Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

NRC hoeft een artikel over twee fiscaal /juridisch adviseurs en hun onderneming niet te rectificeren.

Uitspraak



vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel

zaaknummer / rolnummer: C/13/724069 / KG ZA 22-894 AB/MB

Vonnis in kort geding van 18 november 2022

in de zaak van

1 [eiser 1] ,

wonende te [woonplaats] ,

2. [eiser 2],

wonende te [woonplaats] ,

3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

TAXECO ADVISEURS B.V.,

gevestigd te Amsterdam,

eisers bij dagvaarding op verkorte termijn van 31 oktober 2022 en akte wijziging van eis,

advocaat mr. D.B. Dubach te 's-Hertogenbosch,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

NRC MEDIA B.V.,

gevestigd te Amsterdam,

gedaagde,

advocaat mr. L. Oranje te Amsterdam.

1 De procedure

Op de zitting van 4 november 2022 hebben eisers, hierna ook [eiser 1] , [eiser 2] en TaXeCo, de vordering toegelicht, zoals die is omschreven in de dagvaarding en later is gewijzigd overeenkomstig punt 19 in de pleitnota. Zij hebben desgevraagd meegedeeld dat het hier niet om een aanvulling, maar om een wijziging van de eis gaat. Gedaagde, hierna NRC, heeft aan de hand van een vooraf toegezonden conclusie van antwoord, verweer gevoerd. Beide partijen hebben schriftelijke stukken en een pleitnota ingediend.

Ter zitting waren aanwezig:

- aan de kant van eisers: [eiser 1] , [eiser 2] en mr. Dubach;

- aan de kant van NRC: [naam 1] , [naam 2] , mr. Oranje en haar kantoorgenoot

mr. S.D.M. van Cassel;

Vonnis is bepaald op vandaag.

2. De feiten 2.1.

[eiser 2] en [eiser 1] zijn juridisch/fiscaal adviseurs en werken als zodanig samen in TaXeCo, waarvan zij beiden bestuurder zijn.

2.2.

TaXeCo huurde in 2017 kantoorruimte van de besloten vennootschap The Office Operators Infinity B.V. (TOO). Tussen TaXeCo en TOO is een geschil ontstaan. Bij vonnis van 7 februari 2019 heeft de kantonrechter TOO veroordeeld om de huurovereenkomst na 14 februari 2019 gestand te doen en in reconventie TaXeCo veroordeeld om een bedrag van € 8.944,11 aan achterstallige huur te voldoen.

2.3.

TXC Services, waarvan [eiser 2] volgens het Handelsregister tot 3 november 2021 indirect bestuurder was, had ook een geschil met TOO, en wel over muizenoverlast in de door TXC van TOO gehuurde ruimte. Ook dit heeft geleid tot een procedure bij deze rechtbank, waarbij [eiser 2] als gemachtigde optrad. TXC heeft daarin de behandelend kantonrechter gewraakt, omdat die volgens haar vooringenomen was. Vervolgens heeft TXC de wrakingskamer gewraakt. Bij vonnis van 3 november 2021 heeft de rechtbank Noord-Holland deze verzoeken afgewezen. In dit vonnis staat onder meer:

“Alles overziend komt de wrakingskamer tot het oordeel dat geen feiten of omstandigheden zijn gesteld of gebleken die zouden moeten leiden tot de conclusie dat er gronden zijn voor het aannemen van objectiveerbare partijdigheid of een objectiveerbare schijn van partijdigheid bij de rechter, waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Het wrakingsverzoek is daarom ongegrond en moet worden afgewezen.”

De wrakingskamer heeft vervolgens bepaald dat een volgend verzoek tot wraking niet in behandeling zou worden genomen, omdat TXC misbruik maakte van het wrakingsmiddel en meerdere wrakingsverzoeken, die elke redelijke grondslag ontbeerden, had ingediend tegen de wrakingskamer.

2.4.

Bij vonnis van 26 januari 2022 heeft de rechtbank Noord-Holland de huurovereenkomst tussen TOO en TXC ontbonden en TXC veroordeeld tot voldoening van een huurachterstand van € 106.372,89 aan TOO.

2.5.

TaXeCo heeft in 2021 voor een vordering van € 133.272,00 beslag gelegd op personenauto’s en tegoeden bij PSV en Ajax van een ex-cliënt, een spelersmakelaar in de voetballerij. Het ging om een niet betaalde rekening voor door TaXeCo voor die spelersmakelaar verrichte werkzaamheden. Uit een document van 10 augustus 2020 bleek later dat TaXeCo met deze cliënt een vaste prijsafspraak had gemaakt voor in totaal € 17.000,00.

2.6.

Bij vonnis van 14 juli 2021 heeft de voorzieningenrechter van deze rechtbank dat beslag opgeheven. In dat vonnis staat onder meer:

“TaXeCo had het document van 10 augustus 2020 vanzelfsprekend met het (eerste) beslagrekest mee moeten sturen, aangezien het door TaXeCo ingenomen standpunt dat dit voor de beoordeling van haar vordering irrelevant zou zijn volstrekt onhoudbaar is. [spelersmakelaar] heeft terecht betoogd dat TaXeCo door dat na te laten de voorzieningenrechter aan wie het beslagrekest is voorgelegd op het verkeerde been heeft gezet, wat een ernstige schending oplevert van artikel 21 Rv.”

2.7.

Bij arrest van 5 juli 2022 heeft het gerechtshof Amsterdam het vonnis van 14 juli 2021 bekrachtigd. In het arrest is daartoe het volgende overwogen:

“4.7 Het hof is van oordeel dat [spelersmakelaar] summierlijk de ondeugdelijkheid heeft aangetoond van de vordering waarvoor TaXeCo beslagen heeft gelegd en dat de voorzieningenrechter de beslagen terecht heeft opgeheven.

4.8

Het hof stelt vast dat TaXeCo het door haar ingeroepen recht (…) ook in een bodemprocedure bij de rechtbank Amsterdam heeft ingeroepen. (…) Bij vonnis van 13 april 2022 heeft de rechtbank Amsterdam deze vorderingen na een inhoudelijke beoordeling afgewezen.

4.9 (…)

TaXeCo heeft weliswaar hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 13 april 2022 in de bodemprocedure, maar heeft ter gelegenheid van de mondelinge behandeling in deze kortgedingprocedure geen stellingen ingenomen die de conclusie kunnen dragen dat dit vonnis een misslag kent. In de onderhavige procedure heeft TaXeCo ook geen (wezenlijk) andere feiten of omstandigheden aangevoerd en/of andere stellingen ingenomen dan in de bodemprocedure. Dat wat zij ten grondslag legt aan haar ingeroepen recht is niet consistent en er is geen begin van bewijs. Er is dan ook geen reden om in deze kortgedingprocedure voorshands anders te oordelen dan de rechter in de bodemprocedure heeft gedaan.

(…)

In hoger beroep had de spelersmakelaar voor het eerst ook vergoeding van zijn volledige proceskosten gevorderd. Die vordering is afgewezen. Daarover overwoog het Hof:

4.13 (…)

Alleen in buitengewone omstandigheden is een volledige vergoedingsplicht ter zake van proceskosten denkbaar. Hierbij dient te worden gedacht aan misbruik van procesrecht en onrechtmatige daad. (…) Bij het aannemen van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen door het aanspannen van een procedure past terughoudendheid

(…)

4.14

Aan de strenge maatstaf (…) is in het onderhavige geval niet voldaan. (…) De feiten en omstandigheden die TaXeCo heeft gesteld in het kader van het verkrijgen van de beslagverloven en het voeren van verweer in deze kortgedingprocedure, zijn weliswaar onvolledig en inconsistent, maar daarmee staat niet vast dat deze feiten en omstandigheden onjuist zijn of dat TaXeCo op voorhand moest begrijpen dat haar stellingen geen kans van slagen hadden. (…)Dat TaXeCo in rechte vooralsnog niet in haar standpunt is gevolgd en een overeengekomen recht op vergoeding van meerwerk niet hard heeft kunnen maken, sluit niet uit dat zij meent hierop in redelijkheid aanspraak te kunnen maken. Dat TaXeCo haar verweer in deze procedure baseert op stellingen waarvan zij op voorhand moest begrijpen dat deze geen kans van slagen hadden, is onvoldoende komen vast te staan.”

2.8.

In een e-mail van 23 juni 2022 11.32 uur heeft de Stichting Music@MeToo (hierna: de Stichting) aan mr. [naam 3] , advocaat, geschreven een melding te hebben ontvangen van een vrouw die stelt dat [naam 3] haar seksueel heeft misbruikt in de periode dat hij nog geen advocaat was. In het kader van wederhoor heeft de stichting aan [naam 3] gevraagd of het klopt dat hij tijdens een werk gerelateerd evenement zonder haar toestemming haar borsten heeft betast.

2.9.

Op 23 juni 2022 heeft de Stichting om 11.35 uur aan (een medewerker van) Talpanetwork, het volgende bericht gestuurd, met [eiser 2] in de CC:

“Onderwerp: persbericht i.v.m. melding tegen [naam 3] wegens vermeend seksueel misbruik

(…)

Zoals gisteren telefonisch besproken, tref je in de bijlage het persbericht van onze stichting aan. Wij hebben afgesproken dat jullie de primeur krijgen, voordat wij het persbericht gaan publiceren.”

In dat persbericht staat onder meer:

“Onze stichting heeft bij de heer [naam 3] wederhoor toegepast (…) maar de heer [naam 3] heeft nog geen reactie willen geven. Het betrokken slachtoffer wordt in deze kwestie vanaf heden bijgestaan door onze raadsman [eiser 2] van advieskantoor TaXeCo. Indien u over deze zaak vragen heeft, dan verwijst onze stichting u door naar de heer [eiser 2].”

2.10.

De Stichting heeft het persbericht op 23 juni 2022 om 13.35 uur naar het ANP gestuurd. Later op de dag, om 14.45 uur, heeft [naam 3] , in een bericht aan de Stichting, de beschuldiging, die zag op een gebeurtenis van meer dat 10 jaar daarvoor, toen hij nog bij de Koninklijke Marechaussee werkte, met klem van de hand gewezen. Op Twitter schreef hij:

“Donder toch op met jullie lasterlijke en verzonnen onzin. Jullie moeten je als stichting kapot schamen dat jullie dit soort valse beschuldigingen durven te formuleren en ook nog durven te verzenden.”

Om 15.03 uur die dag heeft het AD online een bericht over deze kwestie op haar website geplaatst. [naam 3] heeft aangifte van laster gedaan tegen de Stichting en tegen [eiser 2] .

2.11.

Voorzitter van de Stichting is een voormalige cliënte van TaXeCo, penningmeester is een zuster van [eiser 1] en een bekende van haar is de secretaris. De Stichting is thans op het zelfde adres gevestigd als TaXeCo.

2.12.

In een brief van 9 september 2020 aan [naam 4] , met kopie aan zijn ouders, hebben [eiser 2] en [eiser 1] , als juridisch adviseurs van diens ex, het over heftige incidenten uit het verleden, waarvan bewijsmateriaal zou bestaan. Deze ex zou door een journalist, die bezig is met een boek over de familie [naam familie] , zijn benaderd met gevoelige vragen, maar tot dan toe hebben geweigerd om die te beantwoorden. [eiser 1] en [eiser 2] stellen [naam familie] in de brief voor om een minnelijke regeling te treffen in deze privékwestie voordat het boek te koop zal zijn.

2.13.

In een brief van 6 oktober 2022 heeft het OM aan de advocaat van [eiser 2] en [eiser 1] geschreven: “Wij zijn voornemens uw cliënten te dagvaarden voor de meervoudige strafkamer van de rechtbank Amsterdam (…). Mocht u, anders dan het OM, van oordeel zijn dat het onderzoek nog niet is afgerond, dan kunt u uiterlijk binnen vier weken na dagtekening van deze brief uw onderzoekswensen kenbaar maken (…)”

2.14.

In een persbericht van 27 oktober 2022 van het OM staat onder meer:

“Het OM Amsterdam heeft besloten twee juridisch adviseurs te vervolgen wegens poging afdreiging. Beide verdachten zijn begin oktober van die beslissing op de hoogte gesteld.

Op 23 november 2020 heeft de familie [naam familie] ( [naam 5] en [naam 4] ) aangifte gedaan van afdreiging tegen de auteurs van een brief waarin bij de familie werd aangedrongen op een schikking met een ex-partner van [naam 4] alvorens er een ongeautoriseerde biografie over de familie [naam familie] in de handel zou komen. De brief was geschreven door twee juridisch adviseurs die de ex-partner bijstaan. Naar aanleiding van deze aangifte is de politie (…) een onderzoek gestart. (…) Het OM heeft besloten beide verdachten te zullen dagvaarden op verdenking van poging afdreiging. (…) Op 6 oktober 2022 (…) Op die dag had het Amsterdamse OM in een persbericht gemeld dat een aangifte van mishandeling die op 15 december 2020 tegen [naam 4] was ingediend, is geseponeerd wegens gebrek aan bewijs”

2.15.

Op 12 oktober 2022 is aan [eiser 2] en [eiser 1] , met het oog op een naderende publicatie, een door [naam 6] , journalist bij NRC, opgesteld ‘feitencomplex’ voorgelegd en is hun gevraagd een aantal vragen te beantwoorden.

Bij e-mail van 13 oktober 2022 hebben [eiser 2] en [eiser 1] [naam 6] meegedeeld niet op de vragen te zullen ingaan, aangezien deze volgens hen waren gebaseerd op een aantoonbaar onjuist feitencomplex, en hebben zij NRC gesommeerd om van de naderende publicatie af te zien. NRC heeft niet aan die sommatie voldaan. Eisers hebben op 19 oktober 2022 een datum gevraagd voor een kort geding en dat aan NRC meegedeeld.

2.16.

Op woensdag 26 oktober 2022 heeft NRC aangekondigd van plan te zijn ‘het artikel over TaXeCo in de loop van vrijdag online te publiceren en nog een aantal vragen gesteld. Ook heeft [naam 6] verscheidene malen verzocht om de meldster van de aanklacht tegen [naam 3] te spreken te krijgen, maar dat is niet gelukt. Bij

e-mail van 27 oktober 2022 heeft [eiser 2] NRC verzocht met publicatie te wachten totdat dit kort geding zou zijn behandeld. Aan dit verzoek heeft NRC niet voldaan.

2.17.

Op 30 oktober 2022 heeft NRC op haar website een artikel gepubliceerd over eisers, in de rubriek ‘Profiel’. Op 31 oktober 2022 verscheen het artikel in de papieren versie van de krant. Er staat onder meer het volgende in:

“In veel mediagenieke zaken duikt [eiser 2] op als adviseur. Nu wordt hij zelf vervolgd. Wie is deze Rocky van de Zuidas?

Fiscalist [eiser 2] en zijn compagnon [eiser 1] worden vervolgd door het OM, wegens een chantagepoging. Wat is de modus operandi van deze adviseurs? “wij namen het als enige op tegen [naam familie] ."

'Donder toch op met jullie lasterlijke en verzonnen onzin!' Slachtofferadvocaat [naam 3] is niet van de omfloerste taal. Zo ook niet als hij afgelopen juni een beschuldiging van seksueel misbruik tegen hem deelt met zijn zeventienduizend volgers op Twitter.

Een stichting heeft het gemunt op de advocaat die enkele slachtoffers van het schandaal rond talentenshow The Voice bijstaat. Een anonieme vrouw zou een onlinemelding hebben gedaan bij de politie over betasting tijdens "een evenement", toen [naam 3] nog officier was bij de Koninklijke Marechaussee. Stichting Music#MeToo probeert dit wereldkundig te maken via een persbericht, gestuurd naar ANP en ten minste één ander medium.

Niemand pikt het op. Maar wie zit er achter?

[naam 3] weet het zeker: de stichting zelf en haar juridisch adviseur, [eiser 2] . En ook het OM merkt die laatste inmiddels aan als verdachte, na de lasteraangifte die [naam 3] deed. Dat betekent dat [eiser 2] is ontboden voor verhoor op verdenking van laster: iemand doelbewust schaden door een beschuldiging met een verzonnen feit.

Het OM had hem al in het vizier. Deze maand werd bekend dat hij en zijn compagnon [eiser 1] vervolgd worden voor afdreiging van vader [naam 5] en zoon [naam 4] , een delict dat lijkt op chantage. Zelf zijn de twee juridische adviseurs zich van geen kwaad bewust: de gewraakte brief waarin zij in november 2020 [naam 4] proberen te bewegen tot een schikking met zijn ex-verloofde, hun cliënt [naam 7] , hebben ze daarom online gezet.

NRC onderzocht de modus operandi van hun advieskantoor Taxeco en zag hoe [eiser 2] en zijn mentor [eiser 1] steeds hun hand overspelen in zaken die ze voeren. Tegen [naam familie] , tegen [naam 3] , tegen een vastgoedbeheerder die ze tot huurcompensatie wilden dwingen en tegen een ex-cliënt die ze voor tienduizenden euro's aan kosten voor advieswerk wilden laten opdraaien. Ze laten een spoor van wrakingsverzoeken achter en slaan om zich heen met sommaties naar media.

(…)

Het OM heeft de aangifte tegen [naam 4] eerder deze maand geseponeerd wegens gebrek aan bewijs.

(…)

[eiser 2] , opgegroeid in [woonplaats] , werkt zich na zijn studie fiscale economie in Amsterdam in rap tempo omhoog bij KPMG Meijburg & Co. Maar in 2015 vertrekt hij als hij en zijn mentor, [eiser 1] , in conflict komen met een topbestuurder. Een breed uitgemeten ontslagzaak volgt, met vertrekvergoedingen van onbekende hoogten voor [eiser 2] en [eiser 1] . Beide ex-KPMG-ers doen daarna, los van elkaar, in NRC hun verhaal.

Ze beginnen een avontuur op eigen benen: Taxeco Belastingadviseurs en Juristen. ,,Mislukken is geen optie", zegt [eiser 2] begin 2017 in NRC. Waar [eiser 1] een bescheiden profiel aanhoudt, trekt [eiser 2] de aandacht. Journalist [naam 8] , tegenwoordig ook NRC-medewerker, beschrijft hem in 2018 in een profiel voor tijdschrift Quote, onder de kop 'Rocky Balboa van de Zuidas', naar de boksende underdog. Het is een bijnaam die [eiser 2] , zo zegt hij in het artikel, prefereert boven 'Baudet van het bedrijfsleven ', een suggestie van [naam 8] .

[eiser 2] springt bij media in het oog als hij een procedure begint tegen Justitieminister Ferd Grapperhaus, kort na het aantreden van Rutte III. Voordat hij minister werd was Grapperhaus advocaat aan de zijde van KPMG Meijburg in het arbeidsconflict met [eiser 2] en [eiser 1] . [eiser 2] beschuldigt hem van misleiding van de rechter in dat hoogopgelopen arbeidsconflict. De fiscalist vindt het "onaanvaardbaar" en "te lelijk om maar gewoon te accepteren". Zijn klacht wordt ongegrond verklaard bij de Raad én het Hof van Discipline - maar hij heeft zich laten gelden.

De dossiers waar [eiser 2] zich in mengt rijgen zich aaneen, maar hij heeft zelden succes in de rechtszaal

(…)

Zeker één cliënt heeft hard gebroken met de twee van Taxeco. Dat is een spelersmakelaar die in de zomer van 2021 verhaal komt halen bij de rechter over het beslag dat Taxeco heeft gelegd op twee Porsches en zijn tegoeden bij PSV en Ajax. Dan blijkt dat [eiser 2] en [eiser 1] de belangrijkste zakelijke overeenkomst bij de beslagrechter niet hadden laten zien. Een "ernstige schending" van de waarheidsplicht, oordeelt de rechter, die de beslagen meteen opheft. Ook kunnen ze fluiten naar bijna een ton gefactureerd 'meerwerk' als de

spelersmakelaar in latere procedures gelijk krijgt. Meer dan wat in een 'fixed fee' overeenkomst stond - 17.000 euro die al betaald was - is hij hen niet verschuldigd.

(…)

In het voorjaar 2019 begint de fiscalist zich in te zetten voor "meer respect voor vrouwen en meisjes'', als adviseur van Stichting Music#MeToo. De aanleiding ligt dicht bij huis: een receptioniste in het Infinity-gebouw zegt op de kerstborrel te zijn betast door haar baas, de topman van The Office Operators. [eiser 2] ontfermt zich over haar. Met deze vastgoedbeheerder liggen [eiser 2] en [eiser 1] in de clinch sinds ze muizen zien rondlopen in hun kantoor. Ze zijn erg ontevreden.

Nu hebben ze ook een zaak tegen de topman. De vrouw doet aangifte en Quote­ journalist [naam 8] is al snel op de hoogte. Als hij de topman ermee confronteert, zegt die met getuigen te kunnen aantonen dat het tijdstip van de vermeende betasting op de kerstborrel niet kan kloppen. [naam 8] laat het daarom rusten. Ook de politie ziet er niets in.

Alles verandert als een officier van justitie, enkele weken later, in april 2019 aanknopingspunten ziet voor een onderzoek. (…)

Maar van moeder en dochter is kort na de oprichting van de stichting niets meer vernomen - de receptioniste hangt meteen op als NRC belt. De beschuldigde topman zegt dat de zaak in 2021 geseponeerd is, maar wil verder niet praten. Het OM bevestigt dit: gebrek aan bewijs.

Het huurconflict met The Office Operators komt najaar 2021 tot een climax. Achter de façade van het Infinity-gebouw is volgens [eiser 2] en [eiser 1] inmiddels sprake van een muizenplaag. Er is geluidsoverlast en ook de service - koude koffie - is ondermaats. Maar als de kantonrechter de claims beziet waarop Taxeco de vordering voor huurcompensatie baseert, lijkt die weinig meegaand. Dus wraken de mannen de rechter. En daarna ook de wrakingskamer. Allemaal zonder succes. Het komt ze zelfs op een wrakingsverbod te staan wegens ,,misbruik van dit rechtsmiddel". Als de kantonrechter in januari dit jaar tot een oordeel komt, wordt duidelijk dat er sprake is van een ton achterstallige huur. (…)

De huurder, inmiddels TXC Services geheten, moet direct het Infinity-gebouw verlaten.

[eiser 2] noemt TXC Services "een cliënt", al was hij zelf tot eind 2021 eigenaar en heette deze bv eerst Taxeco.”

2.18.

In een e-mail van 3 november 2022 heeft (de voorzitster van) de Stichting aan [eiser 2] een verklaring gegeven ‘over het onjuiste en lasterlijke artikel in de NRC op 31 oktober 2022 ’ In deze e-mail staat onder meer:

“Wij hebben als stichting het dus niet gemunt op advocaat [naam 3] . Wij hebben op 23 juni 2022 per e-mail (…) bij hem wederhoor toegepast op basis van de binnengekomen melding op 16 juni 2022. De heer [naam 3] heeft vervolgens zelf die dag de kwestie op zijn Twitter account met 17.000 volgers geopenbaard. Wij hebben als stichting toen niets hierover geopenbaard en ook geen persbericht gepubliceerd. (…) Over de binnengekomen melding tegen de heer [naam 4] hebben wij als stichting niets aan de media gelekt. (…) Onze stichting heeft op 22 april 2022 alleen een e-mail (…) aan advocaat (…) gestuurd in het kader van wederhoor.”

2.19.

Eisers hebben twee verklaringen in het geding gebracht, onder ede afgelegd bij een notaris. In een verklaring van 31 januari 2019 heeft de toenmalige receptioniste van TOO verklaard dat zij door de directeur ongewenst seksueel is benaderd op 14 december 2018.

De andere verklaring dateert van 2 november 2022. Hierin verklaart een vrouw dat zij toen zij bij Defensie werkte tijdens een evenement ‘seksueel is misbruikt’ door [naam 3] , dat zij besloten had daarvan melding te maken naar aanleiding van een video van de Stichting en dat zij juridische bijstand heeft gevraagd aan [eiser 2] .

In de laatste verklaring zijn de naam van de notaris en van de vrouw (grotendeels) geanonimiseerd.

3 Het geschil

3.1.

Eisers vorderen, samengevat, na wijziging van eis, NRC, onder verbeurte van een dwangsom en met haar veroordeling in de proceskosten, te gebieden het artikel te rectificeren, door plaatsing van de volgende tekst op de voorpagina van haar website:

"Op 30 oktober 2022 heeft NRC Handelsblad een artikel op haar website gepubliceerd van de hand van journalist [naam 6] . In het artikel over de heren drs. [eiser 2] en mr. [eiser 1] van het advieskantoor TaXeCo staan de volgende onjuistheden. Het is onjuist dat [eiser 2] en [eiser 1] met anonieme politiemeldingen bekende Nederlanders via de media zouden willen beschadigen. Het is onjuist dat [eiser 2] achter de politiemelding tegen de heer [naam 3] zou zitten wegens vermeend seksueel misbruik. Het is onjuist dat TaXeCo sterk verweven is met haar cliënte Stichting Music#MeToo. Het is onjuist dat [eiser 2] en [eiser 1] zelden succes in de rechtszaal hebben. Het is onjuist dat [eiser 2] en [eiser 1] een spoor van wrakingsverzoeken hebben achtergelaten. Het is onjuist dat TaXeCo een huurbetalingsachterstand zou hebben. Het is onjuist dat TaXeCo naar haar vordering op een spelersmakelaar kan fluiten. Het is onjuist dat TaXeCo de beslagrechter heeft misleid bij de beslaglegging op de tegoeden van de spelersmakelaar bij PSV en Ajax en zijn twee Porsches.”

3.2.

NRC voert verweer.

3.3.

Op de stellingen van partijen wordt, voor zover van belang, hierna nader ingegaan.

4 De beoordeling

4.1.

Eisers vorderen veroordeling van NRC tot het plaatsen van een rectificatie. Toewijzing van die vordering zou een beperking vormen van het in artikel 10 lid 1 EVRM (Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden) vastgelegde recht op vrijheid van meningsuiting. Een dergelijke beperking is volgens art.10 lid 2 EVRM slechts toegestaan, als deze bij de wet is voorzien en noodzakelijk is in een democratische samenleving ter bescherming van de in art.10 lid 2 genoemde belangen, waaronder de bescherming van de goede naam of rechten van anderen. Daarnaast moet een dergelijke beperking proportioneel zijn. Bij de beantwoording van de vraag of aan deze voorwaarden is voldaan moeten alle omstandigheden van het geval in aanmerking worden genomen.

4.2.

In de jurisprudentie worden daarbij in de regel de volgende factoren meegewogen:

( a) of de openbaarmaking een bijdrage levert aan een (publiek) debat van algemeen belang;

( b) de mate van bekendheid van de betrokken persoon en het onderwerp van de openbaarmaking;

( c) het eerdere gedrag van de betrokken persoon in verhouding tot de media;

( d) de methode van het verkrijgen van de relevante informatie en de vraag of de informatie voldoende steun vindt in de feiten;

( e) de inhoud, vorm en de gevolgen van de publicatie.

4.3.

In het kader van deze afweging kunnen [eiser 2] , [eiser 1] en TaXeCo zich niet met succes beroepen op artikel 8 EVRM . Dit artikel geeft een ieder het recht op respect voor zijn priv éleven. TeXaCo is een rechtspersoon en de uitlatingen waarover [eiser 2] [eiser 1] en TaXeCo vallen gaan louter over hun optreden als juridisch adviseurs. Iemands reputatie valt pas onder artikel 8 EVRM bij een inbreuk die zo ernstig is dat het respect voor zijn privéleven in het gedrang komt. Dat is in deze zaak niet aan de orde.

Publiek debat

4.4.

Anders dan eisers hebben betoogd, draagt het artikel bij aan een publiek debat van algemeen belang. Het gaat immers over activiteiten van eisers, die als adviseurs/belangenbehartigers betrokken zijn bij kwesties die in de maatschappelijke belangstelling staan, zoals MeToo-achtige beschuldigingen aan het adres van prominente personen. Onderdeel van dat debat kan ook de handel en wandel van die belangenbehartigers zelf zijn, als daartoe aanleiding bestaat. Dat is hier zeker het geval, nu aangifte tegen hen is gedaan en het OM naar aanleiding van de aangifte van [naam 5] en [naam 4] zelfs heeft besloten tot vervolging van [eiser 2] en [eiser 1] over te gaan. Eisers hebben aanvankelijk betoogd dat daarvan (nog) geen sprake is, maar de onder 2.13 en 2.14 weergegeven berichten van het OM laten aan duidelijkheid weinig te wensen over.

Public figures

4.5.

Eisers kunnen worden aangemerkt als ‘publieke figuren’. Zij hebben in het verleden na een conflict met KPMG Meijburg, waar zij beiden werkten, al ruimschoots in de publieke belangstelling gestaan. Inmiddels presenteren zij zich met TaXeCo op internet als adviseurs van veel grote bedrijven en bekende cliënten. [eiser 2] timmert flink aan de weg, zoekt regelmatig de media op en is ook op sociale media zeer actief, waarbij hij niet schuwt om ongezouten zijn mening te geven over bekende personen. NRC heeft daarvan een aantal sprekende voorbeelden genoemd. Verder vermeldt hij op zijn website onder meer dat hij een strategische bijdrage heeft geleverd aan de komst van chemiereus ICL naar Nederland en dat onder meer premier Rutte daarbij ‘persoonlijk betrokken’ was. Hij heeft verschillende interviews gegeven, onder meer aan NRC en Radio 1 en in 2018 is een artikel ove r [eiser 2] gepubliceerd. Als publieke figuren hebben eisers meer kritiek te dulden dan een ander willekeurig persoon.

Voldoende steun in de feiten?

4.6.

Eisers hebben na concretisering gevorderd dat NRC wordt veroordeeld om de volgende beweringen recht te zetten, omdat deze volgens hen onjuist zijn en ernstige schade toebrengen aan hun reputatie:

1. dat [eiser 2] en [eiser 1] met anonieme politiemeldingen bekende Nederlanders via de media zouden willen beschadigen.

2. dat [eiser 2] achter de politiemelding tegen de heer [naam 3] zou zitten wegens vermeend seksueel misbruik.

3. dat TaXeCo sterk verweven is met haar cliënte Stichting Music#MeToo

4. dat [eiser 2] en [eiser 1] zelden succes in de rechtszaal hebben.

5. dat [eiser 2] en [eiser 1] een spoor van wrakingsverzoeken hebben achtergelaten.

6. dat TaXeCo een huurbetalingsachterstand zou hebben.

7. dat TaXeCo naar haar vordering op een spelersmakelaar kan fluiten.

8. dat TaXeCo de beslagrechter heeft misleid bij de beslaglegging op de tegoeden van de spelersmakelaar bij PSV en Ajax en op zijn twee Porsches.

4.7.

NRC heeft over deze concrete uitingen aangevoerd dat deze:

ofwel niet in het artikel staa n,

ofwel wel in het artikel staan, maar geen betrekking hebben op eisers,

ofwel in het artikel staan en betrekking hebben op eisers, maar ruim voldoende steun vinden in het beschikbare feitenmateriaal.

Hieronder zal op deze uitingen afzonderlijk worden ingegaan.

4.7.1.

In het artikel staat niet met zoveel woorden dat [eiser 2] en [eiser 1] met anonieme politiemeldingen bekende Nederlanders via de media zouden willen beschadigen. Wel kan uit het artikel worden geconcludeerd dat eisers regelmatig stappen ondernemen tegen (meer of minder) bekende Nederlanders op grond van beschuldigingen die naderhand niet blijken te kloppen. Voor het doen ontstaan van die indruk is voldoende steun te vinden in het beschikbare feitenmateriaal, dat ook in het artikel is vermeld. De zaak tegen de bekende Nederlander [naam 4] is door het OM geseponeerd. De andere zaken in de Me Too sfeer waar eisers werk van hebben gemaakt hebben evenmin geleid tot vervolging.

4.7.2.

Dat [eiser 2] achter de politiemelding over vermeend seksueel misbruik door [naam 3] zou zitten, staat ook niet in het artikel. Wel wordt daarin [naam 3] geciteerd, die meent dat [eiser 2] er achter zit dat deze beschuldiging wereldkundig is gemaakt en wordt vermeld dat [eiser 2] naar aanleiding van een aangifte van [naam 3] als verdachte is gehoord. Hiervoor bestaat voldoende feitelijke basis. Uit de onder 2.8 tot en met 2.10 weergegeven gang van zaken kan worden afgeleid dat de Stichting, in elk geval met medeweten van [eiser 2] , de eerste is geweest die de beschuldiging aan het adres van [naam 3] in de publiciteit heeft gebracht, een paar minuten nadat hem om een weerwoord was gevraagd. De verklaring van de Stichting (zie 2.18) blijkt dus niet te kloppen.

4.7.3.

Dat de Stichting sterk met eisers is verweven, vindt ook voldoende steun in de feiten. De voorzitter is een voormalige cliënte van TaXeCo, de zuster van [eiser 1] is penningmeester en de Stichting is inmiddels op hetzelfde adres gevestigd als TaXeCo. Daarnaast lijkt de rol van [eiser 2] aanmerkelijk verder te gaan dan die van adviseur. Zo wordt hij in het persbericht (zie 2.9) bijvoorbeeld ook als woordvoerder vermeld en komt zijn betrokkenheid bij de Stichting tot uiting in een filmpje op YouTube.

4.7.4.

NRC heeft aan de hand van een aantal voorbeelden laten zien dat eisers in de rechtszaal weinig succes boeken. Eiser hebben die voorbeelden niet weersproken, maar geven op hun beurt voorbeelden van zaken waarin zij wèl succes hadden. Die overtuigen niet. Zij hebben onder meer naar voren gebracht dat een rechter zich na een wrakingsverzoek van [eiser 2] in de tuchtzaak tegen oud-minister Grapperhaus zou hebben teruggetrokken en werd vervangen door een andere tuchtrechter. Dit kan moeilijk een noemenswaardig succes in de rechtszaal worden genoemd, te minder nu de tuchtklachten vervolgens (ook in hoger beroep) zijn afgewezen. Dat geldt ook voor de civiele zaak waarin eisers een schikking hebben bereikt met het OM over het ter beschikking stellen van camerabeelden. Zij hadden die zaak in eerste aanleg verloren, waarna zij in hoger beroep hebben geschikt.

4.7.5.

Zoals NRC terecht heeft aangevoerd is wraking een middel dat advocaten normaal gesproken zeer spaarzaam gebruiken. Het aantal keren dat eisers naar dit middel hebben gegrepen – in de onder 2.3 vermelde zaak heeft dat zelfs geleid tot een wrakingsverbod – rechtvaardigt zonder meer de omschrijving dat zij ‘een spoor van wrakingsverzoeken achterlaten’.

4.7.6.

Ook de mededeling dat TaXeCo een huurachterstand had is niet feitelijk onjuist. Dat blijkt uit de onder 2.2 en 2.4 weergegeven uitspraken. Anders dan eisers hebben betoogd kan TXC B.V., nu TXC Energy geheten, niet worden beschouwd als een derde, aangezien deze B.V. ten tijde van de huurachterstand nog nauw aan [eiser 2] en daarmee aan TaXeCo was gelieerd, zoals ook in het artikel is vermeld.

4.7.7.

Over het geschil met de spelersmakelaar staat in het artikel het volgende:

“Zeker één cliënt heeft hard gebroken met de twee van Taxeco. Dat is een spelersmakelaar die in de zomer van 2021 verhaal komt halen bij de rechter over het beslag dat Taxeco heeft gelegd op twee Porsches en zijn tegoeden bij PSV en Ajax. Dan blijkt dat [eiser 2] en [eiser 1] de belangrijkste zakelijke overeenkomst bij de beslagrechter niet hadden laten zien. Een "ernstige schending" van de waarheidsplicht, oordeelt de rechter, die de beslagen meteen opheft. Ook kunnen ze fluiten naar bijna een ton gefactureerd 'meerwerk' als de spelersmakelaar in latere procedures gelijk krijgt. Meer dan wat in een 'fixed fee' overeenkomst stond - 17.000 euro die al betaald was - is hij hen niet verschuldigd.”

Zoals blijkt uit de feiten onder 2.5 en 2.6 is dit een juiste samenvatting van wat er is gebeurd en wat in de daar genoemde uitspraak staat. Die uitspraak is in hoger beroep bekrachtigd. Alleen over het nieuwe punt van de volledige kostenveroordeling heeft het hof geoordeeld dat de handelwijze van eisers die niet rechtvaardigde. Het hof meende namelijk dat onvoldoende was komen vast te staan dat TaXeCo haar verweer in die procedure had gebaseerd op stellingen waarvan zij op voorhand moest begrijpen dat die geen kans van slagen hadden. Daar werd het vonnis van de voorzieningenrechter echter niet anders van.

Overige aspecten

4.8.

Eisers worden in het artikel negatief afgeschilderd. Nu de beschuldigingen voldoende steun vinden in de feiten is dat echter niet onrechtmatig en valt het binnen de grenzen van de journalistieke vrijheid. Er zijn geen aanwijzingen dat NRC het artikel heeft gepubliceerd met het doel om eisers te beschadigen. Ook zijn eisers voldoende in de gelegenheid gesteld om hun visie te geven op de bij NRC levende vragen. Eisers hebben er zelf voor gekozen om daarop slechts in algemene zin in te gaan. Wat zij in dat opzicht naar voren hebben gebracht heeft NRC in een katern bij het artikel weergegeven. Eisers tillen er zwaar aan dat NRC de uitkomst van dit kort geding niet heeft afgewacht voordat zij ging publiceren, maar daartoe was zij, mede gelet op de door haar gevolgde handelwijze, niet gehouden.

Slotsom

4.9.

Al met al is van onrechtmatig handelen door NRC, dat een inbreuk op haar uitingsvrijheid zou kunnen rechtvaardigen, geen sprake.

De gevraagde voorzieningen zullen dan ook worden geweigerd.

4.10.

Als de in het ongelijk gestelde partij worden eisers veroordeeld in de proceskosten.

5 De beslissing

De voorzieningenrechter

5.1.

weigert de gevraagde voorzieningen,

5.2.

veroordeelt eisers hoofdelijk in de kosten van dit geding, tot heden aan de zijde van NRC begroot op:

– € 676,- aan griffierecht en

– € 1.016,- aan salaris advocaat, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien eisers deze niet binnen veertien dagen na heden hebben voldaan,

5.3.

veroordeelt eisers hoofdelijk in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,- voor salaris advocaat, te vermeerderen met € 85,- en de kosten van het betekeningsexploot ingeval betekening van dit vonnis plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,

5.4.

verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.

Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Beukenhorst, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M. Balk, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 18 november 2022.

type: MB

coll:


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature