Ook het beroep van [eisers] op de redelijkheid en billijkheid maakt het voorgaande niet anders. Dit omdat [eisers] er redelijkerwijs niet op mocht vertrouwen dat de SARs-rechten tot een voordeel zouden leiden bij een waardevermeerdering van de Holding. [gedaagde 3] en/of [gedaagde 4] hebben met de aandelentransactie – zonder [eisers] daarvan te laten profiteren – niet gehandeld in strijd met de bedoeling van partijen.

4.19.

De primaire en subsidiaire vordering hebben betrekking op de opzegging van de SARs-overeenkomsten. Die vorderingen worden afgewezen.

Ongerechtvaardigde verrijking

4.20.

[eisers] stelt dat [gedaagde 3] , dan wel [gedaagde 4] , 60% van ruim 33 miljoen euro heeft ontvangen van FFI voor het verwerven van een belang van 60% in Hyet Holding. Van ongerechtvaardigde verrijking is sprake, omdat de toezegging aan [eisers] dat zij meeprofiteert van een waardevermeerdering van alle Hyet-vennootschappen niet is nagekomen. [gedaagde 3] of [gedaagde 4] is ten koste van [eisers] ongerechtvaardigd verrijkt, aldus [eisers] [gedaagde 3] en [gedaagde 4] bestrijden dit.

4.21.

Zoals uit het voorgaande volgt, kon [eisers] redelijkerwijs niet verwachten dat een waardestijging in een andere vennootschap dan Hyet B.V. tot een voordeel zou leiden voor de SARs-houders. Daarom is van een ongerechtvaardigde verrijking geen sprake en faalt deze grondslag.

Dwaling

4.22.

[eisers] beroept zich erop te hebben gedwaald bij het sluiten van de SARs-overeenkomsten (in de zin van artikel 6:228 lid 1 sub a van het Burgerlijk Wetboek (BW)). Uit de mededelingen en toezeggingen die zijn gedaan, mocht [eisers] redelijkerwijs afleiden dat hij zou meedelen in de waardegroei van de Hyet-vennootschappen en ook in die van de Holding. Aan hem is een beloning in het vooruitzicht gesteld die zou kunnen uitgroeien tot in de ‘vele miljoenen’. Het heeft er alle schijn van dat ook [gedaagde 4] , althans Hyet B.V., die veronderstelling had in september 2010. In dat geval is sprake van wederzijdse dwaling (in de zin van artikel 6:228 lid 1 sub c BW ).

Hyet c.s. betwist dat als gevolg van enige inlichting van Hyet B.V. [eisers] heeft gedwaald bij het aangaan van de SARs-overeenkomsten.

4.23.

In het kader van de stelplicht ligt het op de weg van [eisers] om hun stelling handen en voeten te geven, bijvoorbeeld door concreet te stellen welke mededelingen zijn gedaan en door wie. Zoals uit het voorgaande blijkt kon [eisers] er niet van uit gaan dat de waardevermeerdering van de Holding via de SARs-rechten aan hen toekomt. [eisers] lijkt de gestelde dwaling te baseren op de mededeling in de e-mail van [naam 1] van 2 juni 2009 ‘de kans dat jullie veel geld verdienen, oplopend tot vele miljoenen’. Daarin valt geen concrete belofte te lezen. [naam 1] heeft slechts een mogelijkheid geduid. Verder schrijft [naam 1] ook dat het mis kan gaan met de werkmaatschappij. In zijn e-mail van 4 juni 2009 aan [eiser 1] heeft [naam 1] het over een ‘eventueel succes’, niet over een gegarandeerd succes. Voor zover [eisers] een onjuiste voorstelling van zaken heeft gehad, komt dat voor hun eigen rekening. Het beroep op dwaling faalt. Het verjaringsverweer van Hyet c.s. behoeft geen bespreking.

Onrechtmatig handelen

4.24.

[eisers] verwijt [gedaagde 4] onrechtmatig handelen. De rechtbank begrijpt de stellingen van [eisers] aldus dat zij [gedaagde 4] aanspreekt in hoedanigheid van (indirect) bestuurder. Hyet c.s. bestrijdt het gestelde onrechtmatig handelen.

4.25.

Een bestuurder kan naast de vennootschap aansprakelijk zijn (i) wanneer de bestuurder bij het namens de vennootschap aangaan van verbintenissen wist of redelijkerwijze behoorde te begrijpen dat de vennootschap niet aan haar verplichtingen zou kunnen voldoen en geen verhaal zou bieden of (ii) indien het handelen of nalaten van de bestuurder ten opzichte van de schuldeiser in de gegeven omstandigheden anderszins zodanig onzorgvuldig is dat hem daarvan persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt. [eisers] heeft geen feiten en omstandigheden gesteld waaruit kan worden afgeleid dat de aangesproken vennootschappen onrechtmatig hebben gehandeld jegens [eisers] en dat [gedaagde 4] als (indirect) bestuurder daarvan een persoonlijk ernstig verwijt kan worden gemaakt. Ook is niet gebleken dat [gedaagde 4] onzorgvuldig heeft gehandeld richting [eisers] De omstandigheden die [eisers] noemt zijn er wederom in gelegen dat hij meent ten onrechte geen voordeel te hebben van de waardevermeerdering van de Holding. Zoals uit het voorgaande is gebleken, is geen sprake van het op onrechtmatige wijze leeghalen of leeghouden van de werkmaatschappij, het ongeoorloofd wijzigen van de organisatiestructuur van de Hyet vennootschappen of een andere situatie waarin de SARs-houders schade is toegebracht. Dat kort na de opzegging van de SARs-overeenkomsten de aandelenkoop door FFI heeft plaatsgevonden, is niet in strijd met een zorgvuldigheidsnorm. Dit heeft er niet toe geleid dat de SARs-houders ten onrechte niet de door hen gestelde waarde van de SARs hebben ontvangen. De SARs hadden immers geen waarde. Aansprakelijkheid van [gedaagde 4] is daarom niet vast komen staan.

Slotsom en kosten

4.26.

De vorderingen worden afgewezen.

4.27.

[eisers] is de partij die ongelijk krijgt en in de proceskosten zal worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Hyet c.s. als volgt vastgesteld:

- griffierecht

8.519,00

- salaris advocaat

7.998,00

(2,00 punten × € 3.999,00)

Totaal

16.517,00

4.28.

De gevorderde nakosten en de over de proces- en nakosten gevorderde wettelijke rente zijn als volgt toewijsbaar.

5 De beslissing

De rechtbank

5.1.

wijst de vorderingen af;

5.2.

veroordeelt [eisers] in de proceskosten, aan de zijde van Hyet c.s. tot dit vonnis vastgesteld op € 16.517,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na betekening van deze uitspraak tot de dag van volledige betaling,

5.3.

veroordeelt [eisers] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:

- € 163,00 aan salaris advocaat,

- te vermeerderen met € 85,00 aan salaris advocaat en met de explootkosten als [eisers] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden,

- en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van de vijftiende dag na betekening van deze uitspraak tot de dag van volledige betaling en

5.4.

verklaart de veroordelingen onder 5.2 en 5.3 uitvoerbaar bij voorraad.

Dit vonnis is gewezen door mr. Q.R.M. Falger, rechter, bijgestaan door mr. C.E.P. Honing, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 21 december 2022.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature